Hoofdstuk 9
Geschiedenis

In dit hoofdstuk: vraag 3

Ze zagen elkaar nu vaker. Vandaag hadden ze afgesproken in de bibliotheek. Martijn zat met zijn neus in een dik boek over het dagelijks leven in de achttiende eeuw, toen Mayanda hem op zijn schouder tikte.
"Zwaar verdiept in het verleden?"
"Hallo! Ja, oude boeken zijn een hobby van me, speciaal als ze over eten gaan."
"Wat voor opleiding heb jij eigenlijk?"
"Ik studeer nog, geschiedenis. Dat werk in de boekwinkel doe ik erbij. En jij?"
"Ik heb psychologie gestudeerd, maar daar is geen droog brood mee te verdienen. Nu geef ik een paar uurtjes maatschappijleer."
"Psycholoog, ik had het kunnen weten. Logisch dat je soms dwars door me heen kijkt."
"Onzin. Als ik af en toe raad wat je denkt, ligt dat heus niet aan die studie. Een boekenwurm kan dat diploma ook halen. Maar ik geef toe, er zijn spaarzame momenten waarop je de kans krijgt zelfkennis op te doen, meer dan bij andere studies."
"Ik heb wel eens gehoord dat mensen zich in psychologie gaan verdiepen omdat ze zelf in de problemen zitten," opperde Martijn.
"Het kan een reden zijn," beaamde Mayanda.
"Hoe was dat voor jou?" drong hij aan.
"Of je het gelooft of niet, ik heb drie weken natuurkunde gestudeerd. Maar na drie weken ..."
"... hoorde je een innerlijke stem die zei dat je je in de menswetenschappen moest gaan verdiepen."
"Laat me nou even uitpraten! Je hebt een veel te romantische voorstelling van zaken. Natuurkunde was te moeilijk. Psychologie was toevallig de enige studierichting waarvan de colleges nog niet begonnen waren."
"Jezus!" viel Martijn uit. "Een stommere reden om te kiezen is nauwelijks denkbaar."
"Het leven lijkt van toevalligheden aan elkaar te hangen. Maar toeval bestaat niet (vraag 3). Ik heb bijvoorbeeld eens de I Ching gegooid met de vraag of het zin had om me in dat soort boeken te verdiepen. Ik kwam uit bij 'De Beginmoeilijkheid'. Dat is toch verrassend?"
Martijn zweeg.
"De begrippen goed en kwaad," nam Mayanda de draad weer op, "zijn die objectief of subjectief?"
"Subjectief natuurlijk. Wat ik goed vind, hoeft een ander nog niet te waarderen. En omgekeerd."
"En ik durf te beweren dat er een objectief oordeel mogelijk is."
"Je zal niet weer wat bijzonders hebben. Maar goed, uw leerling is een en al oor."
"Luister. Het belangrijkste wat je van de geschiedenis kunt leren is dat alles zich herhaalt. Waar of niet?"
"Dat is wel een erg grove simplificatie voor een historicus!"
"Dan zeg ik het anders. Mensen maken telkens dezelfde fouten. Natuurlijk vanuit de overtuiging dat ze goede besluiten nemen. Wat er mist is een objectief oordeel."
"Wij zoeken de koning van Utopia als verlicht despoot."
"En waarom denkt iedereen dat er geen objectief oordeel bestaat?" ging Mayanda onverstoorbaar verder.
"Vertel het eens."
"Omdat iedereen de god ganse dag bezig is om zijn eigen behoeften te bevredigen. Men heeft geen tijd om naar een waardevrije werkelijkheid te zoeken. Men fantaseert maar en is op jacht naar geld, macht, seks ...."
"Lekker eten," vulde Martijn aan en hij wees op een prent in het boek vóór hem. Mayanda's getheoretiseer werd hem te veel.
"Voor mijn part."
"Maar dat is toch een open deur. Verbeter de wereld en begin bij jezelf."
"En daarvoor is zelfkennis nodig. Als jij de geschiedenis bestudeert, neem je afstand. Maar geen mens durft naar zichzelf te kijken. Net als iedereen ken jij jezelf niet," zo besloot Mayanda haar betoog.
"En jij zou de objectieve werkelijkheid wel kennen? Weet je wat, kom eens een keer objectief mijn kookkunst keuren. Dan zal ik wat lekkers maken."
"Prima idee."
"Volgende week woensdag?"
"Afgesproken."


Naar: hoofdstuk 10

Terug naar: begin van dit hoofdstuk