Min of Meer Malta
een tocht in het teken van weer en wind
Deel 4
De dag begint somber en nat. De wind giert. We maken de balans op. Het grootzeil is uit de rails gelopen en twee zeilen zijn gescheurd. Er speelt een tijdsprobleem voor iedereen. Zaterdag op Malta aankomen is uitgesloten. Verplichtingen in Nederland roepen. De plannen moeten worden veranderd. De schipper en maat gaan op zoek naar een zeilmaker. De rest trekt de stad in op zoek naar mogelijkheden om terug te reizen.
Mahon is een toeristisch stadje, zonder toeristen. De natuurstenen bestrating glimt in de regen. De eenzame voorbijganger zoekt beschutting. Palmbomen buigen hun hoofden naar een kant. De vertrekhal van de veerpont is leeg. In het café zitten nog twee gestrande toeristen stapels kranten te lezen. De jongen achter de balie van de Tourist Information heeft nog geen zin. Bij het reisbureau is alleen informatie te krijgen over hoe je naar Spanje kunt komen. Een vlucht naar Italië of Malta is er niet.
Bij terugkomst valt mijn oog op een pamflet dat op de boot hangt: CREW WANTED for MALTA. Het voelt bijna aan als verraad. Fred en Ineke blijven hier tot zaterdag en vliegen dan terug. Wim heeft een ticket voor woensdag, via Barcelona naar Amsterdam. Alleen ik heb nog geen definitieve beslissing genomen. Mijmerend zit ik op het achterdek. Strelend laat ik mijn ogen glijden over de railing, de lijn van het schip volgend. Ik voel me hier goed. Ik kan nog geen afscheid nemen.
De hele nacht lig ik te draaien in mijn bed. Telkens zie ik weer het affiche: CREW WANTED for MALTA. Rekenen en afwegen. Een paar dagen Barcelona of toch richting Italië? En mijn terugticket van Malta naar Amsterdam? Ik moet daar zondag zijn. En als het schip dinsdagavond vertrekt? Naar Barcelona betekent opgeven. Maar blijven betekent een zeer grote kans dat ik niet op tijd thuis ben. Barcelona is toch ook wel leuk?
In de ochtend zijn de zwaarste wolken weg. De zon breekt weer door. Mijn besluit valt. Ik kies voor onzekerheid en monster aan. Dankbaar wordt mijn aanbod aanvaard. Het schip trekt veel aandacht. Regelmatig blijft er iemand dromend het pamflet lezen, maar loopt dan toch door. Met een etentje en veel wijn nemen we afscheid van het restant van de groep. Er hebben zich geen nieuwe bemanningsleden aangemeld en zo varen we woensdag ochtend in alle stilte uit. Op de kade staan drie mensen te zwaaien. Op het schip zwaaien drie mensen terug.
Op open zee staat een zeer zware deining. 'Nog van de storm' zegt Sabine, 'we zijn niets te vroeg vertrokken.' We moeten nu met z'n drieën de wachten verdelen. De weervoorspellingen beloven ons steeds zuidwest maar de wind heeft zijn eigen gedachten hierover. Dus motoren. Maar de zon maakt veel goed. Het langzame leven wordt weer hervat. Een passerend schip is een welkome afwisseling. De deining wordt minder.
Beroering. We hebben beet. De vislijn wordt binnengehaald en vol verwachting kijk ik toe. 'Het is een tonijn', weet Sabine zeker. Jazeker, een flinke tonijn wordt tegenstribbelend aan boord gehesen. Iedereen denkt gelijk aan Fred, die al zijn tijd aan boord bezig is geweest om tonijn te vangen en nu met lege handen is achtergebleven op Menorca. Dit had hij moeten zien. De vistechniek van Sabine heeft gewerkt.
De wind blijft uit oostelijke richtingen komen. Ik slaap zalig maar het is ook heerlijk om alleen achter het roer te staan en de macht over het schip te voelen. De nacht wordt stilletjes verdreven door de dag. De ochtend heeft zijn eigen wolkentekening. Maar de zon neemt langzaam zijn positie weer in. De wind steekt opnieuw op. Zuidoost, hij kan het niet laten. We moeten de zeilen weer hijsen. Creatief met zeil: de schoener dient als fok, en de Fischerman wordt omgedraaid en komt op de plek van de schoener en de stormkluiver mag ook dienst doen. De gieken liggen doelloos op het dek. Het zeilt, maar ik ben benieuwd hoe dat er van een afstandje uitziet.
's Middags is er al land in zicht: Italië,
Sardinië
. We hebben een behoorlijk tempo gemaakt. Langzaam word ik al zenuwachtig. Hier zal ik van boord stappen en mijn eigen weg gaan. Een land dat ik nauwelijks ken, een taal waarvan ik geen woord spreek en nog twee dagen om in Malta te komen. Ik heb geen kaarten of reisboekjes. Alles wat aan boord is over Italië wordt bestudeerd. Het liefst wil ik per boot reizen. Op grote overzichtskaarten worden wel bootverbindingen aan gegeven, maar hoe vaak ze gaan en hoe lang die reizen duren is onbekend. Moet ik ook nog van zuid naar noord Sardinië om in een grote stad met verbindingen uit te komen? Sabine helpt me en tovert nog meer boekjes te voorschijn. In een tijdschrift over Malta staat een advertentie van een veerboot tussen Malta en Sicilië. Het is nu laagseizoen en er gaat alleen op zaterdag een boot. Zaterdagavond om 22.00 moet ik op Malta zijn voor mijn vliegtuig. Dat zou ik kunnen redden met de boot van 6.30 vanuit Catania, Sicilië. Ik schrijft zo veel mogelijk informatie over in mijn dagboekje. Meer kan ik niet doen.
We varen al een tijd onder de kust en langzaam komt de klif inzicht waarachter de haven ligt van onze bestemming. De zon is al weer aan het zakken. Het avondeten wordt vroeg geserveerd: vers gebakken tonijn. Langzaam draaien we de baai in. Alles is verlaten. Geen bebouwing, geen dorp of stad. Een weg waarop af en toe een auto rijdt. Aan de overkant van de baai een hotelcomplex in vervallen staat. Weinig leven. Er dobberen een paar bootjes in de haven. Dit is
Port Teulada
. Een haventje in niemandsland. Het dorp ligt 8 kilometer landinwaarts. Niemand weet waarom deze haven er is. Het schemert en mijn hart bonkt. De paar auto's die er stonden gaan huiswaarts.
Het is donderdag avond, nog 50 uur om Malta te bereiken. Wat staat me hier allemaal te wachten? Hoe zal ik het aan pakken? Maar gaan lopen en proberen een lift te krijgen? Mijn rugzak staat ingepakt. Ik ben klaar voor het avontuur. We leggen aan.
Ga terug naar de badkamer
Ga terug naar Liesbet's Atelier
Ga naar buiten
Write your reply to:
Copyright ziklies@dds.nl