Evolutie in een notendop

Dit is een korte beschrijving van het evolutieproces. Klik hier voor een uitgebreide dialezing met links voor verdere verdieping.Darwin

Wie zich met fossielen bezig houdt, loopt onherroepelijk tegen het begrip Evolutie aan.
Allerlei vragen dringen zich aan je op zoals
  Waarom zie ik in jongere aardlagen steeds nieuwe soorten verschijnen?
  Waarom verdwijnen andere soorten en groepen zoals de trilobieten?
  Waarom lijken sommige soorten zo op elkaar?

De mensheid heeft lang met dit soort vragen geworsteld en de oplossing werd meestal bij hogere machten gelegd. Charles Darwin publiceerde in 1859 zijn 'Origin of species' waarin hij beschreef hoe een planten- of dierensoort in een andere soort kon overgaan. Hij toonde aan dat soorten niet onveranderlijk zijn, zoals men op dat moment nog dacht, maar dat ze konden veranderen. Hij noemde dat 'Transmutatie van soorten'. Het woord Evolutie is pas later opgedoken.

Het proces dat soorten laat veranderen noemde hij natuurlijke selectie en zo heet het nog steeds. Het gaat als volgt:

  1. Iedere soort produceert veel te veel nakomelingen. Als alles bleef leven, zou de wereld in de kortste keren onleefbaar zijn.

  2. Dat heeft tot gevolg dat er na verloop van tijd voedsel- en ruimtegebrek optreedt binnen een soort. Als een nieuw gebied gekoloniseerd wordt, is dat eerst niet het geval omdat er dan ruimte en voedsel in overvloed is. Maar na zekere tijd raakt het toch vol.

  3. Er ontstaat een strijd om het bestaan. Dat hoeft geen fysieke strijd te zijn, maar wel een concurrentie.

  4. Binnen een soort zijn er verschillen tussen de individuen.Giraffe
Kijk maar naar onze eigen soort. In tijden van nood (zoals voedselgebrek) zal het ene individu beter toegerust zijn dan het andere. B.v. de voorouders van de giraffe zullen een korte nek gehad hebben. In tijden van voedselgebrek konden de exemplaren met de langste nek het best bij de bladeren in de bomen komen en zij hadden dus het meest te eten. Zo konden ze ook het best hun jongen voeden en hadden ze het meeste voortplantingssucces.

  5. Veel van de individuele variaties zijn erfelijk. In dit geval wordt de bijzondere eigenschap, die gunstig is voor het overleven, doorgegeven aan de nakomelingen. B.v. de wat langere nek bij de voorouders van de giraffe. Als dit proces een flink aantal generaties doorgaat, kan de soort veranderen (een lange nek krijgen). Individuen die de gunstige eigenschap niet hebben, kunnen zich in mindere mate voortplanten en zo verdwijnt de ongunstige eigenschap (de korte nek) uit de genenpool.

BerkenspannerHet hier beschreven proces hoeft nog niet tot nieuwe soorten te leiden. Wel tot verandering binnen de soort. Men noemt dit micro-evolutie. Een bekend voorbeeld is dat van de berkenspanner, die in principe witachtig is, omdat hij door die schutkleur niet afsteekt tegen de lichte berkenbast. Er bestaat ook een donkere variant maar die steekt af tegen de berkenstam en heeft daardoor een veel grotere kans op door vogels opgegeten te worden.

Tijdens de industriële revolutie in Engeland (vanaf 1825 ongeveer) werd zoveel rook en roet gevormd dat alles, ook de berkenstammen, zwart werd rond de stad Liverpool. De donkere berkenspanners raakten toen in het voordeel en de vogels selecteerden de lichte exemplaren er uit om op te eten. Na 50 jaar was de verhouding tussen lichte en donkere vormen geheel omgekeerd: Van 20 : 1 tot 1 : 20.

Maar er was geen nieuwe soort ontstaan. De berkenspanners paarden nog vrolijk met elkaar en letten niet op de huidskleur.

Nieuwe soorten ontstaan meestal door geografische isolatie. Als een populatie van een De dodo was een endemische soortbepaalde soort geïsoleerd raakt van de rest van de soort (b.v. op een eiland) dan gaat deze groep vaak verschillen van de oorspronkelijke soort. Dan kan komen door toevallige mutaties in de erfelijke eigenschappen, maar ook doordat de populatie zich aanpast aan de situatie waarin hij zich bevindt. Zo verliezen kevers op kleine eilanden nog wel eens hun vleugels doordat het hebben van vleugels ongunstig kan zijn omdat ze bij harde wind van het eiland worden weggeblazen. Het hebben van kleinere vleugels is dan een pluspunt en op den duur verdwijnen de vleugels geheel. Er is pas sprake van een nieuwe soort als individuen uit de veranderde populatie hun oorspronkelijke soortgenoten niet meer als partner willen.

Veel eilandsoorten komen nergens anders voor. Ze zijn ter plekke ontstaan. Men noemt ze endemische soorten.

Macro-evolutie is het proces waarbij grote, in het oog lopende veranderingen optreden zoals het ontstaan van ogen, van poten, van vleugels. Men heeft een poos gedacht dat dat op een plotselinge manier via zeer ingrijpende mutaties gebeurde, maar daarvan is men teruggekomen, hoewel er vooral in de plantenwereld wel enkele voorbeelden bekend zijn. Macro-evolutie is meestal het resultaat van een lange opeenvolging van micro-evolutionaire veranderingen. Zo konden viervoetige landdieren ontstaan doordat er vissen bestonden met een botstructuur in de vinnen (kwastvinnigen), waardoor ze zich het land op konden trekken om daar in poeltjes hun eitjes af te zetten.

Er bestaan meer types soortvorming maar het gaat te ver om daar nu op in te gaan. Wie geïnteresseerd is, kan naar de in het begin genoemde dialezing met links gaan. Daar wordt ook de betekenis van sexuele selectie, mutaties, uitstervingen en vele andere belangrijke begrippen uitgelegd.

De kwastvinnige Latimeria De gemiddelde 'levensduur' van een soort schijnt zo'n 6 miljoen jaar te zijn, maar er zijn er natuurlijk ook die slechts 1 miljoen jaar bestaan en er zijn "levende fossielen", die al een eeuwigheid bestaan. De coelacanth Latimeria (de kwastvinnige) b.v. is waarschijnlijk de laatste 70 miljoen jaar niet meer noemenswaard veranderd.

De moderne mens (Homo sapiens) bestaat daarentegen pas zo'n 200 000 jaar, maar of hij de 6 miljoen haalt, valt te betwijfelen.

Evolutie is een buitengewoon belangrijk begrip: de hele biologie berust er in feite op. De systematische indeling van alles wat leeft en groeit, is een weerspiegeling van de ontstaansgeschiedenis van de soorten.

Het onderwerp is ook bijzonder boeiend omdat allerlei wonderen der natuur ermee verklaard worden, zoals prachtige vormen en kleuren, die in de natuur voorkomen, de bizarre diersoorten, het opvallende gedrag van sommige vogels, en zelfs de meest bizarre diersoort op aarde wordt er begrijpelijker door. U weet wel wie ik bedoel.

Top