Hoofdstuk 18
Licht

In dit hoofdstuk: vraag 7

"Hoe langer ik in je dagboek lees, hoe ingewikkelder ik het vind. Als ik zie hoe ik me in verschillende situaties gedraag, denk ik dat er de laatste weken iets verandert. Maar als ik jouw commentaar erbij neem, lijkt het of er niets wezenlijks is gebeurd. Hoe zit het nou echt?"
"Pas als er iets wezenlijks gebeurt, zul je weten wat wezenlijk is."
Martijn was even stil. Aan dit soort antwoorden was hij inmiddels gewend geraakt. "Dat lijkt op: liefde is het gevoel dat je voelt als je het gevoel voelt dat je nog nooit eerder gevoeld hebt."
"En weet jij wat liefde is?"
"Ik denk dat er verschillende soorten liefde zijn."
Ze keken elkaar even aan.
"Dat is met bewustzijn ook zo."
"Dat doet me denken aan wat ik las over boeddhistische monniken die naar iets streven wat verlichting wordt genoemd. Of vind je dat een rare vergelijking?"
"Ik wist niet dat je je daarin verdiepte?"
"Ik pak tegenwoordig ook wel eens een boek van de plank, maar dat wat jij aanwees kan ik niet volgen."
"Het klinkt misschien arrogant, maar je kunt alleen de boeken begrijpen waar je aan toe bent. Wat jij over verlichting las, is natuurlijk precies hetzelfde als het wakker worden waar ik het over heb."
Martijn keek verrast. "Dus jij speelt een beetje voor Boeddha en ik ben dan de monnik?"
"Ik speel niet en jij evenmin. Het doet er niet toe hoe we het noemen. Ik vertel mijn verhaal en jij het jouwe. Gewoon hier en nu in ons dagelijks leven."
"Ik dacht dat je je voor het licht moest laten bekeren door een of ander eng genootschap."
"Vind jij de katholieke kerk een eng genootschap?"
"Denk je dat ze zich daar met verlichting bezig houden? Dat is toch alleen maar een ouderwets instituut waar ruzie gemaakt wordt over leerstellingen?"
"Het feit dat ze die indruk wekken zegt niet veel goeds. Toch was het oorspronkelijk de bedoeling van de bijbel om de mensen te helpen ontwaken. Dat staat er ook letterlijk in. Maar het probleem is dat vrijwel niemand de echte betekenis van zulke geschriften kent. Anders zaten ze niet zo druk te theoretiseren, vaak met een air of ze God zelf gevonden hebben."
"En dat geloof jij niet?"
"Welnee. Ze geloven dat ze iets weten en juist daardoor zitten ze op een dood spoor. Het overgrote deel van de kerk stelt niets voor."
"En de kritische beweging dan? Is dat het goede alternatief?"
"Ach, dat doet me denken aan die oorlogsmop. 'Je hebt goede en slechte Duitsers. De goede hangen we altijd apart'."


"Maar wil jij dus zeggen dat jij de betekenis van verlichting kent? Waar al die monniken zo voor zwoegen?"
"Ja. Althans, ik heb de beginmoeilijkheden overwonnen. Ik heb ontdekt dat er een ander soort bewustzijn bestaat dat ik af en toe op kan roepen. Het is pas een eerste stap, maar wel een belangrijke."
"Hoe weet je dat dan? Jij bent toch niet in een klooster geweest?"
"Er kunnen toch meer wegen naar Rome leiden?"
"Dus jij hebt een andere weg ontdekt?"
"Dat heb ik je al vanaf onze eerste ontmoeting geprobeerd duidelijk te maken!"
"Het blijft ongrijpbaar voor me. Hoe ben jij er eigenlijk toe gekomen om je in dit soort vragen te verdiepen?"
"Dat heeft te maken met mijn voornaam. Daar ligt volgens mij een boodschap van mijn vader in. Hij overleed toen ik anderhalf was. 'Maya' betekent letterlijk: projectie van de werkelijkheid. Ik zie het als mijn opdracht om de werkelijkheid zelf te vinden."
"Dat staat ook in je dagboek. Maar vertel me nou eens wat ik precies moet doen om ook zo'n hoger bewustzijn te bereiken? Of staat dat er ook in, maar zie ik het niet?"
"Het staat er beslist in, maar in de bijbel staat ook telkens dat mensen wakker moeten worden. Het probleem is dat niemand een ander bewustzijn mist. En waarom zou je dan gaan zoeken? Waarvoor zou je je zekerheden opgeven?"
"Precies. Hoewel, wat bedoel je eigenlijk?"
"Een voorbeeld. Als iemand je laat merken dat hij je niet aardig vindt, zul je hem niet serieus nemen, negeren of ontlopen. Dat is een vorm van zelfverdediging die is aangeleerd en zichzelf in stand houdt. Het laatste wat je doet, is uitzoeken waar het aan ligt. Als je bang bent om niet aardig gevonden te worden, geef je misschien iedereen maar gelijk. Achteraf zit je je dan te ergeren. Je kunt je voorstellen dat je op die manier jezelf nooit onder controle krijgt."
"Jouw antwoorden roepen alleen maar nieuwe vragen op!" riep Martijn uit. "Ik kan me voorstellen dat je aanvallen van buitenaf probeert af te slaan. Maar waarom zou je jezelf niet kunnen veranderen?"
"Omdat zo'n verdediging veel te prettig is. Je hebt de macht niet om die zomaar te ondergraven, ook al wil je dat nog zo graag. Alleen met hulp van anderen is het misschien mogelijk iets te veranderen. Sommigen hebben het dan meteen over therapie, maar ik heb het liever over leren van mensen waarin je vertrouwen hebt. Dat kan ook je nichtje zijn."


Naar: hoofdstuk 19

Terug naar: begin van dit hoofdstuk