Hoofdstuk 20
Waarneming

Aan het eind van dit hoofdstuk: vraag 8

"Vertel me nou eens wat er precies gebeurt als je een hogere bewustzijnstoestand bereikt," deed Martijn voor de zoveelste keer een poging om meer duidelijkheid te krijgen.
"Je kunt het een beetje vergelijken met de eerste keer dat je diepte ziet in een stereogram, je weet wel, zo'n nietszeggende afbeelding met gekleurde stipjes. Je denkt: dat kan toch niks bijzonders zijn, maar als het je lukt om de verborgen figuur te ontdekken is dat een grote verrassing. Het voor het eerst ervaren van een andere bewustzijnstoestand geeft een vergelijkbare sensatie. De instructies om zover te komen zijn alleen veel lastiger over te dragen."
Martijn keek wat wazig.
Mayanda wist dat ze het niet uit kon leggen. Gewone woorden werkten niet. Daarom probeerde ze maar eens iets anders: "In zo'n toestand versmelten al die kleine ikjes in jezelf. Dan pas kun je plannen werkelijk uitvoeren."
"Maar ik kan nu toch ook doen wat ik wil?" reageerde Martijn geprikkeld. "Als ik pakweg dit glas wil laten vallen, dan doe ik dat toch gewoon?"
"O ja? Laat zien dan!"
"Nou nee," krabbelde hij terug terwijl hij naar de mensen om hem heen keek, "ik wil het nu niet."
"Denk dan eens aan die speelautomaten die je vingers doen jeuken, of aan al die andere goede voornemens waar nooit iets van terecht komt."
"Ach, als ik echt wil, lukt het vast wel," draaide Martijn. "Het is alleen de moeite vaak niet waard."
"Je moet zo langzamerhand beter weten."
"Nou ja, goed. Maar wat moet ik dan?" Hij haalde zijn schouders op. "Toegeven dat ik mezelf totaal niet in de hand heb?"
"Dat is een zinvolle waarneming."
"En wat schiet ik daar mee op?"
"Aanvaarden van je zwakheden is de basis van verandering. Kijk eens naar jezelf. Je doet iets en daarna denk je: dat heb ik goed gedaan, of had ik dat maar niet gedaan. Ja of ja?"
"Ja."
"Waar het nu om gaat is, dat je niet achteraf nadenkt, maar op het moment dat je iets doet. Je moet eens proberen direct waar te nemen wat je doet."
Martijn keek even naar zijn glas.
"Dus als ik een slok uit dit glas neem, moet ik denken: ik neem nu een slok."
"Heel goed."
Martijn aarzelde even voor hij zei: "Nou, proost dan."

(Start beeld: jongen zet glas bier aan zijn mond.
Geluidsband loopt: aanzwellende muziek.
Donkere stem op de achtergrond: 'Zou hij een nieuwe ervaring krijgen'?
Het glas is nu bijna leeg.
Geluid van knappende elastiekjes.
Het glas valt op de grond en spat uiteen. Cut.)



Martijn dronk langzaam een paar slokken waarna hij zijn glas rustig op tafel zette. Toen richtte hij zijn blik weer op Mayanda.
Ze zei: "Je moet dat waarnemen van jezelf niet na een tel stoppen. Hou het vast, ook nu we verder praten!"
"Jezus, wat moeilijk!"
"Hou het vast!"
"Het lukt haast niet, ik dwaal steeds af."
"Let niet alleen op wat er in je gedachten speelt, maar bedenk ook wat je waarneemt. We zitten in een café en je kijkt naar je glas, je proeft het bier nog, je hoort biljartballen, je voelt je voeten op de grond, je ruikt sigaretterook. Denk steeds: 'ik zie, ik hoor'. Probeer het een tijdje vol te houden." Mayanda zweeg.
Martijn concentreerde zich. Hij keek langzaam om zich heen. Hij ontspande zich toen hij merkte dat hij krampachtig zat. Heel beheerst pakte hij zijn glas weer en dronk het leeg. Hij wendde zijn hoofd naar het raam en verviel vervolgens in staren.
"Nu zit je te dagdromen," zei Mayanda.
"Ja, verroest. Maar net niet, hoor!"
"En nu?"
"O ja. Dat gaat vanzelf. Het lukt haast niet om dat vol te houden. Gek is dat."
"Je moet beseffen dat je eigenlijk nog nooit echt in dit café bent geweest. Zo heb je vast ook nog nooit bewust over deze gracht gefietst. Je bent nog nooit in het Vondelpark geweest. Je hebt nooit een boek gelezen. Dit is een nieuwe manier om de werkelijkheid te beleven. Ik denk alleen niet dat je er de waarde al van in kunt zien."
"Hm. Het geeft wel een wat onwezenlijk gevoel, en een soort kriebel in mijn nek. Het is of je de tijd wilt pakken en dat die steeds uit je vingers glijdt. Als je vindt dat ik het vaker moet proberen, zul je me daar wel aan moeten helpen herinneren!"
"Je moet jezélf herinneren, daar gaat het om."


Naar: hoofdstuk 21

Terug naar: begin van dit hoofdstuk