Bedrijfshulpverlening (BHV)

Inleiding

De werkgever moet in overleg met de werknemers(-vertegenwoordiging) voorzieningen treffen, maatregelen nemen en één of meer werknemers aanwijzen voor het uitvoeren van de volgende taken:
  • eerste hulp bij ongevallen;
  • het bestrijden van brand;
  • het in noodsituaties evacueren van werknemers;
  • communicatie met hulpverleningsorganisaties;

Uitleg

De werkgever moet bij het inrichten van de bedrijfshulpverlening in zijn arbeidsorganisatie rekening houden met een groot aantal factoren, die hieronder nader worden toegelicht. Het ligt daarom voor hand dat de werkgever zich op dit punt laat adviseren door zijn arbodienst.

In bedrijven met minder dan 15 werknemers mag de werkgever zelf als bedrijfshulpverlener optreden, mits hij beschikt over voldoende deskundigheid, ervaring en uitrusting.

Het doel van deze verplichting is de direct nadelige gevolgen voor werknemers van ongevallen en brand zoveel mogelijk te beperken. Om dit te bereiken moet de werkgever voldoen aan de volgende eisen:
  • de organisatie van de BHV en daarmee tevens het aantal BHV-ers, hun opleiding, bereikbaarheid, beschikbaarheid, uitrusting en geoefendheid en de middelen en voorzieningen ten behoeve van de BHV moeten zodanig zijn dat de taakvervulling op het gebied van BHV onder alle omstandigheden gewaarborgd is;
  • de werkgever moet de BHV zodanig organiseren dat binnen enkele minuten na het plaatsvinden van een ongeval de BHV-taken op adequate wijze kunnen worden vervuld en dat na aankomst van (professionele) hulporganisaties deze op adequate wijze kunnen worden bijgestaan (de voorpostfunctie);
  • als er risico's zijn voor de veiligheid of gezondheid van andere werknemers in de nabije omgeving van het bedrijf, dan moeten de betrokken werkgevers zodanige organisatorische maatregelen op het gebied van de BHV nemen, dat de betrokken BHV-ers bij een ongeval over en weer bijstand kunnen verlenen;
  • een goede communicatie en afstemming met de parate externe hulpverleningsorganisaties moet zijn gewaarborgd;
  • als werkgevers voor de uitvoering van hun BHV-taken gezamelijke bedrijfshulpverlening organiseren, dan moeten de afspraken daarover schriftelijk worden vastgelegd. Deze afspraken mogen overigens niet inhouden dat een werkgever de bedrijfshulpverlening volledig uitbesteedt.

Ook ten aanzien van de bedrijfshulpverlening geldt dat de werkgever "zorg op maat" moet leveren. Bij het vastellen van het aantal aan te wijzen werknemers, hun deskundigheid en de ter beschikking te stellen hulpmiddelen moet derhalve met de volgende factoren rekening worden gehouden;
  1. de aard, de grootte en de ligging van het bedrijf;
  2. de aanwezige risico's en de ongevallen die zich kunne voordoen;
  3. het redelijkerwijs te verwachten aantal aanwezige werknemers en derden, en de tijdstippen waarop zij aanwezig zijn dan wel plegen te zijn.
    Het arbeidspatroon kan bijvoorbeeld bepaald worden door ploegendiensten of door seizoenarbeid. Bij derden kan gedacht worden aan de aanwezigheid van schoonmaakploegen in de avonduren, aan werknemers van contractors/subcontractors c.q. onderaannemers, leerlingen en studenten, patiënten, maar ook aan bezoekers van bijvoorbeeld musea en warenhuizen;
  4. het redelijkerwijs te verwachten aantal personen dat zich bij een ongeval niet zelfstandig in veiligheid kan brengen (denk aan gevangenissen, ziekenhuizen of verpleeghuizen);
  5. de opkomsttijd en mogelijkheden van de brandweer en andere hulpverleningsorganisaties;
  6. de organisatorische maatrgeelen die in het kader van de arbozorg zijn genomen;
  7. de mogelijkheid om met andere arbeidsorganisaties samen te werken;
  8. de inschakeling van externe deskundigen.

De wijze waarop de bedrijfshulpverlening is georganiseerd moet schriftelijk zijn vastgelegd en op een begrijpelijke wijze aan de werknemers bekend gemaakt worden. Aangeraden wordt om dit te doen door middel van het opstellen van een bedrijfsnoodplan.

Opleidingen en oefeningen

De overheid stelt als algemene eis ten aanzien van BHV-ers, dat zij zodanig moeten zijn opgeleid dat zij de BHV-taken naar behoren kunnen vervullen. Ook hier is het "zorg op maat-beginsel" van toepassing (zie hierboven genoemde factoren a t/m h).
Indien de risico's gering zijn, is veelal een eenvoudige opleiding over hoe te handelen bij brand en ongevallen toereikend. Zijn de risico's groter dan zullen de bedrijfshulpverleners adequate opleidingen moeten volgen. Daarbij kan gedacht worden aan een EHBO-opleiding of een opleiding tot brandwacht of een gecombineerde opleiding tot bedrijfhulpverlener. Voor bedrijven met nog grotere risico's kunnen zelfs deze opleidingen niet voldoende zijn en zijn meer gespecialiseerde opleidingen nodig. Ook voor nader advies over de vereiste deskundigheid op dit gebied kan de werkgever terecht bij zijn arbodienst.
De werkgever is verplicht om de bedrijfshulpverleners deel te laten nemen aan herhalingscursussen, oefeningen of andere activiteiten zodat hun kennis en vaardigheden op het vereiste niveau gehandhaafd blijven.

Aantallen BHV'ers

Het aantal bedrijfshulpverleners is afhankelijk van de hierboven genoemde criteria. De overheid heeft echter wel minimumvoorschriften op dit gebied vastgesteld.
Minimaal moet op een locatie het volgende aantal bedrijfshulpverleners aanwezig zijn:

Locatie < 15 werknemersten minste één bedrijfshulpverlener, maar de werkgever mag zelf als bedrijfshulpverlener optreden, mits hij beschikt over voldoende deskundigheid, ervaring en uitrusting
Locatie tot 50 werknemersten minste één bedrijfshulpverlener
Locatie tot 250 werknemersten minste één bedrijfshulpverlener per 50 werknemers
Locatie vanaf 250 werknemersten minste vijf bedrijfshulpverleners

In een locatie met meer dan 250 werknemers dienen ten minste vijf bedrijfshulpverleners aanwezig te zijn. Bij het bepalen van het preciese aantal BHV-ers kan een 2% norm als vuistregel worden gehanteerd. Dat wil zeggen steeds 1 BHV-er per 50 aanwezige werknemers. Boven 1000 aanwezige werknemers kan gedacht worden aan een 1% norm (1 op de 100).
Bij het bepalen van het aantal werknemers moet rekening worden gehouden met het aantal werknemers en personen dat normaal gesproken in een bedrijf of inrichting aanwezig is, indien veel met losse arbeidskrachten of seizoen-arbeiders wordt gewerkt dienen deze meegeteld te worden. Het gaat er tenslotte om dat alle aanwezige werknemers en personen snel en goed geholpen worden in geval van ongeval of brand. Indien 's nachts wordt gewerkt dienen er adequate voorzieningen getroffen te worden om ook dan in het geval van een ongeval of brand de juiste stappen te kunnen nemen.
Afhankelijk van de factoren die hierboven zijn genoemd, moet nagegaan worden of er meer bedrijfshulpverleners dan de minimum aantallen noodzakelijk zijn. Steeds moet worden gelet op een volledige vervulling van alle BHV-taken, ook bij vervanging en specialisatie.

Voor opleidingen, voorlichting en ondersteuning bij het maken van een bedrijfsnoodplan kunt u terecht bij: