Cybercjaais Banner

REX SYNCHRO EN DE GEMENE GOUDVIS.

 


Onze superheld Rex Synchro uit het heelal was gaar. Vreselijk gaar. Dus, vond hij, moest hij maar met vacantie. Eerst ging hij met zijn spacelab langs bij z'n moeder. Rex' moeder was een dementerend oud krakje dat de hele dag op hem liep te kankeren. Onze superheld uit het heelal werd daar knettergek van en daarom ging hij maar een cruise boeken bij reisbureau Helibel in Kolsteeg aan de Emmer.

En zo geschiedde, binnen enkele uren bevond Synchro zich aan boord van het motorschip Trekeend IV onder kapitein Wilgenkrater van rederij Blop van Mostert uit Schubbeloo. Eigenlijk was reisbureau Helibel een kutreisbureau, want de Trekeend IV was een sleepboot op weg naar een klus in het Caribisch gebied en helemaal geen cruiseschip zoals in het liederlijke foldertje stond. Maar, dat mocht de pret niet drukken want Rex was met vacantie en fladderde met zijn capeje heen en weer over het voordek. Kapitein Wilgenkrater moest helemaal niets hebben van de rare snuiter die hij nu ineens aan boord had en hield hem scherp in de gaten. Vloekend draaide hij nog maar een zwaar shakkie en loerde vanaf de brug naar Synchro die achter meeuwen aan aan het rennen was.

Eigenlijk vond Synchro het maar een saai tochtje. Hij had alle infantiele ongein die hij kon bedenken al uitgehaald en lag nu aan dek aan zijn teint te werken. Kapitein Wilgenkrater was blij met de rust. Plotseling stak er aan de horizon iets oranjigs uit het water. Het was een haai, die ooit aanwezig was geweest bij een proef met het afschuwelijke vernietigingswapen " Hi - There II " waardoor hij tien keer zo groot was geworden en helemaal oranje. Nu heeft een haai normaal geen naam, want als je een haai roept, dan komt hij toch niet, maar voor de duidelijkheid zullen we de haai in kwestie maar " Hap-Slik-Koekepan " noemen. Hap-Slik-Koekepan was een beetje in de war van het experiment met het afschuwelijke vernietigingswapen, dus hij vergiste zich wel eens. Soms vrat hij per ongeluk een olietanker op en was dan een week aan de schijterij of botste hij tegen een boorplatform wat daarna dan helemaal krom was, maar hij bedoelde het verder goed hoor.

Hap-Slik-Koekepan dacht in de Trekeend IV een leuk speelkamaraadje te zien en zwom vrolijk spartelend op de sleepboot af. Kapitein Wilgenkrater zag dat en schrok zich de vellen. " AAAAARG " riep hij en spoog zijn shakkie tegen het plafond van de stuurhut. " Die gemene goudvis gaat mijn schuit naar de kelder jagen ! " In paniek rende hij om zijn kaartentafel heen. Kapitein Wilgenkrater was al een paar jaar kapitein op de Trekeend IV en dat was helemaal niet zo'n super geweldig bootje, maar het was zíjn bootje en dus wilde hij koste wat kost het schip redden. Intussen had Hap-Slik-Koekepan de Trekeend IV op zijn neus genomen en balanceerde haar hoog boven de golven. Synchro vond dit nog beter dan bunji-jumpen en joelde van pret. Met een daverende klap liet de gemene goudvis de Trekeend IV op het water stuiteren.

Kapitein Wilgenkrater holde naar de reling en begon Hap-Slik-Koekepan uit te schelden voor de rotste vis die je je kunt voorstellen en hij smeet van allerlei rotzooi naar onze goudvis die geen hol begreep van al deze vijandigheid.

" En laat je hier niet meer zien " Gilde Kapitein Wilgenkrater naar Hap-Slik-Koekepan, die zielig omkeek terwijl hij wegzwom. " Zo, die zien we nooit meer terug, Hèhèhè " giebelde Kapitein Wilgenkrater.

Rex Synchro vond het helemaal niet lief wat Kapitein Wilgenkrater daar gedaan had en kwam verhaal halen. Omdat Kapitein Wilgenkrater niet naar Synchro wilde luisteren gaf Synchro hem maar een harde pets op zijn pan, want naar superhelden moet je altijd luisteren ook al zijn ze dan met vacantie. Vanaf toen was er ruzie aan boord van de Trekeend IV. De enige die nog tegen Synchro wilde praten was Iñigo Beronagogui, de Baskische scheepskok die benedendeks een kantine dreef.

De volgende morgen was Rex pap aan het eten in de kantine van Beronagogui. Het was zonder twijfel de vieste pap die Synchro ooit door zijn strot had gewurgd, maar het was alles wat er was. Rex vond het nog steeds jammer van de goudvis, want dat bracht tenminste leven in de brouwerij. Kapitein Wilgenkrater zat ondertussen onbedaarlijk te schijten op de roestvrijstalen pot in zijn hut. Hij was de astronomisch hoge rekening van tandarts Vijltje aan het bekijken, die uit het ziekenfonds was geschopt. Daar werd Kapitein Wilgenkrater nog chagrijniger van dan hij van nature al was. Plotseling maakte het schip 45º slagzij. Kapitein Wilgenkrater bevond zich ineens achter de stortbak, glinst'rend in de ochtendstront en Synchro's pap in de kantine vloog door de lucht en overal naartoe. Rex vond dit wel lollig en maakte een glijbaantje van de pap op de vloer en gleed daarop heen en weer terwijl het schip als een spastische mazurkadanser rondtolde. Kapitein Wilgenkrater Kwam scheldend aan dek om te zien wat er gebeurde en zag dat Hap-Slik-Koekepan met diens staart aan de Trekeend IV liep te kutten. Kapitein Wilgenkrater was buiten zichzelf van woede en begon met stookolie naar de goudvis te smijten.

Onze superheld Rex Synchro had wat stookolie in zijn haar gekregen toen hij in de mast aan het zwiepen was omdat hij zijn glijbaantje niet meer leuk vond. Rex werd hier erg pissig van en wilde Kapitein Wilgenkrater de nek omdraaien. Dat lukte heel slecht want het schip werd zo hard heen en weer geslagen dat iedere beweging onmogelijk werd. " Laat die vis met rust " riep Synchro . " Krijg de krampen ! " riep Kapitein Wilgenkrater en ging door met stookolie gooien. " Die vis is onwijs lief en hij wil alleen maar spelen " legde Synchro uit. " Gelul ! " antwoordde Kapitein Wilgenkrater " Die vis is kut en hij wil mijn schuit naar de kelder jagen ! " Tegen zoveel onbegrip kon Rex niet op en hij werd woedend van onmacht. Hij maakte zich zo kwaad dat zijn peristaltische systeem een druk van 1293,4 Bar opbouwde, met behulp van het slechte eten van de Baskische kok. Synchro's kringspier kon het niet meer aan. Nou is de kringspier van een superheld heel erg sterk, lieve lezertjes, maar dit was toch wel al te dol voor onze Rex Synchro, superheld uit het heelal. Rex liet een daverende scheet met wat harde stukken die de trekeend een soort straalaandrijving gaf zodat het schuitje met mach 5 over het halfrond knalde.

Hap-Slik-Koekepan was ineens weer zijn speelkameraadje kwijt en dat maakte hem niet boos maar verdrietig. Vele mijlen verder kwam de Trekeend IV tot stilstand. Synchro stond met grote verwilderde ogen op het achterdek en zijn maillot hing in reepjes aan zijn lijf. Zijn bordeaux-gele cape was ook al weggewaaid in het geweld.

" Godsamme-kut-Hellingproef-Kermis-Appeltaart " Mompelde een zeer verbaasde Rex, die ineens omhelsd werd door Kapitein Wilgenkrater die dacht dat Rex zijn schip had gered.

Dat was natuurlijk ook zo maar dat had Rex niet expres gedaan. " Pardon " zei Rex nog beleefd, maar Kapitein Wilgenkrater ging zijn dochter Snorrie halen, die hij verborgen voor de buitenwereld in het ruim hield, om Rex drie dagen en nachten te pijpen uit dankbaarheid. Rex schrok zich de klere toen hij haar zag want ze was net een kikker en alle kikkers zijn kruidetuinen. Dagenlang holde Snorrie Rex over het dek achterna. En 's nachts op een oceaan daar ver vandaan kan je het angstaanjagende gehuil horen van een gemuteerde oranje vis die zich de pestpokke verveelt en door iedereen die hij tegenkomt verkeerd word begrepen.

 

 

 

 

 

ZeCjaais, San Seb I-1995.