Het is intussen natuurlijk weer licht. Ik overweeg nog even om nog maar eens foto's van het uitzicht te maken. Nee daar heb ik er wel al genoeg van. En ik onthoud voor het internetverhaal zo ook wel dat ik ook nu weer veel te vroeg wakker ben geworden. Vandaag zal de laatste dag worden op de gehuurde motorfietsen. Aan de ene kant vind ik dat jammer. Aan de andere kant zal ik ook wel blij zijn als we de motorfietsen aan het einde van de dag zonder problemen en of persoonlijke ongelukken in kunnen leveren. Daarnaast moet er voor het raften van morgen nog wat geregeld worden. Het wordt nog een drukke dag vandaag.
Rond een uur of zeven is de rest ook wel zo'n beetje wakker. Alleen Maarten wil nog wel wat langer slapen. Maar als die eenmaal ook uit bed is togen we met zijn allen naar de ontbijttafel. Vandaag toch maar wat eerder weg. Tijdens het ontbijt vind Adriaan dat zo'n vers geperst vruchtensapje er wel in gaat. Daar is iedereen het wel mee eens. Niet veel later genieten we met zijn allen van de fris zoete smaak van de vruchtendrankjes. Vandaag wil Siemen het stadje Manavgat bereiken. Hiervoor moeten we dus een stuk verder naar het westen dan dat we tot nog toe geweest zijn. We zullen vandaag een flink stuk op de asfalt wegen rijden om zo een grotere afstand te kunnen overbruggen.
De kettingen van de motorfietsen zien er nog goed uit, dus gaan we niet eerst bij Martin langs. We moeten alleen nog even kijken hoe het een en ander met de benzine uit komt. Als de drinkflessen gevuld zijn, gaan we nog even naar boven om de motorkleren aan te trekken. En dan is het opstijgen geblazen.
Voor mijn gevoel is het vandaag wat de warmte betreft goed te doen. Het is natuurlijk nog maar vroeg en ook vandaag zal het niet echt koud worden, maar zo op de "grote" asfaltweg is het op de motorfietsen zeer goed uit te houden. Na een dik half uur zo tussen de 80 en 100 km / uur gereden te hebben bereiken we de stad Manavgat. Volgens de kenners zouden we hier moeten zijn voor het raften. Dus moet hier het water wel hoog staan willen we een beetje leuk kunnen raften. Onderweg hebben de rivieren en wateren die we gekruisd hebben nogal teleur gesteld. Blijkbaar zitten we in een hele droge periode in Turkije.
Terwijl ik merk dat het ook in deze stad weer een drukte van jewelste is, zie ik Siemen door een rood licht rijden. Een beetje verdoofd staar ik hem dom na. Het verkeer blijft ook rustig stil staan. SHIT ik had ook moeten remmen. Keuze noodstop of gas erbij. Terwijl het verkeer op begint te trekken geef ik een straal gas erbij. Ik moet het tussenstuk tussen de twee rijbanen wel kunnen halen. Terwijl de auto's vlak achter me langs schieten zet ik met een blokkerend achterwiel de motorfiets stil tussen de twee rijbanen. Siemen is ook de volgende rijbaan voorbij geschoten. Ook hier is hij net voor de auto's langs geschoten.
Als het eenmaal rustig is op de rijbaan voor me knal ik ook richting Siemen. En niet veel later rijden we weer in colonne. Met zijn allen op zoek naar een tankstation. We rijden nog niet op reserve, maar dat zal niet al te lang meer duren verwacht ik. Als het tankstation eenmaal gevonden is, stapt Adriaan meteen af en loopt naar Siemen toe. "Allemachtig, ik dacht dat mijn hart stil stond toen ik jullie zo door rood zag knallen. Jullie hadden wel dood kunnen zijn!" Ik schenk er niet veel aandacht aan. Ben weer druk met de camera in de weer. Maar het zet me wel wat aan het denken. Zeker als Maarten aangeeft dat het ook bij mij niet veel gescheeld heeft. Maar Maarten geeft ook meteen toe, dat het de verkeerslichten wel slecht te zien waren met de zon in de rug. Maar dat mag natuurlijk geen excuus zijn om de gok dan toch maar te wagen denk ik nog. Zeker in Turkije niet...
In Manavgat zelf is natuurlijk geen wilde rivier te bekennen. Maar volgens Adriaan en Siemen zou dat ook een stukje verder noordelijker moeten zijn. Hier zouden de meest mooie watervallen van Turkije te vinden moeten zijn. Tenminste als we de ober van de eerste stop van gisteren mochten geloven. De menukaart daar had een mooie foto van een prachtige waterval die we in die buurt nog niet tegen gekomen waren. Toen we hem daar naar vroegen kregen we ook te horen dat we daarvoor in Manavgat moesten zijn. Ik kan het me bij het tankstation echter niet zo goed voorstellen.
Veel tijd om daarover na te denken heb ik niet want we zijn alweer onderweg op zoek naar een plekje waar we wat de drinken kunnen krijgen. Ook nu is het weer flink zweten geblazen, maar ik heb er zeker niet zoveel last van als gisteren. Toch ben ik blij als Siemen niet veel later af slaat op een mooi geplaveide weg richting een prachtige gelegenheid waar we wat kunnen drinken.
Volgens de eigenaar zou ook hier een waterval te zien moeten zijn, echter moeten we daar nog wel even voor wachten. Want om 12 uur gaan er een paar poorten op de stuwdam open en door deze hoeveelheid water wordt er een waterval gecreeerd aan de rand van het meertje waar we op uit kijken. Ik vraag me af of er misschien niet iets in de appelthee zit die ik nu aan het drinken ben. De eigenaar is blijkbaar niet meer geestelijk in orde en ik verdenk de mierzoete appelthee daar van. Als de twijfel op ons gezicht gelezen is, schiet de man in de lach. Het is echt zo zegt hij. Ten noorden van deze plek staat echt een enorme stuwdam van 186 meter. Die houdt een flinke hoeveelheid water tegen en rond een uur of twaalf wordt er water doorgelaten voor irrigatie. Het is intussen tien uur en we waren niet van plan om ons te haasten, maar daar gaan we zeker ook niet op wachten.
In de afgelopen winter heeft het water hier wel heel hoog gestaan bevestigde de eigenaar.
Na een bezoekje van het supermooie nieuwe toiletgebouw vertrekken we richting de stuwdam. Niet veel later staan we voor een controle-post. Het lijkt er op dat we niet verder kunnen en ik krijg het idee dat we voor een zwaar beveiligd bedrijven-terrein staan. Nadat we even overlegd hebben besluit Siemen even te vragen aan de poortwachter bij de controlepost hoe we bij de stuwdam kunnen komen. Daarvoor moeten we door de controlepost heen, maar daar moet wel voor betaald worden. Gelukkig is de doorgang voor vijf motoren niet al te duur en even later staan we met zijn allen aan de andere kant van de poort te wachten totdat Siemen de financien met de poortwachter heeft geregeld.
Het duurt nog verrassend lang voordat we de stuwdam zien. Maar uiteindelijk zien we na de energiecentrales het enorme gevaarte opdoemen. We verlaten de betonplaten en rijden een stoffig weggetje bezaaid met stenen en kiezels omhoog. Niet veel later hebben we de motorfietsen op de 186 meter hoge stuwdam geparkeerd en genieten we van het uitzicht.
Het geweldige uitzicht vanaf de stuwdam.
Veel bochtig en uitdagend asfalt in Turkije
Maar ook een geweldige omgeving om in te rijden
En regelmatig een geweldig uitzicht
Het resultaat
Staand op de steps rijdt ik over het rotspaadje richting de rest van de groep. Maarten rijdt iets achter me. Terwijl ik aan het nadenken ben over het voorval van gisteren waarbij er geklaagd werd over slecht spiegelen geef ik maar wat meer gas om zo wat vlotter in te lopen op de groep die voor me uit rijdt.
Het duurt niet lang voordat we de kruising over rijden waar we nog niet zo lang geleden rechtsaf geslagen waren. We slaan hier weer rechtsaf en zoals de Turk al aangaf duurt het dan ook niet lang voordat we weer wat hoogte winnen. Als we even later stil staan geeft Maarten nog maar eens aan dat hij er aan twijfelt of we zo wel om het stuwmeer heen kunnen rijden. Siemen houdt echter voet bij stuk. Dat moet toch kunnen. Een trekker die van het uitzicht staat te genieten loopt op ons af. Hij is wel een beetje nieuwsgierig. "English?" Vraagt Siemen. Nee, schudt de wandelaar. Siemen wijst naar de kaart in de tanktas en roept Ibradi! De man kijkt even vlug op de kaart en wijst dat we door moeten rijden. "We rijden zo goed?" vraagt Siemen nog een keer voor de zekerheid. De man begint heftig te knikken en wijst in de richting van de weg. Ibradi! roept hij resoluut. Siemen maakt een Thumbs-ub gebaar en roept bedankt. En rijdt in de aangegeven richting weg. De wandelaar blijft met zijn duim in de lucht hem na staan kijken. Wij rijden ook weg en groeten de man ook met onze duim in de lucht.
Het wordt koeler en koeler doordat we meer hoogte winnen. Als we uiteindelijk op het hoogste punt staan nemen we weer een aantal fotootjes. Maarten geeft toe dat we op deze manier toch wel om het stuwmeer zullen komen. Het is toch wel lastig dat er geen uitgebreide kaarten van Turkije voor de GPS of op papier te verkrijgen zijn.
Weer een berg getopt
Een tijd later realiseer ik me dat we alleen in het landschap rond rijden. De oude turk en de ezel die me nog op het netvlies, heftig zwaaiend en schuddend, nabranden hebben we al zeker een half uur achter ons gelaten. Het geeft een machtig gevoel om zo met vrienden onderweg te zijn en het lijkt wel of het landschap steeds mooier wordt. We zitten nu echt tussen de bergen in en de weg waar we nu op rijden kent bijna geen rechte stukken.
Als we een tijdje later stil staan zodat Siemen zich weer kan oriënteren met de GPS van Maarten horen we een oude tweetakt in de verte roffelen. Terwijl Siemen en Maarten aan het puzzelen zijn met de gebrekkige kaart zie ik hoe een Turk vol gas, maar langzaam naar ons toe komt gereden op een op het eerste gezicht 125cc oude motor. Hij wordt achtervolgt door de dikke rookwolken die het voertuig uit zijn uitlaat uitbraakt.
We houden de man aan om de weg te vragen. Als de man eenmaal stil staat neemt Siemen maar niet de moeite om te vragen of de man engels spreekt. Deze man komt duidelijk uit het binnenland staat ons met open mond aan te kijken. "Ibradi?" vraagt Siemen terwijl hij naar voren wijst. De man knikt bevestigend. "Hoe ver?" terwijl hij met zijn handen een afstand gebaar maakt. De man geeft aan dat het tussen de 10 en 15 km rijden zou moeten zijn. We groeten de man en vervolgen onze weg. Ook hij heeft zijn duim omhoog en een grote glimlach op zijn gezicht als we hem voorbij rijden.
Uiteindelijk vinden we de stad Ibradi en na wat zoekwerk hoe we het beste de stad in kunnen rijden, blijkt toch weer dat we het beste op Siemen's gevoel kunnen vertrouwen. We komen op de hoofdstraat binnen en bij een cafeetje worden de motorfietsen dan ook snel neergezet.
We worden van harte welkom geheten. Siemen en ik hebben de motorfiets wat verder op een parkeerplekje neergezet en komen wat later aan. Als Siemen aangeeft dat we ook wat te eten willen hebben, geeft de man aan dat we alleen maar wat kunnen drinken in dit cafe. Maar we moeten ook eten hebben! Kom maar mee. De spullen mogen we wel achter laten, daar wordt wel op gelet. Dat risico durft geen van ons allen te nemen en met onze helmen en jassen onder de armen lopen we achter de man aan naar een gebouw wat verder terug in de straat.
Terwijl wij plaats nemen achter aan een lange tafel in de hoek, inspecteerd Siemen het eten. Alles ziet er goed uit en we nemen van alles wel wat besluit Siemen. Het is intussen half twee en als Siemen het heeft over een goulash soepje en gehaktballetjes loopt het water me door de mond. Eerst maar even het water en de appelthee verwerken die de eigenaar van het cafe net heeft gebracht.
Eenvoudig interieur, maar het eten smaakte er niet minder om
De gouden Atta-Turk van Ibradi, met daarachter het cafeetje (schotelantennes) waar we eerst binnen stapten.
Na een flinke tijd in het zadel bereiken we de D695 die richting de kust rijdt. Siemen weet zich nog langs een bus te persen, maar de rest kan niet volgen. En door de onoverzichtelijke bochten lukt het ons ook niet om de bus voorbij te komen. We zijn intussen aan de andere kant van de berg terecht gekomen en de bus freewheeled regelmatig gevaarlijk dicht naar Siemen toe. Op een gegeven moment besluit Siemen maar aan de kant te gaan en weer bij ons aan te sluiten. Met een gangetje van 50 / 60 schiet hij de verharde berm in. Terwijl hij door de berm hobbelt kan hij een natuurlijke schans niet meer ontwijken. Dan maar gas erbij. We zien met zijn allen hoe Siemen een metertje of tien door de lucht schiet en met een klap weer neerkomt. De tanktas en Siemen blijven gelukkig op hun plaats en hij weet dan ook zonder problemen weer uit de berm te sturen en zich bij ons aan te sluiten.
Als de weg wat overzichtelijker wordt neemt Peter de kop over en gaat het tempo wat omhoog. De bochten zijn ruim en door ze goed aan te snijden hoeft er niet teveel afgeremd te worden. Dit deel van de reis is verder niet zo spannend. De weg is erg goed en het is niet overdreven druk op de weg. Alleen toen een vrachtwagenchaufeur van een overbeladen 30-tonner zich verslikt had in een bocht op de andere weghelft, heb ik toch maar wat extra gas gegeven. De vrachtauto kwam met gierende banden de bocht omgezet en de chauffeur had handen en voeten nodig om de combinatie op de weg te houden.
Bij het eerstvolgende tankstation wordt er nog een litertje of vijf aan brandstof in elke tank gestopt en dan gaan we weer onderweg. En na een tijdje bereiken we de D400 die via Antalya naar Alanya rijd.
In Alanya wil Siemen nog even naar het kasteeltje wat uitkijkt op de kust. Peter heeft dit echter niet begrepen en zo raken we elkaar kwijt. Ik heb het heel eerlijk wel weer een beetje gehad. Ik had een tijdje terug weer wat moeten drinken bedenk ik me nu. Te laat, een knallende koppijn heeft zich meester van mij gemaakt. Ik ben er dan ook niet blij mee dat we weer niet als groep bij elkaar kunnen blijven. Wat later staan we stil in een van de kleine zijstraatjes. Dan maar weer draaien. Peter zal wel bij Martin zijn. Met wat moeite krijg ik de motor gedraaid. De lange dag en gebrek aan slaap en water beginnen zijn tol te eisen.
Eenmaal bij Martin pikken we Peter op en rijden naar boven naar het kasteel / de ruines van Alanya. Het rijden is een stil staan en gas geven door de drukke achterbuurten. Ik gebruik de verkeersdrempels om met mijn motorfiets kleine stukjes op mijn achterwiel te rijden. Totdat we de ruimte krijgen en langs het verkeer naar boven kunnen knallen. Het duurt niet lang of we hebben de top bereikt. Er is een markt voor de touristen en ondanks dat het er druk is, is er nog wel plek voor onze motorfietsen.Vier verschillende marktkoopmannen wijzen ons naar de verschillende parkeerplekken / taxi-standplaatsen waar we onze motorfietsen neer mogen zetten. Hier zijn we niet in geinteresseerd dus rijden we weer een stukje terug en zetten de motorfietsen aan de kant van de weg. Peter en ik drinken het flesje water in mijn rugtas op Ik knap daar direct weer een stuk van op. En ga direct weer met de camera in de slag.
Terwijl Maarten de motorfietsen opsteld voor de groepsfoto, vraag ik aan een Turkse toerist of hij een foto van ons wil maken. Nadat de camera een paar keer geklikt heeft en hij ook zijn eigen camera een keer gehanteerd heeft, gaan we weer richting Martin.
Martin denkt dat hij twee taxi's voor ons kan regelen dit keer, maar dat blijkt achteraf toch niet te gaan. Aangezien Adriaan het helemaal gehad heeft stapt hij nu samen met Siemen en Maarten in de eerste auto die ons naar het hotel brengt. Terwijl Martin al met wat onderhoudsklusjes aan de motorfietsen begint hebben Peter en ik het over de avonturen die we meegemaakt hebben.
Als onze taxi-chaufeur inmiddels gearriveerd is, gooi ik onze spullen achter in de auto terwijl Peter nog druk met Martin in gesprek is. Als alles in de auto zit stappen Peter en ik in de auto en worden we terug naar het hotel gebracht.
Ook deze Turk weet het gaspedaal goed te vinden. Hij legt Peter uit dat de meeste ongelukken hier gebeuren door vrouwen die niet op aan het letten zijn doordat ze aan het bellen zijn of te lang aan het twijfelen zijn. Bij het groene verkeerslicht gebaar ik de Turk toch maar even rustig aan te doen. De vrachtauto van rechts gaat het rode verkeerslicht niet meer halen en schiet voor ons langs over de kruising. Handig wordt de auto tussen de vrachtauto's en de andere rij met auto's geprikt en niet veel later hebben we dan ook het hotel bereikt.
Bij binnenkomst begint Bambino me direct aan mijn leren jas te trekken. "Komm, komm iche habe schöne Foto's von dir!" Ik ruk me los. Nu even niet albino, ik kijk straks wel een keer. In de lift realiseer ik me dat ik gisteren op de foto ben gezet met een boa constrictor in mijn nek. Het is in ieder geval geen saaie week geweest tot dusver...
Na het eten zitten we weer boven aan de poolbar en laten ons de vruchtenmixjes goed smaken. Terwijl er een vette house-beat uit de speakers achter me stampt SMS ik Marian. "280 km gereden, voornamelijk asfalt. Siemen vandaag 1 keer gevallen, te hard door de bocht. Ik een keer balans kwijt geraakt. Motoren ingeleverd, kerel zeer vriendelijk. Morgen raften. hopelijk slaap ik beter dan vanacht."
Van Claudia en Nancy begrijpen we dat er vanavond een buikdans show is. Daar zitten we niet op te wachten. Dus Peter, Adriaan en ik blijven bij de poolbar vruchtensapjes drinken totdat de rest weer terug is.
Bij terugkomst blijkt dan ook dat met name de russische gasten de show hebben moeten maken. Ook nu is het weer gezellig nazitten en is het toch weer laat als ik in mijn bed kruip. Het avontuur is nu wel een beetje uit de vakantie. Morgen raften, dat zal wel niet zo spectaculair zijn als het motorrijden. En vrijdag gaan we nog een beetje relaxen aan het strand en uiteindelijk naar een Turks badhuis is het plan. Met een grote glimlach op mijn gezicht val ik in slaap.