de Zetel van de ZielAdem3 0Publicatie 29 februari 2004
Toen de melk eenmaal stijf genoeg geworden was, trok Tetty het mes er doorheen en wei welde op uit de snede. Ze maakte er evenwijdige kerven in en de melk lilde. Ze kon de zware schaal net een beetje schuinhouden, waardoor iedere verse wonde in de melk zich opende. Toen maakte ze kruissneden, net zolang tot de melkmassa in losse vierkanten was verdeeld. Samen met een ander meisje keerde ze de schaal om en de hele inhoud glibberde in een rieten mand, waar de wei door wegstroomde.
Ze waren net bezig handenvol salie boven de kaas te verkruimelen, toen Geoffrey binnenkwam met nieuws over de opgravingen.
Tetty zette haar handen even op Geoffreys schouders en sprong van de stoel af waar ze op stond. Hij liet zich op de koele stenen bank neervallen, die aan één kant van voor naar achter langs de muur van het melkhuis liep en leunde achterover met zijn hoofd tegen de muur. Tetty gaf hem een korst brood, maar na één hap legde hij hem op de steen naast zich neer.
Toen alle kaas lag uit te lekken en ze bezig waren de kuipen schoon te schuren, klonk er buiten een geluid alsof iemand naar adem stond te snakken.
De buitendeur ging langzaam dicht. Of ging ie juist open? Op het moment dat het meisje met het mes naarbuiten stapte, kwam ze oog in oog te staan met de mancipel, die net bezig was zijn ezel vast te binden aan het hek. Of stond ie hem juist los te maken?
Het meisje dat het mes beethield, bracht het voor haar borst en hield het strak voor zich uit voor haar keurslijfje, alsof ze de steel van een koekepan vasthad. Zo liep ze ermee vooruit. Niemand zei iets. Tetty en het tweede meisje liepen het spoelhok in. Daar vonden ze een kind dat in een hoek zat weggedoken tussen een kast en de muur. Ze zag bleek en haar ogen stonden wijd open gesperd en helder, maar ze huilde niet.
Oorspronkelijke titel: Flying to nowhere, John Fuller, 1983 Vertaling: © Ronald Langereis, 2000
|
Vorige | Volgende |