afbeelding uit de strip Krazy Kat
Beginpagina
Nieuw op de site
Blog

Publicaties
Vertalingen online
Recensies

Shakespeare
John Donne
Edmund Spenser
Philip Roth
Cynthia Ozick
Henry James

Downloads
Links
Live ondertiteling
Contact
Zoeken


Statistieken/Privacy

Over Exit Ghost

Philip Roth is 'de enige levende auteur' wiens werk al wordt opgenomen in de gerenommeerde Library of America. Ja, Roth leeft gelukkig nog. Maar de kwaliteit van zijn oeuvre is de laatste jaren stervende. Niet alleen is de auteur – met name in The Dying Animal en Everyman – bijzonder gepreoccupeerd door de dood. Hij slaagt er ook steeds minder goed in zijn creaties leven in te blazen.

Ook zijn nieuwste roman stelt teleur. In Exit Ghost zien we Roths vertrouwde alter ego Nathan Zuckerman in zijn nadagen. Hij leeft als een kluizenaar in de bergen van New England en keert als een soort levende dode terug naar New York voor een medische ingreep. Eenmaal terug in het land der levenden krijgt hij de smaak weer te pakken: hij ziet een vrouw met grote tieten en fanataseert erover om haar te versieren, ook al is hij impotent. Hij ziet allerlei zaken – namelijk: de jeugd – waaraan hij zich ergert, en gaat daarover tekeer tegen de lezer en tegen wie hij maar ontmoet. Tot vervelens toe. Hij probeert een oude kennis van vroeger te helpen met geld en goede raad. Hij probeert een bewonderde dode schrijver te beschermen tegen het gewroet van zijn biograaf. Hij probeert de lezer te interesseren voor zijn gezanik.

Maar het loopt allemaal op niets uit, en de lezer zag het al aankomen, want Zuckermans nieuwe escapades wekken weinig enthousiasme, laat staan dat ze leiden tot de hilariteit die we kennen van oudere Zuckerman-boeken.

Roth grijpt in Exit Ghost duidelijk terug op zijn beste werk, de Zuckerman-cyclus uit de jaren tachtig: de trilogie Zuckerman Bound en de aansluitende roman The Counterlife. Het is vooral een terugkeer naar The Ghost Writer, de eerste roman uit de Zuckermancyclus en misschien wel een van de beste die Roth ooit heeft geschreven.

In The Ghost Writer brengt de jonge Zuckerman een bezoek aan de door hem bewonderde auteur E. I. Lonoff. Op diens afgelegen boerderij in de Berkshires, tussen de sneeuwvelden, wordt de jongeman overmand door mateloze bewondering: 'I looked around and I thought, This is how I will live.' In de loop van zijn korte logeerpartij bij de grote man blijkt dat ideale schrijversleven heel wat minder ideaal dan het lijkt, en blijkt Zuckermans komst ook gedreven door heel andere motieven dan alleen literaire bewondering.

The Ghost Writer is een ragfijne roman die schijnbaar alles tegelijk wil zijn: een pastiche op de kunstenaarsverhalen van Henry James, het verslag van een literaire bewondering en literaire volwassenwording, een plaatsbepaling van het eigen oeuvre binnen de traditie van de joods-Amerikaanse literatuur, een parabel over de ethische dilemma's waar een schrijver mee worstelt als hij in conflict komt met zijn sociale omgeving – en zelfs een onderzoek naar hoe je je als joods-Amerikaanse auteur kunt verhouden tot zo'n beladen onderwerp als de Holocaust. In nog geen 200 pagina's weet Roth een enorme rijkdom aan verschillende thema's en motieven zo kunstig te vervlechten dat het lijkt of je een roman leest van tienmaal die omvang. Of tien verschillende romans, die toch allemaal met één stem spreken.

Exit Ghost heeft bijna 300 pagina's nodig om een veel minder heldere boodschap veel minder kunstig uit te dragen. Zuckerman leidt nu het leven van Lonoff. Hij is 70 jaar en woont op een boerderij in dezelfde streek, waar hij zich in eenzaamheid wijdt aan het schrijven van romans en het verzorgen van zijn aftakelende lichaam. Hij is impotent en incontinent na een prostaatoperatie, maar daalt tijdelijk van zijn berg af om in New York een behandeling tegen incontinentie te ondergaan. Daar krijgt hij de smaak van stadsleven weer te pakken. Hij ontmoet een jong schrijversechtpaar, wil zijn woning met hen ruilen en fantaseert over de borsten van de vrouw. Hij krijgt een jonge academicus achter zijn broek die een biografie wil schrijven over E. I. Lonoff, en ontmoet Lonoffs minnares – nu ook op leeftijd, en terminaal ziek.

De ghost van de titel is dus enerzijds Lonoff, de literaire vaderfiguur die Zuckermans leven regeert. Maar het is ook Zuckerman zelf, Roths ghostwriter (of is Roth nu de ghostwriter van Zuckerman?). Het boek eindigt niet met zijn dood, maar het lijkt duidelijk dat we niets meer van hem zullen horen. Dat heeft Roth in interviews ook verklaard. Gezien wat Roth in dit boek van Zuckerman gemaakt heeft, mogen we daar blij om zijn.

Zeeman schrijft in zijn recensie: 'Niks geen oude mannen-geklaag [...], niks geen gemopper – maar woede, woede in een superieure stijl.'

Heeft hij hetzelfde boek gelezen? Dat gezanik over de 'terreur' van mobiele telefoons? Gemopper. En dat geneuzel over het verkeerde gebruik van het woord 'hopefully' – alsof je een brief op de 'taalergernissen'-pagina van Onze Taal leest? Gemopper. De constante verwijzingen naar zijn incontinentieluiers? Klagen doet Zuckerman misschien niet, maar gemopper is het wel.

Gemopper vindt Zeeman geen gemopper. En de humorloosheid van dit boek lijkt hem ook niet te storen. Terwijl dat toch wel de grootste makke is: het gebrek aan humor maakt Exit Ghost larmoyant, en vooral ook deprimerend. De Roth van vroeger zou het komische potentieel van de ouderdom (incontinentie, vergeetachtigheid) ten volle hebben uitgebuit. De Zuckerman van nu neemt zichzelf veel te serieus. Nergens wordt de beschrijving van ontluisterende ouderdom verluchtigd door spot of relativering.

In eerdere Zuckerman-boeken – en ook in een boek als Operation Shylock – werd de hoofdpersoon altijd belaagd door allerhande mafketels en vertegenwoordigers van extreme standpunten, die Zuckerman met hun krachtig verwoorde mening om de oren sloegen. Relativering, dubbelzinnigheid en spotlust voerden de boventoon. Hier is het vooral Zuckerman zelf die uitbarst in langdradige jeremiades over het culturele klimaat, op een zeurderig en gelijkhebberig toontje dat snel gaat vervelen. Wat een contrast met de polyfonie van stemmen die Roth in Zuckerman Bound en The Counterlife wist te orkestreren.

Wat Roth wel weer orkestreert, en met kwistige hand, zijn de literaire verwijzingen. Van allerlei verdoken toespelingen tot een groot aantal expliciete verwijzingen (beginnend met de titel, die uit Hamlet komt) – er wordt driftig gestrooid met titels van klassieke werken en namen van klassieke auteurs, alsof de verliteratuurde Zuckerman zich in de canon wil verschansen. Alles bij elkaar genoeg om de studenten nog jaren bezig te houden.

Doordat er zoveel verwijzingen in voorkomen, ga je op den duur ook overál een mogelijke allusie in zien. Neem een eenvoudig zinnetje als: 'I needed a strategy by which to endure and go on.' Is het toeval of verwijst hij hier in één zin naar de oeuvres van twee illustere voorgangers: met 'endure', dat een sleutelbegrip is bij Faulkner, en 'go on', een bekend refrein van Beckett?

Faulkner wordt in de roman in ieder geval een aantal malen genoemd. En zoals één Amerikaanse recensent opmerkt, wordt Zuckerman in dit boek bijna een Beckettiaans personage. Met zijn herhalingen, onnodig lange uitweidingen, de obsessie met de vaste rituelen en attributen van het schrijversbestaan. Dat is niet helemaal nieuw: het schrijversbestaan als monnikendom is een motief dat al voorkomt op de allereerste pagina's van The Ghost Writer. Maar behalve Beckettiaans en grimmig wordt het in deze roman ook humorloos en dor. De herhalingen gaan steeds meer klinken als ordinair oudemannengezeur.

Omdat Zuckerman al meer dan 25 jaar Roths literaire alter ego is, dreigt de irritatie over diens gezeur om te slaan in irritatie over Roth: is hij zelf een vervelende ouwe man geworden die niets meer te vertellen heeft? Misschien. Misschien heeft hij alleen een deprimerend beeld willen schetsen van de mens in verval, van de nare kanten van de ouderdom.

Deprimerend is het geschetste beeld zeker. Een geslaagde roman levert het echter niet op.

In The Ghost Writer zei Zuckerman:

When I came upon Babel's description of the Jewish writer as a man with autumn in his heart and spectacles on his nose, I had been inspired to add, 'and blood in his penis,' and had then recorded the words like a challenge.

Het bloed is uit Zuckermans penis weggevloeid, daar heeft Roth enkele romans geleden al voor gezorgd. In deze roman weet hij het bloed er niet in terug te stuwen.


Amsterdam, 3 oktober 2007

Andere recensies

Michaël Zeeman is onbegrijpelijk lovend over het boek.
Marcel Möring in NRC ook, maar zijn recensie is waarschijnlijk alleen voor NRC-abonnees te raadplegen: hier de recensie van 4 oktober.
Ook Rob Schouten in Trouw is positief, zonder goed uit te leggen waarom.

Enkele Engelstalige recensies:
Christopher Hitchens maakt op geestige wijze brandhout van de roman.
Michael Dirda heeft een scherp oog voor de zwaktes van de roman, maar ook voor 'that wild freedom characteristic of great artists in old age when they blithely ignore the expected conventions and disdain the polish of ordinary form and beauty. Toward the end of life, mere "art" seems to get in the way of truth.' Een recensie vol mededogen en begrip die me bijna overhaalt om de roman toch nog eens te lezen.
Wie daar zeker toe uitnodigt, is de formidabele James Wood, een van de beste critici die ik ken. Zijn (positieve) recensie in de New Yorker heeft veel oog voor de poëzie van Roths 'late stijl'. Hij schrijft er zo goed over dat je bijna zou vergeten hoe saai Exit Ghost eigenlijk is.
Sam Anderson is teleurgesteld, en geeft en passant een goede opsomming van de kwaliteiten van Roths beste werk, in een gevatte, op typisch Engelse wijze met woordspelingen doorspekte stijl.
Ook het oordeel van David Ulin en Bryan Cheyette valt uiteindelijk negatief uit.
Carlin Romano schrijft een bijzonder negatieve, maar vooral ook bijzonder stompzinnige recensie, blijkbaar gedreven door verontwaardiging over Roths veronderstelde vrouwenhaat (alsof een vrouwenhater geen goede boeken zou kunnen schrijven). Het zullen dit soort recensies zijn waardoor Roth een hekel krijgt aan recensenten... (Het stuk staat niet meer online.)
De (voorzover ik kan zien) anonieme recensie in The Spectator blinkt ook niet uit door snuggerheid. Dat er een verband wordt gesignaleerd tussen het zogenaamde 'geheim' van E.I. Lonoff en het incestverleden van de echt bestaande schrijver Henry Roth (!) is terecht, maar om platweg te poneren dat Lonoff gemodelleerd is naar Henry Roth is stupide. Verder is de recensie ook kort en nietszeggend.





English

Roths 'Late Years'
Over Exit Ghost

doctoraalscriptie:
deel 1
deel 2
deel 3
deel 4
deel 5
deel 6
deel 7
deel 8
deel 9
bibliografie
download