Cybercjaais Banner

Het verhaal van Schijten Wally


Op een dag in Mei zat Schijten Wally zoals gewoonlijk op zijn plee te schijten. Met een onderbroek op zijn hoofd zat hij daar een boekje te lezen. Plotseling sprong hij op en liep het bos in om wat te gaan halen. Toen hij eenmaal in het bos aan was gekomen, wist hij niet meer wat hij daar kwam doen. Schijten Wally stond met zijn broek op zijn enkels perplex te wezen en hij krabde zich onder de onderbroek op zijn hoofd. " Wat kom ik hier doen ?" vroeg hij zich af. Hij keek om zich heen om te kijken of hij iets vond wat zijn geheugen een hint zou kunnen geven over wat hij daar kwam doen.

 

Een eindje verderop stond er een man met een arm voor zijn ogen tegen een boom geleund. Hij stond te tellen. Toen hij bij tachtig was ging hij ineens verder met het getal honderd. Het was duidelijk dat de man vals speelde, en hij had dan ook een uniform van parkeerbeheer aan. Ineens deed de man zijn ogen weer open en riep " Ik kom !" Hij zag Schijten Wally daar staan met zijn verdwaasde blik en de onderbroek op zijn hoofd. Schijten Wally had inmiddels zijn boek alweer opgehesen, maar hij bleef er toch vreemd uitzien. De parkeerbeheerder holde op hem af en greep hem bij zijn onderlip. "Wie ben je en wat moet je hier ?" gilde de parkeerbeheerder. "Ik weew weh wied weer" probeerde Schijten Wally . "Leugens" krijste de parkeerfascist en batste hem een paar keer hard met zijn kop tegen een iep. Schijten Wally was erg verbaasd dat hij echt niet meer wist wat hij nou kwam doen in dat bos. De parkeerwachter was inmiddels harde schoppen aan het geven in het achterste van Schijten Wally. "Wat vervelend nou", dacht deze "Ik weet het echt niet meer". De parkeerwachter zag paars van woede. Deze parkeerwachter, Jan Slasaus genaamd, was namelijk zijn hele leven machteloos geweest. Thuis had hij nooit ene moer in te brengen gehad en op school moest hij ook gewoon z’n bek houden. En omdat hij niet gehinderd werd door enige intelligentie was hij maar parkeerwachter geworden. Zo had hij toch het gevoel dat hij belangrijk was. Ja, lieve kindertjes, macht in de handen van de onmachtigen is een gevaarlijk goedje. Hij ging zich te buiten aan wilde variaties om Schijten Wally op diens flikker te geven, maar zonder effect. Schijten Wally probeerde zich alleen maar te herinneren wat hij nou precies in het bos kwam doen. Jan Slasaus werd er helemaal gek van dat hij absoluut geen indruk maakte op deze malloot met een onderbroek op zijn hoofd. Uiteindelijk ging hij aan een tak hangen om deze af te breken om mee te slaan, zoals alle primaten gereedschappen gebruiken om dingen op te lossen. De tak brak af, en daarmee ook het wespennest, dat Jan Slasaus in al zijn botheid gemist had. Wilde woeste wespen werden de wijde wereld in geslingerd. Nou zijn wespen erg op hun rust gesteld en was Jan Slasaus het zuurtje. Ze staken hem waar ze konden en de parkeerwachter zette het op een lopen. Het laatste wat van hem gezien is, was dat hij met een grote boog in een vennetje verdween aan de rand van het bos.

 

Ooh ja ! Riep Schijten Wally plotseling. "WC papier, dat was op !". Blij dat hij het zich herinnerde ging hij op weg naar de plaggenhut waar de Heuvelmans Pleerollerama Winkel was. Hij kocht daar een gezinsverpakking poeplint en hij nam meteen een folder van Sphinx mee, om de nieuwe modellen closetpotten te bekijken. Opgewekt ging hij terug naar huis om eens goed te gaan kakken.