Overgang
het babyvet nog maar net
vervreeƫn en nu al zeer
diepe rimpels aan de slapen
krimpend naar mijn mond
onder het matgrijze haar
turen ogen berustend
zij het onrustig verblind
naar het kind van later
mijn uitdijende heupen
omvatten steeds brozere
botten die breken veel vaker
stranden op stenen stoelen
kijk ik in zonlicht zie niets
dan geel zonder vormen
van de wereld die eerder
van mij was en ronder
klammer heter zweet gloeiend
in druppels mijn nek langs
tekent de overgang naar
nog beroerdere tijden.