Arjo is nog steeds niet over de drukte op de camping van zaterdagnacht heen. En aangezien het de rest van de week wel doorrijden zal worden neemt hij het er nog maar eens goed van. Als we hem aanspreken over zijn houtgezaag, dan komt er een glimlach en wordt ons duidelijk gemaakt dat het een hele verantwoording is om groeps-oudste te zijn.
Verder vermaken we ons deze dag om en rond de motorfietsen. Want ook al rijden we dan niet, je bent motor-fiel of je bent het niet. Vorig jaar heeft de motorfiets van Adriaan een klein ongelukje gehad. Op deze zelfde camping was de motor tegen een boom aan gevallen. Met als resultaat een deuk in de tank. Maar de volgende foto laat zien dat de motor voor Adriaan alleen maar beter is geworden. Adriaan's buik sluit nu perfect aan op de tank van de motorfiets. Motorfietsen, motorgekken en een camera levert natuurlijk al snel een leuke trucage foto op. Ons enthousiasme blijft niet onopgemerkt. En al gauw zijn er campinggasten die ook even op de foto willen. Het enthousiasme straalt er echt van af.
Als we klaar zijn met de motor van Adriaan wordt het tijd om mijn nieuwe motor eens wat beter te inspecteren.
Na een tijdje merken we op dat het wat drukker is geworden op de camping. Tevens horen we zo nu en dan wat Nederlands. Het is een brugklascamp van een rijksscholengemeenschap uit Steenwijk. Ze zijn hier met een bus van Boerhof reizen uit Meppel naar toegekomen. Niet te geloven. Ben je meer dan 1000 km van huis kom je een groep scholieren van om de hoek tegen. Achteraf ook niet zo verwonderlijk. De ingang van de camping liet zien dat dit toch wel een bijzonder plekje was in het (boheems) paradijs.
Om half twee bellen we nog maar eens met Siemen. Ze staan op het punt om op de motor te stappen. Het viel allemaal een beetje tegen voordat alles geregeld was. Maar nu zouden ze dan wel onderweg gaan. Als we om half zeven nog niks van ze gehoord hebben besluiten we om maar wat te gaan eten aan de andere kant van het meer. Ook daar zouden we ze moeten kunnen horen. Rond acht uur hebben we het eten op en krijgen we telefoon. Waar zitten jullie? Wij zitten aan de andere kant van het meer. Siemen en Maarten waren daar al even geweest, maar konden ons niet zo snel vinden. Ze hebben besloten om de motorfietsen maar bij de tent te stallen en de motorkleding uit te doen. Als wij een van de cafeetjes pakken die wat meer aan de voorkant van het meer liggen dan zien we ze vanzelf wel aankomen. Het duurt dan ook niet lang of de hele groep is weer verenigd. Dit is toch wel een fijn gevoel. Meerdere malen hebben we zondag en maandag geroepen we hadden Maarten en Siemen niet alleen in duitsland moeten laten. Dit doen we een volgende keer wel anders. Echter nu maakt het niet meer uit. De groep is compleet en het feest kan beginnen.
Op een gegeven moment begint het flink te waaien. Het is ook al een tijdje aan het onweren aan de andere kant van de bergen. Arjo, Peter en ik besluiten om maar eens naar de tent te gaan. We hadden deze al wat geborgd, maar om ervoor te zorgen dat de slaapzakken niet nat worden willen we het grondzeil aan de randen ophogen.
Bij aankomst op de camping blijkt dat de motorfiets van Siemen is omgevallen. De zijstandaard heeft zich door het natte gras gedrukt. Maart heeft zijn motor opgebokt. dus die zal niet zo snel omvallen. Maar ook daar duwt de 300 kilo flink door op de natte ondergrond. Peter en ik zetten Siemen's motor rechtop en met een deksel van een blikje zorgen we ervoor dat de motor niet meer om kan vallen.
Het duurt niet lang of er barst een enorme hoosbui los. We hebben net op tijd het zeil zo weten te leggen het water niet de tent in kan. Verder hebben we de tent vastgeknoopt aan alles wat er in de buurt staat. De scheerlijnen zijn nu allemaal in gebruik. Tenzij de wind nu in staat is om drie motorfietsen en een houten bank mee te nemen, is de tent veilig gesteld.
In alle drukte valt het ons pas later op dat de elektriciteit uitgevallen is. Alles is donker. Zowel aan de kant van het meer waar de camping is, als ook aan de andere kant waar de rest van de groep nog in het cafe zit. Het zal daar dan wel een gezellige boel zijn. Arjo Peter en ik kijken onder een afdakje bij het campingwinkeltje naar het onweer. De rest van de groep zal wel wachten totdat de ergste buien voorbij zijn voordat ze deze kant op komen. We zullen het wel zien.