Ga naar de vernieuwde website van Advocaten.nl

U wilt een kind uit het buitenland adopteren


Inleiding:  Wie een kind uit het buitenland adopteert, moet veel regelen en krijgt met een groot aantal regels te maken. Regels in Nederland, maar ook regels in het land waar het kind vandaan komt. Bij een adoptieprocedure komt heel wat kijken. Wie er daadwerkelijk mee te maken krijgt, heeft dan ook (juridische) hulp en begeleiding nodig. Voor een groot deel is deze begeleiding zelfs verplicht en wettelijk geregeld.
Deze brochure gaat alleen over de wettelijke regels. U krijgt informatie over de belangrijkste regels en voorschriften en we nemen de adoptieprocedure in grote lijnen met u door. De regels in deze brochure gelden met ingang van 1 oktober 1998. Vanaf die datum zijn in Nederland nieuwe regels van kracht. Een van de redenen om de regels aan te passen, is het Haags Adoptieverdrag van 1993, een internationaal verdrag op het gebied van interlandelijke adoptie. Nederland heeft zich bij dit verdrag aangesloten. Dit verdrag komt later in de brochure nog aan de orde.


[terug echt_all.htm]

 

De inhoud van deze brochure

Niet iedereen kan een buitenlands kind adopteren. En niet elk buitenlands kind komt zonder meer in aanmerking voor adoptie in ons land. Om te beginnen zetten we de voorwaarden en eisen op een rijtje die gelden voor aspirant adoptiefouders en adoptiekinderen. Daarna krijgt u een toelichting op enkele belangrijke begrippen die ook in de brochure terugkomen. Vervolgens nemen we de adoptieprocedure met u door. Eerst in vogelvlucht, daarna iets uitgebreider in een schema en tenslotte stap voor stap. Ook het eerder genoemde verdrag komt aan bod. Aan het eind van de brochure vindt u belangrijke adressen.

Voorwaarden

In deze paragraaf leest u aan welke voorwaarden aspirant- adoptiefouders en adoptiekinderen moeten voldoen. Ook het land waaruit u een kind wilt adopteren stelt regels. En tenslotte gelden er voorwaarden om het kind daadwerkelijk in Nederland te kunnen toelaten.

Al deze voorwaarden zijn op verschillende momenten in de adoptieprocedure van belang. Hier behandelen wij ze op hoofdlijnen. Bij de procedure worden ze nogmaals genoemd, zodat u weet in welke fase van de adoptieprocedure u met welke voorwaarden te maken krijgt.

De aspirant-adoptiefouder(s)

Twee personen

Een buitenlands kind kan in Nederland worden geadopteerd door twee personen samen op voorwaarde dat zij gehuwd zijn.

Een persoon

Volgens de nieuwe Nederlandse regels kan ook één persoon een adoptieverzoek indienen, of deze persoon nu gehuwd is, geregistreerd, alleenstaand of samenwonend. Houdt u er wel rekening mee dat de mogelijkheden voor één persoon om een kind uit het buitenland toegewezen te krijgen, beperkt zijn. Veel landen van herkomst van adoptiekinderen geven voorrang aan gehuwden die tezamen adopteren.

N.B. U vindt in deze brochure alleen informatie over het adopteren van een buitenlands kind. Adoptie van kinderen in Nederland komt maar weinig voor. In Nederland komt per jaar een zeer klein aantal kinderen voor adoptie beschikbaar. Voor informatie over dit onderwerp kunt u de publicatie ‘Adoptie van een kind in Nederland’ aanvragen.

Beginseltoestemming

De eerste stap in de adoptieprocedure is het aanvragen en het verkrijgen van een beginseltoestemming. Beginseltoestemming wil zeggen dat u volgens de Nederlandse overheid geschikt bent en in aanmerking komt om een buitenlands kind te adopteren.

Leeftijd bij het indienen van het verzoek

De hoofdregel is dat u jonger dan 42 jaar moet zijn op het moment dat u het verzoek om een beginseltoestemming indient. Alleen in enkele bijzondere gevallen kan toestemming worden gevraagd om van deze leeftijdsgrens af te wijken. U moet dan wel in beginsel bereid zijn om een kind van twee jaar of ouder op te nemen en er moet sprake zijn van bijzondere geschiktheid om in deze omstandigheden een kind uit het buitenland op te nemen. Indien u om een afwijking van de leeftijdslimiet van 42 jaar vraagt, wordt die bijzondere geschiktheid in een specifiek daarop gericht gezinsonderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming beoordeeld.

Leeftijdsverschil bij het opnemen van het kind

Het leeftijdsverschil tussen u als aspirant-adoptiefouder(s) en het adoptiekind mag niet groter zijn dan veertig jaar op het moment dat het kind bij u komt. In bijzondere gevallen zijn uitzonderingen op deze hoofdregel mogelijk. Hierover kunt u meer informatie krijgen bij het Ministerie van Justitie.

Verblijfplaats in Nederland

De gewone verblijfplaats van de aspirant-adoptiefouder(s) moet Nederland zijn. Woont u in het buitenland dan gelden er andere regels en voorwaarden.

Medische behandelingen

De aspirant-adoptiefouder(s) moet(en) verklaren dat zij het kind alle benodigde medische behandelingen zullen laten ondergaan, die voor het kind van levensbelang zijn.

Het adoptiekind

Belang van het kind

De adoptie buiten het eigen land moet - zonder dat hierover enige twijfel mag bestaan - voor het kind de beste oplossing zijn. Of anders gezegd: het moet vaststaan dat het kind bij plaatsing in het eigen land slechter af zou zijn.

Jonger dan zes jaar

In Nederland kunnen alleen kinderen worden geadopteerd die op het moment dat zij Nederland binnenkomen jonger zijn dan zes jaar. Op deze regel zijn maar twee uitzonderingen mogelijk:

Toestemming ouders/verzorgers

Het spreekt vanzelf dat de oorspronkelijke ouders of verzorgers van het kind toestemming moeten geven voor de adoptie.

Verblijfplaats

Het kind moet zijn gewone verblijfplaats hebben in het land waaruit het wordt geadopteerd (land van herkomst). Dit betekent dat de instanties van dat land betrokken zijn bij de totstandkoming van de adoptie.

Een kind tegelijk

In beginsel kan er maar één kind tegelijk worden geadopteerd. In de beginseltoestemming is dit dan ook standaard opgenomen. Er zijn echter twee uitzonderingen:

Toestemming voor twee of meer kinderen tegelijk

Het adopteren van twee of meer kinderen tegelijk kan alleen in het geval van:

Wanneer de vergunninghouder aan u voorstelt om twee of meer kinderen op te nemen, kan daarvoor een speciale toestemming worden gevraagd. Dit gaat gewoonlijk in samenspraak met de instantie die voor u bemiddelt bij de opneming van een buitenlands kind, hierna te noemen de ‘vergunninghouder’.

Regels in het buitenland

Hierboven staan de belangrijkste voorwaarden, zoals die gelden in Nederland. Van groot belang is verder nog het volgende. Behalve met de regels en voorwaarden in Nederland hebt u altijd te maken met de regels van het land waaruit u een kind wilt adopteren. De autoriteiten in het land van herkomst moeten er bijvoorbeeld mee instemmen dat het kind het land verlaat. Verder zijn er ook veel landen waar een adoptie door één persoon niet wordt toegestaan of waar andere leeftijdsgrenzen gelden voor mensen die een kind willen adopteren.

Toelatingseisen

Als het kind in Nederland aankomt, wordt gecontroleerd of aan alle voorwaarden is voldaan en of alle documenten in orde zijn. Als dat zo is, wordt het kind toegelaten in Nederland. De belangrijkste toelatingseisen staan hieronder:

 

De adoptieprocedure in het kort

Een adoptieprocedure kan worden opgedeeld in vier stukken:

Beginseltoestemming

Een adoptieprocedure begint met het aanvragen van beginseltoestemming bij het Ministerie van Justitie. Als u deze toestemming krijgt, wil dat zeggen dat u volgens de bevoegde instanties in Nederland geschikt bent en in aanmerking komt om een kind te adopteren.

Bemiddelingsfase

Nadat de beginseltoestemming is verkregen, begint de bemiddelingsfase. In deze fase komt het contact tot stand met de bevoegde instanties in het buitenland. Die instanties zijn uiteraard gebonden aan de regels van hun land. In de loop van deze fase wordt door de bevoegde instanties in het buitenland een plaatsingsvoorstel gedaan aan de bevoegde instanties in Nederland. Als het Ministerie van Justitie en uiteraard ook uzelf hiermee akkoord gaan en er is verder aan alle voorwaarden voldaan, kan het kind naar Nederland komen. Hiervoor moet voor het kind door de vergunning-houder een zogenaamde machtiging tot voorlopig verblijf worden aangevraagd. U kunt deze bij de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging ter plaatse afhalen. Pas als deze machtiging is verstrekt, kan het kind naar Nederland reizen.

Toelating en verblijf van het kind in Nederland

Het kan zijn dat in het land van herkomst een adoptie-uitspraak wordt gedaan en dat het kind als gevolg daarvan de Nederlandse nationaliteit krijgt. Dan wordt het kind zonder meer toegelaten in Nederland. Als dit (nog) niet het geval is, dan wordt direct bij aankomst van het kind nogmaals gecontroleerd of alles officieel geregeld en nog steeds in orde is. Is dat het geval, dan moet er voor het verblijf een aantal zaken worden geregeld. Zo moet u een verblijfsvergunning aanvragen bij de Vreemdelingendienst. Verder moet u het kind altijd aanmelden bij de afdeling Bevolking van de gemeente.

Adoptie-uitspraak in Nederland

Vaak is in het buitenland al een adoptie uitgesproken. Als aan bepaalde voorwaarden is voldaan, wordt deze adoptie-uitspraak in Nederland erkend. Als niet aan deze voorwaarden is voldaan of als er in het buitenland geen adoptie is uitgesproken, moet in Nederland een adoptie-uitspraak plaatsvinden; dit gebeurt door de rechtbank.

Het verdrag

In 1993 hebben 66 landen in Den Haag een verdrag gesloten over samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie. Achterin de brochure vindt u een lijst van landen die op
1 december 2000 waren aangesloten bij het verdrag. Al deze landen hebben - met het belang van het kind voorop - afspraken gemaakt over de adoptie. Deze afspraken zijn er allemaal op gericht dat de adoptieprocedure zo zorgvuldig mogelijk plaatsvindt. Zorgvuldig wil dus zeggen, dat de belangen en rechten van het kind centraal staan en dat bijvoorbeeld bemiddeling door twijfelachtige personen of organisaties, kinderhandel en winstbejag zijn uitgesloten. Als u een kind adopteert uit een land dat is aangesloten bij het verdrag, biedt dat belangrijke voordelen. Zo wordt deze adoptie door alle landen die bij het verdrag zijn aangesloten automatisch en volledig erkend. Ook volgen al deze landen dezelfde procedure en hebben zij afspraken gemaakt over wie wel en wie niet mag bemiddelen. Voor alle duidelijkheid: het verdrag sluit niet uit dat de aangesloten landen verschillende eisen en voorwaarden hanteren. We halen hier nogmaals het voorbeeld van de éénpersoonsadoptie aan. Het verdrag maakt deze vorm van adoptie mogelijk. Maar dat wil niet zeggen dat elk aangesloten land deze vorm van adoptie moet toestaan of goedkeuren. Zoals gezegd biedt een adoptie tussen landen die zijn aangesloten bij het verdrag belangrijke voordelen. Maar u bent natuurlijk niet verplicht om een kind te adopteren uit een land dat is aangesloten bij het verdrag.

 

Enkele belangrijke begrippen

In de brochure komen enkele begrippen aan de orde, die wij hier kort omschrijven.

Verdragsstaat Een land dat is aangesloten bij het verdrag.
Niet-verdragsstaat Een land dat niet is aangesloten bij het verdrag.
Centrale autoriteit De instantie die ervoor zorgt dat de afspraken in het verdrag worden nageleefd. In Nederland is de minister van Justitie de centrale autoriteit.
Vergunninghouders Instellingen die door de regering van het betrokken land zijn aangewezen en gemachtigd om werkzaamheden uit te voeren gedurende de adoptieprocedure. Deze werkzaamheden hebben onder andere betrekking op de bemiddeling.
Land van herkomst Het land waar het kind zijn gewone verblijfplaats heeft.
Land van opvang Het land waar de aspirant-adoptiefouders hun gewone verblijfplaats hebben.

Beginseltoestemming

De eerste stap in de adoptieprocedure is het aanvragen van de beginseltoestemming. Als u deze beginseltoestemming krijgt, wil dat zeggen dat u naar de Nederlandse maatstaven geschikt bent en in aanmerking komt om een kind te adopteren.

Beginseltoestemming aanvragen

De beginseltoestemming moet u aanvragen met een speciaal formulier dat u kunt bestellen bij het Ministerie van Justitie (Directie Jeugd en Criminaliteitspreventie) of bij de Stichting Adoptievoorzieningen. Dit formulier stuurt u ingevuld en ondertekend naar de Minister van Justitie, Directie Jeugd en Criminaliteitspreventie, Centrale Autoriteit interlandelijke adoptie, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag. U vindt het formulier ook op www.justitie.nl.

Voorwaarden om het verzoek in behandeling te nemen

Uw verzoek om beginseltoestemming wordt in behandeling genomen als u voldoet aan de volgende voorwaarden:

Een of twee personen Het verzoek kan worden ingediend door twee personen samen als zij gehuwd zijn of door één persoon (alleenstaand, gehuwd, geregistreerd of duurzaam samenlevend).

Leeftijd Op het moment van de aanvraag moet u jonger zijn dan 42 jaar. Deze leeftijdsgrens kan worden overschreden in enkele bijzondere omstandigheden.

Verklaring medische behandeling U moet hebben verklaard dat u bereid bent het kind alle medische behandelingen te laten ondergaan, die voor het kind van levensbelang zijn. Hierbij kunt u denken aan inentingen en bloedtransfusies.

Verplichte voorlichting

Als u aan de hierboven genoemde voorwaarden voldoet, stuurt het ministerie uw verzoek onmiddellijk door naar de Stichting Adoptievoorzieningen. De afdeling Voorlichting en Informatie Adoptie (VIA) van deze stichting staat onder toezicht van het Ministerie van Justitie en verzorgt een zestal wettelijk verplichte voorlichtingsbijeenkomsten. Iedereen die voor het eerst een kind uit het buitenland adopteert, is verplicht deze bijeenkomsten bij te wonen. U krijgt onder meer informatie over de risico’s die een adoptie meebrengt. De voorlichtingsbijeenkomsten worden gehouden op verschillende plaatsen in het land. Met de wachttijd voor de voorlichting en de voorlichtingsbijeenkomsten zelf is een periode gemoeid van 12 tot 14 maanden. Voor het volgen van de voorlichting wordt van u een financiële bijdrage gevraagd; deze bijdrage is momenteel Euro 386,-.

Onderzoek Raad voor de Kinderbescherming

Als u alle voorlichtingsbijeenkomsten hebt bijgewoond, geeft VIA dit door aan het Ministerie van Justitie. Het ministerie stuurt uw aanvraag door naar de Raad voor de Kinderbescherming. De Raad adviseert de minister van Justitie over het geven van de beginseltoestemming. Hiervoor stelt de raad een (gezins)onderzoek in. Nadat de raad uw gegevens heeft ontvangen van de minister van Justitie, vraagt de Raad u en uw eventuele partner om een gezondheidsverklaring op te sturen. In deze verklaring moet staan dat uw (beider) gezondheidstoestand geen bezwaar oplevert voor een adoptie. De verklaring mag niet worden afgegeven door uw eigen huisarts. Nadat de raad de gezondheidsverklaring(en) heeft ontvangen, start het eigenlijke (gezins)onderzoek. U krijgt bezoek van een medewerk(st)er van de raad en u kunt worden uitgenodigd voor een of meer gesprekken. In dit onderzoek wordt gekeken naar uw gezins- of leefsituatie, de wensen en beweegredenen om een kind te adopteren e.d. Het spreekt vanzelf dat uw eventuele partner, ook indien hij of zij niet mee-adopteert, met het oog op het onderzoek als gezinslid wordt beschouwd. Tijdens het onderzoek kunt u laten weten of u een bepaalde voorkeur hebt ten aanzien van het te adopteren kind (leeftijd, geslacht, enz.). Tenslotte gaat de raad na of u en/of uw eventuele partner ooit is veroordeeld wegens een strafbaar feit. Het streven is om het (gezins)onderzoek binnen drie à vier maanden na aanvang af te ronden. Als u en uw partner met fertiliteitsbehandeling bezig bent op het moment dat het gezinsonderzoek van start gaat, zal het onderzoek worden uitgesteld. Verwacht u of uw partner een kind, dan wacht de raad met het onderzoek tot dit kind een jaar is. Bij de komst van een Nederlands pleegkind geldt hetzelfde. Mocht het onderzoek als gevolg hiervan langer dan twee jaar duren, dan vervalt uw aanvraag. U kunt dan een nieuwe aanvraag voor een beginseltoestemming indienen. Dit betekent dat ook weer opnieuw wordt bekeken of u aan de voorwaarden voldoet.

Rapport en advies van de raad

Nadat het onderzoek is afgerond, maakt de raad een rapport en stelt zij een advies op. Het rapport en het advies worden met u besproken. Daarna stuurt de raad de stukken naar het Ministerie van Justitie.

Beginseltoestemming voor een kind

De minister van Justitie beslist op grond van het rapport en het advies van de raad of u beginseltoestemming krijgt. Een beginseltoestemming geldt voor het adopteren van één kind. De minister kan in sommige gevallen toestemming geven voor twee of meer kinderen. De beslissing daarover wordt genomen aan de hand van een plaatsingsvoorstel (zie pagina 15).

Hoe lang is de beginseltoestemming geldig

De beginseltoestemming is maximaal drie jaar geldig, maar nooit langer dan het moment waarop u 46 jaar wordt. De ministerkan de beginseltoestemming steeds met drie jaar verlengen; de grens van 46 jaar blijft wel gehandhaafd. Voor een verlenging moet u een schriftelijk verzoek indienen bij de Minister van Justitie. Dit moet u doen ten minste twaalf weken voor het verstrijken van de geldigheidsduur van de bestaande beginseltoestemming. Verder moet u een recente gezondheidsverklaring naar de Raad voor de Kinderbescherming sturen. De raad doet een aanvullend onderzoek, waarbij opnieuw wordt nagegaan of u bent veroordeeld wegens een strafbaar feit. Daarna brengt de raad een advies uit aan de minister, die vervolgens een beslissing neemt.

Geen beginseltoestemming

Als de minister geen (verlenging van de) beginseltoestemming geeft, kunt u daartegen bezwaar maken binnen zes weken nadat de afwijzing is verzonden. Hoe dit moet, kunt u lezen in de brochure ‘Bezwaar en beroep tegen een beslissing van de overheid’. De minister van Justitie legt uw bezwaarschrift voor aan het College van Advies voor de Justitiële Kinderbescherming. Als ook uw bezwaarschrift wordt afgewezen, kunt u binnen zes weken in beroep gaan bij de rechtbank. Hoe dit gaat, kunt u eveneens lezen in de brochure ‘Bezwaar en beroep tegen een beslissing van de overheid’.

Opneming van een tweede buitenlands kind

Wanneer u een tweede of volgend kind in uw gezin wilt opnemen, moet u opnieuw beginseltoestemming aanvragen. Dit kan zodra u het laatst opgenomen kind uit het buitenland, of een in uw gezin geboren kind, gedurende tenminste een jaar hebt verzorgd. U hoeft geen VIA-voorlichting meer te volgen. De minister van Justitie stuurt uw verzoek dan direct door naar de Raad voor de Kinderbescherming. De raad doet dan zo snel mogelijk een aanvullend (gezins)onderzoek.

Bemiddeling

Als u een beginseltoestemming hebt, begint de bemiddelingsfase. Adopteert u een kind uit een verdragsstaat dan is deze bemiddeling geheel geregeld: hoe de bemiddeling verloopt, wat de voorwaarden zijn en wie wat doet, is in de wet vastgelegd. We behandelen eerst deze bemiddelingsprocedure. Daarna schetsen we de procedure wanneer u een kind adopteert uit een land dat niet is aangesloten bij het verdrag.

Adoptie van een kind uit een verdragsstaat

Als u een kind adopteert uit een verdragsstaat, wordt de bemiddeling geheel verzorgd door een vergunning-houder. Deze kent de procedure, is bekend met alle formaliteiten en documenten die moeten worden geregeld, weet de weg in eigen land en het buitenland en heeft de juiste contactpersonen. Bij het Ministerie van Justitie en VIA is een lijst verkrijgbaar met adressen en telefoonnummers van vergunninghouders, inclusief de landen waarvoor zij bemiddelen. Tijdens de bemiddeling legt de vergunninghouder een dossier aan. Hierin zitten alle belangrijke stukken. U (en later ook uw adoptiekind) kunt dit dossier altijd inzien. Het wordt dertig jaar bewaard.

Een vergunninghouder

Uit deze lijst kiest u één vergunninghouder bij wie u zich inschrijft. U kunt - als u dat wilt - deze keuze nog wel veranderen, maar slechts bij één vergunninghouder tegelijk zijn ingeschreven.

Rapport naar vergunninghouder

Op uw verzoek stuurt het Ministerie van Justitie het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming naar deze vergunninghouder. Deze vult het dossier aan met andere gegevens en stukken.

Contact met buitenland

De vergunninghouder stuurt het dossier vervolgens naar de centrale autoriteit van het land waaruit u een kind wilt adopteren of naar een vergunninghoudende instelling in dit land. U legt dus niet zelf contact met instanties in het buitenland of met ouders/verzorgers van kinderen die in aanmerking komen voor adoptie. Het is mogelijk dat u dergelijke contacten in een bepaald stadium van de procedure wel hebt, maar het zijn de autoriteiten in het land van herkomst die bepalen of dit is toegestaan.

Plaatsingsvoorstel

De centrale autoriteit van het land van herkomst beslist of er een kind is dat in aanmerking komt voor adoptie en dat geschikt is om door u geadopteerd te worden. Het is dus niet zo dat u een kind kunt ‘uitkiezen’. Als naar de mening van de centrale autoriteit een kind voor adoptie in aanmerking komt, stelt zij een rapport op over het kind. Ook zorgt zij voor de vereiste toestemmingen, waaronder die van de oorspronkelijke ouders! verzorgers. Alle stukken worden met een plaatsingsvoorstel teruggestuurd naar de vergunninghouder in Nederland.

Voortgang adoptie

De vergunninghouder in Nederland adviseert nu de minister of de adoptieprocedure kan doorgaan.

Beslissing minister

Op grond van dit advies neemt de minister een beslissing. Bij deze beslissing kan de minister bijzondere voorwaarden van toepassing verklaren. Deze kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met de uitzonderingen die in het hoofdstuk over de voorwaarden zijn besproken (het aantal kinderen, de leeftijd van het kind en het leeftijdsverschil tussen het kind en de adoptiefouders). Als de minister positief beslist, vraagt de vergunninghouder of u met de plaatsing akkoord gaat. De vergunninghouder informeert nu de centrale autoriteit van het land van herkomst over de genomen beslissing. Hij stuurt haar ook een verklaring van de minister van Justitie toe waaruit blijkt dat het kind een verblijfsvergunning zal krijgen.

Komst naar Nederland

Als aan alle voorwaarden is voldaan, kan de komst van het kind naar Nederland in gang worden gezet. Het kind wordt aan de zorgen van de aspirant-adoptiefouder(s) toevertrouwd. Meestal gaat de overdracht van het kind gepaard met een officiële handeling, bijvoorbeeld een adoptie-uitspraak van de rechter in het land van herkomst. Na die uitspraak kunt u in het land van herkomst een certificaat krijgen, waarin staat dat de adoptie in overeenstemming met de procedures van het verdrag heeft plaatsgevonden. Er zijn ook landen van herkomst die eisen dat de adoptie niet in het land van herkomst, maar pas na aankomst in Nederland wordt uitgesproken. In dat geval kunt u het certificaat aanvragen bij de griffie van de Nederlandse rechtbank die de uitspraak heeft gedaan. U bent vanaf het tijdstip van vertrek van het buitenlandse kind naar Nederland verplicht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van het kind.

Adoptie van een kind uiteen niet-verdragsstaat

Als u een kind adopteert uit een niet-verdragsstaat, kunt u eveneens kiezen voor volledige bemiddeling door een vergunninghouder. De procedure verloopt dan ongeveer zoals hierboven geschetst. U moet wel bedenken dat er in landen die niet bij het verdrag zijn aangesloten vaak geen instanties bestaan, die vergelijkbaar zijn met een centrale autoriteit of vergunninghouder. Een andere mogelijkheid is dat u ervoor kiest een deel van de onderhandeling zelf te doen. Maar dit kan alleen als dat ook is toegestaan in het land waaruit u een kind wilt adopteren.

U hebt zelf contacten in het buitenland

Als uzelf contacten hebt in het buitenland, wil het Ministerie van Justitie weten of uw contact betrouwbaar is.

Onderzoek betrouwbaarheid

Het onderzoek naar de betrouwbaarheid wordt dan gedaan door een Nederlandse vergunninghouder die contacten onderhoudt met het desbetreffende land. Voor het onderzoek vraagt de vergunninghouder gegevens op uit het buitenland. Hoe lang het onderzoek duurt, verschilt per land. Binnen drie weken nadat de vergunninghouder de gegevens uit het buitenland heeft ontvangen, brengt hij een advies uit aan de minister van Justitie.

Beslissing over doorzending van uw dossier

Als de minister positief beslist, krijgen u en de vergunninghouder daarvan bericht. De vergunninghouder stuurt dan al uw gegevens door naar de persoon of instelling in het buitenland die u hebt opgegeven. Tenslotte geeft de vergunninghouder zo mogelijk informatie over alle zaken die u vanaf dat moment zelf moet regelen.

Het dossier wordt niet doorgezonden

Als de minister van Justitie geen toestemming geeft om het dossier naar uw contact in het buitenland te sturen, krijgt u daarover schriftelijk bericht. Tegen die beslissing kunt u bezwaar maken. Dat moet u doen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verzonden. Meer informatie vindt u in de brochure ‘Bezwaar en beroep tegen een beslissing van de overheid’.

U hebt een klacht over een vergunninghouder

De vergunninghouder speelt een belangrijke rol in de adoptieprocedure. Het Ministerie van Justitie stelt dan ook hoge eisen aan de instellingen die als vergunninghouder mogen optreden. Ondanks dat kan het voorkomen dat u niet tevreden bent over een vergunninghouder. Als dat zo is, kunt u bij hem een klacht indienen. De Klachtencommissie vergunninghouders interlandelijke adoptie zal dan advies uitbrengen over de afhandeling van uw klacht. Er is een afzonderlijke brochure verkrijgbaar, waarin de klachtprocedure wordt beschreven.

Kosten

De kosten van bemiddeling van een vergunninghouder lopen uiteen. Het ligt eraan welke vergunninghouder u kiest en uit welk land u een kind adopteert. Voor een volledige bemiddeling moet u over het algemeen rekening houden met een bedrag tussen de Euro 4.500,- en Euro 20.000,- dat wordt besteed aan onder andere verzorging van het kind, medisch onderzoek, donaties, adoptieproceskosten, bemiddelings- en bureaukosten (waaronder vertaling van documenten) en - in een aantal gevallen - reis- en verblijfskosten. De kosten voor gedeeltelijke bemiddeling (het onderzoek naar de betrouwbaarheid van uw buitenlandse contact) zijn op dit moment ca. Euro 680,-.

Toelating en verblijf van het kind in Nederland

Als het kind in Nederland aankomt, wordt nogmaals gecontroleerd of aan alle voorwaarden is voldaan en of alle documenten aanwezig en in orde zijn. Als tijdens de bemiddeling alles goed is verlopen, zijn onaangename verrassingen in dit stadium uitgesloten.

Na aankomst

U moet het kind na aankomst in Nederland binnen vijf dagen aanmelden bij de afdeling Bevolking van uw gemeente. Ook moet u het kind, als het niet de Nederlandse nationaliteit heeft, binnen drie dagen na aankomst aanmelden bij de korpschef (Vreemdelingendienst) voor een vergunning tot verblijf. De vergunning tot verblijf is één jaar geldig en wordt jaarlijks verlengd. Bij het aanvragen van deze vergunning moeten alle stukken weer worden meegenomen. Daarbij moet u de originele beginseltoestemming inleveren.

Gezag

De procedure die u in het buitenland achter de rug hebt, houdt vrijwel altijd in dat u ook officieel het gezag uitoefent over het kind. Ineen klein aantal gevallen is dit niet zo; het is dan wenselijk dat u - vooruitlopend op de adoptie-uitspraak in Nederland - het gezag over het kind aanvraagt. Dit is een eenvoudige procedure die uzelf bij de kantonrechter zonder hulp van een advocaat kunt afhandelen. Meer informatie over het aanvragen van gezag leest u in de brochure ‘Gezag, omgang en informatie’.

Adoptie-uitspraak in Nederland

In veel gevallen hebt u in het buitenland al een adoptieprocedure achter de rug. De vraag is dan of er in Nederland nog een adoptie-uitspraak moet worden gedaan door de rechter. Het antwoord hangt af van twee zaken:

Sterke adoptie

Een adoptie betekent altijd dat er familierechtelijke betrekkingen, dat wil zeggen een juridische band, tot stand komen tussen het kind en de adoptiefouder(s). Als bovendien de bestaande familierechtelijke betrekkingen tussen het kind en de oorspronkelijke ouder(s) worden verbroken, spreken we van een sterke adoptie.

Zwakke adoptie

Als naast de nieuwe familierechtelijke betrekkingen tussen het kind en de adoptiefouder(s) de betrekkingen tussen het kind en de oorspronkelijke ouder(s) blijven bestaan, spreken we van een zwakke adoptie.

Sterke adoptie in een verdragsstaat

Deze wordt automatisch erkend in alle andere landen die bij het verdrag zijn aangesloten. In dat geval hoeft er in Nederland dus geen adoptie-uitspraak meer plaats te vinden door de rechter. Is een van de adoptiefouders Nederlander, dan krijgt het kind automatisch de Nederlandse nationaliteit. U moet dan wel een document hebben verkregen waarin de daartoe bevoegde instantie in het land waar de adoptie is uitgesproken, verklaart dat de adoptie onder het verdrag heeft plaatsgevonden.

Zwakke adoptie in een verdragsstaat

Deze kan in Nederland worden omgezet in een sterke adoptie. Daarvoor moet dan wel een zogeheten omzettingsuitspraak worden gedaan door de rechter in Nederland. Het verzoek moet via een advocaat worden ingediend.

Adoptie in niet-verdragsstaat

Als er een adoptie is uitgesproken in een niet-verdragsstaat wordt deze in Nederland doorgaans niet erkend. Er moet dus in Nederland een adoptie-uitspraak worden verkregen.

Geen adoptie-uitspraak in het buitenland

Als er in het land van herkomst geen adoptie is uitgesproken, moet in Nederland altijd een adoptie-uitspraak worden verkregen.

Adoptie-uitspraak in Nederland

Een adoptie wordt in Nederland uitgesproken door de rechter. Het is de officiële en formele afronding van de procedure. Het is niet zo dat hiermee een nieuwe procedure start en dat u met nieuwe voorwaarden wordt geconfronteerd.

Als u gehuwd bent en het kind samen als echtpaar adopteert, kan de adoptie pas worden uitgesproken als aan de volgende twee voorwaarden is voldaan:

Adopteert u het kind alleen, dan kan de adoptie worden uitgesproken als u het kind ten minste drie jaar aaneengesloten hebt verzorgd en opgevoed. De adoptie-uitspraak is een procedure bij de rechtbank, u hebt hier een advocaat voor nodig. Via uw advocaat stuurt u een verzoekschrift voor de adoptie naar de rechtbank.

De gevolgen van een adoptie-uitspraak

Door een adoptie-uitspraak in Nederland komen familierechtelijke betrekkingen tot stand tussen het kind en de adoptiefouder(s) én de familie van de adoptiefouder(s). Alles wat in de Nederlandse wet staat over rechten en plichten van ouders en kinderen is nu van toepassing. We noemen hierna enkele belangrijke gevolgen. Het kind krijgt de achternaam van (een van) de adoptiefouder(s).

Als de adoptiefouders - of een van hen - de Nederlandse nationaliteit hebben, dan verkrijgt het kind door de adoptie het Nederlanderschap. Een echtpaar dat een kind adopteert kan in dat geval kiezen voor de achternaam van de vrouw of de man; voorwaarde is wel dat het adoptiekind hun eerste kind is. Als dat niet het geval is, krijgt het kind dezelfde naam als de andere kinderen in het gezin. De naamskeuze wordt vastgelegd in de adoptie-uitspraak. Meer informatie vindt u in de brochure ‘De keuze van de achternaam’. Nog een belangrijk gevolg is, dat het kind door de adoptie in een erfrechtelijke betrekking tot de adoptiefouder(s) komt te staan.

Hebt u vragen of wilt u meer informatie

Voor algemene informatie en het aanvragen van brochures, kunt u contact opnemen met de telefonische informatielijn van de gezamenlijke ministeries:

Postbus 51 Infolijn
Telefoon 0800-8051 (gratis)
Openingstijden maandag t/m vrijdag van 9.00 uur - 21.00 uur
Internet: http://www.postbus51.nl
E-mail: vragen@postbus51.nl

U kunt ook contact opnemen met:

Ministerie van Justitie
Directie Voorlichting, Afdeling in- en externe communicatie
Postbus 20301
2500 EH Den Haag
Telefoon 070-370 6850
Openingstijden maandag t/m vrijdag van 9.00 uur - 17.00 uur
Internet: http://www.justitie.nl
E-mail: voorlichting@minjus.nl

Adressen

Ministerie van Justitie
Directie Jeugd en Criminaliteitspreventie
Centrale Autoriteit interlandelijke adoptie
Postbus 20301
2500 EH Den Haag
Telefoon: 070-370 6246
 
Hoofdkantoor Raad voor de Kinderbescherming
Postbus 19202
3501 DE Utrecht
Stichting Adoptievoorzieningen
Afdeling Voorlichting en Informatie Adoptie (VIA)
Postbus 290
5003 AG Utrecht
Telefoon 030 - 232 1640 (bereikbaar op werkdagen van 9.30 uur - 12.30 uur)

Raad voor de Kinderbescherming en rechtbanken

Nederland is verdeeld in 19 arrondissementen. Elk arrondissement heeft een hoofdplaats waar zowel een rechtbank als een vestiging van de Raad voor de Kinderbescherming is gevestigd. Het gaat om de volgende plaatsen:

A Almelo, Alkmaar, Amsterdam, Arnhem, Assen,
B Breda,
D Den Haag, Den Bosch, Dordrecht,
G Groningen,
H Haarlem,
L Leeuwarden,
M Maastricht, Middelburg,
R Roermond, Rotterdam,
U Utrecht,
Z Zutphen en Zwolle.

De Raad voor de Kinderbescherming heeft ook vestigingen in Eindhoven, Lelystad en Tilburg.

Andere brochures

Over het volgende onderwerp is een aparte brochure verkrijgbaar: link

Haags Adoptieverdrag

Voor een lijst van staten die partij zijn bij het Haags Adoptieverdrag van 29 mei 1993 (Trb. 1993, 197) zie: http://www.hcch.net/e/status/adoshte.html
In de landen genoemd onder de kop ‘The following States have ratified the convention’ en ‘The following States have acceded to the Convention’ geldt het Haags Adoptieverdrag.
Aan de inhoud van deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.


 

e-mail: info@advocare.nl
terug naar de foldermolen