home

vido?

archief

email

Vido's FilmZine

-elke werkdag een film-

(arthouse, classics, cult, Hollywood)

week 14

dinsdag 3 april 2007

Ghost Rider (Mark Steven Johnson, 2007) bioscoop
Voor het bepalen van de goede of slechte smaak van filmmakers is hun muziekkeuze een goede graadmeter. Waar een film tekort schiet op het gebied van verhaal, acteertalent en/of cameravoering kan een goed gekozen liedje het eindoordeel een puntje doen opschroeven. Dat kan het verschil betekenen tussen een voldoende of een onvoldoende. Zo'n extra puntje kan Ghost Rider gerust vergeten. Laat ik eerst iets vertellen over de film zelf. Het vehikel rondom Hollywoodster Nicholas Cage is overduidelijk een stripverfilming, zelfs zonder te weten dat Marvel Enterprises een van de productiemaatschappijen achter de film is. Ghost Rider start op de kermis waar de jonge Johnny Blaze (zonder enig charisma vertolkt door Matt Long) met zijn vader (Brett Cullen) gevaarlijke motorstunts uithaalt. De kettingrokende vader lijdt aan longkanker. Hij houdt zijn terminale aandoening geheim voor Johnny, maar de jongen vist bijtijds de ziekenhuisbrief met het slechte nieuws thuis uit de prullenbak. Op dezelfde avond krijgt hij bezoek van Mephistopheles, vertolkt door Peter 'Easy Rider' Fonda. Johnny kan zijn vader genezen als hij zijn ziel aan de duivel verkoopt. De jongen laat zich verleiden en is kortstondig blij als inderdaad vader de volgende dag fit, opgewekt en volledig zonder ziekteverschijnselen door de kamer banjert. Bij diens eerstvolgende stunt verongelukt vader echter. De prijs die Johnny voor de duivelse deal moet betalen is hoog. Op een verlaten kruispunt vertelt de duivel dat Johnny vanaf nu een ghost rider is, een deurwaarder van de duivel, de man die verdorven zielen komt incasseren. De jongen laat noodgedwongen de kermis en zijn vriendinnetje Roxanne achter en trekt de wereld in, wachtend op zijn eerste opdracht.

Pas jaren later, wanneer Johnny het uiterlijk heeft van Nicholas Cage en een beroemde, grote risico's nemende stuntrijder is (met een zwak voor aapjes en The Carpenters), staat Mephistopheles weer voor zijn neus met een lastige opdracht. Johnny moet de ziel van Mephistopheles' gevallen zoon Blackheart (Wes Bentley, de geheimzinnige buurjongen uit American Beauty) ophalen voordat deze een 150 jaar oud document in zijn bezit krijgt waarmee hij een ruïnedorp vol verborgen kwade geesten in zijn macht krijgt. Blackheart wordt geholpen door drie bovennatuurlijke maatjes die de elementen aarde, lucht en water vertegenwoordigen. Johnny is zelf het vuur en als hij 's nachts kwaad wordt verandert hij in een onoverwinnelijk vuurspuwend skelet. Door zijn strijd tegen het zoontje van de duivel heeft hij nauwelijks tijd voor zijn onlangs opgedoken vriendin Roxanne (Eva Mendes). De expres overdreven cartoonesk in beeld gebrachte gevechten gaan gepaard met veel lawaai en een beukend orkest. Cage krijgt weinig ruimte om iets van acteertalent te tonen. Hij komt niet verder dan halfzachte pogingen tot humor, tegen zichzelf pratend in de spiegel, en is geheel overgeleverd aan de schreeuwerige computereffecten. Gelukkig wordt hij vaak genoeg vervangen door zijn digitaal opgewekte alter ego. De film zit vol veel te vertrouwde elementen: een tot moes verteerd Faustthema (inclusief een scène op de crossroads), een hoofdpersoon die net als de Hulk tijdens woedeaanvallen tot een monster transformeert, een gespleten persoonlijkheid die met grote regelmaat in de spiegel kijkt, een liefje dat in het derde bedrijf gebruikt wordt om de held uit zijn tent te lokken, een achtervolgende detective die in dat hele derde bedrijf niet eens meer voorkomt, en acteur Sam Elliott die zijn rol uit The Big Lebowski in de herhaling gooit, inclusief introducerende voice-over en druipsnor. De enige reden waarom ik tot aan de aftiteling bleef zitten was mijn hoop dat Ghost Rider zou eindigen met een liedje dat ook uitstekend tijdens een van de actiescènes gebruikt had kunnen worden: Ghost Rider van Suicide. Het drie noten tellende, aflopende basloopje, de sissende drummachine, het eenzame, staccato gespeelde orgelakkoord, de prevelende zang van Alan Vega en zijn in echo's gedrenkte noodkreten - het had uitstekend gepast bij het brandende skelet van Johnny in zijn leren jack, vlammend over het asfalt, op weg naar nachtelijke worstelingen. Wat krijgen we daarvoor in de plaats? Ghost Riders In The Night, een liedje dat in de originele uitvoering van Johnny Cash goed te pruimen is, maar tijdens de eindcredits langdurig wordt misbruikt door een Australisch bandje dat zich Spiderbait noemt. Een gemist kans.

Suicide live: Ghost Rider


[home] - [vido?] - [archief] - [email]