19-11-2008.
MOSUL/BAGDAD - Er vindt in Irak een 'beginnende genocide' plaats onder christenen.
Om dat te bewijzen documenteerde het Internationaal Assyrisch Persbureau AINA 268
moorden en kruisigingen in de afgelopen vier jaar.

Voordat de Amerikanen Irak binnenvielen, werden er jaarlijks gemiddeld 2,37 Assyriërs
vermoord, stelt AINA, daarna gemiddeld 67 per jaar. De voorbeelden zijn gruwelijk: een
twee maanden oude baby werd ontvoerd, onthoofd, geroosterd en op een rijstbed
terugbezorgd aan de ouders. De veertienjarige Ayad Tariq werd onthoofd omdat hij ,,een
vuile christelijke zondaar'' was.

Een andere jongen van veertien werd gekruisigd in Al-Basra. De Zweedse
onderzoeksjournalist Nuri Kino zocht de familie van de jongen voor AINA op. Hij
rapporteerde dat de familie in shock was en niet wilde spreken. Niet alleen om hun
verdriet, maar ook omdat ze ,,geen nieuw geweld wilden uitlokken''. De familie was van
plan het land zo snel mogelijk te verlaten.

De priester Paulos Iskander werd ontvoerd, onthoofd en van zijn ledematen ontdaan.

Op 3 juni 2007 vertrokken priester Ragheed Ganni en de diakenen Basman Yousef
Daud, Wahid Hanna Isho en Gassan Isam Bidawed uit de Kerk van de Heilige Geest in
Mosul, waar ze om half acht 's avonds een dienst hadden gehad. ,,Ze werden gedood door
een regen van kogels van een groep mannen met geweren. Ze werden op honderd meter
afstand van de kerk onderschept, toen ze in de auto van de priester naar huis reden.'' De
mannen lagen zwaargewond in hun auto, die vervolgens door de aanvallers werd
voorzien van explosieven, zodat omstanders niet te hulp konden schieten.

Drie dagen later werd priester Hani Abdel Ahad ontvoerd in Noord-Oost Bagdad, samen
met vijf jongens die hij naar de lagere school zou brengen. Van hen ontbreekt nog ieder
spoor.

Rooskleurig
Het gaat hier alleen om de gevallen die AINA kon vaststellen op basis van
gedocumenteerde verklaringen. Waar mogelijk, zoals bij de jonge priester Ganni, worden
foto's van de slachtoffers bijgeleverd, of ook de foto's van hun vermoorde lichamen. AINA
waarschuwt dat het getal van 268 moorden een rooskleurig beeld van de werkelijkheid
geeft. ,,Veel misdaden tegen Assyriërs worden niet gemeld. Zelfs mensen die naar
Jordanië, Syrië en andere landen gevlucht zijn, en die mondeling verklaard hebben dat
zij, hun familie of hun vrienden het slachtoffer werden van moord of geweld, waren vaak
te bang om hun verhaal vast te leggen, ook als ze buiten Irak leefden.''

Burgeroorlog
AINA erkent dat er een burgeroorlog aan de gang is, en dat ze dus de vraag zal moeten
beantwoorden of de vermoorde Assy-riërs ,,willekeurige slachtoffers zijn van het geweld,
of dat ze doelwit geworden zijn vanwege hun specifieke etnische, religieuze, culturele en
taalkundige eigenschappen''.

Daarom meldt het rapport ook andere feiten, zoals het aantal van 33 kerken die sinds
juni 2004 werden aangevallen of waarop bomaanslagen zijn gepleegd. Ook wordt
vermeld dat aan al-Qaeda gerelateerde troepen een Assyrische wijk in Bagdad
binnentrokken, belasting gingen heffen en eisten dat de vrouwen zich naar de moskee
zouden begeven om aan moslims uitgehuwelijkt te worden.

De moord op priester Ganni en de drie diakenen bewijst volgens AINA dat er
,,psychologische terreur'' op christenen wordt uitgeoefend. ,,Het aanvallen van religieuze
instituties en symbolen heeft een diepgaand effect op de Assyriërs in Irak. Het is niet
genoeg dat priester Ganni en de drie diakenen gedood werden. Door de auto waarin ze
zwaargewond lagen, in een booby-trap te veranderen, terroriseerden de moordenaars
doelbewust de Assyriërs, door hen een gevoel van machteloosheid en hulpeloosheid in te
boezemen.

Het rapport vermeldt brieven van radicale sjiieten uit de invloedssfeer van Moqtada
al-Sadr, waarin christelijke vrouwen wordt bevolen zich te sluieren. In de brief staat dat
,,de maagd Maria (vrede zij haar)'' gesluierd was, zodat haar volgelingen dat ook moeten
zijn. De in dreigende taal gestelde brief vermeldt het oprichten van ,,speciale comités'' die
op de naleving van de bevelen toe gaan zien.

Van de moorden vindt volgens de berekeningen van AINA 34,5 procent plaats in
Noord-Irak, in het Koerdische gedeelte dat door de internationale gemeenschap als
'veilig' wordt gekenschetst.

De Assyriërs claimen dat ze de oorspronkelijke bewoners van Irak zijn, die al sinds 5000
voor Christus in Noord-Irak wonen. De Assyriërs zijn christen. ,,Deze duidelijke identiteit,
in het bijzonder hun christelijk geloof, plaatst hen apart van de rest van de bevolking.''

Er is volgens AINA sprake van genocide, omdat het gaat om een zowel religieus als
etnisch te onderscheiden bevolkingsgroep.
Genocide in Irak.