Mijn geloof

Inhoud

Voorwoord
- definitie
Het begin


Voorwoord

In dit schrijven probeer ik onder woorden te brengen wat ik geloof en waarom.
Ik verval waarschijnlijk een aantal keer in een 'christelijke term'. Als je zoiets niet begrijpt, stel daar dan alsjeblieft een vraag over.
Ik maak gebruik van enige 'inlegkunde', dingen die misschien niet letterlijk zo in de Bijbel staan (hoewel ik probeer geen dingen te zeggen die door de Bijbel tegengesproken worden), dus plaats gerust een kritische noot.
Verder zal ik enige dingen uit de Bijbel citeren. Die kun je dus nalezen. (OT = Oude Testament, eerste gedeelte van de Bijbel voornamelijk over het volk, Israel. NT = Nieuwe Testament, voornamelijk vanaf de geboorte van Jezus, tot aan de eerste jaren van onze jaartelling (ongeveer 70 n.Chr.)
Onthoudt ook mijn definitie van 'geloof':
(Uit de Bijbel, Hebreeen (NT) 11, vers 1:) Het geloof is de zekerheid van wat men hoopt, de overtuiging van wat men niet ziet.

Enige achtergrond bij dit verhaal is wellicht handig: ik ben opgegroeid in een christelijk gezin, waar ik wekelijks van jongsaf aan meeging iedere zondag naar een kerkdienst (2x). Dit doe ik overigens nog steeds.
Daarnaast heb ik niet een 'grote bekering' gehad ofzo, zoals je wel eens kunt zien of horen bij de EO, of van een bekend persoon. Wel heb ik op een gegeven moment heel duidelijk *voor* God gekozen.

Dan wil ik graag vertellen wat ik geloof. Ik hoop dat het *waarom* tussen de regels naar voren komt.
Ik raad je aan eerst het hele verhaal te lezen, en daarna te reageren op bepaalde gedeelten.

Het begin

Laat ik bij het begin beginnen (da's handig).
Ik geloof dat God er al was voordat er enig besef van 'tijd' was. God leefde en werd gediend door Zijn engelen. Uiteraard kan ik me maar moeilijk voorstellen hoe dit precies geweest moet zijn. Maar...
God wilde graag dat er personen, schepselen waren die UIT VRIJE WIL Hem wilde dienen. Daarom besloot Hij tot het maken van de aarde. Hij schiep de aarde, het heelal, ja alles wat wij in deze tijd nog steeds allemaal aan het ontdekken zijn.
Als kroon op zijn werk maakte Hij de mens, als beeld van Hemzelf. Deze mens blies Hijzelf adem in de neus, wat de mens onderscheidde (en onderscheidt) van de dieren. Alles was zo goed, dat God zelf zegt: 'Zie het was zeer goed' (Genesis, hoofdstuk 1, vers 31).

Ongeveer in deze tijd, maar dat kan ook eerder geweest zijn, dat doet er niet zoveel toe, gebeurde er nog iets anders. Iets waar de aarde en de mens in eerste instantie niet zoveel van merken. Later echter des te meer.
In de hemel, de woonplaats van God, is er namelijk een engel die in opstand komt. Deze engel is een van de belangrijkste engelen die er geschapen zijn, hij is continue in de tegenwoordigheid van God. Het is hem echter naar de bol gestegen en hij wil nog hoger klimmen dan God hem gesteld heeft. Aangezien hij al een van de hoogste, zo niet de hoogste engel is, betekent nog hoger, de troon van God zelf. Hij wil gelijk worden aan God. God kan dit als vanzelfsprekend niet toestaan en moet hem hiervoor straffen. Hij (God) werpt hem in de uiterste hoek van Zijn rijk (voor zover er een 'uiterste hoek' aan het rijk van God te vinden is).
De engel zweert echter wraak en weet een leger van engelen over te halen om in de opstand tegen God te helpen. Deze strijd is onderwerp van heel wat geschiedenissen in de tijd van de Bijbel, en ik geloof ook van de tijd waarin jij en ik hier en nu leven.
Deze engel noemen we wel 'Satan', of 'Duivel'. Andere namen zijn 'Lucifer', of 'gevallen engel'. Ik zal in dit stuk 'Satan' gebruiken.

Satan heeft gezien wat God heeft gemaakt en dat dat 'zeer goed' is. Juist omdat hij zo'n hardgrondige hekel heeft aan alles wat maar enigszins naar God riekt, kan hij de mens (die een beeld van God is) niet luchten of zien. Toch: hij is listig en weet wat God graag wil, dat deze mens God *vrijwillig* dient. En hij heeft een plan:
Om God te treiteren zal hij ervoor zorgen dat de mens niet doet wat God gezegd heeft.

God heeft tegen de mens gezegd dat alle vruchten van de bomen en van het veld mochten worden gegeten; behalve van een (1) boom. God heeft erbij gezegd wat de straf is als zij toch van deze boom zouden eten: 'Ten dage, dat u daarvan eet, zult u voorzeker sterven.' Dat lijkt zwaar, maar bedenk dat God het 'spel' bedacht heeft en dus ook de 'spelregels' mag bepalen.
Satan weet door een slimme verleiding de mens ertoe te brengen juist van *deze* boom te eten. Deze boom wordt genoemd: 'Boom van kennis van goed en kwaad'. Nadat de mens van deze boom heeft gegeten zien zij (mens = man en vrouw) dat zij naakt zijn en realiseren zij zich dat ze 'kwaad' hebben gedaan; ze hebben vanaf nu kennis van goed en kwaad.

Nu heeft God verschillende eigenschappen die vaak met elkaar in tegenspraak lijken. Langzaam maar zeker hoop ik er een paar te noemen en door een voorbeeld uit te leggen.
God is rechtvaardig, dus als iemand straf verdient, dan zal die straf ook uitgevoerd moeten worden. God is echter ook liefde en genade, Hij houdt er absoluut niet van om te moeten straffen. Zeker niet als Hij van iets of iemand houdt. En omdat de mens de kroon is op de schepping houdt God onnoemelijk veel van dit schepsel. Op een of andere manier moet God nu een oplossing gaan bedenken die aan beide eigenschappen volledig dekt. Die oplossing heeft Hij gevonden.

Op het moment dat de mens 'zondigt' (= niet doet wat God graag wil dat hij doet) en eet van de boom, komt deze mens te sterven. Op dit moment namelijk verliest deze mens de mogelijkheid om 'eeuwig (met God) te leven' en sterft dus een 'eeuwige dood'.

In de hemel vindt er weer een gebeurtenis plaats. Nu van een heel ander soort. Er is nu Iemand die samen met God gaat werken aan dat plan. Deze Iemand is niemand minder dan Gods eigen Zoon.

Door dit plan is God in staat om de mens te laten leven op de aarde, ondanks dat die mens niet gedaan heeft wat God wilde. God laat aan de mens zien dat er echter wel bloed moet vloeien en slacht een dier (misschien wel meer), waarna hij de mens met de vellen van dit dier bedekt. Hier is sprake van het eerst offer uit de geschiedenis.

De mens krijgt nog meer te horen, hij moet uit die prachtige omgeving waarin hij was, en zal moeite moeten doen om in leven te blijven, hard moeten werken en ook de voortplanting zal met veel pijn en moeite gepaard gaan. En eens zal de mens het leven op aarde verliezen en 'tot stof terugkeren'.

Afijn. De geschiedenis gaat door. De mensheid groeit. En ieder mens dat na het eerste paar op aarde leeft doet opnieuw dingen die God niet wil. Ieder mens opnieuw zondigt. Totdat God het niet meer uit kan houden.
Net als een schoolmeester die het een hele tijd volhoudt als een klas oervervelend is, maar op een gegeven moment uit zijn slof vliegt, wordt God boos. En hoe.
Gelukkig zijn niet alle mensen zo kwaadwillend tegen God. Nee, een (1) persoon houdt samen met zijn gezin rekening met wat God gezegd heeft. Al zijn ze niet perfect en hebben ook zij hun fouten, ze proberen te leven zoals God dat wil.
Met deze man, Noach, gaat God een plan uitvoeren. Hij (God) heeft spijt dat Hij de mensen gemaakt heeft. (De geschiedenis staat in Genesis, hoofdstuk 6.) Na een periode van ongeveer 2000 jaar (dat kun je narekenen vanuit Genesis, hoofdstuk 5) van geschiedenis van de mensheid besluit God de gehele mensheid uit te roeien, behalve Noach.
Noach gaat een grote kist bouwen: ongeveer 135 meter lang, 22,5 meter hoog en 13,5 meter breed, met deze kist zal Noach veel dieren redden die anders om zouden komen in de straf van God. Uiteraard zal ook Noach in de kist moeten gaan met zijn gezin. Zo gezegd zo gedaan. Noach heeft ongetwijfeld regelmatig tegen zijn vrienden en familie gezegd waar hij mee bezig was, maar ze geloofden hem niet. Toen Noach klaar was kwamen van elke diersoort een mannetje en een vrouwtje aanlopen (of dat netjes in een rij was, zoals op veel plaatjes, ik denk het niet, maar ze kwamen!) en toen alles en iedereen in de kist van Noach was, die erin moest zijn, deed God de deur dicht. Het was te laat! Gods straf is nu onafwendbaar. En het gaat regenen en het water stijgt zelfs op uit de aarde. Zoveel water dat ieder plekje op aarde onder water komt, en alles wat leeft, behalve die bij Noach zijn, komt om.

Na verloop van een jaar kan Noach de kist weer uit en trekken ook de dieren de wijde wereld weer in. Maar, net als de schoolmeester zo vaak spijt heeft als hij weer eens streng heeft moeten zijn, heeft ook God spijt van zijn straf en belooft Noach dat de wereld niet weer door water zal vergaan. (Wat lijkt de mens toch op God, niet?) Als teken voor die belofte stelt God de regenboog.

De mensheid groeit opnieuw uit tot wat zij was. Vele volken ontstaan en velen doen opnieuw niet wat God wil. Opnieuw is er echter iemand die God wil dienen. God belooft deze man, dat zijn nakomelingen 'Gods volk' genoemd zullen worden. Deze man heet 'Abraham'. God belooft hem en zijn vrouw Sara een zoon. (Zij zijn ondertussen al redelijk oud, ruim 60 jaar.) Sara gelooft er niet meer zo erg in en zegt tegen Abraham dat hij maar een zoon moet 'maken' bij haar slavin. Wat Abraham doet: Ismael wordt geboren. Later krijgt Sara echter wel haar beloofde zoon, Isaak. Aan de laatste doet God dezelfde belofte als aan zijn vader Abraham.
De nakomelingen van Isaak zijn de Israelieten. Als nakomelingen van Ismael (en van de andere zonen die Abraham later nog kreeg) worden de overige Arabieren wel aangewezen, maar daar heb ik te weinig kennis van om je dit voor zeker te kunnen vertellen.

Ik geloof dat de 'zonde' van Abraham, zijn gebrek aan vertrouwen in God, zodat hij zelf voor nageslacht zorgde, het werk is van dezelfde Satan als in het begin. En diezelfde Satan laat de overige nakomelingen van Abraham nu nog steeds claimen dat *zij* het volk van God zijn. Vandaar de vele problemen in dat gebied. Vandaar dat God en Allah zo gevaarlijk veel op elkaar lijken. Vandaar dat ik geloof dat Allah (en de islam) een van de beste ideeen is van Satan, waarmee hij een heel groot deel van de wereldbevolking voor de gek houdt.

Ook het volk van God doet veel dingen die God niet wil en regelmatig moet God straffen. Op een gegeven moment stelt God een 'offerdienst' in. Als de Israelieten zondigen kunnen zij een dier slachten, dat dan de straf ontvangt die zij zelf verdient hadden.
Het voert te ver om de gehele geschiedenis van het volk van God hier te gaan verhalen. Je kunt dat allemaal lezen in de Bijbel, in de eerste vijf boeken van het OT.
Maar het volk deed niet altijd wat God wilde en regelmatig lezen we van Gods straffen en de genade die daarop volgt.
In het verdere van het OT kun je lezen hoe dit volk uitgroeit tot het machtigste (rijkste) volk van de toen bekende wereld onder koning Salomo. Uiteindelijk wordt dit volk in ballingschap weggevoert en later keren er slechts twee 'stammen' terug naar het gebied waar het huidige Israel zich bevind, de Joden.

Totdat...
God verder gaat met het plan wat Hij en zijn Zoon hebben gemaakt. Gods Zoon heeft namelijk gezegd: 'Ik wil het Offer zijn, dat voor *alle* mensen de straf betaald' (lees hiervoor eens in de Bijbel, het NT: Johannes, hoofdstuk 3, vers 16 en Hebreeen, hoofdstuk 10, vers 1 t/m 18).
Gods Zoon is mens geworden in de persoon van Jezus Christus (lees ook, in het NT, Johannes, hoofdstuk 1, vers 1 t/m 34). Zoals gezegd: als de mens fouten maakt (en wie doet dat niet?), moet daar straf op volgen; God is rechtvaardig. Maar God wil, omdat Hij liefde en genade is, eigenlijk de mens niet straffen. Dus heeft Hij een probleem.

Als je te hard rijdt met je auto, heb je, volgens de Nederlandse wet een boete verdient. Nu komt er een persoon naar je toe die tegen je zegt, dat hij alle boetes heeft betaald, zonder tegenvoorwaarde van welke vorm dan ook, van alle mensen die te hard rijden of hebben gereden. Uiteraard maak je daar dankbaar gebruik van (tenminste, zou ik wel doen). Er zullen echter een aantal mensen zijn die de boete zelf nog eens gaan betalen.

Jezus Christus heeft ongeveer hetzelfde gezegd. Hij heeft de straf al betaald voor alle mensen die fouten hebben gemaakt. Hij is namelijk, ondanks dat hij geen enkele zonde heeft gedaan, sterker, ondanks dat hij zelfs geen verkeerde GEDACHTE heeft gehad, toch gestorven. Hij was de enige Mens die dit niet had verdiend. God zou Hem tot een voorbeeld voor ieder ander mens hebben kunnen stellen en zeggen: 'Zie je wel, het kan wel!' Maar nee, Hij stierf en heeft daarmee ervoor gezorgd dat de mensen (inclusief jij en ik) niet meer hoeven te sterven (en hiermee bedoel ik de 'eeuwige dood').
Maar Hij heeft meer gedaan! Nadat Hij is gestorven, is Hij ook weer opgestaan uit de dood! Hiermee heeft Hij aan al die mensen, die zijn 'Offer' aannemen, niet alleen bevrijdt van de 'eeuwige dood', maar kan Hij hen bovendien 'eeuwig leven' geven!

Als die persoon die we al eerder zagen belooft alle boetes die je in het vervolg krijgt voor te hard rijden te zullen betalen, betekent dit dan dat je nu altijd maar te hard blijft rijden? Ik denk van niet. Je zult, denk ik, het aantal keren dat die persoon ook maar een (1) stuiver hoeft uit te geven voor een overtreding die jij begaat, tot een minimum proberen te beperken.

Zo is het nu ook met christenen. Een heleboel mensen denken dat zij dingen 'niet mogen' of 'juist moeten'. Nee, er zijn dingen die ik, als christen, liever niet, of juist 'liever wel' doe, omdat ik weet dat ik Hem daarmee een plezier doe die de straf van *al* mijn overtredingen (zonden) betaald heeft, Jezus Christus en Zijn Vader, God, mijn Schepper.


Ik hoop dat ik hiermee een klein beetje duidelijk heb gemaakt wat ik geloof en waarom ik dat geloof.
Als je vragen hebt, ben ik altijd bereid die proberen te beantwoorden. Persoonlijk denk ik echter dat je beter een christen in jouw eigen directe ('real life') omgeving kunt proberen te vinden.
Als je een Bijbel hebt, ga daar dan eens in lezen. Als je er geen een hebt, maar er wel een wilt hebben, stuur even een mailtje, dan kunnen we iets regelen.

Alphen aan den Rijn, augustus 1996
Roelof Santing

Alles uit bovenstaande tekst mag vrij worden gebruikt, gecopieerd en/of vermenigvuldigd, in welke vorm dan ook.


Laatst gewijzigd: 13 augustus 1996