Het is weer raak met ome Sjaak
Een film script voor Tuschinski N.V.

Publicatie 30 januari 2000
Ronald Langereis - 1978 © 2009 - Amsterdam


Uur der waarheid

Het wachtlokaal van bureau Leidseplein is nu écht een 'wacht-lokaal'. De Baard hangt achterover in zijn stoel, zijn zere been gestrekt en kijkt herhaaldelijk op zijn horloge. Hij laat af en toe zijn lippen ploppen, 'Poepoe-pepoe-poepoeoe', of krabt zich eens uitgebreid in zijn nek.
Sjaak zit voorover, z'n voorhoofd in zijn handpalmen en ademt zwaar. Naast hem, op het randje van het bureau, staat een schoteltje met de restanten van een broodje cervelaatworst en een half leeggedronken kop zwarte koffie.
De agenten Geels en De Bruin zitten ieder aan hun bureau verveeld voor zich uit te staren en gapen voortdurend.
Alleen de brigadier lijkt niet aangestoken door de epidemische verveling. Hij heeft zijn ellebogen op het werkblad gezet en gaat geheel op in een soort vingeroefeningen. Hij houdt de vingertoppen van zijn gespreide handen tegen elkaar, laat ze dan een stukje uit elkaar gaan, dan weer samenkomen in allerlei variaties van combinaties en ritmen. Hij is in de bestdenkbare stemming. Hij verwacht een hoge gast. Daar is dan ook het wachten op.
Het loopt tegen half tien als hij eindelijk verschijnt. Dan schiet de brigadier alert overeind en helpt de man aan een stoel.

Brig. (staande achter zijn bureau) Zo heren, mag ik even voorstellen: Hoofdinspecteur Groen van 'Narcotica'!
Groen Goedenavond.
Brig. Ja, ik heb voor alle zekerheid maar even de hoofdinspecteur laten komen, voor het geval er werkelijk heroïne in het pakje zit.
Geels, wil je 't even halen! (hij gaat zitten)
Geels Tot uw orders, brigadier. (loopt het lokaal uit)
Brig. (handenwrijvend) Nou, het zal mij benieuwen! U zeker ook, ome Sjaak? Gaat 't al weer een beetje met u?
Sjaak Ach, rot op!
Brig. (lachend tegen de fronsende HI)
Ja, de koffie van bureau Leidseplein is beroemd! Die doet wonderen!
(Geels komt binnen met de envelop en legt die op zijn uitgestoken hand)
Mooi, geef maar hier, Geels.
(hij bekijkt hem en houdt 'm dan op voor Sjaak)
Is dit 't bewuste pakje? Ome Sjaak! Wilt u zo goed zijn even te kijken?
Sjaak Ja, 't is die envelop.
Brig. Wat betekenen die krabbels hier? 't Lijkt wel een soort kruis met een bal eraan.
Sjaak (kijkt er even naar) Neej, 't is een plattegrond. Dat had ik gemaakt voor die Engelsman, de weg naar 't Rijksmesejum.
Brig. Mooi! Dat kan dus niet missen. 's Even kijken. Hij zit goed dichtgeplakt, zeg! Even de briefopener. Zo!
Ha, hier is de buit! Keurig verpakt hoor. Dat is vakwerk. Wat ú, hoofdinspecteur?
Groen (obligaat) Inderdaad waterdicht, brigadier. Dat zou een interessante vangst kunnen worden.
Sjaak Mag ik ook effe kijke?
Brig. Natuurlijk, natuurlijk! Kijkt u gerust. (hij overhandigt hem 't pakje - het is wat ronder dan eerst)
Sjaak (bekijkt 't van alle kanten en knijpt erin)
Tja, ik weet 't niet ....
't Lijkt wel of 't anders is. (aarzelend) 't Voelde eerst an as cement, za'k maar zegge, maar nouw is 't of 't zachter is. 't Veert! Voel' u maar es, briggedier, 't veert! (hij geeft het terug)
Brig. (legt 't op zijn bureau en drukt er met één vinger op)
Ja, het veert een beetje. Nouw, zullen we 't dan maar eens openmaken? Dan weten we tenminste waar we aan toe zijn.
(hij schuift het naar de kant waar de HI zit)
Mag ik u verzoeken, hoofdinspecteur?
Groen (verrast) Wilt u het zelf niet openmaken, brigadier? Tenslotte bent ú degeen geweest, die het boven water heeft gebracht.
Brig. U zou me een plezier doen, als ú het deed, hoofdinspecteur. U bent hier de man van het vak.
Sjaak (zacht) Kontlikker! (een moordende blik van de ander)
Groen (gestreeld) Nou, vooruit dan maar. Heeft u een mesje, of zoiets?
Brig. Eén moment. (rommelt in zijn bureaula) Ja! Alstublieft.
Sjaak ... hoofdinspecteur.
Groen (heeft na enkele pogingen al spijt dat hij zich heeft laten lijmen)
Nounou! Dat zit behoorlijk vast! Wat een plakband!
Sjaak Ja, de briggedier weet ook wel wat ie weggeeft!
Groen (is eindelijk door het plakband heen en trekt 't een beetje los. eronder zit een plastic zak, zwart en ondoorzichtig. die trekt hij open en springt dan onthutst achteruit)
Gétverdérrie! Wat is dít voor smerigs!
(de brigadier en Sjaak buigen zich allebei over de inhoud. met open mond staren ze elkaar aan en deinzen dan achteruit. de Baard leunt zo ver mogelijk in zijn stoel opzij om uit de buurt te zijn. hij grijnst)
Groen (sarcastisch) Nou brigadier! Er wordt wél geknoeid met heroïne, maar déze kwaliteit ben ik nog nooit tegengekomen!
Brig. Het spijt me, meneer de hoofdinspecteur, maar ik dacht ... ik bedoel ...
(mond vol tanden)
Sjaak (met een vies gezicht tegen Geels, die hem vragend aankijkt)
Hondestront!
Baard (lachend) Zeg maar 'olifantestront'! Jezus, wat een stank. Hahaha.
(zijn buik schudt ervan. Sjaak bekijkt hem met gemengde gevoelens)
Groen Ik zou graag wel even mijn handen willen wassen!
Brig. (opspringend) Oh, o ja, natuurlijk, meneer de hoofdinspecteur. Ik zal u even de weg wijzen.
(hij loopt voor de HI uit. bij de deur draait hij zich om en blaft naar beide agenten)
Ruimen jullie die troep even op! (ze verdwijnen)
Geels Doe jij dat maar, De Bruin!
Bruin Waarom? De brigadier zei, 'jullie'! Daar hoor jij ook bij!
Geels We kunnen 't toch moeilijk met z'n tweeëen doen.
Bruin Nouw, doe jij 't dan!
Geels 't Lijkt me meer een werrekie voor jou! Tenslotte ben ik je meerdere!
Bruin Doe niet zo lullig! Jij bent net zo goed agent als ik!
Geels Ja, maar jij tweede klasse en ik eerste. Als de brigadier er niet is, heb ik 't bevel! Doe dus maar wat ik zeg en ruim jij 't op!
Bruin Aah, zeg ...
Geels Anders zeg ik straks tegen de brigadier dat je weigerde een bevel op te volgen. Hij zal toch al niet zo best te spreken zijn, denk ik, dus ...
Bruin Kinderachtig ... (hij loopt aarzelend naar het bureau en nadert omzichtig het gehavende pakje. plotseling begint hij te koren, draait zich om en stormt met een hand op zijn maag, de andere voor zijn mond 't lokaal uit)
Sjaak Vollegende patiënt!
(hij kijkt Geels aan die schaapachtig naar de deur staart)
Gaat u hier maar legge!
(Geels vloekt binnensmonds. dan haalt hij z'n schouders op en pakt een prullenbak. hij loopt ermee naar het bureau en schuift met een asbak het pakje erin. dan loopt hij zonder iets te zeggen weg)
Sjaak Wat een helde!
(hij draait zich om naar de Baard, die breed zit te grijnzen)
Jij schijnt 't allemaal nogal lollig te vinde, hè!
Baard (uitdagend) Ja, ik vermaak me hier best. Haha, je had je gezicht eens moeten zien, toen je zag wat er in dat pakje zat. Hahaha, onbetaalbaar! Hahaha.
Sjaak (kwaad) Nouw, bij jouw legt 'r anders ook een aardige verrassing voor de deur, gháh!
Baard Haha, hoe bedoel je?
Sjaak Je kemmij nie wijs make, dat je 't niet gezien heb!
Baard Wat dan?
Sjaak Ik mag lije dat je d'r in getrapt heb.
Baard (denkt even na) Neej! Was dat van jouw hond?
Sjaak Zeker wéte!
Baard Vuile smeerlap ... (hij begint te schudden van 't lachen)
... haha! Van ze eigen hond! Van ze eigen hond!
Sjaak Wát vamme eige hond? Wát ... (hij kijkt van de Baard naar de plek op het bureau, waar het pakje lag, dan weer terug)
Bedoel je, dat jij ...
Baard O God! Hou op! Ik kan niet meer! Onbetaalbaar ...
Sjaak ... dat jij dat pakkie gemaakt had?!
(hij buigt zich over de slappe Baard heen en schudt hem aan zijn arm)
Had jij dat pakkie gemaakt? Maar hoe ken Kees 't dan bij 'm hebbe?
Baard Dat raai je nooit, haha.
Sjaak (laat hem los en kijkt hem verbijsterd aan)
Je heb 't echte pakkie van 'm afgejat en d'r wat anders ingestopt! Maar dan moet je num ... (ze kijken elkaar even recht aan, Sjaak ongelovig, de Baard superieur grijnzend) ... maar dan moet je num ... je heb 'm gemold! Jij!
Baard (maakt een wegwerpgebaar) Fantast!
Sjaak Niks fantast! Hoe ken ie anders zo maar dood weze! Daar heb jij voor gezorregd! Ik zien 't an je ponem!
(hij kijkt om zich heen, maar er is niemand te zien, alleen Rex)
Pak ze, Rex! Pak ze! Hij heb Kees gemold! Pak die netekop!
Rex schiet op de Baard af. Die probeert overeind te komen, maar valt met stoel en al achterover. Rex grijpt hem bij zijn nog goede been en Sjaak stort zich op hem.
Op het lawaai en de kreten komen de brigadier en de hoofdinspecteur aanstormen. De brigadier staat even verbluft op de drempel en springt dan op Sjaak af en begint aan hem te rukken. Rex laat daarop het been van de Baard los en bijt zich vast in een arm van de brigadier.
De hoofdinspecteur gaat iets voorzichtiger te werk. Eerst schuift hij de bureaulamp en wat andere spullen uit de buurt van de vechtende kluwen en loopt dan speurend om het groepje heen, zoekend naar een goed aangrijpingspunt.
Op dat moment arriveren Geels en De Bruin in de deuropening en blijven sprakeloos staan. De brigadier schreeuwt:
'Haal die hond van me af!' maar de manschappen aarzelen, waarop hij buldert:
'Dit is een bevel! Dit is een bevel!'
De hoofdinspecteur is nu bezig ome Sjaak van achteren in een houdgreep te nemen, maar die schiet overeind. Het bureau valt daardoor om en zij er samen overheen. De Baard blijft kreunend liggen. Rex laat de brigadier los en schiet op een been van de hoofdinspecteur af.
Agent Geels pakt daarop zijn dienstpistool en schiet drie keer in de lucht. Hij treft een plafondlamp. De brigadier schreeuwt:
'Hou op, kaffer!' en wrijft met een pijnlijk gezicht over zijn pijnlijke arm.
Nog twee agenten komen binnen, waarvan één met een grote handdoek. Die gooit hij over Rex z'n kop en houdt de hond zo in bedwang. De ander overmeestert samen met De Bruin de schreeuwende ome Sjaak. De brigadier helpt - met zijn goede arm - de hoofdinspecteur overeind.
Niemand besteedt ook maar enige aandacht aan de Baard, die met zijn rug tegen het bureau hijgend en piepend zijn keel zit te wrijven op de plaats waar zoëven nog Sjaaks hand zat.
Brig. Sluit die vent in, De Wit, en laat dat kreng naar 't asiel brengen.
Wit Tot uw orders, brigadier.
Bij het wegleiden weet de bijna schuimbekkende ome Sjaak, die tevergeefs aan de brigadier probeert duidelijk te maken dat de Baard de oorzaak van alle ellende is, én een moordenaar, toch nog even gemeen tegen een van diens zere benen te trappen. Het ontlokt de getroffene een hese kreet.
Dan worden Rex en Sjaak gevankelijk weggevoerd, al geeft de laatste bij het passeren van de deur nog enige moeilijkheden, doordat hij zijn voeten tegen de stijlen weet te plaatsen, maar uiteindelijk moet hij buigen voor de gezamenlijke krachten van De Wit en De Bruin.
De brigadier raapt een omgevallen stoel op en biedt hem de hoofdinspecteur aan. Dan gaat hijzelf ook zitten en neemt gedesillusioneerd de ravage in ogenschouw. De luide protestkreten in de gang sterven weg, als een zware deur in het slot valt.
Brig. Geels!
Geels (gewillig als altijd) Jawel, brigadier?
Brig. Koffie!
Geels Tot uw orders, brigadier. (wil weglopen)
Brig. En Geels ...
Geels Jawel, brigadier?
Brig. (met een moedeloze armzwaai naar de Baard)
Raap eerst meneer even op en zet 'm op een stoel.
Geels Tot uw orders, brigadier.
(hij voert het bevel letterlijk uit onder zwak protest van de Baard. dan loopt hij met verende tred het wachtlokaal uit, lusteloos nageoogd door de brigadier)
Brig. Pfff ...

Voorwoord en Inhoudsopgave
Dooie    Uur der waarheid    Droom werkelijkheid


Email: lagedor