Lunch & Diner
"Lunch, heb je trek?" wordt er aan me gevraagd. Het is een uur of twee en ik
ben bij de familie Sagnia op visite. Nyima heeft zich een half uurtje geleden
aan het gezelschap onttrokken en de reden is nu duidelijk. Ze is bezig
geweest in de keuken om een Afrikaanse maaltijd in elkaar te draaien.
"Heb je er bezwaar tegen als we met z'n allen eten?" is de volgende vraag.
Ik reageer verbaasd. Natuurlijk niet, dat spreekt toch van zelf?
We maken de kring van stoelen groter en de werkmensen, die achter op de
compound bezig zijn met het bouwen van paardenstallen komen binnen en
schuiven bedeesd aan. Ze durven me nauwelijks aan te kijken laat staan een
hand te geven.
Nyima draagt een grote kom met een doorsnede van een halve meter binnen en
plaatst het gevaarte in de kring van mensen. Het is een soort afwasteil.
Ik herken het als Chinees email. Het type dat je ook in de Marokkaanse
stalletjes op de Albert Cuyp aantreft. De schaal zit vol met rijst.
Er bovenop ligt een visje met drie uien, twee groene tomaten en rode saus.
Lepels worden uitgedeeld en ik word uitgenodigd uit de schaal te eten.
Nadat ik het eerste schepje rijst op mijn lepel heb genomen volgen de anderen.
Er zijn geen borden. Iedereen neemt wat rijst en saus aan de rand van de
grote schaal waar je het dichtst bij zit. Het is een echt groepsgebeuren.
Zwijgzaam werken we hapje voor hapje naar binnen . Het is heel smaakvol,
rijst met pittige vis-tomatensaus.
Ik kijk de kring eens rond. Er zijn niet genoeg stoelen, dus Nyima zit met CoCo
op de grond. Alleen de mannen en ik hebben lepels. De twee vrouwen
kneden de rijst met hun handen tot een grote bal en steken die in hun mond.
Maar de handen van Nyima staan niet stil. Razend snel ontleedt ze ook de vis.
Ze verwijdert de graten en dropt konstant kleine stukjes vis naar de rand van
de schaal, telkens naar iemand anders. Ze zorgt voor de verdeling en geeft
de gast wat extra aandacht. Ondertussen krijgt ook CoCo af en toe een
hapje. Naarmate de schaal leger wordt neemt het tempo van eten af. De een na
de ander zakt voldaan wat naar achter. Als toetje wordt er een beker water
gehaald.
Dan verdwijnen de werklui weer even geruisloos als ze zijn gekomen. De
schaal met het restje rijst en de lepels worden naar de keuken gebracht en er valt
een siësta-achtige ontspannen stilte in.
Als toerist in Gambia heb je keuze genoeg uit diverse restaurantjes.
Italiaans is erg in trek, maar ook Chinees, Libanees of fish and chips zijn
er te vinden. De menukaarten van de hotelrestaurants bieden een grote
variatie aan maaltijden.
Je zou bijna niet zeggen dat je in een
ontwikkelingsland bent. Maar als je goed kijkt zie je overal naast de hotels
kleine eetstandjes. Voor toeristen bijna onopvallend. Zo'n standje is niet meer
dan een tafeltje waarop een grote kom staat, die is afgedekt met een groot bord
op de kop. Daarachter zit meestal een vrouw op een stoeltje.
Lokale eetstalletjes voor het personeel van het hotel staan verdekt opgesteld
achter een paar schotten van karton. Rijst met pindasaus,
of met pikante rode saus. De prijs is vaak niet hoger dan 10 Dalasi en
waarschijnlijk betaalt de bevolking slechts 5 Dalasi. Geen toerist die zich
hieraan waagt. Ter vergelijking: een maaltijd in een toeristenrestaurant
kost al snel 75 Dalasi.
De stalletjes hebben maar een paar borden die tussen het gebruik door even
worden omgespoeld in een bak met groezelig water.
Yahya en Nyima nodigen mij uit voor het diner de volgende dag. Er zal
speciaal voor mij worden gekookt. Natuurlijk neem ik de uitnodiging aan.
Op de afgesproken tijd tegen de schemering kom ik weer bij het huis van de
broer van Yahya aan. Even later arriveert ook de nicht. Terug van de markt,
beladen met tassen voor boodschappen. Ze heeft speciaal voor het diner
inkopen gedaan.
Het wordt later en donker.
Het eten is klaar. Ik mag naar binnen te komen. Yahya steekt kaarsen aan
en plotseling staat Baks voor m'n neus met twee plastic bekers
en een fles rode wijn. Het nichtje brengt een schotel binnen en een schaal met
brood.
Dit is heel ongewoon voor Afrikaanse begrippen. Tot nu toe heb ik ze alleen
maar rijst zien eten en wijn is in deze setting heel speciaal. We eten
alleen met Yahya, Nyima en CoCo. De rest van de familie eet in de keuken.
In het spaarzame kaarslicht en met behulp van stukjes stokbrood ontdek ik
wat er op de schotel ligt. De bodem is bedekt met sla, daar bovenop liggen
stukjes vlees met veel saus, gefrituurde aardappeltjes, stukjes tomaat en op
vier plaatsen een grote toef mayonaise. Dit moet een koningsmaal zijn.
Gezamenlijk wordt de schaal met behulp van de stukjes stokbrood leeg gegeten.
"Het lijkt wel een Frans restaurant", grap ik. Kaarsen, wijn en stokbrood.
"Het toetje" zegt Baks triomfantelijk en plaatst de volgende gang in het midden.
Ik herken een van de cadeautjes uit mijn rugzak. Op een bord liggen
dobbelsteentjes Hollandse kaas opgesierd met kaasprikkertjes en Hollandse
vlaggetjes. Het laatste restje wijn wordt uitgeserveerd en de hele familie
komt er bij zitten. Ik schiet in de lach. Een kostelijke tegenstelling. Een
Afrikaanse familie aan de Hollandse borrelhap. Iedereen proeft en hapt en
zelfs CoCo vindt de kaas lekker. Ik steek een kaasprikker in mijn haar. Dikke
pret. In de kortste keren kijk ik in het donker tegen een aantal glunderende
zwarte koppies aan, het kroeshaar opgesierd met rood-wit-blauwe vlaggetjes.
Write your reply to:
Copyright ziklies@dds.nl