Hoofdstuk 13
Krokodillen vangen

In dit hoofdstuk: vraag 5

"Probeer me nou eens duidelijk te maken hoe ik me jouw bewustzijn moet voorstellen."
Martijn waste af en Mayanda droogde.
"Dat kan ik wel doen, maar het probleem is dat je het toch niet zult begrijpen." Ze hield haar handen even stil. "Bewust zijn komt in een flits, na het loslaten van alle zekerheden. Als je dat bewustzijn eenmaal hebt herkend, is het mogelijk om het vaker naar voren te halen en wordt het steeds makkelijker om het langere tijd vast te houden. Hoewel dat ook niet zo eenvoudig is. Maar op zich helpen al deze woorden je niet veel verder, omdat erover nadenken niet genoeg is."
"Wat moet er dan gebeuren?"
"Als je blijft zoeken, kom je er misschien achter. Want echte kennis komt niet zo maar aanwaaien, ook al ligt het in principe zo voor het grijpen. En wantrouw een ieder die zegt dat hij de waarheid gevonden heeft."
"Maar dan zou ik jou ook moeten wantrouwen, want jij hebt ook overal een antwoord op."
"Klopt. Je moet niets kritiekloos van mij aannemen." Ze zette het laatste glas op de tafel en hing de theedoek over een stoel.
Martijn wrong de vaatdoek uit. "Je maakt het me wel moeilijk hoor! Ik ga steeds meer twijfelen aan alles wat los en vast zit."
"Dat is wel de goede weg. Multatuli zei 'Niets is geheel waar, en misschien zelfs dat niet'."
"Je bedoelt, dat als je alles onzeker maakt, er een nieuw soort zekerheid kan ontstaan?"
"In je hoofd kun je me aardig bijbenen. Nu nog het gevoel erbij," en ze gaf hem plotseling een flinke duw.
Martijn schrok zich lam, herstelde met veel moeite zijn evenwicht en keek verwilderd naar Mayanda: "Wat doe je nou?!"
"Ik ga krokodillen vangen," zei ze lachend.
"Hè? Wat bedoel je?"
"Vertel het zelf maar eens, zonder woorden."
"Zonder woorden? Maar..."
Mayanda legde haar vinger op haar lippen.
Martijn voelde zich opgelaten, maar hij wilde zich niet laten kennen. Hij staarde een tijdje in het vuur. Toen draaide hij zich naar Mayanda en gaf haar voorzichtig een zetje. Ze trok vragend haar wenkbrauwen op. Nu duwde Martijn wat harder, maar Mayanda had zich schrap gezet. Ze keken elkaar nu recht in de ogen. Opeens begreep Martijn iets van wat ze bedoelde. Hij pakte haar stevig beet en smeet haar bijna in een stoel. "Zo," zei hij, "Dit is in ieder geval waar gebeurd."
Hij nam Mayanda bij de hand en trok haar rustig omhoog. "Dit bedoelde je, hè?" vroeg hij terwijl hij haar met een bedachtzame glimlach aankeek.
"Niet aan daarnet denken, maar steeds aan nu. Alleen nu is van belang, altijd en overal."
Ze pakte haar jas en zei: "Bedankt voor het heerlijke eten."
Ze kuste hem stevig op zijn wang. En ze was weg voordat hij het goed en wel besefte.


Naar: hoofdstuk 14

Terug naar: begin van dit hoofdstuk