Hoofdstuk 15
Lezen

In dit hoofdstuk: vraag 6

Toen Martijn de volgende dag bij Mayanda aanbelde, vroeg hij zich af of ze alleen thuis zou zijn. Dat bleek niet het geval: een blond meisje van een jaar of drie deed open. 'Mama, mama' roepend schoot ze de gang in. Even later keek ze vanaf de arm van haar moeder een beetje angstig maar toch nieuwsgierig hoe ze elkaar begroetten.
"Lyanne, zeg eens even netjes gedag!"
Het kleintje peinsde er niet over.
"Ze is een beetje verlegen, vooral tegenover mannen," verontschuldigde Mayanda zich. "En een opgedrongen zoen is het ergste wat haar kan overkomen. Zelfs wij mogen haar niet zomaar knuffelen. Alleen als ze het zelf wil, hè, kleine troel?" Ze gaf haar plagerig een kusje, dat er meteen werd afgeveegd. Ze liepen naar een rommelige maar gezellige woonkamer.
"Maak het je gemakkelijk, Martijn. Ik heb net thee gezet. Wil je?"
"Lekker." Hij keek nieuwsgierig in het rond.
"Lyanne mag de koekjes uitdelen," zei Mayanda.
Het meisje pakte blij de trommel uit de kast, gaf netjes eerst de grote mensen en nam er toen pas zelf een. Daarna ging ze tevreden knabbelend met een garage spelen.
Mayanda pakte een stapeltje papier van het bureau.
"Dit is het deel van het dagboek waar jij in voorkomt. Neem er maar rustig de tijd voor. Ik wil toch nog even dit jasje afmaken."
Ze zette zich aan de grote tafel achter de naaimachine, terwijl Martijn zich op de bank achterover liet zakken.
Lyanne ging op in haar spel, haar moeder verdiepte zich in haar naaiwerk en hij richtte zich op het dagboek.
Een handgeschreven boekje was een stuk romantischer geweest, bedacht hij terwijl hij de computervellen schikte. Maar al snel was hij geheel in beslag genomen door Mayanda's gedachten. Ze omschreef hem als een intelligente maar wat naïeve jongeman, die probeerde zijn gevoelens te controleren zonder te beseffen dat hij zich verraadde bij elke beweging die hij maakte. Het viel hem op dat hij er zo rustig onder bleef. Voorheen had hij kritiek altijd weggewoven of genegeerd. Of hij was kwaad geworden in de vaste overtuiging dat de ander niet goed bij zijn hoofd moest zijn. Er veranderde echt iets. Hij raakte zelfs niet in verwarring.
Af en toe herlas hij een stukje, zodat het lang duurde voordat hij de laatste alinea bereikte: 'Ik verwacht dat als Martijn dit leest, hij beter in staat is om een verband te leggen tussen zijn manier van denken, zijn gevoelens en zijn lichaam. Het is niet de spiegel die vervormt en het is ook niet Martijn.'
Dat laatste snapte hij niet. Hij keek op en zag dat Mayanda bij Lyanne op de grond zat te spelen.
"Ik heb het gelezen," zei hij.
Mayanda keek op. "Ik zie dat de spiegeling je niet al te zeer in de war heeft gebracht. Alleen je thee ben je vergeten. Ik ga wel even nieuwe zetten."


Naar: hoofdstuk 16

Terug naar: begin van dit hoofdstuk