home

live

platen

artikelen

film

vido?

archief

email

Vido's LogZine

oktober 2003


week 44

woensdag 29 oktober

Voordat ik weer eens meer dan twee alinea's ga schrijven allereerst wat Hollandsche elektronica om op je harde schijf te zetten, ter keuring en vermaak. Voor wiskundig verantwoorde ritmische computergeluiden kun je terecht bij Dob Audio met nummers als dob en Ground. The Fearless Hyena maakt uitgerekte soundtracks, het liefst per strekkende meter. De filmische triphop in Zion duurt iets langer dan 18 minuten. Je kunt op deze pagina nog twee, wat kortere downloadbare tracks vinden.


maandag 27 oktober


Intolerable Cruelty is de eerste film van de gebroeders Coen die ik niet had hoeven zien. Andere mindere films van de broertjes worden nog gered door een aaneenschakeling van origineel bizarre personages en vreemde plotwendingen gekoppeld aan een perfect gestileerde cameravoering. De enige echt excentrieke rol is deze maal van Tom Aldredge als de monsterlijke, aan medische machines gekoppelde, moeilijk ademende advocatenbaas Herb Myerson. In de schaduw van zijn schamel verlichte kantoor schmiert hij er als een bejaarde duivel flink op los en achtervolgt hij het hoofdpersonage Miles Massey (George Clooney, ditmaal gefixeerd op zijn glimmende gebit) tot in zijn nachtmerries. Ik lig er niet wakker van. De klucht van de Coens lijkt geheel opgehangen aan een fysieke grap aan het einde van de film. Ethan en Joel Coen hebben geluk dat de grap zeer sterk is getimed en zijn uitwerking zeker niet mist, zelfs niet in een behoorlijk lege Tuschinksi 1. Een jongen achterin de VIP-lounge stikte bijna van het lachen en zelfs het knaapje dat achter mij onophoudelijk aan het bellen en berichtjes aan het verzenden was, nam even de tijd om te gniffelen.

Rest me nog je te wijzen op een cameo van Bruce Campbell, de ster uit The Evil Dead-serie. Je kunt hem enkele seconden zien op een tv-scherm als acteur in een soap. De Evil Dead-connectie is geen verrassing aangezien Joel Coen tijdens deze culthorrorslapstick uit 1981 second assistant editor was. Van Evil Dead is overigens afgelopen zomer een musicalversie in première gegaan. Te oordelen aan het fragment What The Fuck Was That? niet iets om naar uit te kijken.


week 43

zaterdag 25 oktober

Non-stop Japanese Cabaret (Utrecht, afgelopen donderdag)

Kawabata Makoto was zo onverstandig geweest halverwege het avondje Rumor bevestigend te antwoorden op de vraag van het duo Akaten of hij mee wilde doen met het nummer Wine. Na Zipper, Scissors en Camera, drie nummers gespeeld op respectievelijk elektronisch versterkte ritsen, scharen en een fototoestel, ontkurkten Yoshida Tatsuya en Tsuyama Atsushi een grote fles voor een compositie die bestond uit het inschenken en vooral het drinken van rode wijn. De rest van de avond slingerde Kawabata over podium en door de zaal en had hij in de twee afsluitende sets op het Japanese New Music Festival 2003 de allergrootste moeite rechtop te blijven staan. Het nummer Pink Lady Lemonade van Acid Mothers Temple werd dankzij zijn dronkenschap finaal de soep ingedraaid. De langharige gitarist had zelfs moeite zijn instrument in de versterker geplugd te houden. Kawabata hield zich rechtop door regelmatig tegen de rechterwand van het SJU-podium te leunen. Ondertussen gierden zijn psychedelische solo's alles behalve de juiste kanten op. Even daarvoor had hij, spiekend op een briefje, giechelend en in gebroken Nederlands gevraagd of hij de nacht bij een van ons kon doorbrengen. Het publiek kon er wel om lachen. Zeker na de even knappe als hilarische optredens die aan zijn dronken bijdragen voorafgingen en al helemaal na het indrukwekkende solo-optreden van Yoshida Tatsuya.

Het Japanese New Music Festival 2003 in Utrecht bestond afgelopen donderdag uit slechts drie personen, spelend in vijf wisselende bezettingen. Na het zware en veel te serieuze voorprogramma van Duo X en de schril klinkende sho van Naomi Sato gingen de drie heren achterin de zaal van start als Zubi Zuva, een vocaal trio dat ondermeer in de Suite Europe a cappella, en gebruik makend van onnavolgbare maatsoorten, alle Europese steden van hun tournee opsomde. De Britse steden London, Birmingham, Liverpool en Glasgow bleken ritmisch het best bij elkaar te passen. Na Akaten zette meesterdrummer Yoshida Tatsuya zich achter zijn instrument voor een paar nummers onder de naam Ruins. Lonely Ruins ditmaal, aangezien de bassist van het duo thuis in Japan was gebleven vanwege een blessure. De baspartijen kwamen ditmaal uit een doosje. Moeiteloos volgde Yoshida de superingewikkelde loopjes en breaks, vaak meezingend in zijn zelfverzonnen brabbeltaal. Een van de gecompliceerde nummers bestond uit slechts 1 onregelmatig stuiterende toon en roffels op snaredrum. Uit de vele medleys uit het repertoire van Ruins koos de drummer ditmaal voor de klassieke medley. Een maat uit De Negende Symfonie van Beethoven ging naadloos over in een snipper uit de begrafenismars van Chopin die op zijn beurt direct gevolgd werd door een fragmentje Requiem van Mozart. Het was verbazingwekkend hoe schijnbaar achteloos Yoshida de complexe composities uitvoerde.

Tsuyama Atsushi en de niet meer zo heldere Kawabata Makoto speelden onder de naam Zoffy. Voordat ze het eerste folkdeuntje in konden zetten, probeerde Kawabata met veel moeite zijn gitaar gestemd te krijgen. Tsuyama benutte deze onverwachte pauze voor een demonstratie akoestische Theremin. Made In China, legde de grappenmaker uit nadat hij een blokfluitje omhoog had gehouden, zijn hand er omheen bewoog en een trillend melodietje floot. Het duo sloot af met een cover, langdurig aangekondigd als a famous song, a very famous song, an incredibly famous song, very very famous. De freejazzuitvoering van Smoke On The Water werd halverwege onderbroken door citaten uit Venus van Shocking Blue en Hocus Pocus van Focus, volgens Tsuyama naast Group 1850 de twee enige in Japan beroemde Nederlandse bands. De reis door Europa van het Japanese New Music Festival 2003 was zo succesvol dat alle speciale tour-cd's uitverkocht waren. De bezoekers van SJU konden nu alleen maar het cd'tje van Zoffy aanschaffen. Voor 15 Euro. Vely cheap.


dinsdag 21 oktober

Samplebronnen

Tijdens het zappen langs tracks op de compilatie Electronation hield ik even stil bij Dead Eyes Opened, de klassieke electrotrack uit 1984 van de Australische groep Severed Heads. In het nummer vertelt een mannenstem het verhaal over Mahon en het hoofd van Emily.

He had severed it from the trunk, built a huge fire in the sitting room and placed her head upon it. Then, then the storm broke with a violent flash of lightning and an appalling crash of thunder. As the head of Emily Kaye lay upon the coals, the dead eyes opened and Mahon fled out to the deserted shore. When he nerved himself to return, the fire had done its work.

Ik heb indertijd nooit opgezocht van wie de vertelstem is. Op internet bestaat gelukkig een geweldige bron voor het opzoeken van stemsamples in muziek: The Top Sample Lists, samengesteld door Peter Cigéhn. Volgens zijn berekeningen blijkt dat Blade Runner de meest gesamplede film is en dat Frontline Assembly de band is die de meeste filmsamples verwerkt in de muziek. De lijst is zeker niet compleet. Je kunt je eigen bijdragen leveren door het formulier op de site in te vullen. Dan moet je eerst nog wel uitzoeken wat de bron van een sample is. De stukjes Twin Peaks op Substrata van Biosphere zijn makkelijk te herkennen, maar wie is ook alweer de stem in The Dead Flag Blues op het eerste album van Godspeed You! Black Emperor?


week 42

zondag 19 oktober

Flarden en snippers

donderdag in de Volta
De dame achter de tap hangt over de bar en converseert luid fluisterend met haar vriendin. De set van Kirke wordt er door overstemd. In het veel te lege zaaltje dreigt een huiskamersfeer te ontstaan. Tussen twee nummers begint muzikant Marjoleine zelfs vanaf het podium een gesprekje met de dichtstbijzijnde bezoeker (Heb ik jou niet eerder gezien? Jij werkte toch ook bij [naam van groot bedrijf]? Je hebt toch een tweelingbroer? Ik dacht even dat hij het zelf was. etc.). Dan gaat de band verder met de akoestische liedjes. Een muzikant naast me probeert met veel moeite aandacht te krijgen van de bardame. Het is heel knap wat Kirke doet, vertrouwt hij me ondertussen toe, maar ze durft nergens over de schreef te gaan. De muziek is inderdaad op mooie en gestroomlijnde wijze saai. Dat ligt niet aan de kwaliteit van de liedjes, de blaaspartijen en de tweede stem van Marjoleine, de creatieve drummer Finn en zijn minimale drumkit of aan de soepele loopjes van contrabassist Cord. Het zijn de gitaarpartijen van zangeres Lotte. Ze kiest telkens voor hetzelfde slagje en houdt de akkoorden constant open. Zo wordt het veelbelovende repertoire wat al te eenvormig.

Tip voor Amsterdam Dance Event: Geigercounting, oftewel electro van toetsenist Maurits van Coparck. Hij staat voorovergebogen te swingen achter een barkruk en is druk in de weer met een doosje vol knopjes. Het ziet er niet hip uit, maar het oogt wel bezeten en is vooral ontzettend live.

(advertentie)
Wat ruikt frisser dan The Kills en is gevarieerder dan The Raveonettes? Het zijn The Tenants! Marg (Seedling) en Maarten (Dress/Johan) zijn niet meer de singer-songwriters van weleer. The Tenants zijn nu nog beter. De versterkers staan tegenwoordig wijdopen, de gitaren scherp afgesteld en een minidisk zorgt voor hamerende basdrums en freaky samples. Oude vertrouwde nummers zijn opgepoetst en flink opgevoerd. Gaan de twee muzikanten met dit zijproject hun andere bands links en rechts inhalen? Mis ze de volgende keer niet en oordeel zelve.

vrijdag in een huiskamer in Oost
We zijn een tikkeltje aan de late kant. Als we binnenkomen staat Empee van Solbakken al te spelen. De kamer is afgeladen. Ik vergeet te tellen. Laten we zeggen dat er een man of dertig aanwezig is. Dat is een mooi rond getal. That Dam viert in een woonkamer aan de Bankastraat de release van editie nummer 2. Het thema van het blad is There Were Rumours en je moet tussen de artikelen en overige bijdragen goed zoeken naar wat wel en wat vooral niet waar is. Ik duw het nicotinegordijn opzij en stel me in eerste instantie op in de gang. Bij passerende bezoekers moet ik even mijn adem inhouden, anders passen ze niet tussen mijn buik en de kapstok. Bierflesjes gaan van hand tot hand totdat ze het geïmproviseerde podium bereiken. Tijdens de wisseling van de acts komen de bezoekers in beweging en is het makkelijker om een plek in de kamer te bemachtigen. Een immense bak chips gaat rond. Lacherig en misschien wel een beetje verlegen zingt Susanne van Seedling een paar liedjes. Het programma wordt stilletjes afgesloten door het complete Dress. Het bier is dan al op en de gastheer moet rond met de pet voor een laatste rondje. In de duistere voorkamer is het nog steeds niet gelukt de video aan de praat te krijgen. Geen filmpjes vanavond.

zaterdag in Paradiso
Achterin zie ik helemaal niets. De bovenzaal is afgeladen en het duo Berg Sans Nipple zit verborgen achter hoofden van bezoekers. Enkele passen naar voren wordt ook het geluid beter. Hortende elektronische drums zwellen aan. Een van de muzikanten drumt mee, de ander speelt herhalende patronen op toetsen en steeldrum. Het geluid is groots en dwingend. Het publiek joelt. Halverwege het nummer stapt geheel onverwachts de trompettist van het hoofdprogramma het podium op. In zijn witte tenue en met zijn gegroefde kale kop ziet hij eruit als een zojuist ontsnapte gevangene. Hij beweegt schommelend mee op het ritme en blaast zijn longen leeg op zijn instrument. Zijn wangen bollen, de aderen in zijn nek zwellen op. De timing kan niet beter. Hij weet dat dit het ideale moment is voor zijn bijdrage en weet ook welke noten nu perfect aansluiten bij het pulserende lawaai van de band. Een paar minuten later is de geluidsman nog steeds naarstig op zoek naar het juiste knopje. Alleen de drie dichtstbijzijnde concertbezoekers, aan de voeten van de trompettist, horen hoe treffend gekozen de noten zijn die uit de trompet schallen. De rest van de zaal kan er alleen maar naar gissen. Als de trompettist eindelijk besluit een andere, wel werkende microfoon te gebruiken, is het magische moment al voorbij.

(advertentie)
Op zoek naar nog slechter geluid? Zoek niet langer en schaf de bassist van Do Make Say Think aan! Zijn gebrom absorbeert absoluut alle klanken van de rest van de band. Melodieën worden opgeslorpt. De balans is compleet zoek. Je hoort niet alleen maar bas, je voelt alleen maar bas, van je stuitje tot de vullingen in je kiezen. Met de bassist van Do Make Say Think is gegarandeerd de eerste helft van je set het aanhoren niet waard. De eerste tien kopers krijgen gratis een geluidsman zonder oren.
(zolang de voorraad strekt).

woensdag 15 oktober

Japanse tips

Als er tijd voor was, had ik graag een jubelstukje geschreven over het optreden van Soda P gisteren tijdens de kTsjoem-avond in Paradiso. De avond begon pas nadat de fans van Ben Harper rond 23.00 uur het pand uit waren geveegd. Soda P speelde als laatste van drie bands. Ik wilde het trio perse zien en bleef tot de laatste noot. Ik had me er wederom bij neergelegd dat het heel laat zou worden op een doordeweekse dinsdag. Het was laat en ik probeerde wakker te blijven tijdens de eerste twee bands. Het kalme Templo Diez schudde me een paar keer wakker en overstemde tegelijkertijd het geroezemoes achterin de zaal door een enkele keer flink tekeer te gaan op de twee gitaren en drums. De krankzinnige kinderliedjes van het Amerikaanse rariteitenduo Adult Rodeo verdeelden het publiek vanaf het eerste nummer rigoureus in felle voor- en tegenstanders. Soda P sloot af met een geïnspireerde en vooral vurig gespeelde set vol nummers van hun onlangs verschenen debuut waaronder de indringende opener Second Statement, een verbeten lied voor een vader. Fight, fight, fight/For what it's worth. Kippenvel.

Door gebrek aan tijd beperk ik me vandaag tot een verwijzing naar mijn concertips bij de Subs.


week 41

zondag 12 oktober

Zonder zang (Paradiso, afgelopen vrijdag)

We slopen behoedzaam de kleine zaal in, proberend zo min mogelijk lawaai te maken. Town & Country was al begonnen. Het leek alsof ze hun instrumenten aan het stemmen waren. Het Amerikaanse kwartet speelde geheel akoestisch en zo zacht dat bij elke voorzichtige tred die we maakten de houten vloer duidelijk hoorbaar kraakte. Tijdens de meest verstilde momenten konden we het programma in de grote zaal beneden bijna woordelijk volgen. De krachtige zang van Dayna Kurtz kwam dwars door deuren en muren heen in een onbedoelde poging de instrumentale muziek te voorzien van een stem. De trompet van Ben Vida, de viool van Liz Payne, het met de hand aangedreven harmonium van Jim Dorling en de contrabas van Josh Abrams vonden noot voor noot uiteindelijk een glorieus harmonieus akkoord dat sereen resoneerde. De vier muzikanten speelden een uitgeklede variant op Amerikaanse minimalisten: Terry Riley (de drones uit het harmonium), John Adams (de langzame akkoordenafwisseling en heldere harmonieën) en Steve Reich (de in elkaar schuivende polyritmiek). Er werd vaak van instrument gewisseld. Zonder rood aan te lopen haalde de bebrilde Dorling lange noten uit een basklarinet. Hij liet vervolgens een wijnglas zingen en bespeelde in een van de nummers twee hand chimes. Dat laatste instrument zorgde in combinatie met de percussie die Abrams ter hand had genomen voor een derde toon, een effect waar andere groepen normaal gesproken een computer voor gebruiken.

Het zaaltje liep geleidelijk aan voller. Vlak bij het podium gingen mensen op de grond zitten. De tweede act Chicago Underground Duo had helemaal geen last van de muziek uit de grote zaal. Op luide wijze beroerde Chad Taylor als een drummende octopus tegelijk alle onderdelen van het drumstel. Zonder moeite speelde hij daarbij ook melodielijnen op vibrafoon. Ondanks het geraas van de bekkens bleef de stuwende groove overeind. Zijn prestaties werden na elk nummer met groeiend enthousiasme door het publiek aangemoedigd. Trompettist Rob Mazurek had alle ruimte voor improvisaties, al of niet vervormd door effectapparatuur. In zijn vlotte aaneenschakeling van noten kon ik zo snel geen muzikaal thema ontdekken. In tegenstelling tot labelgenoten Town & Country maakte het duo wel gebruik van een laptop. In twee nummers contrasteerde een kille sequencer met de organische roffels.

Het geluid van afsluitende act Kammerflimmer Kollektief was voor de fans van Dayna Kurtz iets te abstract. Sommigen van hen waren na afloop van het concert in de benedenzaal een kijkje komen nemen. Snel dropen ze af. Drummer Christopher Brunner tikte voorzichtig op bekkens en trommels. Bij de Duitse groep zorgde met name contrabassist Johannes Frisch voor de meer onstuimige geluiden, zijn basloopjes afwisselend met scherp geschraap op de hoogste noten. De kleine violiste Heike Wendelin vulde aan door slepende tonen aan te strijken. Net als op het recente album Cicadidae legde Thomas Weber dankzij elektronische hulpmiddelen een orkestrale mist aan tonen neer dat als een lijmmiddel werkte tussen de overige instrumenten. Zijn in de schaduw verborgen machines knisperden zachtjes als een koor van krakende platen in Blood, een nummer dat op het album slechts een paar minuten duurt, maar live tot een langere track werd uitgesmeerd met drummer Brunner ditmaal achter de vibrafoon. In vergelijking met de creatieve manier waarop Town & Country eerder op de avond op akoestische wijze nieuwe geluiden had gecreëerd, leken de effecten van Kammerflimmer Kollektief wat al te gemakkelijk uit een doosje getoverd. Daardoor spraken de Duitsers live iets minder aan dan hun Amerikaanse voorgangers.

Update: Een paar dagen later hoorde ik van organisator Jan Hiddink dat Kammerflimmer Kollektief afgelopen zaterdag ernstig gemankeerd was en door omstandigheden minder goed uit de verf kwam. Twee bandleden die er wel hadden moeten zijn waren er niet (een van de muzikanten zat vast in de trein, de ander had zoveel uitloop bij een opening dat hij nooit meer op tijd zou kunnen komen). Door files was de rest ook nog meer dan twee uur te laat binnen.


vrijdag 10 oktober

What's this all ...?

Voicst krijgt de laatste tijd tijdens optredens regelmatig assistentie van een geheimzinnige vierde man die, gewapend met elektronica, op het podium rondspringt en voor extra geluiden zorgt. In het dagelijks leven heet hij Rutger, als muzikant opereert hij onder de naam About. About reist eind deze maand met Voicst mee naar de Verenigde Staten. Hij zal daar niet alleen de band ondersteunen, maar ook solo van zich laten horen. Ik heb geen idee hoe zijn set klinkt. Het kan alle kanten op gaan: over the top en hectisch zoals in Janet Mighty Balanchine of met een flinke knipoog en lijpe samples zoals in ... And On The First Day He Created Duurtlang. Hopelijk binnenkort ook in eigen land live te bewonderen.


donderdag 9 oktober

In de schijnwerpers

(illustratie: Sandro Setola)

De blauwe lichten in de toren tussen de sporen van het Muiderpoortstation knipperen bij elke passerende trein, net als een blije hond, kwispelend bij het naderen van zijn baasje. Het tijdelijke kunstwerk ligt nabij het Polderweggebied, een onooglijke verzameling straten in Amsterdam-Oost waarvan de Beijersweg het bekendst is bij muzikanten aangezien er maar liefst drie repetitieruimtes gelegen zijn. Twee jaar geleden werd het Polderweggebied enkele dagen opgefleurd door Polderlicht. Lichtobjecten, dia's, film- en videobeelden werden op gebouwen geprojecteerd terwijl vanuit schaduwen en struiken geluiden van ondermeer blaffende waakhonden en een lachend meisje de passanten deden opschrikken. Buurtbewoners en andere nieuwsgierigen konden een ontdekkingstocht maken tussen kunstobjecten. De anders zo onopvallende omgeving kwam tot leven.

Vrijdag 31 oktober, zaterdag 1 november en zondag 2 november vindt de tweede editie van het gratis toegankelijke Polderlicht plaats en is de kunstroute weer opengesteld van 18.00 tot ongeveer 23.00 uur voor een wandeling langs meer dan 30 licht- en/of geluidskunstwerken. Tijdens de eerste editie werd ook een muziekfestival gehouden met bijdragen van onder andere Labdog, Dan Geesin en Gert-Jan Prins (zie ook het verslag op deze site). Ditmaal is er geen ruimte voor een gelijktijdig festival, maar er zal zeker muziek klinken op onverwachte locaties. Elk van de drie avonden wisselt de jonge geluidskunstenaar annex songwriter Anne Parlevliet soundscapes af met meer songgerichte muziek. Twee van de deelnemers aan het festival van twee jaar geleden zijn ook weer van de partij: Ro Hagers is verantwoordelijk voor een geluidssculptuur en cineast Jaap Pieters zal op regelmatige tijden zijn zwijgende super 8-films op witte muren projecteren. Voor drie avonden wordt zo een stukje stad mooier dan het in werkelijkheid is.


woensdag 8 oktober

Brandbaar

Op de site van Starving But Happy! staat het gelijknamige compilatiealbum. De plaat is in zijn geheel te downloaden inclusief hoesje. De aangename elektronische huiskamerexperimenten en lofi-pop is afkomstig uit diverse uithoeken van Europa (Anorak, Wixel, Belmondo, Calamarshape Superashtray, Finish Your Meal!, Silencio, Flim) en Noord-Amerika (Moonboots, Parsons And Spies, Montag, Symphonic Stereo). Allemaal nieuwe namen gratis en voor niks te ontdekken dankzij internet.


week 40

zondag 5 oktober

Achterstallig onderhoud

Vorige week was een week vol film en een week waarin ik voor het eerst Tuxedomoon, Liz Phair en Jane's Addiction live heb mogen meemaken. In de afdeling Live kun je lezen of dat aangename ontmoetingen waren.


donderdag 2 oktober

Kort in Utrecht

Voor het eerst in Tivoli. Alle subtiliteit, voorzover aanwezig in het repertoire van zZz, verdwijnt in deze echobak. Het swingende duo speelt luider dan ooit tevoren. De hooggezeten drummer bedrijft de liefde met zijn drumstel. Hij kreunt en steunt en als hij hard WHOO of YEAH roept vliegen de watten uit mijn oren en de oogbollen uit mijn kassen. Rock-'n-roll doet soms pijn. De toetsenist krijgt in de laatste akkoorden ruzie met zijn orgel en begint het instrument zonder pardon af te rossen. De Stichting Ter Bescherming Van Toetsinstrumenten schudt bedroefd het hoofd en maakt aantekeningen.

Vido: Weet jij toevallig hoe laat het is?
Zebra: 21.19 uur. Hoezo?
V.: Ik moet eigen zodadelijk alweer weg. Om tien uur draaien een paar korte films op het Nederlands Film Festival en daar heb ik al een kaartje voor gekocht.
Z.: Zit er nog iets bijzonder tussen?
V: Ik kom speciaal voor Speel Met Me, een korte film met Susanne van Seedling in de hoofdrol. Werd vorig jaar in Cannes genomineerd voor een Gouden Palm. Het komt zelden voor dat-ie ergens te zien is, dus dit is een mooie kans.
Z.: O, maar ik heb 'm afgelopen zondag gewoon op televisie gezien.
V.: Je meent het. Als ik dat had geweten...

Voordat ik me haast door het verregende centrum van Utrecht, kan ik nog een kwartiertje meepikken van zea. Niet eerder dreunde hun bassdrum zo heftig. De stalen aircobuizen boven mijn hoofd trillen bijna los. Vooraan wordt gedanst. De sfeer is uitstekend in het goedbezochte Tivoli. Het liefst blijf ik, want uit de donkere hoeken van de zaal duiken allerlei bekende gezichten op en Voicst staat als derde op het programma. Geen tijd. Met flinke stappen volg ik de Oudegracht richting Neude. In 't Hoogt is het druk, maar er heerst geen festivalsfeer. Een jonge regisseur betreedt het spreekgestoelte van Zaal 1. Om de paar woorden nerveus kuchend maakt hij zich bevlogen sterk voor de kleine, experimentele film. Applaus. Het licht gaat uit en het programma Wens & Waan van de Filmbank rolt over het scherm. Speel Met Me van Esther Rots is de openingsfilm. Susanne drijft tussen de weilanden en speelt dromerig met haar hand door het water. Haar (dag)dromen zijn donker en dreigend. In de eerste droom overgiet haar vriendje (gespeeld Bas van Seedling) insecten over haar buik, en dat is nog maar het begin. Aangesterkt door een macabere soundtrack verandert het alledaagse in een nachtmerrie. Voorbijflitsende bomen, dakwerkers en de slaapkamer voelen alles behalve veilig aan.

Het lukt de overige films niet boven de impact van de opener uit te komen. Zoals Het Werd Geopenbaard Aan Jeroen Eisinga is me te minimalistisch (jonge moeder zoogt minuten lang haar baby waarna ze met hem ten hemel rijst), Rêve Rive (van Karel Doing) en Other Thoughts 3 (van Henri Plaat) lijken een willekeurige opeenvolging van kleurige beelden, alsof iemand je uitnodigt mee te kijken in zijn droom, maar weigert je die droom te laten voelen. Dat geldt ook voor Sea Values (van Lucia King) waarin de zee, vissen en vaartuigen de bindende factor zijn. Het humorloze surrealisme veroorzaakt bij een irritant kletsend studentje op rij twee een onophoudelijke slappe lach. Het sprookje Het Jongetje Dat Niemand Verstond (Froukje Tan) is een kinderfilm over een jochie dat wakker wordt in een wereld waarin ouders, leraren en medescholieren plotseling achterstevoren praten. Het enige filmpje dat na Speel Met Me nog wel indruk maakt is de kortste film (3 minuten) met de langste titel Nummer Twee (Just Because I'm Standing Here Doesn't Mean I Want To) van Guido van der Werve. Een mompelende voice-over vertelt dat het hem op geen enkel dagdeel lukt in slaap te vallen. Dan kijkt een (dezelfde?) man recht in de camera. Hij loopt langzaam naar achteren en steekt zonder te kijken een doordeweekse nieuwbouwstraat over. De botsing met een voorbijrijdende auto is onvermijdelijk. In de volgende, lange scène zien we het lichaam midden op de weg liggen. Terwijl de camera langzaam naar de overkant van de straat rijdt stopt een politiewagen waaruit enkele jeugdige balletdanseressen stappen. Als engeltjes voeren ze een kort stukje ballet op. En dan is deze ultrakorte film vol humor, verrassingen en verwarring alweer ten einde.

Nat van de avondregen kom ik na treinreis en fietstocht rond middernacht eindelijk thuis. Vlak voor het slapen gaan blader ik snel door de krant en kom ik erachter dat het hele filmprogramma van Filmbank dat ik zojuist heb gezien zowel vrijdag als zaterdag gewoon in het eigen Amsterdam draait, in De Balie. Als ik dat had geweten.

Wens & Waan is tot en met begin november nog te zien in Rotterdam, Utrecht, Tilburg, Nijmegen, Groningen, Deventer en Eindhoven.


Oudere weblogs zijn te vinden in het archief.
[home] - [live] - [platen] - [artikelen] - [film] - [vido?] - [archief] - [email]