home

live

platen

artikelen

film

vido?

archief

email

Vido's LogZine

LIVE

voorbeschouwingen, recensies, tips


zaterdag 15 september 2001

Wees geen boom in de herfst : de zevende editie van het Amstel Festival

Het door de VPRO georganiseerde Amstel Festival is telkens weer een knus samenzijn voor de happy few. Net als bij eerdere edities kenden bijna alle bezoekers op deze regenachtige zaterdagavond elkaar bij naam en anders wel op z'n minst van gezicht. Stemmige muziek kwam me tijdens het betreden van de studio tegemoet en vulde tevens op aangename wijze de pauzes. Het bier was ondanks de prijsverhoging nog steeds het goedkoopste van Amsterdam. Op het programma stonden vier acts die tijdens het festival allen hun Nederlandse podiumdebuut maakten. Wat dat betreft heeft het Amstel Festival zijn naam hoog te houden en worden we nooit teleurgesteld. Of de avond zal slagen blijft altijd de vraag, maar dat risico neem je graag. Zelfs op minder gelukte edities kun je wat bijzonders beleven. Deze avond bleek uiteindelijk kwalitatief bovengemiddeld.

Openingsact 100 Pets uit Brighton kwam langzaam op gang. De eerste nummers werden tegengezeten door een snaar die maar niet gestemd wilde blijven. Dat viel nogal op in de kale liedjes waarin de twee gitaristen dunne lijntjes speelden en de cellist voor lange basnoten zorgde. De drummer liet in de vele roffels iets teveel horen wel eens een conservatorium van binnen te hebben gezien. Voorman Sam Dook bleef rustig onder de enkele technische tegenslagen, maar zijn maatje met pet, de klep ver over zijn ogen, schudde dikwijls het hoofd wanneer in een ingewikkeld en zeer doordacht loopje een onbedoeld scheve noot de kop op stak. Achter het toetsenbord voelde hij zich meer op zijn gemak. Op die plek, tijdens de tweede helft van de set, werd het optreden beduidend beter mede dankzij de meer heftige uithalen.

was weinig meer dan een man achter een tafel vol elektronica. Daar viel live visueel weinig aan te beleven. Het enige voordeel was dat je de muziek op een volume hoorde dat je thuis nooit kunt reproduceren wil je niet ontzettende ruzie met je buren krijgen. De Duitser Uwe Zahn stond lekker te swingen, draaide aan knopjes en leek zijn vingers over een toetsenbord te roeren. Verder viel er voor het oog niets te beleven. De geluiden van Arovane bestonden globaal uit twee elementen: de onrustig en merendeels onvoorspelbaar ratelende, scherpe en abstracte ritmes aangevuld met diepe bassen en lang uitgesmeerde synthesizerpatronen. Snel en langzaam tegelijk, een tegenstrijdigheid die het in de muziek altijd goed doet, maar in de elektronica vaak meer regel is dan uitzondering. Het vrije anonieme geluid van Arovane wordt door veel tijdgenoten gemaakt en is daardoor inwisselbaar. Het openingsnummer van zijn set was veelbelovend, vol onrustige ratelende machinebeats die de akkoordentapijten overstemden.

Voor de derde act van de avond werd een heuse kunstboom opgezet. Aan de boom hingen kunstvruchten (druiven, appels en wat al niet). Door drie gaten stak zanger/gitarist Brother Danielson AKA Daniel Smith zowel zijn hoofd als zijn armen. De gitaar hing aan touwtjes op de juiste hoogte en een muziekstandaard ontnam de voorste rijen het zicht op het gezicht van de performer. Diezelfde rij, onderaan het podium, wist donders goed dat de herfst onlangs zijn intrede had gedaan en had geen enkel vertrouwen in de standvastigheid van de boom. Geen onverstandige instelling gezien het groene gevaarte tijdens het tweede nummer onverbiddelijk ineen zeeg geholpen door de aantrekkingskracht van moeder aarde. Zanger/gitarist Smith was al danig bezweet, maar dat werd met de recalcitrante en daardoor onvoorspelbare boom alleen maar erger. "That's show business," merkte hij op terwijl hij uit de boom kroop en de zweetdruppels van zijn hoofd veegde. Om ongelukken te voorkomen stond een van de festivalorganisatoren het hele optreden het wankele staketsel van achteren vast te houden. Een eigenaardige manier om je avond door te komen, maar wel een ludieke aanvulling op je CV. De kleine, dynamische liedjes waren voor sommige bezoekers iets te hysterisch en ver van de belevingswereld. Het optreden was ondanks of misschien dankzij de absurde presentatie redelijk imponerend al vraag ik me af wat er van de liedjes over blijft als ik ze terug hoor op plaat. Misschien dat ik toch maar eerst moet beginnen met een album van Smith's achtkoppige groep The Danielson Famile (volgens de presentator van het Amstel Festival komt deze band april volgend jaar naar Nederland voor optredens).

In het halletje voor de ingang van de VPRO studio was het weer een gezellige dronken bende. Beschonken bezoekers, waaronder veel Nederlandse muzikanten, schudden niet begrijpend hun hoofd na de derde act. Net zo sprakeloos als altijd vlak na een optreden kon ik ze niet helpen aan een uitleg. Sommige van de afhakers hadden goede grappen bedacht die ik hierbij wil quoten: "Wat een takkenmuziek, maar het had wel roots". Ik kon er wel om lachen. We bestelden nog maar 's een biertje ter voorbereiding van de afsluitende act, naar wat zou blijken de grootste verrassing van het zevende Amstel Festival: het in Parijs woonachtige Zweedse trio Herman Düne.

Het openingsnummer leek te simpel: een ode aan The Velvet Underground in de stijl van The Velvet Underground. Het trio bestond uit twee gitaristen (twee woordloos kibbelende broers) en een technisch niet zo begaafde maar wel doeltreffend op zijn gevoel spelende drummer. De broers namen om beurten de zang voor hun rekening. Broer 1, links op het podium, met grote, inktzware baard, zong regelmatig net zo hoog als Will Oldham. Broer 2, een slackerversie van John Cusack, rechts op het podium, met dunne baard en afgedragen Phantom Of The Opera T-shirt, had een hoge en breekbare stem die in eerste instantie onder de muzikale begeleiding verborgen bleef, maar al vanaf zijn tweede vocale bijdrage opviel door de rake, onverwachte noten en de subtiele wijze waarop gevoelens werden geuit. De band speelde uitermate relaxt en lang. Misschien te lang voor broer 2 die soms naast het podium ging zitten, de ene keer om wat noten op de gitaar aan te raken, de andere keer om een sigaret op te roken. Tijdens een nummer liep hij helemaal uit zicht, wellicht om backstage een flinke slok bier te nemen. De twee covers die gespeeld werden waren van Spacemen 3 (broer 1 solo samen met de drummer) en Tom Waits' Innocent When You Dream, zeer intens vertolkt door broer 2. Uitgerekend van Herman Düne waren er na afloop geen cd's te koop.

Aangezien alle bekende gezichten in het publiek deze avond liever op tijd thuis wilden zijn, werd er niet ergens in een vaag, donker café nagezopen. De in mijn hoofd echoënde muziek werd onderweg, op de fiets naar huis, aangevuld met koude regendruppels.

Tekst: Vido Liber


lees de meest recente live-recensie of neem een kijkje in het archief
[home] - [live] - [platen] - [artikelen] - [film] - [archief] - [email.]