Zwervende heidelibel Korenbouten [Libellulidae] Sympetrum fonscolombii  

  Waarnemingen:   Geen.  
  Verspreiding:   Vrij zeldzaam. Komt niet voor in het Gooi, maar wel bij de Loosdrechtse plassen. Mogelijk gezien in de siertuin van Gooilust in 2001.  
  Vliegtijd:   Van begin juni tot half september.  
  Biotoop:   Stilstaande, meestal ondiepe, zonnige plassen, poelen en sloten.  
  Gedrag:   Net uitgeslopen dieren zwerven over grote afstanden, en keren niet terug naar de plek van herkomst. de soort kan in een seizoen twee generaties hebben: de ene in mei, de andere in augustus. De tweede generatie overwintert als larf.
Mannetjes zitten graag aan de oever op planten of op de grond.
 
  Ei-afzet:   Deze libellen paren in de oeverbegroeiing, en zetten eieren in tandem af. Vrouwtje zet eieren dippend af op waterspiegel. Mannetje koppelt tijdens het eieren af zetten na verloop van tijd los, en ziet toe hoe het vrouwtje de klus klaart. Het vrouwtje kan meer dan 2000 eitjes afzetten.  
  Ontwikkeling:   Eieren worden afgezet in open water. De eieren en larven ontwikkelen zich zeer snel. De eieren overwinteren niet. De larven zijn winterhard. Maar ook bestand tegen de meest uiteenlopende soorten omstandigheden, extreme temperatuur verschillen en extreme waterkwaliteitsverschillen. De larven leven op en in de bodem en tussen de waterplanten. De larven zijn echte gravers, ze graven zich veel en vaak in. Bij warm weer komen de larven snel tot ontwikkeling.
Larf heeft geen stekels, alle andere heidelibelsoorten hebben larven met stekels.
Binnen drie maanden kan de volledige levenscyclus zijn voltooid, maar het actieve paringsseizoen is in Nederland vrij kort.
 
  Uitsluiping:   Uitsluipen gebeurt 's nachts op alles wat rechtop uit het water rijst: planten, muren, stenen. Enkele centimeters tot meerdere meters boven de waterspiegel. Vroeg in de ochtend zijn de imago's uitgehard.  
  Mobiliteit:   Invasiesoort, vooral op zuidwesten wind (ook de wind voor distelvlinders en gamma-uiltjes). Zwerver. Zuidelijke soort. Grote trekker en goede kolonisator.  
  Begeleiders:  
*Watersnuffel (Enallagma cyathigerum),
*Grote keizerlibel (Anax imperator),
*Bruinrode heidelibel (Sympetrum striolatum)

[Een * staat bij de aangetroffen soorten in en om 't Laegieskamp.]
 
  Verwisselbaarheid:  
  • Steenrode heidelibel (S. vulgatum)
    De Steenrode heidelibel heeft een zwarte, langs het oog omlaag lopende, oogstreep, en heeft een licht knotsvormig achterlijf.
    De Zwervende heeft meestal een grijsblauwe onderkant aan het oog, rood aangezette aderen op de vleugel, en geen knotsvormig achterlijf.
  • Geelvlekheidelibel (S. flaveolum).
    De Geelvlekheidelibel heeft opvallende gele vlekken op de vleugelbasis.
    De Zwervende heidelibel heeft een oranje basisvlek en meestal geel gestreepte poten.
 
  Foto's, zie:   http://www.ulstermuseum.org.uk/dragonflyireland
http://perso.wanadoo.fr/ramieres
 

werthof.home.xs4all.nl/libellen.html::
libellen::libellen=>korenbouten