Hoofdstuk 11
Leren

Opmerkelijk

Tijdens de overvloedige maaltijd vertelde Martijn uitgebreid over de hogeschool van het koken. Mayanda luisterde vooral en at. Ze voelden zich beiden op hun gemak. Pas tijdens de koffie bij het haardvuur begonnen bij Martijn weer vragen te kriebelen. Hij dacht erover als bijvak de opleiding tot docent maatschappijleer te gaan volgen. De rolverdeling van het vraag- en antwoordspel leek onontkoombaar. Kon hij zichzelf maar een beetje buiten spel houden.
"Hoe vind je het om voor de klas te staan? Maatschappijleer lijkt me geen makkelijk vak om te geven."
"Dat valt best mee, als je er maar rekening mee houdt dat zo'n klas absoluut geen boodschap heeft aan idealistisch gebabbel. Die kinderen willen het liefst dat je ziek naar huis gaat."
Martijn fronste. "Dat klinkt niet erg enthousiast. Betekent dat ook dat je geen plezier in je werk hebt?"
"O nee, dan zou ik liegen. Ik zeg alleen dat je een klas niet kunt interesseren voor alle zaken die jij belangrijk vindt."
"Het klinkt misschien erg oneerbiedig, maar leren die kinderen wel iets? Het lijkt een wat vaag vak."
"Tuttut, dat mag je nooit zeggen tegen een docent maatschappijleer. Die denkt dat ze zeer doordacht bezig is. En ik denk ook echt dat ik ze iets leer. Maar ik zou bijvoorbeeld geen wiskunde kunnen geven, zelfs geen geschiedenis."
"Waarom niet?"
"De meeste schoolvakken missen een uitdaging. Kinderen leren het liefst dingen die aansluiten bij hun dagelijks leven."
"Waarom wordt het dan juist bij maatschappijleer vaak een puinhoop?"
"Dat komt doordat docenten slecht omgaan met wat er in de klas gebeurt. Sommigen staan als een politieagent uit een boekje uit te leggen wat macht betekent. Terwijl je ook kunt vragen: 'hebben jullie ervaringen met macht, hier op school?'"
Martijn twijfelde even. "Het is toch geen psychologieles?"
"Het eenrichtingverkeer moet worden doorbroken. Het mogen stellen van een paar vragen is daarvoor niet genoeg. En zeg eens eerlijk: zijn de colleges die jij volgt leuk?"
"Nou, meestal niet. Het hangt nogal van de docent af. Vaak is de stof ronduit saai."
"Vooral de manier van behandelen zal saai zijn. Stel je eens voor dat jou gevraagd wordt om een kind te leren fietsen. Iedereen zou je raar aankijken als je dat alleen met woorden gaat uitleggen. Maar van vrijwel elk schoolvak wordt het normaal gevonden dat de kennis uit een boekje komt. Als je verteld wordt hoe een atoom in elkaar zit, zeg je braaf dat je het begrijpt. Maar dat betekent hooguit dat je de woorden kunt volgen. Met werkelijk, ervarend leren heeft het niets te maken."
"Maar een vak als geschiedenis kun je toch niet ervaren?" verdedigde Martijn zijn studie. "Dat gaat vooral om beschrijvingen van wat gebeurd is, om theorieën, verklaringen achteraf. Daar ontkom je zelfs bij maatschappijleer niet aan."
"Feiten en theorieën hebben alleen zin als ze direct aansluiten bij wat er hier en nu gebeurt. Als je wilt leren fietsen is het handig als je weet waar je je handen en voeten moet plaatsen. Maar je weet pas wat fietsen is als je het kunt."
Martijn gaf zich niet zomaar gewonnen." Maar hoor nou toch eens, je hele opleiding kan toch niet uit praktijklessen bestaan?"
"Leg mij maar uit waarom niet."
"Nou, je leert bijvoorbeeld Engels omdat je daar later veel aan hebt."
"Of je gaat het leren als je het nodig hebt. Maar zo is ons onderwijs niet georganiseerd. Het hele schoolsysteem is trouwens ook een onderwerp dat bij maatschappijleer thuishoort. Doe jij eigenlijk wel eens wat aan die saaie colleges van je?"
"Jij wilt altijd alles overhoop halen!"


Naar: hoofdstuk 12

Terug naar: begin van dit hoofdstuk