Benito Pérez Galdós: Tormento


Uit het Spaans vertaald door Frans Oosterholt
304 pagina’s, gebonden
ISBN 90 74622 37 2
Prijs: euro 19,95

Lees de eerste hoofdstukken
Lees het nawoord door Adri Boon


Tormento gaat van start als een realistische variant op het Assepoester-motief. Amparo, een straatarm weesmeisje, houdt op een fatsoenlijke manier het hoofd boven water door slavenarbeid te verrichten voor mevrouw Bringas, een ver familielid. Als de nood het hoogst is, maakt ze kennis met Caballero, een heuse droomprins, die tot over zijn oren verliefd op haar wordt. Dan doemt uit het verleden een schandvlek op, en het sprookje slaat om in een nachtmerrie. Amparo wordt van twee kanten bedreigd: door haar schijnheilige ex-beschermvrouwe en door een beestmens in priesterkleed. Wat moet ze doen? Wat kan ze doen? Alles eerlijk opbiechten? In het leven gaan? Zich van het leven beroven?
Meesterlijk beschrijft Galdós de hypocrisie van de beau monde, de hielenlikkerij van de bourgeoisie, de uitzichtloosheid van de ‘nette armoede’, en daaronder de lusten die als lava door de riolen van het negentiende-eeuwse Madrid stromen.

Benito Pérez Galdós (1843-1920) geldt als de belangrijkste Spaanse romanschrijver van de negentiende eeuw, vergelijkbaar met Dickens, Balzac of Tolstoi (of, om in Nederland te blijven, met Louis Couperus). Met een oeuvre van ruim honderd titels is hij een van de grondleggers van de moderne Spaanse roman. Het onbetwiste hoogtepunt van zijn oeuvre is de roman Fortunata en Jacinta (1877).

In het werk van Galdós is grofweg een tweedeling te maken: enerzijds is daar de serie historische romans over het Spanje van de 19de eeuw, de 46 Episodios Nacionales. Daarnaast is er zijn oeuvre van 'moderne', contemporaine romans en toneelstukken. In vertaling verschenen tevens de romans Marianela, Mevrouw Bringas, Fortunata en Jacinta en Miauw. Op het programma staan nog Vriend Manso en Tristana.

Zie ook ons Dossier Benito Pérez Galdós


Galdós’ magnum opus Fortunata en Jacinta werd vorig jaar in Nederland zowel door publiek als pers zeer enthousiast ontvangen:‘Vooral Maximiliano en Fortunata zijn onvergetelijke personages, terwijl ook het verhaal waarin ze figureren, staat als een huis. Als er één roman bewijst dat Galdós een rasverteller is, dan is dat Fortunata en Jacinta.’ Maarten Steenmeijer in Vrij Nederland.


De kritiek over Tormento:

'Pérez Galdós, die in datzelfde jaar met zijn Nationale episoden begon, wilde in zijn romans een tegenwicht bieden aan deze reactie en Spanje tot hervormingen bewegen door het land een spiegel voor te houden. Niet van het oude regime en de gezeten kringen moest de toekomst van het land komen, maar van de levenskracht van het volk en het jonge ondernemerschap en kapitaal. In Tormento heeft hij die twee gepersonifieerd in het weesmeisje Amparo, ook Tormento genoemd, en Augustín, die in de Amerikaanse woestenij fortuin heeft gemaakt en als `wilde' hopeloos verloren loopt in de Madrileense slangenkuil. Dat beiden, na geroddel over een misstap in Tormento's verleden, naar het buitenland moeten uitwijken, maakt duidelijk dat Pérez Galdós de taaiheid van het oude Spanje niet onderschatte.'
Ger Groot in NRC Handelsblad van 21 september 2001

Lees de hele recensie in NRC Handelsblad

'Je hoeft de geschiedenis van de Spaanse literatuur er niet bij te halen om lezers voor Galdós te winnen. 'Tormento' is een boek waaraan je in een klap verkocht bent. Op het eerste gezicht doet de gecompliceerde liefdesgeschiedenis tussen de rijke Agustín Caballero en het weesmeisje Amparo, alias Tormento, aan als een melodrama. Vanaf het begin, ten huize van de gegoede burgersfamilie Bringas, waar Agustín het weesmeisje dagelijks in het huishouden ziet werken, tot aan het einde, na haar mislukte zelfmoordpoging, een afgeblazen huwelijk en een heimelijke vlucht naar Frankrijk, heeft Galdós een feuilleton geënsceneerd dat vandaag de dag goed zou zijn voor een populaire soapserie.
Galdós was in staat om meeslepend drama, op het kitscherige af, te koppelen aan ingrijpende maatschappelijke gebeurtenissen en diepgravende morele vraagstukken. Als dat nog niet genoeg aanbeveling is, dan is er ook nog Galdós' opvallend frisse en heldere taal. Mede dankzij de uitstekende vertaling, zijn de zinnen in honderd jaar geen spat verouderd.'
Maarten Roest in Trouw van 6 oktober 2001

Lees de hele recensie in Trouw


Recensie van Biblion (Openbare bibliotheken)

Benito Pérez Galdós (1843-1920) is de bekendste en productiefste Spaanse romanschrijver van de negentiende eeuw. Het meest gewaardeerde deel van zijn oeuvre vormen zijn zogenaamde 'novelas contemporáneas' (eigentijdse romans), waarin Galdós met name het leven in de Spaanse hoofdstad tot leven brengt. Zo ook in 'Tormento', oorspronkelijk verschenen in 1884. Het verhaal heeft, zoals Adri Boon in zijn informatieve nawoord opmerkt, een hoog soapgehalte: een eenzame, steenrijke Amerika-ganger wordt verliefd op een jonge, knappe, arme, hardwerkende wees. Ze is de goedheid zelve, maar draagt de last van een compromitterend liefdesverleden met zich mee. Maar 'Tormento' is natuurlijk veel meer dan een onderhoudend melodrama. Het is daarnaast een kritisch portret van een klasse die er een dagtaak aan heeft om de schone schijn van voornaamheid en welstand op te houden en die zo een rampzalige hinderpaal vormt voor de moderniseringen die het land hard nodig heeft, wil het niet nog verder achterop raken bij Europa. De (post)moderne verteltechnieken waarmee Galdós zijn roman heeft gekruid, vormen een scherp contrast met de zelfgenoegzame, reactionaire mentaliteit die hij hekelt in deze roman, die deel uitmaakt van een mooie serie van zeven vertalingen uit zijn oeuvre.


Bespreking door Jan Baes in Leesidee 7/2001

Knappe 'contemporaine' roman van de Spaanse Balzac, zoals Pérez Galdós terecht wordt genoemd, die met Tormento (1884) een meesterlijke satire schreef van de Madrileense bourgeoisie voor wie enkel geld en status gold. Ironie is altijd al het sterkste wapen geweest van deze auteur en dat wapen hanteert hij met verve in deze roman over twee mooie weesmeisjes, Amparo en Refugio, die ieder op hun manier en ondanks hun armoede eerzaam trachten te blijven. Voor Amparo is het lot het zwaarst, als zij door een ver familielid, mevrouw Bringas (zie de roman met de gelijknamige titel), wordt opgevangen en verplicht wordt slavenarbeid te verrichten om het hoofd boven water te houden. Wanneer zij haar droomprins Caballero ontmoet, lijkt haar lot te keren, maar eer het zover is, zullen zowel mevrouw Bringas als de afschuwelijke priester Nones alles proberen om dit geluk te voorkomen.
Deze sarcastische variant op Assepoester is bovendien een literair hoogstandje, waarbij de auteur gebruikmaakt van de techniek van de raamvertelling om de indruk te geven dat werkelijkheid en fictie samenvallen. "De werkelijkheid zit ons op de hielen", zegt een inleidend personage, een broodschrijver, aan een vriend die hij op straat tegenkomt. "Ik schrijf mirakels en de werkelijkheid plagieert me". Anderzijds levert, naast sommige personages, ook nog een anonieme verteller ongezouten commentaar op de helden van zijn verhaal. Postmoderne trekjes avant la lettre dus. Maar zijn die er niet altijd al geweest bij de echt belangrijke schrijvers?