Hoofdstuk 19
Dood


"Mayanda, wat is eigenlijk het nut van verlichting?"
"In een toestand van hoger bewustzijn relativeer je de wereld zoals je die gewoonlijk ziet. Problemen worden betrekkelijk en dus minder belangrijk."
"Elk probleem?" vroeg Martijn ongelovig. "Stel dat je weet dat je nog maar drie maanden te leven hebt. Dat relativeer je toch niet weg?"
"Hoe sta jij tegenover de dood?"
"Hè jasses, wat heeft dat er nou mee te maken?"
"Dus jij bent bang voor de dood."
"Ja natuurlijk, jij niet dan?"
"Ik zei toch net dat het bereiken van meer bewustzijn samengaat met het overwinnen van angst. Als je dat lukt, ben je dus ook niet meer bang voor de dood."
"Ga weg! Dat is nog eens handig!"
"Je gelooft me niet?"
"Nou, eerlijk gezegd niet, nee."
Mayanda lachte. "Ik heb ook niet gezegd dat ikzelf nooit meer bang ben. Maar toch sta ik op dit moment vrij rustig tegenover de gedachte dat er eens een eind aan mijn leven komt. Als het me maar lukt om op mijn manier wakker te zijn als ik de dood voor ogen krijg. Maar hopelijk is dat moment nog heel ver weg!"
"Het heeft overigens niet veel gescheeld of we waren er laatst allemaal geweest," zei Martijn als terloops.
Nu was het Mayanda's beurt om vreemd op te kijken. "Hoe kom je daar nou bij? Zijn we aan een milieuramp ontsnapt, of zo?"
"Weet je dan niet dat de wereld bijna is vergaan?" vroeg hij quasi-verbaasd.
Mayanda dacht diep na. Ze kon zich geen conflicten herinneren die de wereld recentelijk aan de rand van de afgrond hadden gebracht. "Ik heb geen idee waar je het over hebt."
"Onze beschaving is onlangs dichter bij de ondergang geweest dan ooit."
"Zeg nou wat je bedoelt!" riep Mayanda uit.
"Wat een ongeduld," plaagde hij. "Nu voel jij ook eens wat het is om met een brandende vraag te zitten!"
Mayanda zweeg gelaten.
"Twaalf dagen geleden," declameerde Martijn, "kruiste een kilometer groot rotsblok de baan van de aarde, zeven uur na het passeren van onze planeet. Een botsing zou de onmiddellijke dood van tientallen miljoenen mensen hebben kunnen betekenen. Met daarnaast een gevaarlijke temperatuurdaling als na een atoomoorlog."
"Waarom weet ik daar niets van? Ik heb er niets over gehoord of gelezen."
"Het voorval is niet verder gekomen dan een enkele wetenschappelijke artikel. De selectiecriteria van de media zijn soms ondoorgrondelijk."
"Het lijkt me toch een bericht dat mensen aan het denken kan zetten. Ufo's halen de voorpagina tenslotte ook regelmatig."
"Misschien wil men de mensen niet ongerust maken. Het verschijnen van ruimtelijke zwerfkeien schijnt volkomen onvoorspelbaar te zijn. Ze worden hooguit bij toeval waargenomen. En al kon je ze zien aankomen, dan is er nog niets aan te doen."
"Dus een volgende keer kan het wel raak zijn?"
"We kunnen elk moment vergaan. Hoewel de kans op een werkelijke botsing maar heel klein schijnt te zijn."


Naar: hoofdstuk 20

Terug naar: begin van dit hoofdstuk