de Zetel van de ZielNergens4 0Publicatie 29 februari 2004
In het laatste hooiveld stonden de meiden gebukt de gevallen bossen gedroogd gras bijeen te binden. Ze zetten de garven schuin tegen elkaar als kleine, zoetgeurende tentjes.
Tetty was haar bezittingen bij de boerderij gaan ophalen en het was nauwelijks iemand opgevallen waar ze mee bezig was, omdat de jongere meisjes allemaal vol ontzag en met nauwelijks te bedwingen opwinding de terugkomst van Gweno afwachtten.
Toen was ze naar Geoffrey in de boomgaard gegaan, waar ze een paar appels plukten voordat ze het pad naar de aanlegsteiger insloegen.
Terwijl ze langsliepen sloegen de hooisters hen zwijgend gade, zonder enige blijk van verwondering of afgunst. Nadat de eerste mensen zich er hadden gevestigd, had het eiland er nog vele zien komen, maar gaan liet het iemand maar zelden. Het is een stuk eenvoudiger een pelgrim in de geest te zijn, dan een pelgrim van vlees en bloed. De ene heeft niets te verliezen en alles te winnen; de andere heeft alles te verliezen. Het zich vertrouwd maken met de alledaagse werkelijkheid en zijn pogingen om er grip op te krijgen, brengen in de mens een behoedzaamheid voort van de alleredelste soort, want wanneer het dagelijks leven voor hem een valse haven blijkt, raakt hij van al zijn ankers los. Maar zelfs wanneer de werkelijkheid een waarachtig toevlucht biedt, maakt dat haar nog niet tot een rotsvaste uitvalsbasis voor verdere ontdekkingstochten. De man van de boot kwam die dag niet opdagen en Geoffrey en Tetty aten hun brood op in de schaduw van een grote gaspeldoorn. Ze beseften dat hoe langer het ging duren, hoe groter de kans dat de macht van de de doden hen zou beletten een nieuw leven op te bouwen. Aan het einde van de middag zagen ze de mancipel boven de rand van de klip verschij-nen, een kleine honderd meter verderop. Toen hij met veel vertoon in zee ging staan urineren, begrepen ze dat hij hen ook gezien moest hebben; en het leek of hun kansen om van het eiland af te komen door zijn toedoen verschrompelden tot niets.
Oorspronkelijke titel: Flying to nowhere, John Fuller, 1983 Vertaling: © Ronald Langereis, 2002
|
Vorige | Volgende |