Na Auschwitz

Christelijke theologie na Auschwitz.
Dit is de titel van een boek (3 delig) dat ik, vanwege de crisis, tweedehands heb gekocht.
Om hele hoofdstukken uit die boeken te citeren gaat mij, nu nog, te ver.
De hoofdstukken met de daaraan verbonden titel zeggen al zo veel over het antisemitisme van het christendom, dat het citeren uit en van het hoofdstuk zelf misschien wel een overbodige zaak is.

2.2. De nazi- ideologie maakte gebruik van het theologische en kerkelijk anti-judaïsme van het christendom .
2.3 De historische ontwikkeling van het theologisch en kerkelijk anti- judaïsme van het christendom
2.3.1.Theologisch en kerkelijk anti-judaïsme in oude kerk
2.3.1.1.Theologisch anti-judaïsme: ontwikkeling van een ideologie.
2.3.1.2. Kerkelijk anti-judaïsme als praktische uitwerking van een ideologie.
2.3.2. Theologisch en kerkelijk anti-judaïsme in het Europa van 600-1100.
2.3.2.1. Het theologisch en kerkelijk anti-judaïsme in het Byzantijnse Rijk.
2.3.2.2. Theologisch en kerkelijk anti-judaïsme in Spanje.
2.3.2.3. Theologisch en kerkelijk anti-judaïsme in Midden-Europa.
2..3.3. Theologisch en kerkelijk anti-judaïsme in de middeleeuwen.
2.3.3.1. Anti-judaïsme argumenten van theologen.
2.3.3.2. Onbehagen om het niet werkelijk zegevieren van het christendom.
2..3.3.3. Het ontstaan van legenden.
2.3.3.4. De Jood als zondebok in een middeleeuws inferno.
2.3.3.5. De 'verstoktheid' van de Joden en de leer van de ' limpieza de sangre.'
2.3.3.6. Invloed van theologen op de rechtspraak.
2.3.3.7. Het theologisch anti-judaïsme in de kunst.
2.3.3.8. Het verbranden van de Joods Talmoed.
2.3.3.9. Het dwingen van Joden tot openbare discussies.
2.3.3.10 Preken ter bekering van Joden.
2.3.3.11. Het theologisch en kerkelijk anti-judaïsme van de pausen.
2.3.3.12. Karikaturen van de Jood.
2.3.3.12. De Jood stelt de geestelijke en lichamelijke overleving van de mensheid in de waagschaal.
2.3.3.14. Anti-judaïsme in de liturgie.
2.3.3.15. Anti-judaïsme in de passiespelen.
2.3.3.16. Terugblik op ontwikkeling van de ideologie.
- wordt vervolgd .

Het bovenstaande geeft genoeg stof om te kunnen constateren dat het christendom, net als de islam, door de eeuwen heen hun haat tegen de Joden hebben opgevoerd.
Met Hitler dacht men nu eindelijk van die- vanuit christelijk en islamitisch standpunt - vreemde snoeshanen af te zijn.
Gelukkig voor de Joden en helaas voor de christenen en de islamieten, zijn de Joden zeer sterk in het overleven van antisemitisme.
Dat een klein deel van de wereldbevolking een zo grote positieve inpact heeft op het wereldgebeuren, zal inderdaad bij vele grijze muizen haat opwekken.
Dat die haat in hoofdzaak komt door eigen falen, mag niet worden gezegd.
Zowel de islam als het christendom voelen zich ver verheven boven het gepeupel.
Jammer voor hen.
Onderstaande berichtje vond ik de A.R. Standaard van september1938 in de rubriek 'vrouwenkout' over de persoon Hitler.

"Wonderlijk in het leven van deze man is Gods leiding met hem.
Als we lezen hoe van stap tot stap hij klaargemaakt is voor de plaats, die hij nu inneemt- hoe hij juist in dezen tijd de man is, dien het Duitsche volk vraagt, hoe hij heel dat machtige rijk tot nu toe kon bezielen, tot het als één man achter hem staat, dan mogen we toch in zeer bijzondere zin wel spreken van de leiding Gods.
Die leiding blijft toch niet beperkt tot de geloovigen, maar ook van de ongeloovigen geldt het woord dat zij zonder Zijn wil zich noch roeren, noch bewegen kunnen�..
En dan lijkt mij, dat de groote meeslepende kracht van den Duitschen Führer voor een aanzienlijk deel ligt in diens onwrikbaar vasthouden aan één ideaal - een door dik en dun schrijden naar één doel- een niet op of ómzien om daar te komen.
Wat hij daarbij vertrapt, of daarbij tegen God of Satan vecht, daarnaar vraagt hij niet- hij heeft dat doel gesteld en wat hem betreft verliest hij dat- tanden op elkaar- geen moment uit het oog.
Dat doel is in een enkel woord gezegd: het is Duitschland, Duitschland,Duitschland."

Redactie.
Dit geen lofzang op Hitler door een NSBer maar de lofzang door een 'dame', die behoorde bij de zeer gelovige Anti Revolutionaire Partij van Nederland.
Ook in 1938 waren de gelovigen op de hand van de vijand, die iets wilde doen met ook hún intense Jodenhaat� antisemitisme dus.
Ook nu wordt de lofzang van de (oud) AR mensen(Klink, Ferrier en Koppejan)weer gericht op een vijand van de Joden: de islam.
Dag.