Donderdag 31 maart 2005

David, Hebrew King and Psalmist, c. 1086 B.C.

Talkative, to say the least. Mijn goede vriend Ira Cohen (70), die mij in 1964 in Amsterdam opzocht om een misverstand met een Vlaamse drukker uit de wereld te helpen, maakte zijn opwachting, en heeft - als altijd - aan éen stuk door gepraat, van vijf tot elf uur, ook tijdens de Koerdische maaltijd.. Niet dat het ons veel kan schelen; als je er eenmaal op bent voorbereid, accepteer je dat maar al te graag, want uit zijn mond komen de mooiste verhalen, de smeuigste anecdoten, de meest verrassende opmerkingen en altijd zijn de woorden op hun plaats en heb je niet de indruk dat iemand je omver praat: gesprekken gaan over de onderwerpen die ook jou interesseren, en vragen worden luisterrijk beantwoord.
In Antwerpen heeft hij met René Franken goed contact gehad; zijn optreden was succesvol - hij betreurt het dat er geen audio- of video-opnamen gemaakt zijn, maar alla. Een nieuwe bundel poëzie verscheen bij Elik Press in Salt Lake City, Utah, 2004: Chaos & Glory.

Ira Cohen: Walking Hologram

If you break a hologram
on a glass plate,
every fragment will
contain the whole
In this fashion I suppose
every cell of my body
bears my face
every memory contains
my life's trajectory
In this way I am
actually, page by page,
line by line, word by word,
my own book walking
around in a world where
very few people can read.

Zo is het, regel voor regel. See you later, alligator!

Twee boeken aangekomen, die ik straks mee naar de tuin zal nemen, waar het echte handwerk ons wacht. Ten eerste het door Tessa van der Waals majestueus vormgegeven boek van Peter Hofman: Lichtschikkend en zingend: de jonge Lucebert, vorig jaar bij De Bezige Bij verschenen; voor mij zeer interessant door de openbaar gemaakte briefwisseling (onder meer met Frieda Koch), geschreven in mijn woning in Clichy, eind 1950, toen ik Lucebert leerde kennen. Hij was toen al de enigmatische persoon die hij altijd voor velen geweest en gebleven is. In zestien hoofdstukken, uitbundig in kleur verlucht, worden de jaren 1922 tot en met 1954 besproken, van Lubertus Jacobus, de vader, de zoon, tot aan de Keizer der Vijftigers, die zijn plek in de samenleving als dichter en schilder heeft gevonden.
Tot mijn verbazing werd mij december 2004 door de redactie van het eerbiedwaardige tijdschrift De Gids (sinds 1837) gevraagd of ik een stuk, geschreven voor het Gids-nummer Het pak van Sjaalman (november 1984) beschikbaar wilde stellen voor een boekuitgave, die ik nu thuis ontvang en die aanstaande zondagmiddag 3 april om 15 uur in het Haarlemse Teylers Museum feestelijk zal worden gepresenteerd: Trots en twijfel. Kopstukken uit de Nederlandse natuurwetenschap van de twintigste eeuw, onder redactie van Frans W.Saris en Rob Visser. Wat ik met dit illustere gezelschap te maken heb, moet ik nog uitvinden; ik heb er nog geen blik in kunnen slaan.
Ik ben er natuurlijk wel blij mee, aan de hand van een Multatuli-onderwerp te hebben kunnen schrijven over Sirius als middelpunt van een zonnestelsel. Dankje, Douwes Dekker, dankje, De Gids, dankje dag & nacht. Gegroet voor vandaag, Simon Vinkenoog.


 

Woensdag 30 maart 2005

Concordia, Salus et Pax (R.), Concord, Health and Peace

Edith al vroeg tuinwaarts: om half tien een afspraak met Fred, de loodgieter. Bij het ontsluiten van de waterleiding bleek gisteren een lekkage te zijn ontstaan. Een uurtje later (ik achtergebleven met koffie, krant en deze dagelijkse rek-en strekoefening) belt zij opgewekt, vanaf ons mobieltje, dat de operatie geslaagd is.
Als dit schrijven voltooid is, geef ik een seintje, komt zij me met de voiture halen en brengen wij inderdaad de rest van de dag in de ontluikende natuur door. Mooi woord: ontluiken, alsof de luiken zijn weggehaald en het licht weer naar binnen stroomt.
Groen licht als bodembedekker; kleurige bloemkopjes boven de grond: dat komt ervan, als je in het najaar bolletjes in de grond stopt, of die van voorafgaande jaren zich opnieuw vertonen. Rondom de clematis bij de ingang van Morgenland (tuin 23) zal ik een nieuwe bamboe-constructie moeten installeren; zie mij bezig met binddraad! Toch neemt Edith het merendeel van de tuinactiviteiten voor haar rekening - aan mij de taak op een bepaalde plek de heg te fatsoeneren.
En het liefst verdiept dit leesbeest zich in een boek. En ik weet ook welk boek ik straks meeneem naar de tuin (te zwaar om in bed te lezen): Geert Buelens' Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie, in 200l uitgegeven door Uitgeverij Vantilt, Nijmegen en de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in Gent.
1302 pagina's, jaja - ik ben gevorderd tot pagina 49 en maakte vijf pagina's aantekeningen. Ter verduidelijking een citaat van pagina 36:
"Zo zal Van Ostaijen - al dan niet postuum - een sleutelrol spelen tijdens zowat alle vernieuwingsbewegingen in de twintigste eeuw: de drietrap[sraket tijdens zijn eigen leven (humanitair-expressionistisch, nihilistisch-dadaïstisch, organish-kritisch-onthecht), de krachteloze injectie rond de Cahiers van de Waterkluis in de jaren dertig, de overbewuste diepte-analyse van Gilliams, de humanitaire reflex vlak na de Tweede Wereldoorlog (Van de Kerckhove, Walravens), de kritische herontdekking van een taalgoeroe in de jaren vijftig, de autonome geluksdichter bij De Roover, de luchtige goochelaar die met lege handen achterblijft bij Gils, de bijna volstrekt onthechte Zen-metafysicus bij Van Ruysbeek, de Peetvader van de Concrete Poëzie bij De Vree, de Moeder van alle dandy's bij de Pink Poets, de wegwijzer naar de werkelijkheid bij de Nieuw-Realisten, de eerste stemloze versteende bij de Impuls-dichters, de uitvinder van het literaire cabaret bij Lanoye, de subliem-subversieve experimentator bij de Vlaamse postmodernen... Van Ostaijen has been there, done that."
Al eerder in het boek wijst Buelens op het feit dat elk dichter, die over Van Ostaijen schrijft, hem verschillend ziet: als romantische poète maudit, als dogmatische theoreticus, als de bedenker van schijnbare kinderversjes, als sublieme platonische pessimist, als Vlaams nationalist of kosmopoliet. Daarnaast is hij performer én beschikt over boekenwijsheid, postmodern avant la lettre, klassiek, intellectualist, rock-n-roller en mysticus.
En alles is van mijn gading: hoe groot het Glazen Paleis van de Poëzie, die autonome burcht in het literair landschap, dat wel eens de Republiek der Letteren wordt genoemd! Ik blijf er ontdekkingen doen. Gillis Dorleijn wordt geciteerd, die in 1996 schreef: 'Als Van Ostaijen niet bestaan had, had de schrijver van literair-historische overzichten hem moeten uitvinden.'
Zo zit dat dus, gauw Van Ostayen herontdekken: Edith gebeld; zij komt naar huis om deze tekst op mijn webstek geboren te doen worden via enkele, mij nog altijd intrigerende handelingen; ik wens de lezer een goede dag. Op de valreep nog een telefoongesprek, met een Spinvisser: opnamen in mei. Hoera! Simon Vinkenoog.


.

Dinsdag 29 maart 2005

Menes, legendary first king of Egypt, s.d. 4700 B.C.

Allen Ginsberg: Litanie

(Uit Kaddish en andere gedichten 1958-1960,
voor Naomi Ginsberg, 1894-1956)

O moeder
wat heb ik eruit weggelaten
O moeder
wat heb ik vergeten
O moeder
vaarwel
met een grote zwarte schoen
vaarwel
met de Communistische Partij en een kapotte kous
vaarwel
met zes donkere haren op de wrat op je borst
vaarwel
met je oude jurk en een lange zwarte baard rond de vagina
vaarwel
met je hangbuik
met je angst voor Hitler
met je mond vol slechte korte verhalen
met je vingers van rotte mandolines
met je armen van vette Paterson veranda's
met je buik van stakingen en rokende schuren
met je kind van Trotzki en de Spaanse Burgeroorlog
met je stem zingend voor de vervallen meer dan gebroken arbeiders
met je neus van slecht naaien met je neus van de lucht van de augurken van Newark
met je ogen
met je ogen van Rusland
met je ogen van geen geld
met je ogen van vals China
met je ogen van tante Elanor
met je ogen van hongerend India
met je ogen pissend in het park
met je ogen van Amerika dat een val maakt
met je ogen van je mislukking aan de piano
met je ogen van je familieleden in Californië
met je ogen van Ma Rainey stervend in een ambulance
met je ogen van Tsjechoslovakije aangevallen door robots
met je ogen die naar de schilderklas gaan's avonds in de Bronx
met je ogen van de moordenaar Grootmoeder die je ziet op de horizon van de Brand-Ladder
met je ogen naakt rondrennend het huis uit schreeuwend in de gang
met je ogen weggeleid door politieagenten naar een ambulance
met je ogen vastgebonden op de operatietafel
met je ogen van alvleesklier verwijderd
met je ogen van blindedarmoperatie
met je ogen van abortus
met je ogen van eierstokken weggehaald
met je ogen van shock
met je ogen van lobotomie
met je ogen van echtscheiding
met je ogen van beroerte
met je ogen alleen
met je ogen
met je ogen
met je Dood vol van bloemen


Verschenen in de Bezige Bij-uitgave Proef m'n tong in je oor, een keuze uit de dichtbundels Howl, Kaddish en Reality Sandwiches, alsmede enkele andere teksten, vertaald uit het Amerikaans door Simon Vinkenoog, 1966, herdrukt 1977.

Aanstaande vrijdag 1 april hoop ik in de Antwerpse Beat Bookstore het gedicht Howl van Ginsberg voor te lezen. Des avonds, volle bak heb ik begrepen, info bij www.demian.be

Tijdens het Poëziefestival 2004 in Landgraaf werd de tweejaarlijkse Jo Peters Poëzieprijs toegekend aan de dichter Hagar Peeters voor haar bundel Koffers zeelucht. Zij kreeg de opdracht een bundel nieuwe gedichten te schrijven, hetgeen geschiedde.
Het eerste exemplaar van de bibliofiele uitgave Nachtzwemmen zal Hagar Peeters worden uitgereikt tijdens een dichtfeest op 1 april vanaf 20u bij Poëziecentrum Perdu aan de Kloveniersburgwal 86 in Amsterdam. Andere optredende dichters Maria Barnas, Tjead Bruinja, Florence Tonk en Tommy Wieringa. Presentator Arie van den Berg. Job Chajes saxofoneert.

Open Ateliers (van 12 tot 18 uur) van 54 deelnemende kunstenaars op de Oostelijke Eilanden in Amsterdam op 2 en 3 april. Centraal informatiepunt Van Gendthallen, www.saoe.nl
(Ik zie Ruigoordvriend Hans Gritter aan het Entrepotdok 39 en Lieve Prins aan de Binnenkadijk 331: zij publiceerde kortgeleden een prachtig boek Touch).

Duizenden foto's van City Art worden op de Art in Cities-tentoonstelling in Galerie De Meerse aan het Raadhuisplein 3 in Hoofddorp (wo/za 12-17u) vertoond. Kick-off op 3 april om 16 uur, met een forumdiscussie over de stad als museumgalerie met kunstenaars, architecten, historici en een inleiding door Influenza. Meer weten? www.artincities.com

Zondag 10 april Het Woord in Ruigoord (maandelijks, aanvang 16u; vrij entree) met De Dichters uit Epibreren (Tjitse Hofman, Bart FM Droog, Jan Klug) en gasten. www.epibreren.com.
www.ruigoord.nl te consulteren voor het totaalprogramma; Mogelijke plannen voor het aanstaande Landjuweel (21/25 juli) in te dienen bij landjuw
eel@ruigoord.nl.
Een hartelijke groet op de valreep, Simon Vinkenoog.

 


Maandag 28 maart 2005

Teresa (C.), mystic, b. 1515 A.D., d. 12/10/1582
Al Kindi, Arabian Neoplatonist, 9th cent. A.D.

De afgelopen week heb ik
- de laptop van zwager Gerard bewonderd,
- drie levensverhalen gehoord of afgeluisterd,
- honderden mensengezichten bestudeerd voor levenstekens,
- een bezoeker van een voorjaarsdepressie afgeholpen,
- met taxi's door twee binnensteden gereden, Amsterdam en Den Haag, hoofd- en hofstad,
- niet aan Jan Cremer gedacht,
- drie nieuw binnengekomen boeken, een CD en een DVD besnuffeld,
- het waanzinnig interessante boek van Tommy Wieringa Joe Speedboot uitgelezen,
- me afgevraagd hoe het ooit te verfilmen is,
- de tentoonstelling van Ori Ben Zeev en Jan van der Veer geopend,
- de gecorrigeerde tekst naar Galerie Goncourt gemaild, voor website www.goncourtgallery.com,
- me elke dag met plezier voor deze pagina gezeteld -

de gedachten zetelden zich in mijn hoofd (moedigt Edith mij verder aan):
overal gingen mensen gewoon met elkaar om
er viel niets te doen of af te dwingen
(mij bespringen rijmende herinneringen).
Komma's werden gebiedende wijzen: Wacht, tijd!
Speel, goed! Druk, werk!
In alle mensen zag ik openingen
nergens begrenzingen
dingen en bevindingen:
mensen, kortom, van wie je ogen nooit zult kunnen afhouden!

Een 24-jarige bezoeker van het Guest House op deze webstek, stelt mij vragen naar de 'belangrijkste' boeken of degenen die me heel erg aanspreken. Hij laat weten welke boeken hem aanspreken, hij raadt ze me aan en hoopt dat ik ze misschien ergens kan vermelden. Nog een andere vraag betreft de dood, ook hier weer wat belangrijk om te lezen is, 'en wat zijn belangrijke methoden (Yoga technieken enz.) manieren om met de dood om te gaan? Ik word alvast hartstikke bedankt, krijg vriendelijke groeten en mij wordt veel geluk en gezondheid toegewenst. Antwoord even nog niet hier; sta me toe na te denken. Of moet ik weer eens nadenken over zo'n boekje: De Honderd Boeken Die Mij Iets Gedaan Hebben?
Welke bestaande versie van het Tibetaanse Dodenboek te vermelden? In elk geval de droomyoga van Norbu (levende Tibetaanse leraar in Italië) en zeker eerder de oerteksten dan de afgeleide Amerikaanse newage-erige, die mijn jonge onbekende vriend uit zijn vaders boekenkast haalt!
Ik zou op Aldous Huxley's Eeuwige Wijsheid willen wijzen, onlangs door Servire Uitgevers herdrukt, en hier op mijn bureau liggen diverse andere boeken waarover ik hier nog ter sprake wil komen.
Te voorschijn haal ik, om deze kakelverse bijdrage aan de Hogeschool van het Leven vandaag af te sluiten: Amit Goswami, Het Visionaire Venster. Een kwantumfysicus over verlichting. Voorwoord van Deepak Chopra, Uitgeverij Ankh-Hermes bv - Deventer 2002, ISBN: 90 202 8266 2.
Uit de twee pagina's, gewijd aan het werken met het archetype 'de schaduw':
"Zo gezien is de schaduwloutering eigenlijk geen louteren, maar integreren. Werken aan bewustmaking van uw schaduw loutert uw ik en vergroot uw ontvankelijkheid voor uw kwantumzelf. In dat stadium van spirituele groei is het ego, dat nu op een bewuste en krachtige manier kan functioneren, een voordeel in de omgang met de existentiële angst waarmee de creatieve ontmoeting met het kwantumzelf gepaard gaat. Alleen een sterk en gezond ego kan ontvankelijk blijven voor transformatie tot het moment van overgave aan de modaliteit van het kwantumzelf is gekomen."
Interessant? Nou, ik vind van wel. À vous tous, Simon Vinkenoog.


 

Zaterdag/zondag 26/27 maart 2005

26: Walt Whitman, poet and mystic, d. 1892 A.D., b. 31/5/1819
27: Meister Eckhart (C.), mystic, d. 1329 A.D., b.1260.

Video's, cd's, dvd's: ze komen binnen, al naar gelegenheden opgerakeld worden. Andere tijden, dat vanmiddag herhaald gaat worden, trok bij de eerste uitzending vorige week zo'n kleine miljoen kijkers: het was een waar genoegen aan deze kleurrijke documentaire over de Jaren Vijftig mee te werken. In de beperking (van mijn verbale aandeel) heeft zich de kracht en de eenvoud getoond; je moet beelden niet bedelven onder woorden.
Een 4-CD-Luisterboek verscheen: Ode aan de Nacht, het beste uit De Nacht van de Poëzie, samenstelling Anneke van Dijk en Koen Vergeer, resp. muziekprogrammeur bij het Utrechtse Vredenburg, waar de Nachten zich nu al zo'n kwarteeuw afspelen, en poëziecriticus en schrijver van het boek Poëzie in Vredenburg. Met 55 dichters en 182 gedichten is dit luisterboek, in de fraaie vormgeving van Gert-jan Wessels volgens Uitgever Rubinstein (www.rubinstein.nl) 'een must voor iedere poëzieliefhebber. Bij het digitaliseren is de atmosfeer in de zaal, het gonzen en de zindering, zoveel mogelijk behouden. Alleen zo kon dit luisterboek werkelijk een feestelijke ode worden, waarin de mooiste momenten uit de Nacht opnieuw tot leven komen. Voor wie er altijd bij is geweest, en voor wie het allemaal heeft gemist.'
Ik ben gek op het woord zinderen. Ooit vroeg Albert H. mij, of ik met een zinderend woord een expositie wilde openen. Er staat mij vanmiddag zo'n opening te wachten, maar al te graag, bij de Galerie Goncourt aan de Oude Molstraat 14b, 2513 BB Den Haag, 070-3621722, waar tot 29 april (wo/za 11-18u, zo 13-17u) schilderijen van Ori Ben-Zeev en ruimtelijke werken en tekeningen van Jan van der Veer tentoongesteld worden. Fraaie catalogi begeleiden de expo, en ik zal er weer getuigen van mijn privé-ontdekking uit 1961, verwoord in een langer gedicht: 'mijn stem mag met mij een heel leven mee.' So what, zullen velen nu zeggen; zoiets spreekt toch vanzelf? Dat was niet het geval bij de aanvang van de jaren zestig, toen de poëziebeleving nog voornamelijk uit lezen en herlezen bestond: papier was het medium. Met de nieuwe media, en ook podia, kwam daar een ingrijpende wijziging in.
Stemmen van schrijvers noemde Em. Querido's Uitgeversmaatschappij in 1961 een serie 45-toerenplaatjes, die ondertussen collector's items geworden zijn. In het gedicht dat ik hiervoor schreef Stem uit de groef maakte ik gebruik van de hoorspelmogelijkheden, die de microfoon bood: ik kon Houzee! Houzee! scanderen, of de kreet Vrijheid Arbeid Brood!, die ik in mijn jeugd te horen kreeg op straat, ik kon een liedje zingen (ABCDEFG, meester de jongens nemen knikkers mee), lachen, gapen en huilen, met de vingers trommelen terwijl ik een stukje Modern Jazz Quartet neuriede. Kortom: een ontdekking van onbekend terrein, voor mij althans...
De vier Vredenburg-cd's (CD's?) zijn chronologisch gerangschikt.
Op de eerste zijn dat Paul Snoek (1933-1981), Dick Hillenius (1927-1987), Simon Vinkenoog (1928) en Bart Chabot (1954) die in 1980 optraden, uit 1982 Jean Pierre Rawie (1951), uit 1983 Adriaan Morriën (1912-2002), Remco Campert (1929), J.A.Deelder (1944), uit 1985 Fritzi Harmsen van der Beek (1927) en C.Buddingh' (1918-1985), en uit 1986 Hanny Michaelis (1922), Leo Vroman (1915) en Herman de Coninck (1944-1997).
Dit om een voorbeeld te geven; de andere drie CD's zijn op dezelfde wijze opgezet, van 1987 tot 1991, van 1992 tot 2000, en van 200l tot afgelopen jaar met de allerjongsten Tjitske Jansen (1971) en Mustafa Stitou (1974). Ik ontwaar anderen, die niet meer in levende lijve aanwezig zijn: Annie M.G.Schmidt (1911-1995), Hans Faverey (1933-1990), Lucebert (1924-1994), Kees Stip (1913-2001), Eddy van Vliet (1942-2002), en C.O. Jellema (1936-2003).
Het is, zeker voor hen, een waar eerbetoon, aan hun eigen gedichten, zelf uitgesproken: straight from the horse's mouth, als het ware. Toen ik na de stemmen van Paul S. en Dick H. mijn eigen Rood goud groen...(ongepubliceerd) te horen kreeg, wist ik er opeens weer de bron van - ik had toestemming gegeven, zonder te beseffen waarom het ging - en ik sprong op om het minieme, uit India afkomstige notitieboekje te voorschijn te halen, 5 bij 6 1/2 cm, bijna 2 cm. dik,

pagina voor pagina beschreven, met stempeltjes en plaatjes verlucht, dat ik in Amsterdam op een Surinaams feest had voorgelezen, en in Utrecht weer wilde overdoen. Het onstuimig resultaat is te horen, een opzwepend crescendo-relaas: action poetry in optima forma. Dank je voor het bewaren, Vredenburg: leuk voor de literatuurgeschiedenis, en het raphiphopwezen.
Op een andere binnengezeilde dvd (DVD?) kom ik wellicht ooit terug; eerst zelf bekijken. Pop vs Poetry, 'de ultieme strijd tussen podiumdichters en popartiesten om de macht over het woord, uitgave productiehuis Oost-Nederland, Deventer (www.ONinternet.nl), een experiment in de Amsterdamse Melkweg, waaraan ik meedeed op de dag van de verkiezing van de Dichters des Vaderlands. Weerwoord-festival, 27 jan.2005. Ik trad in de ring tegen Hans Vandenburg (van Gruppo Sportivo)- ik won die avond, bevestigt Edith mij. Publieksapplausmeter.
En o, wat kan ik nu nog zeggen over de opgetogen party gisterenavond in de overbevolkte bovenzaal van Kapitein Zeppos aan het Amsterdamse Gebed zonder End (Grimburgwal). Tommy Wieringa vierde de uitverkochte tweede druk (volgende week de derde) van zijn fantastische boek Joe Speedboot en Erik Jan Harmens de verschijning van zijn indrukwekkende bundel Underperformer (Nijgh & Van Ditmar, 1952). Gesprekken en gesprekjes met Mathilde Santing, Eus, Sven en Leonora, Bernard Wesseling, Mustafa Stitou, Rick de Leeuw, de beide feestvarkens, Felix van Festina Lente e.t.q. Ik zeg: 'opgetogen' en ik meen het: niets dan blije gezichten, geen poeha of poespas, geen aanstellerij, of kijkmijnou (en het deert mij allerminst, de oudst aanwezige te zijn: ik blijf mijn ogen uitkijken!).
Enthousiast telefoontje van René Franken uit Antwerpen: de avond met Ira Cohen was een groot succes, en ook de avond van 1 april a.s., als ik onder meer Allen Ginsbergs's Howl ga voorlezen (D.V.) is volgeboekt. Aldus doende opgewekt het voorjaar binnenstappend: een nieuwe lente een nieuw geluid. En, zoals het in het Evangelie en de Passie van Mattheüs luidt (28:20) En zie, Ik ben met u tot de voleinding der wereld.
En zover is het nog bij lange na niet. Voor Christenen, mensen met het Christus-bewustzijn, nog heel wat werk aan de winkel voordat de Prins van de Vrede zijn opwachting zal komen maken. Niet vergeten: wij zijn de weg, de waarheid en het leven. Doe jezelf niet te kort. Paashaasgroeten, Simon Vinkenoog.


 

Vrijdag 25 maart 2005

Our Sovereign Lady, Isis.
Lady Day.
The Virgin Mother
Resurrection of Tammuz, Dionysus, Adonis and Attis

Amsterdam, 18 juli 1928 (niet 18 juni, zoals vermeld in Remco Campert's Schrijversleven, Dagboekaantekeningen, in 2004 bij de Bezige Bij verschenen - herdruk van een gesprek met mij door Remco Campert en Jan Vrijman in het tijdschrift Podium van september 1963.)
18 juli 1936. Op mijn achtste verjaardag breekt de Spaanse burgeroorlog uit; generaal Franco grijpt naar de macht. Geen ver van mijn bed-show: in Amsterdam wordt een inzameling gehouden om een ambulance te kopen en naar het front te sturen; de wagen komt in de Govert Flinckstraat te kijk te staan, alvorens naar Spanje te vertrekken. Ik kijk nieuwsgierig naar binnen.
10 mei 1940. Op weg naar school, van de Pijp naar de Prinsengracht, even voorbij de Leliegracht, merk ik aan de atmosfeer, dat er iets aan de hand is. Onderweg hoor ik, uit een open raam, een radio-stem die meedeelt dat de afgelopen nacht Duitse troepen Nederland zijn binnengevallen, en eenmaal op school aangekomen krijgen we te horen dat die voorlopig dicht is. Terug naar huis, een week of wat later krijgen we te horen dat de scholen weer open gaan. Hoe? Lazen wij het in de krant? Ik ben het vergeten, weet niet eens meer of wij een krantenabonnement hadden.
1940-1945. Niet nu hier .
4 mei 1945: 's avonds wagen mensen zich op straat, die via clandestien beluisterde Engelse radio-uitzendingen gehoord hebben dat de vrede gesloten is. Duitse politiepatrouilles jagen mensen weer de huizen in; gedurende de oorlog was het Sperrzeit: niemand mocht op straat tussen acht uur 's avonds en - ik meen - zes uur 's morgens.
5 mei 1945. Ik meng me, luisterend oor, tussen de mensen die op straat in groepjes discussiëren over hoe het nu verder moet. De Canadese bevrijdingstroepen trekken via de Berlagebrug Amsterdam binnen; op de Dam wordt door Duitse mariniers geschoten vanuit de sociëteit op de hoek van de Paleisstraat; er vallen doden. Wij komen onder Militair Gezag te staan.
Mijn moeder zoekt een jongste-bediende-baan voor me; in 1944 heb ik mijn MULO-examen behaald en ik moet aan de slag, geld verdienen. Ik kom bij een reclamebureau te werken (grote oplichter) waar ik met ruzie vertrek en vind dan emplooi bij Em.Querido's Uitgeversmaatschappij, waar ik na twee jaar vertrek.
Ondertussen ben ik op mijn 18e getrouwd met de zwangere Jenny Lefevere en word vader: 11 april 1947 wordt zoon Robert geboren. Ik neem na een half jaar de benen uit Betondorp (zie Zolang te water, verschenen 1954), ontmoet Judith (Juc) Cohen die op een goed moment, na het innen van een erfenis van 1200 gulden, voorstelt naar Parijs te vertrekken. Ik ga twee dagen op verkenning en teruggekeerd pakken wij ons boeltje, dat wij kunnen stallen bij mijn moeder in de Govert Flinckstraat en vertrekken.
September 1948 - december 1956 PARIJS. Ne quittez pas l'écoute, chers auditeurs!
December 1948: Gary Davis verscheurt zijn Amerikaanse paspoort en op het extra-territoriale terrein van de Verenigde Naties, die in het Palais Chaillot hun jaarvergadering houden, roept hij zich uit tot Wereldburger Nummer 1, en slaat er zijn tentje op. Voorpaginanieuws.
Winter 1948/9: Ik poseer voor Ossip Zadkine, Académie de la Grande Chaumière, Académie Julien, les Beaux Arts en Fernand Léger.
Mei 1949: Ik vind emplooi bij de UNESCO, 19 avenue Kléber, baantje mooi beschreven in het eerste verhaal van Eendjes voeren door Remco Campert, waar ik de naam Otto Ombach voer.
1949: eerste gedichten in Podium.
1950-1951: acht nummers van Blurb, debuutbundel Wondkoorts, bloemlezing Atonaal.
1954. Voor de Unesco twee maanden naar Uruguay, Montevideo.
1956. Twee maanden India, New Delhi, eveneens als Unesco-stafmedewerker.
Januari 1957. Terug in Amsterdam, ik kijk rond. Iedereen schnabbelt. Zo ook ik.
(Wordt vervolgd).
Een goede Vrijdag toegewenst, vrienden en vriendinnen, bekend en onbekend. (Jezus stierf niet aan het kruis). Simon Vinkenoog.


Donderdag 24 maart 2005

Lao Tsze, c. 604- 500 B.C.
Sanctus Gabriël, Archangel (C.)

"Was fällt, das soll man stürzen, damit es schneller falle." Uitspraken van Nietzsche zijn altijd welkom in crisis-tijden. En crisis is goed voor de poëzie, stelde eens Johnny van Doorn vast; terecht. Crises zijn hoogst noodzakelijk, om veranderingen en wijzigingen aan te brengen, die op geen enkele andere manier te bereiken zijn.
Marcel van Dam stelt in de Volkskrant vanochtend, even terecht: "De lijdensweg komt voort uit een volkomen vastgelopen bestuurlijk systeem in Nederland, waarin de bestuurlijke macht is verdeeld over zoveel organen en mensen die voor hun eigen bestaan afhankelijk zijn van het voortbestaan van het systeem, dat zij niet bereid zijn mee te werken aan wijziging ervan. Dat geldt voor de volksvertegenwoordiging op alle niveaus, maar vooral ook voor alle ambtelijke diensten en de mensen die daar werken."
De grote opruiming; hoeveel menen hebben hun eigen werkzaamheden achterhaald gezien, omdat machines en computers het werk even zo goed kunnen overnemen? Hoeveel zekerheden zijn niet weggeslagen bij mensen die dachten onmisbaar te zijn, en die met al hun kennis en ervaring op een gegeven ogenblik buiten boord vallen, alleen maar wegens hun leeftijd en omdat zogeheten baby boomers om een plaats staan te dringen in de pikorde, die in een samenleving schijnt te moeten bestaan.
Voorpaginanieuws in de Volkskrant, dat een plaatsje heeft gekregen naast de bedroefde hondenkop van Minister (ex-minister?) De Graaf. 'Dichter Driek giet historie Nederland in lang rijm'.
Samen met zijn vriend Jean Pierre Rawie schrijft Driek van Wissen, dit jaar tot Dichter des Vaderlands verkozen, in opdracht van uitgeverij Prometheus een ultralang gedicht over de Nederlandse geschiedenis, dat dit najaar in boekvorm dient te verschijnen. Het Groningse duo, meldt John Schoorl, is er nog niet uit hoe de geschiedenis precies verteld moet worden.
'Driek is van huis uit katholiek en ik niet, en zoals u weet zijn de godsdiensttwisten van historisch belang. Hij ziet Balthasar Gerards als een held, en ik natuurlijk niet. Maar dat lossen we wel op.' Het vormvaste dichtersduo moet volgens Rawie ook de 'brave poging' van Bertus Aafjes en Piet Worms doen verbleken, die in de jaren vijftig De vrolijke vaderlandse geschiedenis publiceerden.'Zij schreven nog dat wij de Tweede Wereldoorlog hebben gewonnen. Wij, Driek en ik, denken daar anders over.'
Om zijn functie als poëzie-ambassadeur meer invulling te geven, wil Van Wissen een jaarlijks 'Landjuweel' organiseren waarin poëziegenootschappen, amateurdichters en rederijkerskamers 'het tegen elkaar opnemen.' Hij is wellicht niet op de hoogte van het feit dat de Ruigoord-gemeenschap al jaren ieder jaar een dergelijk Landjuweel organiseert? Dit jaar vindt het van 21 t/m 25 juli plaats. Zie de uitgebreide website www.ruigoord.nl.
Het Antwerpse programma van de Beat Bookstore (Wolstraat 2a) biedt elke vrijdag een ander facet van deze Amerikaanse alternatieve poëziegeschiedenis: werd voor morgen, de 25e maart, Diana di Prima verwacht, zij heeft om gezondheidsredenen moeten afzeggen. In plaats van de dichteres uit San Francisco zal nu de New Yorkse kosmopolitische dichter-fotograaf Ira Cohen op René(Demian) Franken's veertigste verjaardag zijn opwachting maken; aan hem is de nodige aandacht op deze mijn webstek besteed: zie de link naar Shamanic Warriors.
Ira is sinds 1964 een telkens weer oplichtende verschijning op mijn levenspad geweest, ik hoop hem in Antwerpen te ontmoeten waar ik volgende week vrijdag 1 april samen met Hans Plomp verwacht wordt, voor een volgende stap in dit grote avontuur.
Nu neem ik de Volkskrant mee naar de tuin, waar wij heel wat werk te verrichten hebben, onder meer om een groot interview met collega Van Wissen op de Voorkant-pagina te lezen. Zon wenkt; ook mijn bezoekers hier een zonnige dag toegewenst: laat muizenissen verstuiven, het leven is en blijft een wonder, wat je ook overkomt. Zie het vooral niet als een beproeving, niemand heeft het op je gemunt: You're not the target, schreef ooit Laura Huxley - titel van een mooi boek. Gegroet. Simon Vinkenoog.


 

Woensdag 23 maart 2005

Aquiba ben Joseph, Hebrew martyr, c. 50 - 130 A.D.

Van vliegvelden gedroomd: ik zag godenzonen, dichters en politici, temidden van het massa-toerisme dat er vroeger nog niet was. Waarschijnlijk met de beelden van de jaren vijftig uit Andere Tijden nog op het herinneringsnetvlies, toen grenzen nog nauwelijks overschreden werden.
Het toerisme heeft de wereld wel zeer veranderd, ten goede en ten kwade, als we die splitsing dan toch moeten aanbrengen.
De Galapagos-eilanden en de koraalriffen overal ter wereld bedreigd door liefhebbers, anderszijds maken heel wat mensen kennis met culturen die zij eerder niet tegenkwamen, als zij zich tenminste niet vergenoegen met louter zon, zee en disco..
Op vlieghavens de meest interessante ontmoetingen, tijdens een oponthoud van vier uur kwamen Edith en ik ooit in Cairo niet eens aan een spelletje reis-scrabble toe, dat wij voor onderweg hadden meegenomen; conversaties namen over.
Ik heb ook niets meer tegen groepsreizen: laat anderen de route maar uitstippelen en het hotel uitzoeken. Hier spreekt natuurlijk niet de jonge onderzoeker, die in zijn eentje uit avonturieren gaat; ontdekkingen overdoen die anderen al duizend keer gemaakt hebben. Ook het liften, zo in zwang eind jaren veertig, begin jaren 50, nee het is er niet meer bij. Wat dat betreft doen Koning Aap, Shoestring, Djoser en Kras hun best voor je. Leve de nieuwsgierigheid, leve datgene wat nog voor je ligt, geniet van elk moment, pluk de dag en tel je zegeningen.
Op deze dag trek ik er op die manier uit, autoritje Hilversum voor voice-over (nieuw beroep!) en daarna Tuin. Wonder, o wonder, dat leven heet. Julie Simon V.


Dinsdag 22 maart 2005

Avicebron, Arabian Neoplatonist, s.d. 1020 - 1070 A.D.

Ik moest me losrukken uit Tommy Wieringa's steeds spannender wordend boek Joe Speedboot - nog honderd pagina's te gaan - om hier mijn dagelijkse duit in het zakje te doen. Soms grijp ik met mijn woorden ver van mij, dan weer ben ik heel dichtbij.
Zoveel om met iedereen te bepraten, herinneringen op te halen, kennis over te dragen, een glimlach doen ontstaan. Over alles is een boom op te zetten, mensen en dingen - wat je gezien, gedaan, gehoord of gelezen hebt - de boeken die je leest, of koopt en krijgt en inkijkt, het orde houden in het doen en laten, het weten afstand te doen van oud papier.. Soms gaat het om een opnieuw schudden van de kaarten, als claudicatio intermittens zijn intrede in je leven heeft gedaan, en een gebroken rib (stel u gerust: alweer drie weken geleden, maar nog wel te voelen) je weer eens extra doet beseffen hoe kwetsbaar het leven is, met al die ongelukjes die zich in kleine hoekjes bevinden. Hoe de toestand in de wereld er opeens steeds minder toe doet, vooral omdat je tevens weet hebt van het feit dat ijzer niet met blote handen te buigen is, tenminste niet in de alledaagse werkelijkheid.
Hoe heerlijk om dan een goed boek te kunnen lezen, dat zich van de zogeheten werkelijkheid niets aantrekt, maar waarvan de schrijver je een wereld voor ogen tovert, waarin je gaat geloven, met mensen die gaan leven, ook al worden de meest waanzinnige situaties beschreven.
Een vergelijkbare leeservaring, die mij op deze wijze raakte, was Het leven van Pi, een jaar of wat geleden, al moet ik bekennen dat de naam van de auteur daarvan mij ondertussen even ontschoten is.
Het 'even niet meer weten' mag; hinderlijker wordt het als je korte geheugen wordt aangetast, en als er iemand is die je zo nu en dan met dat euvel confronteert, wordt je geduld duchtig op de proef gesteld.
Voorjaarsloomheid, de eerste zonnestralen integreren, knoppen zien botten: de eerste bezoeken aan onze aan elkaar grenzende tuinen (Ediths Eden en Simons Morgenland) hebben mij weer tot stille extase gebracht, ook binnenshuis, in het liefdevol ingerichte tuinhuisje, met de uitspraak van Mae West op een koperen wandbordje: 'Too much of a good thing is wonderful!' en de betegelde uitroep van buurman Bill God is een tuin voor het raam. De boekenplanken boven en onder het hoge bed dat uitzicht biedt op de wereld van tsjilpende en kwinkelerende vogels in het groen. De gehaakte gordijntjes, die wij 15 jaar geleden aantroffen, het blauwe pannengerei, het petroleumstelletje, en de weelde van zonne-energie dankzij lichtpanelen op het dak. Edith was bij de budleja met de takkenschaar in de weer en ik met bisonkit voor mijn uit zijn winterslaap te herrijzen Totem, en inderdaad de vraag wat te doen met de vracht papieren die ik bij mijn vertrek van Bres wilde meenemen, al langer dan een jaar opgeslagen, niemand in de weg staand. Eigenlijk.
Eigenlijk houd ik er nu even mee op. Eigenlijk doe ik nu even iets anders; verder lezen bijvoorbeeld. Goed idee. Dag, Simon.


Maandag 21 maart 2005

Sun enters Aries
Eostre, Goddess of Spring and Dawn
Spring Festival, the Vernal Equinox
Benedict, patriarch of western monks and founder of Order of Benedictines, b. c. 480 A.D., d.543.

Welkom, Twaalfde Week. Zeer Welkom, Voorjaar! Op het terras van Café Marcella, hoek Prinsengracht/Amstelveld, koesteren mensen zich in de nog bleke, maar zeer energiserende, voorjaarszon. (Nooit 'zonnetje' zeggen over onze grootste krachtcentrale!). Edith struint over de bloemenmarkt, ik zie haar praten met onze voormalige apothekeres, die altijd zulke prachtige orchideeën tussen de medicamenten had staan (de Utrechtsestraat een buurtstraat voor ons bevoorrechten). Wij gaan kleur aanbrengen in de tuin, zij koopt viooltjes en primula's in alle kleuren van de regenboog, ik wil haar omhelzen, de eerste ochtendkus verlengen...Onderweg naar onze Hortus in Noord komen wij telkens duidelijker wordende gebouwen tegen, groeiend etage voor etage, aan de Van Hassseltweg afslag Meeuwenlaan - de hele buurt krijgt een opknapbuurt, veel heesters gesnoeid, meer verkeersuitkijkjes en zicht op de twee parken langs de Leeuwarderweg die weer éen moeten worden in de toekomst. Dan wordt pas duidelijk waarom bij de bouw van deze wijken vroeger sprake was van Tuindorp Nieuwendam, Tuindorp Oostzaan. Het idee in een tuindorp mijn eerste herinneringen te hebben liggen, en nu de laatste: het is weer een van de cirkels die gesloten wordt. Een uur in de zon in de tuin gezeten; een kwartiertje met takken gesjouwd, een kwartier gewerkt aan (gespeeld met) mijn Totem van Totaal Nutteloze Dingen, een gedicht in Dingtaal, voorbij het woord. Unbedingd. De dingen voorbij. Howl and Beyond. Het nieuwe uitzicht, dat inzicht wordt. Ik lees in de NRC van afgelopen vrijdag een gesprek met Tommy Wieringa, wiens splendid boek Joe Speedboot ik aan het lezen ben, nu halverwege - vanavond waarschijnlijk UIT. Jammer, dan. Opnieuw, als in een eerder gesprek, dat ik hier citeerde, het bronverhaal van Wieringa, die eerder de (door mij niet gelezen) boeken Dormantique's manco, Amok en Alles over Tristan schreef.
Hij vertelt Maartje Somers (en ons) dat hij in 1997 voor het tijdschrift Rails in Ethiopië was.
"Het moment dat ik het écht zag, kwam toen ik in Harar geweest was. Daar heeft Arthur Rimbaud een handelsmissie gedreven. Trossen kinderen wezen me de weg naar het 'Rimbaud-house', een schitterend koloniaal koopmanshuis, gebouwd na zijn tijd. Rimbauds échte huis is een vervallen, onaanzienlijk lemen huisje. Dat zette me aan het denken over hoe mensen van mythes houden. Hoe ze steunen op verhalen die groter zijn dan zijzelf.
"Vervolgens stapte ik in de trein naar Addis Abeba. Ik zat op een zak suiker en kreeg qat aangeboden, de geestverruimende plant waarop veel mensen daar kauwen. Ik zat die struik af te grazen, tegenover me gaf een vrouw haar kind de borst. Uitkijkend over de steenwoestijn kreeg ik een megalomaan visioen. 'Mijn boeken moeten vleugelslag krijgen', dacht ik, 'er bestaan nergens anders grenzen, dan in mijn eigen hoofd.'"
Het klinkt als een mythe, oppert de NRC-medewerkster, 'maar dat vindt Wieringa geen punt. "Een mythe ligt als een schaduw over mensen en dingen. Hij maakt het leven groter, niet kleiner. Dat is de rode draad die Alles over Tristan met Joe Speeboot verbindt."

Gisteren teruggekomen van een familiebijeenkomst in Den Haag, als altijd opwekkend en onderhoudend, waar Ma's 82ste verjaardag gevierd werd, om de Amsterdamse presentatie van Diana Ozon's nieuwe dichtbundel Bronwater bij te wonen, door haar groningse uitgever Anton (Passage) Scheepstra georganiseerd en gepresenteerd in de Chiellerie (Hang Plek Voor Kunstenaars) aan de Raamgracht 58, aan de voet van de Zuiderkerk. In deze omgeving liggen voor mij talloze herinneringen voor het oprapen, als ik de moeite zou nemen om me naar ze voorover te buigen, Kloveniersburgwal, Groenburgwal, Oudezijds Achterburgwal, Nieuwmakt, Zeedijk, Koningstraat, Kromboomsloot - o, ik zou er mij als een verlorene uit Het groene gezicht van Meijrink in kunnen verliezen; Oude Schans, Binnenkant, Kromme Waal. Prins Hendrikkade. Bruggen vol sterren van carburundum en mescaline. Sprookjestijd mythes Anno Nu. In de gloria. De bijeenkomst in de HPVK bleek tussen drie en zes uur, de eerste voorjaarsdag, uit te lopen in een zeer genoeglijk samen-zijn en ont-moeten: Meeting, Be-In, Happy Hour Etc. Weer zo'n honderdtal mensen tussen wie zich nieuwe of oude draden spinnen, opnieuw opkomende wegduikers, tussendoorglippers - degenen die je kent en zij die dat willen.
Diana ken ik vanaf haar achttiende. Ik hóorde haar, nog voor ik haar - even later - ontmoette. Ik liep in de Oude Leliestraat richting Torensluis, waarop een tent was neerget voor een poëziemiddag georganiseerd door Willem (?), zich noemende de Duizenddichter, die in de Torensteeg een poëzieboekwinkel had opgezet. Ik was nog niet bij de brug aangekomen, toen ik in de verte een vrouwen(meisjes)stem vanonder het tentdoek gedichten hoorde voordragen. En wel zó dat ik mijn stap verhaastte om te weten van wie die zelfbewuste, enigszins spottende en sneldenkende zeer dichterlijke stem was, en hoe de behoedster van die stem er uit zag, uiteraard. En zo kwam de kennismaking en de daaruit volgende vriendschap tot stand.
Het belangrijkste wat ik over Diana te zeggen had, was dat zij voor mij een van de voorbeelden was van het adagio, het proces DO YOUR OWN THING.
Ik leerde haar ook beter kennen toen zij in het Zebrahuis woonde, in deze straat een ietsje verder voorbij het Weesperplein: prachtig beschilderd door Diana's geliefde van toen, de sjablonen-graffiteur Hugo Kaagman. Ik raadde haar aan een archief bij te gaan houden, om groeiende chaos-mogelijkheden in te dammen. Zij ging in de literatuur haar eigen baan, kon ijzingwekkende verhalen vertellen en beschrijven, en stortte zich terzelfdertijd in de punk-scene die ontstond rond Ivar Vics, dr. Rat, de Koekrant van Christiaan Kanstadt, diens Art-o-maat en andere hoofdstedelijke interventies. Namen bij de vleet; lieve hangjeugd rond het Getal Nul, de Krater en hetantiCitycircus, dat zich nomadisch vestigde op wat de bouwplaats voor de Stopera zou worden, de Waterloop-lijn. Resten Vrijplaats de Etna in de Rapenburgerstraat, deze hangplek en herinneringen.
Haar reizen naar Afrika, waarover zij in Bres schreef. De kennis die zij opdeed als docente en onderzoekster. Haar digitale gedichten, van voor Internet. Dat er nog geen landelijk dag- of weekblad was, dat haar om columns vroeg, betreurde ik. Immer actief ken ik haar, niet bang voor marokkaanse hangjongeren voor de deur, met een website die staat als een klok
(www.diana-ozon.nl) en ook sinds enige jaren met partner en metgezel Frank een volkstuin. Een hele klus.
De heren Bindervoet & Henkes, die Diana uit Cybertag-Art-BBS Hi-speed 24 hours a day-dagen kent, lazen een mooie Ode aan Diana voor.
Het was voor mij een genoegen dit opzienbarenwekkend duo, die o.m. James Joyce en de Beatles vertaald hebben, met eigen werk te horen, en ook was het weer een bizonder genoegen hier te hebben kunnen kijken en luisteren naar de Dichters uit Epibreren (Bart F.M. Droog, Tjitse Hofman, Jan Klug) die een minishow van jewelste weggaven, en ook mij (au) tot een dansje wisten te verleiden. En daarna weer de eigen vertrouwde geuren tegemoet, ha heerlijk huiswaarts.
Morgen wordt het televisiekijken, Andere Tijden.Nederland 3.
Vrijdag, lees ik in Edith's handschrift in mijn agenda een hoera-borrel in het Gebed zonder End.
Vrijdag in Antwerpen: zie www.demian.be.
Zaterdag open ik, D.V.(tussen 16 en 19u), een tentoonstelling van Ori Ben-Zeev en Jan van der Veer in Galerie Goncourt, Oude Molstraat 14b, 2513 BB Den Haag, 070-3621722, www.goncourtgallery.com

En toen was er nog zon. Helios: ik ben die ik ben.
Let the sun shine in... Simon Vinkenoog.


Koetshuis, ‘s-Gravenhage, zaterdag/zondag 19/20 maart 2005


19: Mencius (Meng-Tsze), disciple of Confucius, c. 373-288 B.C.
20: Mystical Death or Aphanismos of the Christos
Ovid (R.), poet, b. 43 B.C., d. 18 A.D.

De buitenwereld maakt aanstalten voor het langskomen van de City-Pier-City hardlooprace, die straks gehouden gaat worden met een record aantal deelnemers, 18.000. Weet je dus niets van af, als je niet in Den Haag e.o woont. Hoe regionaal is het Nederlands krantenbedrijf?
Het plan van uitgeversbedrijven PCM en Wegener om acht dagbladen op te heffen en te fuseren tot een enkele combinatie (Algemeen Dagblad, Utrechts Nieuwsblad/Amersfoortse Courant, Rotterdams Dagblad, Rijn en Gouwe, de Dordtenaar en Haagsche Courant/Goudsche Courant) betekent de grootste fusie uit de vaderlandse persgeschiedenis, genoodzaakt door een gezamenlijke oplagedaling van 989.000 exx in 1995 tot 643.000 vorig jaar, en daaruit voortvloeiende verminderde advertentie-inkomsten.. Hoewel de nieuwe krant nog geen eigen naam heeft (het Algemeen Dagblad-redactie heeft bij voorbaat geeist dat de naam AD niet mag verdwijnen) zal die in augustus in half formaat dienen te verschijnen. In de Haagsche Courant van gisteren durft hoofdredacteur Peter ter Horst na lang handenwringen te zeggen dat de nieuwe krant een kans verdient, en hij vraagt zijn lezers te reageren: nieuwekrant@krantvanhier.nl.
Op de voorpagina van hetzelfde nummer slaat Jan Paul Bresser een geheel andere toon aan bij de verdwijning van het 120 jaar bestaande dagblad, dat al eerder Het Vaderland opgeheven zag.
“Ach, het hoofd wil altijd een rekenwonder zijn, maar hoe staat het met het hart? Hart voor de stad, hart voor de Hagenaars, hart voor de eigen straat, de voetbalclub, de schouwburg, de school en het strand, voor de operettevereniging, de volkstuin en het koffie3huis, voor het museum, de haven en de tramtunnel, voor de markt en het bejaardenhuis. Hart voor de eigen geschiedenis, de eigen aard en de eigen streken. Hart voor het Statenkwartier en de Schilderswijk, voor het Belgisch Park en het Laakkwartier. Hart voor Helga en Harrie, voor Paul en Sjaak, voor Willem en Beatrix, voor Eline en Jantje. Hoe staat het daarmee, straks, als de Haagsche Courant er niet meer is, na 120 jaar iedere dag opnieuw trouw op de deurmat te zijn gevallen, tot in alle uithoeken van de stad? Zijn hoofd en hart er dan nog om samen kritisch van Den Haag te houden? Dat is de vraag.”
In de HC van zaterdag antwoordt topman Jan Houwert van Wegener vragen van Erik van der Struijs en Jeroen de Vreede. Op de vraag of voor de beoogde vernieuwingen per se een fusie nodig is, antwoordt Top: ‘Ja. Die veranderingen kunnen niet bij afzonderlijke kranten worden doorgevoerd. Daar zijn ze te klein voor. Samen kan het wel. Voortgaan op de oude basis heeft geen zin als je de voortdurend dalende oplagen ziet. Ik geloof niet dat er in het grootstedelijke gebied als de Randstad.nog bestaansrecht is voor regionale kranten in de huidige vorm. Dat geldt ook voor Het Parool. De Volkskrant en de Telegraaf zijn de kranten in Amsterdam.’
Daar ben ik het dus niet mee eens. Voor mij is en blijft Het Parool een hoofdstedelijke krant, met landelijke uitstraling, met meer Amsterdam in de genen dan de Volkskrant of De Telegraaf, en ik ben er zeker van dat dit ook geldt wat betreft de huidige redacties van de Haagse en Rotterdamse kranten, die het veld moeten ruimen voor nieuwe boekhoudinzichten.
CityPierCity komt langs; ik ga kijken! Uwe roadie wenst u een prettig weekeinde. Simon Vinkenoog


Vrijdag 18 maart 2005

"Wiens brood men eet, wiens woord men spreekt.' Terugkijkende, precies 4 maanden voor mijn 77ste verjaardag, heb ik enkele malen met deze zegswijze te maken gehad: dat je je vereenzelvigt met datgene wat je 'voor de kost' aan het doen bent, om den brode zogezegd. Het maakt natuurlijk wel uit, of datgene waarmee je je vereenzelvigt, waar en waarachtig kan zijn, als het niet strookt met je eigen woorden - de woordenschat die van niemand anders is en die je opbouwt aan de hand van aangesleepte ervaringen, zover teruggaand als je hersenen maar reiken kunnen - Ausnamesituationen daarbij inbegrepen.
Ik heb me met de vijftigers vereenzelvigd, aangezien ik de eerste samensteller en bloemlezer mocht zijn van een ere-elftal dichters, halverwege en aan het begin van de jaren vijftig. Niets ten kwade, Remco Campert waarschuwde me ervoor niet de Victor van Vriesland van de vijftigers te worden, en Gerrit kouwenaar stelde in een vrij-Nederland-artikel heel duidelijk ('Geheel namens mijzelf' was er de titel van) dat ieder dichter 'uiteraard' voor zichzelf sprak.
In de literatuur, de brieven en interviews, hoe de wegen van deze dichters ieder een eigen kant uitgingen, uiteraard. Een groep valt immer in eenlingen uiteen, wanneer het groepsbelang algemeen belang is geworden en ieder op eigen benen kan staan. In Parijs was ik werkzaam van mei 1949 tot december 1956, als special requests documents officer (mooi klinkende functie, schaal D) bij de Documents & Publications Distribution Division), met welke kennis ik twee keer een reis maakte van twee maanden, Monteviodeo (Uruguay) eind 1954 en New Delhi(India) novem-decemer 1956. Meer dan genoeg prentbriefkaarten dus, opgeslagen, mooi meegenomen. Ik kreeg na acht jaar genoeg van Parijs. Het conflict met de Algerijnse Front National-terroristen/vrijheidsstrijders nam in hevige mate toe en de stad die van Licht was geweest, deed me met de mitraillette-gendarmes op elke straathoek teveel denken aan de stad die duister was, Amsterdam, in de oorlogsjaren - die ik van mijn 11e tot mijn 16e meemaakte, onderging. Niet zo mooi meegenomen.
In de hoofdstad teruggekeerd, kwam ik via Hans Gabriëls, die ik er op aanschoot in het journalistencafé Scheltema, bij de Haagse Post terecht, waar de onvergetelijke mevrouw Sylvia Brandts-Buys mij wist te betoveren. Van los werd ik vast medewerker, voor halve dagen, halve weken en voor je het weet zit je tot over je oren, in de WIJ-zang. Tot je het beseft, en je hoort het jezelf zeggen: 'wij van de HP' en dan heb je weer genoeg van het avontuur, dat vijf jaar duurde, wil je weg, hoe leuk en alomvattend ook, naar iets anders.
'Al wat beweegt zal in beweging blijven!", hield ik mezelf ooit in een gedicht voor, en mijn internist Julius Calmer R. (29.X.1941) legde er vanochtend weer de nadruk op.'In beweging blijven. Blijven lopen. Tot het pijn doet.' Ja, dat weet ik, dat voel ik, en verder was de hartslag normaal, bloeddruk 140/90, de gebroken rib zou ik nog wel even blijven voelen, en dat ik al twee maanden geen nicotine meer tot me nam, meer dan een pakje Gauloises per dag, goed zo - ik kan weer drie maanden vooruit met de ditjes en datjes van de Medicijnman.
In 1962 zou mijn boek Hoogseizoen uitkomen, mooie gelegenheid op eigen benen verder te gaan. Een idiote zomer in Ibiza, een waanzinnig najaar, met de happening Open het graf, de Shehererezade-avonden jazz & poetry, de strubbelingen met politie en justitie wegens marihuanagebruik (zes weken Huis van Bewaring in Utrecht) en wat al niet. Schrijfboeken, verzamelboeken, boeken te vertalen, het tijdschrift Randstad, etc.
In 1968, ik blijf bij mijn opsomming, vroeg uitgever-eigenaar-hoofdredacteur van Bres/Planète, Ted Klautz mij of ik aan zijn tweemaandelijks tijdschrift wilde meewerken, en een artikel over LSD-25 schrijven. Maar al te graag , en - bijna einde verhaal - dit avontuur duurde, met een constante redactiewisseling na zijn overlijden, tot twee jaar geleden. Met Dries Langeveld aan het bewind, was het niet eens van mijn kant uit, dat er een einde aan de verhouding kwam. Het blad raakte in financiële moeilijkjheden, werd door uitgeverij Synthese overgenomen en ik hoefde aan welke doorstart dan ook niet meer mee te doen.
Het boek Herem'ntijd bundelde een deel van de kronieken, die ik van 1968 tot 1998 bijhield, onder de naam Wereld in Beweging. En het laatste jaar van mijn redacteurschap van Bres had ik mijn poëtisch credo Goede Raad is Vuur Uitg. Passage, niet uitv.) geschreven, dat blijkbaar diende als visitekaartje voor mijn alternatieve regentschap als ad interim Dichter des Vaderlands, een narrenfunctie die ik gedurende 2004 vervulde. (Met Plezier!) Nu ben ik weer bizonder blij, me daarmee niet meer te hoeven vereenzelvigen. Ik ben pas van nu af aan kan ik zeggen: Geen zout meer op mijn staart. En uiteraard breek ik, al jaren, mijn eigen brood. (D.w.z. wij hebben de beste bakkerij van Nederland, Hartog, hoek Ruyschstraat/Wibautstraat.)
Op naar Edith's moeder in Den Haag, die haar 82ste verjaardag viert. In je eentje, met een trouwe gade, de wereld in beweging houden: niets leukers. Join your ship: set out to sail the ocean of humanity! Simon Vinkenoog.


 

Donderdag 17 maart 2005

Patrick (C.), Patron Saint of Ireland, c. 373 - 463 A.D.
Marcus Aurelius, Roman emperor, d. 180 A.D., b. 121

Vroeg op; om twaalf uur verwacht in de Rotterdamse Doelen, waar BulkBoeks Dag van de L:iteratuur wordt gehouden met heel wat activiteiten voor de jeugdige lezertjes. Een uitgebreid programma-overzicht, mededelingen en aankondigingen in het glossy geschriftje van 64 pagina's dat de dag van 10 tot 16 uur uitvoerig annoteert. Meer dan 50 dichters, zangers en musici treden op, ik tel een achttal mogelijk-gemaakt-hebbende sponsoren. (Sponzen in hun oren?)
Om 13.00 uur treden in de Grote Zaal op: Spinvis, Simon Vinkenoog en Menno Wigman, daarna om 13u45 in de Van Capellenzaal (er zijn acht zalen en foyers in constant creatief gebruik) tot 14u15 Ilja Leonard Pfeijffer en Simon Vinkenoog.
Ik houd het voor het ogenblik hierbij, in afwachting van de autorit erheen (Edith als immer zeer geconcentreerd achter het stuur, ik op de uit- of inkijk). Wellicht dat ik hier later op de dag terugkom om het Kersvers te verversen, D.V. Tot dan, Simon Vinkenoog.

Kwart voor zes. Terug van een verrijkend tripje naar Rotterdam. De zeven zalen - Grote, Willem Burger, Rabobank, Fortis Bank, Jurriaanse, Eduard Flipse en Van Capellen - alsmede de Hallen & Foyers hadden zesduizend middelbare scholieren te gast, uit Vlaanderen en Rotterdam en Ommelanden (de Hoeksche Waard altijd creatief achterland!) De inktaap zal rond deze tijd uitgereikt zijn; www.inktaap.com - na de twee optredens kozen wij de weg terug naar Amsterdam. Op het podium van de Grote Zaal werd ik begeleid door de 'ongrijpbare' Spinvis en band (Rinske Wels in Het Parool), waarvan de muziek bij eerder beluisteren zeer genietbaar was. Op verzoek van presentator Leon van der Zanden, die mij eerst vroeg wat ik 'met jongeren' had, begon ik uiteraard over mijn 'jongere-bejaarde' vader- en grootvaderschap. Om een boodschap gevraagd, gaf ik als credo te kennen: It Don't Mean A Thing, If It Ain't (Has Not )Got That Swing.
Op een volgende vraag zei ik gekomen te zijn om gedichten te lezen, en zette meteen hoog in met het gedicht Helios: Ik ben de Zon, een aantal vereenzelvigingen, die hopelijk voorgoed de jonge toehoorders overttuigden van de band tussen Zon, Aarde en Mens. In elk geval hun docenten, in ruime mate aanwezig. Daarop liet ik het gedicht Het beloofde land horen, het ooggetuigeverslag van Ahasverus, de Eeuwig Wandelende Jood, van het splijten van de Rode Zee en de terugkeer naar het Beloofde Land op de vlucht voor het achtervolgende Egyptische leger.
Laatste regels:
'Als ik sterf, valt de muur van water op
mij en verzwelgt mijn herinneringen. Kom,
roep ik het eeuwige levenswater, mij
dorst. Hoor mij o God in de hoogten en
diepten, zie mij o mens, uw dankbare
getuige.'
Beide gedichten komen voor in wat ik de Gentse bundel noem, een bloemlezing uit mijn poëzie van 1949 tot 1993, verschenen in 1994 als Dichters van Nu 4 bij het Poëziecentrum in jawel, Gent, verschenen.
Ik hoop ooit te mogen horen (als opname) hoe het heeft geklonken: concentratie alomme, op het podium bij de muzikanten en de articulerende dichter, en ook in de zaal. Bravo. Dankje, Spinvissers!
Deelden Spinvis, Menno Wigman en Uw Dw Dr een half uur in de Grote Zaal, in de Van Capellenzaal deelde Uw dichter een halfuur met Ilja Leonard Pfeijffer, hij eerst (hij was al begonnen door de uitloop in de Grote Zaal). Ik begon met wat ik een begrijpelijk gedicht noemde, C.Buddingh's Ode aan de poëzie, een Absolute Must voor voortgezet onderwijs in de letteren, liet Lucebert en Brian Patten horen en eindigde met mijn Mimicri, un déjà disparu, ooit geschreven voor een poppenspeler. Laatste twee regels: 'Ware taal is onbegrijpelijk, / mimicri, vermomd als raadsel.'
Met het gedicht Lieverd eindigde ik mijn optreden(s) en met haar ook aanvaardde ik de terugreis: Volvo Voldoet! In Amsterdam hadden wij een pakketje op te halen dat bezorgd was tijdens onze aanwezigheid (Bibliografie Claus uit Antwerpen) in het Postkantoor Waterlooplein. Op een bankje in de entree Amstelzijde van het stadhuis kwamen wij Jean Ruiter tegen, die volgens het periodiek Mozaiek van vorige week na 25 jaar dienstbaarheid is afgetreden als spil van het culturele, interreligieuze gebeuren in de Mozes & Aaronkerk. Wij vroegen hem niet naar toekomstplannen of redenen van...Hij was ongetwijfeld een der genen, die je kent als Mens van Goeden Wille - en ik ben van mening dat we het juist van dat specimen Mens moeten hebben, in de huidige existentie-ronde, waar Tijd, Ruimte en Kennis op zo'n bizondere wijze met elkaar in verband worden gebracht.
Wij reden verder naar het KNSM-eiland (Edith ontdekte de Jan Schaefferbrug als toegangspoort tot de eilanden!) waar wij ons lieten inschrijven als abonnee op het SBK Uitleenprogramma; uiteraard moest ik terudenken aan de pionierende Pieter Kooistra, die als Utopist eindigde met zijn nog steeds o zo valabele UNO-basisinkomen voor iedereen (op Aarde).
Zoek de desbetreffende literatuur op, if you like..
Peter de Groot toonde trots zijn debuutbundel een nieuwe god de nieuwe regels gedichten & aforismen, (Howl and Beyond)) en wij zaten zeer gemoedelijk twee keer in een artisten-medewerkersfoyer en converseerden met Rick de leeuw, Henk Spaan, Anna Enquist, de Woorddanser Jeroen, Kader Abdolah, Wilfried de Jong, Matthijs van Nieuwkerk, Hafid Bouazza en wie nog meer langs: 'Meneer Appel, mooie boeken!' en ik meende het. Laat ik nou alles menen, zonder er een mening over te hoeven hebben. Meen je niet! Etc/, vermoeidheid slaat toe: rustige avond tegemoet. Gegroet. Simon Vinkenoog.


Woensdag 16 maart 2005

De 49ste Nationale Boomfeestdag.

Ik leef des zomers omringd door de bomen, ik ga als het waait slapen bij het geruis van de bladeren in de bomen, en ik word wakker in de schaduw van de bomen in het W.H.Vliegenbos, waarachter even later bij onbewolkt weer de zon stralend zal verschijnen.
Bomen zijn mijn vrienden, al vanaf het moment dat ik als jongetje verblijvend in een kinderkolonie op de Veluwe tijdens wandelingen het ontastbare gevoel gestalte probeerde te geven, dat je ervaart bij het lopen tussen bomen, struiken, heesters, planten, bloemen.
Hoe het lééft, hoe volop ontkiemen, groeien, ontbotten, bloeien en al wat verder des natuurs is. En daarbij komt dan de uitspraak van de Spaanse schilder Joan Miró binnenvallen: 'Als ik een boom zie, krijg ik een schok, is het net alsof hij zal gaan ademen en praten. Een boom heeft iets menselijks.'
De levensboom: de stamboom. Hier geen boom op te zetten; een herinnering aan het gedicht van Jakob Boehme, Aurora, waarin de ganse schepping in de beelden en metaforen van de boom vervat ligt, taal van een man op papier, van hout gemaakt.
In een vredestijdschrift een cartoon: een grote Engel met vlammend zwaard, die Adam en Eva uit het Paradijs verjaagt. Wat laten zij achter? De tekening laat zien, tot aan de horizon, een woud van gekapte bomen, niets dan boomstronken. Zal het zover komen? In de Vierde Preek tot de Doden van Carl Gustav Jung is sprake van twee duivel-goden, de ene het brandende, de ander het groeiende.
"Het brandende is Eros in de gestalte van de vlam. Deze geeft licht, doordat zij verteert. Het groeiende is de boom des levens; hij ontbot, doordat hij al groeiend levende stof ophoopt. Eros vlamt op en sterft weg; de Boom des levens groeit langzaam en gestadig door onmetelijke tijden heen. Goed en kwaad verenigt zich in de vlam. Goed en kwaad verenigt zich in de wasdom van de boom."
Monumentale gedachten in een monumentaal bomenboek. In het besef ooit van een boom levenskracht te hebben verkregen, in een moment van uiterste wanhoop. Sindsdien elke boom dankbaar. In het besef ook dat Sigrit Undset onder woorden bracht: 'Sommige mensen zijn niet geboren om in de boom der kennis te klimmen.'
Als bomen konden spreken, zouden wij kunnen luisteren?

Eerder gepubliceerd in het boek Waardevolle bomen in Amsterdam. Poëzie, wetenswaardigheden en de lijst van waardevolle bomen in Amsterdam. 1993, Stichting STOA 75)

Goed, tijd te over voor Jan Cremer, Hans D. Gegroet, eenieder! Simon Vinkenoog


Dinsdag 15 maart 2004

Kobo Daishi (B.), founder of Shingon School of Buddhism, c 774-835 A.D.

 

Alles kan, als het maar kan. Als je er maar zin in hebt. Zonnige early morning sunrise. Om tien uur vanochtend een voice over in Hilversum, gebouw Ciris, Mediapark - www.ciris.nl - opgenomen voor een 50 minuten durende Jubileumuitzending over De Andere Jaren Vijfttg (nooit zeggen: Vijftiger jaren), gemaakt ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van het NPS/VPRO televisieprogramma Andere Tijden - waar Edith en ik althans, als wij maar even kunnen, naar kijken. www.anderetijden.nl
Een maand precies geleden werd telefonisch contact gelegd voor een eerste ontmoeting , die de 23e februari plaats vond. Bezoek van Hein Hoffmann en Judith Meulendijks; een videoband van 1 uur 10 minuten, voor 60 % in elkaar gezet, en of ik maar even (niet Even, herhaaldelijk) naar die beelden wilde kijken, en waar nodig, commentaar leveren. Wat ik op papier zette, was uiteraard teveel - het groeide uit tot een essay waaronder de beelden verloren zouden gaan. En de bedoeling was juist, voor het eerst in kleuren, te laten zien hoe die jaren er uit zagen.
Meldt een persbericht: 'Het geschiedenisprogramma van NPS en VPRO heeft stad en land afgezocht naar kleurenfilms uit de jaren vijftig, zowel professionele als amateuropnamen. Ze komen dan ook uit de meest uiteenlopende archieven.'
De begeleidende tekst kwam er, in wederzijds overleg, lean & clean. Wat ga ik doen met al die feiten en feitjes die ik verzameld had, en sneuvelden in de montage, teruggebracht tot 50 minuten - ik kreeg opnieuw een ruwe versie, nu 90% klaar, in handen. Muziek, stemmen uit die tijd, perfect.
Een filmploeg van RTL Boulevard kwam langs om een en ander vast te leggen, voor een uitzending over Andere Tijden, een dag voor het wordt uitgezonden: dinsdag 22 maart, 20.50, ijs en weder dienende. Mooi begin van het voorjaar, hoop ik.

Bij het opruimen van papieren (het is en blijft hier een pampieren wereld, zeer levend en beweeglijk, stuit ik op de prints die ik heb gedownloaded (is dat het woord?) van Thomas S.Kuhn. Ik heb hier (21 pagina's) met Outline and Study Guide voor zijn magistrale werk The Structure of Scientific Revolutions, en blader door het programma van eisen, gesteld aan de gemeenschap, om paradigma-veranderingen in werk en leven op te nemen.
En dan moet ik ook onmiddellijk denken aan die rare Kwibus, die rondspringt met een Onafhankelijkheidsverklaring onder zijn waterstofperoxide-pruik. Wat is die man een vreemde anachronistische verschijning, wat een marginale verschijning in de lunatic fringe die, doofstom voor de ware problemen van deze tijd, zich met politiek bezig houdt.
Wat een onmogelijke terugkeer naar de Middeleeuwen stelt die man zich toch voor, met zijn opgetrokken prikkeldraadversperring tegen al wat de zoete rust van zoveel mensen blijkbaar verstoort. Niet eens een Don Quichote, of een Hofnar. Hoofddoekje leggen. Niemand zeggen.
Hoe provinciaal kan een gidsland zijn. Een mooie chaos is een eerlijk begin.
"The developmental process described by Kuhn is a process of evolution from primitive beginnings - a process whose successive stages are characterized by an increasingly detailed and refind understanding of nature. This is not a process of evolution toward anything."
Inderdaad, Professor Frank Pajares van de Emory University (www.emory.edu/EDUCATION/mfp/Kuhn.html.)
We hoeven nergens heen. We zijn er al. Nu nog wat kosmisch gezond verstand, en alles ligt voor de hand. Voor het grijpen. Open staan, na lust en onlust de rust. De mooie middag in. Tel je zegeningen. Pluk de dag. Tot genoegen. Simon Vinkenoog.



Maandag 14 maart 2005.

Firdusi, Sufi mystic, d. 1020 A.D., b. 935
Albert Einstein, genius, 1879, d. 18/4/1955

Welkom, Week Elf, op de dag die in het boek The Secret Language of Birthdays van Gary Goldschneider en Joost Elffers the Day of Relativity wordt genoemd. Mooi zo, midden in de geschiedenisboekenweek. Elke dag raak. Morgen gij. Heden ik.
Enige relativering hebben we in de snelkookpan, die Nederland dankzij oververhitte media en politiek gestuntel dreigt te worden, wel van node. Geweldloosheid is het eerste gebod en enkele blikken op andere tijden doen je beseffen dat elke generatie opnieuw met de immerdurende strijd tussen goed en kwaad te maken krijgt. Mij houdt het licht in stand, of omgekeerd: het is Een. Heel Alleen Eén Aarde. (One World or None, uit het stof te halen slagzin van de wereldfederalistenbeweging, die nog in enkele vergaderruimten bestaat, vermoed ik).
Een groot relativist tref ik in de Opinie & Debat-bijlage van NRC Handelsblad (zazo121342005) aan: de Amerikaanse econoom Jeremy Rifkin in gesprek met Marc Leijendekker.
Over de volle breedte twee kopregels De stelling van Jeremy Rifkin: Europa moet durven geloven in zijn eigen droom.:
Enige aanhalingen hieruit: goed begin van de week.
"
Wij zitten nu tussen twee historische tijdvakken in, dus het is logisch dat er twijfels leven in Europa, zoals overal in de wereld. Onze vertrouwde manier van doen levert steeds meer problemen op, onze ideologische constructies staan onder druk. In Europa denken sommige mensen dat de Europese Unie een krakende verzameling oude instellingen is die binnenkort in de prullenbak van de geschiedenis belandt. Maar onder de oude epidermis groeit een nieuwe realiteit. Misschien zien jullie dat niet, omdat je te dichtbij zit. Het is het vreemdste politieke experiment in de geschiedenis, dus logisch dat er verwarring heerst."

"Europa staat nu, na vijftig jaar, op een keerpunt. In het debat over de grondwet gaat het in feite over de vraag of Europa volwassen wil worden. Of het de eerste transnationale ruimte in de geschiedenis wil worden. Bekend is de uitspraak van Kissinger, die zei dat niemand de telefoon opnam als hij Europa wilde bellen. Maar het interessante is juist dat iedereen de telefoon opneemt, dat er niemand is, geen land, geen groep, die machtig genoeg is om de baas te spelen. Dat is een breuk met het idee van politiek in termen van command and control van de top naar beneden."

"De Amerikaanse droom richt zich op aarbeidsethos, productiviteit, efficiëntie. Nietsdoen is laksheid. Maar iedere Europeaan die ik heb ontmoet zegt dat je moet werken om te leven, niet dat je leeft om te werken. De Amerikaanse droom gaat over groei, de Europese droom over duurzame ontwikkeling: Kyoto, het verdrag over biodiversiteit, belasting op benzine, energiebesparing. Jullie zijn dichter bevolkt, wij konden simpelweg ons nest bevuilen en dan verder gaan naar de volgende plek. Jullie moesten leven in de context die je had."


"Het is een mythe dat Amerika een grote economische supermacht is, en dat de Europese Unie dreigt te bezwijken onder het gewicht van de sociale programma's. Het Europese bruto nationaal product gaat nek aan nek met het onze. Het was groter dan het onze in 2003, ongeveer hetzelfde nu. De Europese Unie is de grootste exporteur in de wereld, niet de Verenigde Staten. De Europese Unie is de grootste internetmarkt ter wereld, niet de V.S. Van de 140 grootste Fortune-500 bedrijven, zijn er 61 Europees en slechts 50 Amerikaans. Veertien van de twintig grootste banken zijn Europees. Europa is de grootste in de verzekeringssector, in de vliegtuigbouw met Airbus, de bouw en techniek, de chemische industrie, de groot- en detailhandel. "
Dit gesprek zou ik onder ieders derde oog willen brengen, zelf ben ik het van ganser harte met deze Amerikaanse Europa-lobbyist eens. Het gesprek eindigt met zijn antwoord op de opmerking van zijn gesprekspartner: 'Goed, u blijft erbij. Europa moet durven dromen. Maar wij zijn niet zulke dromers; we zijn eerder sceptisch, pessimistisch.'
"Alles wat ik zeg is irrelevant als de jongere generatie Europeanen niet gelooft in die nieuwe visie op de wereld. Niemand buitensluiten, diversiteit, kwaliteit van leven, duurzame ontwikkeling, universele mensenrechten, vrede. Daar gaat Europa over, dat is de kern van de Europese droom. Er wordt in Europees verband teveel gepraat over wetgeving en marktkrachten. Daarvan vallen mensen in slaap. Het heeft niets te maken met hun leven. Waar het echt om gaat, is of je een droom najaagt om de eerste transnationale ruimte in de geschiedenis te worden, om een nieuwe standaard te stellen in een globaliserende wereld.
Hier kunnen Amerikanen helpen. Wij kunnen op een soms naïeve of arrogante manier optimistisch zijn. We houden ervan risico's te nemen. Europa mag hier wel wat meer van hebben. Je kan geen droom koesteren als je cynisch bent of sceptisch, pessimistisch, defaitistisch. Dan heb je de toekomst opgegeven. Ik weet niet of het Europa lukt. Het kan ook de Napster van de politiek worden; een goed model dat mislukte, maar later wel door iedereen is overgenomen. Een groot deel van de wereld kijkt naar Europa. Wat gebeurt daar, is dit de manier waarop de wereld eruit gaat zien? Als Europa deze nieuwe visie op een onderling afhankelijke wereld niet kan waarmaken, dreigen we terug te vallen naar het 19de-eeuwse idee van ieder voor zich. Waarom zo sceptisch, Europa? Het is een uitdaging. Je krijgt waar je om vraagt in het leven."

Ik zou zeggen: gedachten om je voordeel mee te doen. Ik las geen van Rifkin's boeken: The End of Work (1995), The Biotech Century (1998), The Age of Access (2000), The Hydrogen Economy (2002), The European Dream (2004).
Dream on, Europe, dream on; it's your Awakening!
Simon Vinkenoog. 14 maart 2005.
Op www.foet.org is de in 1977 in Washington DC gestichte Foundation on Economic Trends aan te treffen.


 

Zondag 13 maart 2005

Diotima, teacher of Socrates.

Duizenden handen jeuken. Spielereien allerlei Aard. De Beginselverklaringen van Jaeggi (www.jaeggi.nl) enerzijds, al die spitsvondige modieuze muizenisjes, en daarnaast de kwieke Kees Kousemaker met Lambiek.Net, waar ik even langs struinde, van de ene verrasing in de andere vallend!
Zo uniek als zijn locaties kriskras door de Kerkstraat waren, zo uitgestrekt is het universum dat hij nu op het wereldwijd web bestrijkt. Ik kwam al spoedig bij de Rip Off Press terecht, 'proudly corrupting the minds of America and the world since 1969', waar een Fabulous Furry Freak Brother je verwelkomt.
Ik ben op de site nog op zoek naar Olaf Stoop, de Real Free Press (zo vele biografieën te beschrijven, zo vele verhalen), 'your lost connection for solid facts.'
Alexander Trocchi, Angry Young Scotchman, twee biografieën, had een even interessante benaming van het idee sigma:' a new dimension in the dissemination of knowledge.'
Eigen credo's hadden immer te maken met de Free Flow of Information, alle waarheid boven, Tegels Tillen, heilige huisjes ondersteboven - maar daar zijn we wel heel erg ver in gegaan. In elk geval speelt mijn eigen verhaal in de Boekenweek 2005, gewijd aan de Nederlandse geschiedenis, een bescheiden rol mee.
Gisterenavond om tien uur, trof ik een honderdtal mensen op de begane grond van de Haagse Centrale Bibliotheek, op de Leesnacht, hoge ramen met uitzicht op het Spui, in afwachting van het komende halfuurtje, waarin ik poëzie zou voorlezen, en dat dus ook met genoegen deed. Het genoegen was wederzijds, dacht ik. En ik kon twee aardige mensen de hand schudden, Herman Pley en Frédérique Spigt, die ons haar Dit is geen lied - alle liedteksten schonk. Heftige tekeningen, zei ik bij doorbladeren, heel hartelijk dank.
Uit de dichtbundels die ik bij me had las ik de meest bij de tijd-betrokkene. De leeuwenkuilen en heksenketels, de fatwa tegen Salman Rushdie, de Golfoorlog, Amnesty International, alles kwam voorbij, evenals de latere berichtgeving: 'uit de hoorn des overvloeds/niets dan goeds/in de toekomende tijd' (uit De ware Adam, 2000) en de in memoriam Victor IV geschreven Koraalzang, met als slotregels: 'Wij kunnen in al wat wij doen//voorop en vooruit gaan./// Zo zij het.'`
Uit de drie gedichten, die ik overhield van een reis naar New Delhi in India, november-december 1956, komen regels als de volgende:
"'Als het volk leert tellen en van ellende spreken
als de honger naam krijgt, in bloed geschreven
hoedt u dan voor de wraak, Europa.
Nu is het al te laat."
(Spiegelschrift-gebruikslyriek, de Bezige Bij, 1962, blz.40)
Ik zag het wat somberder in, die jaren. En zo'n waarschuwing is natuurlijk altijd aan dovemansoren gericht. Wat betreft Zuid-Afrika zag ik het ook zeer duister in, getuige het gedicht et aller et retour halverwege het Avant en Après van het gedicht Heren Zeventien - proeve van waarneming,{De Beuk, 1953, met een nawoord van R.A.S.Cornets de Groot herdrukt als Bezige Bij Poëziepocket 9, 1987} maar dat is dan ook weer heel apocalyptisch. Om even te benadrukken: ik ben van mening veranderd, sindsdien!
Je krijgt het hier in zijn geheel, als tijdsbeeld - zal ik maar zeggen. Uit de tijd van de Watersnoodramp 1953. Na lezing beangstigd, verward? Zwem dan maar weer gauw terug naar het Heden, geen geschiedenis zonder reden, geen toekomst zonder begrip.

et aller et retour

"Het water weg uit de zee
de bomen weg van het land
en het land weg
uit de zee zonder water.

Geen zon meer aan de hoogte van de dag
en geen hagel om de mens te teisteren
die geteisterd wordt.

De laatste brit is weg uit Kenya
er is geen soldaat meer in Berlijn
de laatste adem waait op Hiroshima
en bevriest aan de scherven van de polen.

Geen frans meer gesproken in Afrika
er is geen missieschool meer in Basutoland
geen U.S.I.S. in New Delhi, Singapore
of Kaapstad - waar zelfs geen Boer
meer aan de bomen hangt.

Geen prikkeldraad meer
of mislukte castraties,
om de laatste mens,
die doldriest de dronkenschap
niet meer vreest, in stand te houden.

Geen dwang of zelfbeheersing,
harnas, tucht of vrijheid meer van node,

en evenmin een lafaard

om dit alles op te schrijven.

Simon Vinkenoog, 1953. Woord voor woord. Eindredactie.


 

Zaterdag 12 maart 2005

Gregory the Great (C.), d. 604 A.D., b. 540
Hypatia, martyr to the Ancient Wisdom, d. 415 A.D.

Een smakelijk hapje esoterische geschiedschrijving om het weekeinde mee te beginnen:

"Zo boven, zo beneden is het oude hermetische axioma dat alle leven op aarde bestuurt. De uitwerking ervan kunnen we waarnemen op alle gebieden, van de meest ondoordringbare niveaus van het minerale rijk tot de emotionele en mentale niveaus van menselijke ervaring, wanneer er wisselende en vaak tegenstrijdige krachten in werking zijn. De 'seismologische' verschuiving die op het ogenblik in de wereld plaats vindt is zowel een wetenschappelijk feit als een subjectieve erkenning. Wat het beoogde doel ervan moge zijn is een raadsel, maar een mogelijke aanwijzing kunnen we wel vinden in een vermelding gegeven door Alice Bailey:
'Heel de evolutionaire geschiedenis van onze planeet is er één van ontvangen en verdelen, van nemen en geven. De voornaamste factor voor de tegenspoed van de mensheid (zoals ze zich heeft gericht op de economische problemen van de laatste tweehonderd jaar, en op de theologische impasse van de orthodoxe kerken) is de houding geweest van nemen en niet te geven, van aan te nemen en niet te delen, van te grijpen en niet te verdelen.'"
Uit een maart-missive van de Lucis Trust - 1, rue de Varembé, C.P. 31, CH 1211 Genève 20, Zwitserland - met de aankondiging van de drie geestelijke feesten van dit voorjaar: vrijdag 25 maart - Volle maan in Ram, het Paasfeest; zaterdag 23 april - Volle Maan van Stier, het Wesak feest, en maandag 23 mei - Volle Maan in Tweeling - het feest van de Christus en Wereldaanroepdag.
Tevens wordt gewezen op de Conferentie op bovenstaand adres in Genève van de Arcane School, op zaterdag en zondag 14 en 15 mei, met als sleutelwoord 'Laat de groep de Wet van Synthese, van eenheid en samensmelten begrijpen.' Vrije deelname, vertalingen ter plaatse beschikbaar in het Nederlands, Frans, Spaans, Italiaans, Duits en Engels - de talen waarin de meer dan twintig boeken van Alice A.Bailey vertaald zijn.
Meer info www.lucistrust.org (ook in Londen 21/22 mei, en New Yok 23/24 april identieke Conferenties.)Voor het kunstproject 'In de sporen van Hercules' zijn bijdragen nog steeds welkom; inleveren teksten of kunstwerken 30 april 2005. In the tracks of Hercules, c/o Lucis Trust, Suite 54, 3 Whitehall Court, London SW1A, 2EF, Engeland - of bezoek de website www.lucistrust.org/hercules voor voorwaarden en aanvullingen van dit project..

Dichter bij huis, en als altijd betrokken bij de Lage Landen-versie van de Wereld Goede Wil, lees ik met genoegen de meningen van hartstochtelijk Brusselaar Geert van Istendael. Voor zijn zojuist verschenen boek Mijn Nederland - Een gids voor een twijfelend gidsland (Atlas, 384 blz., ISBN 90 450 0519 0, € 22.50) voerde hij tientalen gesprekken, deelt hij Bart Dirks en de Volkskrantlezers mee , Cicero 11 maart.
Het heeft Van Istendael niet eens zo verbaasd dat in Nederland geweld is gepleegd. De brutale bek is geïnstitutionaliseerd. Weer slaan de Nederlanders door. Vinden ze hun land opeens een negorij, een bananenrepubliek. 'Onzin! Onzin!'
De felheid van Nederland is het, die volgens Van Istendael buitenlandse waarnemers telkens weer verbijstert. 'Iets nieuws dringt zich met grote kracht op en dan moet en zal het ook zo. Het verovert zijn plek en wordt de norm. Zo werd in de jaren zestig de stropdas verboden. Die was saai en conservatief. Je slecht kleden werd bon ton, een plicht. Kerels die al vetkussens hadden ontwikkeld, persten zich in spijkerpakken. In België ging het anders, zachtaardiger. Maar vergis je niet: hier viel in februari 1968 de regering door de studentenopstand in Leuven. Dat is de Nederlandse provo's niet gelukt.'
Slotsom van het gesprek: 'Na veertig jaar afbraak en kaalslag moet Nederland weer leren zijn tradities te waarderen. Niet restaureren zoals je met oude gebouwen doet, maar ze nieuw leven inblazen. Je moet rekening houden met de jongste zuil, de islam. Je moet aanvoelen wanneer je mensen schokt. Kader Abdolah schrok zich wild toen hij, net gearriveerd, kennis maakte met zijn buurvrouw. 'Dag buurman!', riep ze naakt zonnend vanuit haar tuin. In zijn land wisten
mannen precies waar de blik van eros op moest vallen: op de ogen van hun eigen vrouw.'
Of Nederlanders zich dan moeten aanpassen aan de nieuwkomers, in plaats van andersom?
'Nee, maar misschien kun je ook iets leren van die migranten, verdorie! Ik pleit voor terughoudendheid. Helaas beschouwen jullie ingetogenheid en discretie als zelfcensuur. Maar men zal het leren. Enkel door schade en schande wordt dit Nederland wijs.'

Wijze woorden - weer eens wat anders dan het gedoerian rond Geert Mak, Michael Zeeman, Joost Zwagerman, Adriaan Jaeggi en andere hotemekoters.
Wij wenden straks de steven naar de Centrale Bibliotheek in Den Haag, waar ik rond tien uur vanavond gedichten hoop voor te lezen: thuis in eigen werk, met verlossende woorden die eenieder toebehoren. A Love Supreme. Twee minuten schoonheid op http://michalevy.com, luidspreker aan, doorklikken naar Giant Steps. Merci, Coen! Jullie chroniqueur Simon Vinkenoog.


 

Vrijdag 11 maart 2005

Benjamin Whichcote, Cambridge Platonist, b. 1609 A.D., d. 20/5/1683

"Voor ons, de echopiekgeneratie, kinderen van de naoorlogse geboortegolf, geboren tussen 1965 en 1975, is hij de notulist. We waren zeventien en leefden van feest naar feest, met evenveel bezieling exerimenteerden we met seks, met drugs, en bediscussiëerden we de popmuziek. Als we al naar school gingen, was het om de agenda voor die week te vullen met feestjes. SMS bestond nog niet. Wie er het eerst mee kwam weet ik niet meer, maar opeens hadden we allemaal Less than zero gelezen. Less than zero, dat waren wij, maar dan met lege zakken. Zoiets hadden we nog nooit meegemaakt: een nota bene Amerikaans boek dat helemaal over ons ging. En de schrijver zelf, koud 21 jaar oud, bleek ook nog een generatiegenoot."

Op deze wijze ('In den beginne') lost Richard Dekker het startschot in een aflevering van Passionate Magazine (maart/april 2005), als eerbetoon bijna in zijn geheel gewijd aan Bret Easton Ellis, wiens enigszins verschrikt gezicht de omslag siert en die in dit glossy literair tijdschrift (€ 7.50, www.passionatemagazine.nl)) nog een tiental keer gefotografeerd opduikt, van top tot teen, soms paginagroot.
Ik had er geen flauw vermoeden van, dat deze antiheld nog eens een rolmodel zou worden, gezien de hier verzamelde getuigenissen. De enige, die in dit verband nog een beetje relativeert is Bas Heijne, die verhaalt hoe de schrijver tijdens een bezoek aan Nederland, een aantal jaren geleden, niet in het beeld van een modieus schrijverschap paste.
'Hij was een vriendelijke, nerveuze, nog net jonge man, die zich braaf alles liet aanleunen en zich leek te schikken in het eeuwige misverstand dat een schrijver met zijn onderwerp moet samenvallen; al werden de zweetplekkien in zijn dure overhemd almaar groter. Voorafgaande aan een vraaggesprek dat ik met hem zou hebben in een uitverkochte Rode Hoed, kreeg hij een heuse paniekaanval ('I hate this. And it's my life. I hate my life.') en moest ik hem zo ongeveer het podium opsleuren.
'Jaren later', vervolgt Bas Heijne zijn bijdrage Een oord van onderkoelde verschrikking, 'toen ik aan die verrassende angstaanval refereerde bij Donna Tartt, een oude vriendin van hem, haalde die haar schouders op: "Oh, Bret is always like that.''
Over American Psycho, de ook verfilmde roman van BEE, heeft hij als slotcommentaar: 'Het wordt terecht een moderne klassieker genoemd. Maar het werk lijkt ook een eindpunt; er is zoals het beroemde laatste zinnetje zegt, geen uitgang - geen verlossing à la Dostojewski, geen tragische afgang volgens Scott Fitzgerald, maar een vacuüm gezogen wereld, waaruit geen enkele ontsnapping mogelijk lijkt. Iedere nuancering van dat wereldbeeld komt over als een literair zwaktebod. Iedere bevestiging ervan is meer van hetzelfde. American Psycho is de meesterlijke roman waaruit de schrijver Bret Easton Ellis volgens mij zelf niet meer kan ontsnappen. Ik hoop dat ik ongelijk krijg.'
Twee pagina's uit BEE's nieuwe roman Lunar Park, in september bij uitgeverij Anthos in nederlandse vertaling te verschijnen, bevatten fragmenten uit zijn eerdere boeken Minder dan niks en American Psycho. Erik Brus geeft een overzicht van BEE's leven en werk, het verhaal Helium van Laurens Abbink Spaink is zo modieus als een verhaal maar kan zijn, de drie verfilmingen van Ellis-boeken worden besproken, Jerry Goossens roddelt over Ronald Giphart en Joost Zwagerman, die ooit met de Amerikaanse schrijver op het podium van de Amsterdamse Roxy (modieuzer kon niet!) hebben gestaan. Alex Boogers vraagt in zijn verhaal Mijn land of je begrijpt wat ik bedoel. Nee dus, en ik wil het ook niet - mordide verhalen zijn er genoeg; wie ooit Curzo Malaparte, Louis-Ferdinand Céline, Jean Genêt of William Burroughs tot zich heeft genomen heeft aan BEE geen behoefte. Schrijft Rob van Erkelens, die Jean Baudrillard binnenhaalt: 'In Ellis' oeuvre komt geen normaal mens voor. Want goed beschouwd komt er geen mens in voor.'

Terug naar echte mensen: vanavond om 21 uur wordt in Locus 0l0 aan de Vlasmarkt 1 in Rotterdam de verschijning gevierd van Peter de Groot's debuutbundel een nieuwe god/de nieuwe regels. Info bij de uitgever www.kleineuil.nl.
Ook in de Beat Bookstore aan de Wolstraat 2a in Antwerpen weer een avondprogramma, en uiteraard viert men de Boekenweek overal in den lande. Over mijn bijdrage(n): zie Kersvers van gisteren. Tot morgen, zo u wilt. Simon Vinkenoog.


 

Donderdag 10 maart 2005

Apollonius of Tyana, Neo-Pythagorean, c. 4-96 A.D.
Iolo Morganwg (Edward Williams), preserver of Druidic teachings, b. 1746 A.D., d. 18/12/1826
Mourning for the Slain Tammuz and Adonis

Say the word and you'll be free. (Herken je de melodie en weet je van wie?) Was het maar zo eenvoudig.
Fiat lux in the unfucked flux.
Heathcote Williams had meer van dergelijke aforismen in zijn Londense trappenhuis neergepend. Zo herinner ik me ook Sudden prayers make God jump. Ontlokt dit je een glimlach? OK; doe er een dag mee.
Nee, Jan Wolkers, gehoord en gezien bij Barend & Van Dorp, het scherm is geen aquarium. De individuele letteraanslag, al dan niet met tien vingers of twee (zoals ik) is dezelfde als op de schrijfmachine. Go with the flow en vind je eigen ritme. Ook van het scherm kun je onderweg lezen en zien, niet alleen van het papier, wat je aan het schrijven bent.
Ik heb dan wel geen winterkoninkjes buiten om te redden, maar zo'n blik op het Willink-achtige Amstelhotel, het Prof.Tulpplein en de Weesperzijde, plus een machtig stuk uitspansel doen mij als stedeling weer veel goed. Trams, fietsers, voorbijgangers, passanten, ik schrijf niet voor het publiek, maar ik denk wel aan die ideale lezer die met je meetrilt en ontroerd raakt, zoals ik soms. Bij Man bijt hond was het weer een paar keer heerlijk raak.
O, wat zijn we soms een lief, dom volkje! Ik behoor er notabene zelf toe, door een of ander gebeuren, waardoor het kleinste twaalfde-eeuwse muntje uit Pommeren, de Finkenaugen in Amsterdam terecht kwam. Mijn voorouderverering gaat niet zo ver; in vorige levens heb ik me niet laten verleiden. Het huidige voldoet naar volle tevredenheid.
Idola Fori
. Leuk muziekje op de site van de Sir Francis Bacon Society (1561-1626). De Theo Eerdmans-quiz, 1957, 1958? Jonge Werther, schreef Journaille in VN. Gouden Doerian: www.jaeggi.nl.
'You're only as young as the last time you changed your mind.' Timothy Leary (1920-1996). Heerlijk als er niets meer te verhapstukken is - ik hoorde Wouter Bos dit woord gebruiken.
In de leary.com-biografie tref ik een episode aan, die me doet denken aan iets wat ik eerder bij Gurdjieff las.
Timothy Leary's grootvader, rentenierend arts, trof eens zijn tienjarige kleinzoon in zijn privébibliotheek aan, vernam dat deze acht tot tien boeken per week las, en gaf hem toen als goede raad: Never do anything like anyone else. Find your own way... Be one of a kind!
In zijn prachtboek Meetings with remarkable Men' beschrijft Gurdjieff de dood van zijn grootmoeder, ergens in Georgië of Tsjetsjenië. Ook zij wenkt hem op haar sterfbed naderbij en fluistert in zijn oor, dat hij er voor moet zorgen altijd anders dan alle anderen te zijn, en nooit iets te doen wat voor hem al eerder gedaan is. Make it new zou Ezra Pound zijn studenten meedelen, en ook de stichter van het Christendom wees erop Alles Nieuw te maken.
Pater familias van de vaderlandse stripwereld Kees Kousemaker (63), runt een vernieuwde stripgalerie in de Kerkstraat 132. Hij werkt aan de vervolmaking van zijn magnum opus: de website Lambiek.net, de grootste stripencyclopedie ter wereld. Zijn databank omvat info over 6500 striptekenaars, en wordt 15.000 keer per dag bezocht. 'En geen cent subsidie, vind je dat niet vreemd? vraagt hij Frenk der Nederlanden, alweer een maand of wat geleden. Ik ben er nog niet langs geweest, op dit adres.
Ja, er is internet-scrabble. Ik schrok van de mogelijkheden er patience of taalspelletjes van te maken: onuitputtelijk!
Onnavolgbaar. Niet te volgen. Wordt vervolgd. Op de hoogte van de diepten, immer de oppervlakte afspeurend. Ooghoogte. De tirannie verdrijven die mij mijn hert doorwondt.
Early in the morning. Simon Vinkenoog ruimt desktop op.


Woensdag 9 maart 2005

Mothers of the World Teachers

Het eerste telefoongesprek vandaag gewerd me van het NCRV-t.v.-programma Man bijt hond: Was ik op het Boekenbal, en zo nee, waarom niet? In de CAMU-column in De Volkskrant lees ik dat Remco Campert, voor het eerst in jaren, evenmin naar het Boekenbal is geweest. 'Ik ben verschrikkelijk tevreden over mezelf en wat sta ik lekker uitgerust op.'
O, hoe de geschiedenis leeft, met of zonder tiendaagse boekenweek in de spiegel van de boekenberg die over de lieve lezertjes wordt uitgestrooid. In welke tijd speelt zich af, wat ik droom; is dat een tussentijd, geen indertijd of destijds: wat ik meemaak is absoluut nieuw, zo nieuw dat de flitsen die ik mij herinner geen enkele overeenkomst vertonen met bestaande situaties. Ooit dagdroomde ik ervan, dat mij zou geschieden wat Em.Swedenborg overkwam: dat ik door engelen bezocht zou worden, die mijn hand vastpakten om mij een mooi verhaal te laten schrijven, maar nee; welk verhaal dan ook, ik heb het altijd eerst moeten beleven voor ik iets kon schrijven, uit mijn duim zuigen heb ik nooit geleerd - de fantasie en verbeeldingskracht schuilen eerder in de feiten en omstandigheden van het leven zelf, terwijl mijn bewustzijn zich heeft kunnen ontfermen over de buitengewone situaties, waarin je al experimenterende met geestverruimende middelen terecht kunt komen. (Dan krijg je uiteraard te maken met spot en ongeloof, en de vraag of het bewustzijn zich inderdaad verruimen laat).
Het deed me wel goed dit weekend George Ivanovitch Gurdjieff (1866-1949) in NRC Handelsblad aan te treffen en Joost Ritman, oprichter van de Amsterdamse Bibliotheca Philosophica Hermetica, in Het Parool van gisteren.
Over de eerste bestaat een uitgebreide bibliotheek: alomvattend is bijvoorbeeld het ruim 600 pagina's tellende boek van James Webb (Putnam, New York, 1980) The Harmonious Circle. The Lives and Work of G.I.Gurdjieff, P.D.Ouspensky, and Their Followers.
In de NRC kwam een kaderstuk met foto van Gurdjieff terecht op een pagina Wetenschap & Onderwijs, getiteld Waarheid in jezelf - Encyclopedie plaatst gnosis en esoterie in historisch perspectief. Het gaat om een tweedelig magnum opus, gisteren officiëel aangeboden aan voorzitter Sijbold Noorda van de Universiteit van Amsterdam. Het betreft de door Wouter J.Hanegraaff geredigeerde Dictionary of Gnosis and Western Esotericism, uitgeverij Brill, tot 1 april € 259. Hanegraaf, die in 1996 zijn proefschrift New Age Religion and Western Culture schreef, beheert aan de faculteit voor geesteswetenschappen in Amsterdam een Instituut voor de Geschiedenis van de Hermetische filosofie en verwante stromingen. Voor zijn Dictionary werkte hij samen met Antoine Faivre (Sorbonne), Roelof van den Broek (Universiteit van Utrecht) en Jean-Pierre Brach (eveneens Sorbonne) aan een lijst die werd rondgestuurd, met een verrassend snel bereikte consensus. In het interessante gesprek met NRC's Hendrik Spiering verklaart hij onder meer:
'In feite maken we ons nu pas langzaam los van de dominantie van de Verlichtingsideologie. Als wetenschapper ben ik methodologisch een kind van de Verlichting, en dat wil ik ook blijven, anders maak je ook zo'n boek niet. Maar de rationele methode van kritisch onderzoek waarbij je wantrouwig staat tegenover de gezagsclaims van autoriteiten of tradities is iets heel anders dan het omarmen van de Verlichting als het enige juiste wereldbeeld of als ideologie. Ons soort onderzoek laat juist zien hoe wij onze identiteit als moderne rationele mensen hebben gecreëerd, door een heel terrein van ons af te grenzen. Dat maakt ons vaak blind zowel voor de irrationele elementen in ons eigen denken als voor de rationele elementen die aan de andere kant zitten. Als je de historische bronnen serieus neemt, blijk je dergelijke scheidslijnen niet op die manier te kunnen trekken.'
Ook uit het gesprek met Kurt van Es in PS van Het Parool gisteren (Ritmans schat - 20.000 boeken op het breukvlak van godsdienst en filosofie) wil ik in deze geschiedenisweek graag het een en ander citeren:
'We zitten midden in een nieuwe Renaissance. Dat voel je overal. Mensen lopen weg bij klassieke patronen en gevestigde normen. Ze willen alles zelf ontdekken. Tegelijkertijd is een groot deel van de samenleving zich te weinig bewust van de werkelijke betekenis van het leven. '
En die is? vraagt Van Es.
'Wij weten niet waar we vandaan komen en uit het hiernamaals zijn ook nog nooit ansichtkaarten gekomen, maar de oude wijsheden laten ons zien hoe de mens een micro-afspiegeling is van de grote kosmos, hoe alles met elkaar samenhangt. De mens heeft het vermogen tot innerlijke waarneming. Alles wat wij in onszelf kunnen leren kennen, geeft antwoord op het hoe en waarom van het leven. De energie die de kosmos vervult, kun je in jezelf waarnemen. Je kunt van de islam zeggen wat je wilt, maar die godsdienst stelt wel het spirituele leven van de mens centraal. Zoals bij veel veranderingen, zie je ook nu dat er als een soort schoktherapie grote invloeden van buiten komen. Dat was in 1450 zo met de val van Byzantium, toen het Christendom uit het Oosten werd verdreven en daarna in Italië bescherming kreeg. Zo'n beweging zie je nu weer. De samenleving van nu wordt tot excessen gedreven vanwege een ontbrekende samenhang. Het is een periode waarin alles in elkaar sodemietert en waarin de uitdaging is zelf orde te scheppen en verantwoordelijkheid te nemen. Er is een revolte aan de gang en Amsterdam is daarin een van de belangrijkste steden, zoals het dat eerder ook was.'
(Bibliotheca Philosophica Hermetica, Bloemstraat 13-19. Open ma t/m vrij 9:30-12:30 en 13:30-17:00. Tel. 020-6258079. Website: www.ritmanlibrary.nl).
Dat het me een heel groot genoegen doet dergelijke uitspraken te lezen, en ze hier verder te voeren, zal duidelijk zijn: ik heb me als esoterisch Angehauchte nooit een roepende in de woestijn gevoeld, maar het is een heerlijk idee zoveel andere oases aan te treffen. The desert is the only way out.
En nu nog even in het kader van deze geschiedenisles de namen memoreren, die mij om de een of andere reden sinds gisteren te binnen schieten; de eerste kwam in een quiz. Toen ging het geheugen werken. Nola Hatterman. Sophia Gemmekes. Karel van Boeschoten. Sanny Hemerik. Pim van Boxsel, vader van Matthijs. Edo Spier. Hans Gabriëls. Hans Kole. Karel Grazell.
Dan gooi ik er tot slot met graagte een uitspraak van Kahlil Gibran tegenaan, uit een brief in Beloved Prophet van 14 oktober 1914, kort na het uitbreken van de eerste Wereldoorlog:
"De geest van deze wereld is niet vrij van haar lichaam en zolang het lichaam voor meer leven vecht, zal de geest doorvechten voor meer leven, meer geest. Er is niet zoiets als strijd om de dood. Er is niets op deze planeet dan de strijd om het Leven. Iedere fysieke of geestelijke beweging, iedere golf van de zee en iedere gedachte of droom is een strijd om meer leven."

Genoeg geschiedenisles vandaag. 'Ik ben een reisgids, kinderen, leert mij lezen.' (Bert Schierbeek). Het ga u goed. It's all in the mind. Het universum is een gedachte . Simon Vinkenoog.


Dinsdag 8 maart 2005

Tulsi Das (H.), mystical poet, c. 1530-1620 A.D.

"Hij blijft zich verbazen! Terecht.
Hij gelooft in wonderen! Terecht.
Elk voorjaar ziet hij 't gebeuren
Van voren af aan opnieuw beginnen:
Het groeit, het bloeit; terecht.
Hij heeft redenen genoeg:"
Toen kwam ik niet verder. Ook een tweede aanvang, gericht tot Chronos, werd in de kiem gesmoord:

'O Vadertje Tijd, die sommigen onzer
tot op zeer hoge leeftijd begeleidt,
laat ons dit, of laat ons dat etc."

Maar 1 maart jongstleden sloeg het kleine hoekje toe, het lampje boven de jury-tafel was nog niet aangestoken (geen verwijt, eigen oerdomme schuld) en ik heb dus de bijdrage die ik vanavond tijdens het Boekenbal in een literair/muzikale voorstelling (het zaalprogramma) zou leveren, het schrijven en voorlezen van een gedicht, moeten afzeggen.
Jan Wolkers, schrijver van het Boekenweekgeschenk 2005, een onzer tachtigers, zal hiervan het onderwerp zijn. Treden op het Willem Breuker Kollektief, waarvan Jan W een grote fan is, lezen Ronald Giphart en Ramsey Nasr uit eigen werk en dat van Wolkers voor, Theo Nijland en Rosita Steenbeek maken een musicalletje, en ik zou het beoogde warm kloppende hart voor de natuur moeten laten klinken. Monique van de Ven gaat dit programma vanavond voor de meest uitverkoren gasten presenteren, daarna gaan de deuren open voor degenen die alleen voor het Bal kaarten ontvingen (veel meer dus dan het aantal stoelen in de Schouwburgzaal). Wij ontlopen dit jaar de drukte, wat het leven eventjes een stuk rustiger maakt.
Mijn volgende optreden vindt, D.V., zaterdag 12 maart plaats, tijdens de Leesnacht in de Centrale Bibliotheek aan het Spui in Den Haag, van 20 tot 1 uur; mijn bijdrage lever ik tussen 22u en 22u30 op de begane grond; daar word ik ook verwacht voor een signeersessie (aapjes-kijken) bij de stand van boekhandel Verwijs om 22u40.
Mijn daaropvolgend optreden vindt 17 maart in de Rotterdamse Doelen plaats, tijdens Bulkboeks Dag van de Literatuur. Daarover voor die tijd meer.
En de beat goes on, ik grasduin in de nieuwe Antwerpse aanwinsten; l april ben ik er weer om op All Fool's Day in de Beat Bookstore, Wolstraat 2a, Allen Ginsberg's gedicht HOWL ten gehore te brengen, inch'allah.
Bij het opstarten van deze pagina werd ik getroffen door de naam van de Held, Heilige of Mysticus van de Dag: Tulsi Das. Ik raadpleeg hiervoor een Festival Calendar, enigszins in onbruik geraakt en ooit voor Kersvers uit het kleinste kamertje op deze verdieping geplukt (gisteren werd Rowan Hewison 56: congratulations!). Die ken ik! dacht ik, en zocht naar het evenmin ooit bijgehouden album met postzegels, waarop schrijvers afgebeeld staan (het puilt uit van het niet-bijhouden), en ja hoor daar stond Tulsi Das (1533-1624) afgebeeld op een rechterpagina (met Tolstoi, Tagore, Tsjechov en Felix Timmermans), linkerpagina de Shakespeares uit diverse landen.
Bij mijn eerste bezoek aan India (nov.-dec.1956) stapte ik op Connaught Place in New Delhi een filatelistenwinkel binnen en vroeg om de schrijvers. Soms keek men op (ik deed het vaker in landen die ik bezocht), en vaak genoeg kwam men enthousiast aangelopen en bladerde ik mee. Nog altijd let ik er op, loop alleen die winkels niet meer binnen; toen ik er zo'n 600 alfabetisch gerangschikt had, kreeg ik er genoeg van. Andere hobby, ander tijdverdrijf: pastime. It's all in the game, and I like it!
Vandaag, ter gelegenheid van de Boekenweek, een citaat van Jan Wolkers, uit een interview met hem (door Monique de Knegt) in Het Parool PS Boeken van 3 maart:
"De media hebben nu een sfeer gecreërd van angst. Dat vind ik eigenlijk schunnig. Vooral ten opzichte van die gewone islamitische mensen, die zich hier rot hebben gewerkt. Het lost zich vanzelf op, het is een kwestie van tijd. Al die drukte over hoofddoekjes. Hoelang is het geleden dat we in Nederland een hoed droegen? Bij de SGP op de Veluwe moet het hoofd nog steeds worden bedekt."
Edith maakte een plaatje bij mijn ontdekking van Tulsi Das. Bijgaand. Gegroet, Simon V.


 

Maandag 7 maart 2005

Thomas Aquinas (C.), the Angelical Doctor, d. 1274 A.D., b. 1225
Empedocles, Pythagorean, c. 504-444 B.C.

Licht in de duisternis. De kroonluchter, de staande lamp, de kerstverlichting - ik zet mij neder, kijk naar buiten: het vuil dat sneeuw en modder heette, is verdwenen: een schoongespoelde straat.
Bedlegerig gesprek met Ed Baars gevoerd; hij had proefdrukken bij zich van de twee litho's die ik een paar weken geleden op zijn steendrukpers bij Pascal in de Ridderschapsstraat in Utrecht had gemaakt. Verbluffende resultaten, als immer bij zulke uit het niets ontstane vormen, die je gevoeld, betast, aangeraakt hebt en die zich nu in verschillende kleuren aan je voordoen: donkerblauw lichtblauw oker violet groen turquoise rood oranje zwart - nooit zomaar uit het potje, verduidelijkt hij, niet-giftig en lichtecht. Ik voel aan het papier: 100 % lompen 300 grams Hahnemüller, met scheprand. Wij besluiten welk resultaat het best overeenkomt met onze gedrieën gedeelde mening: voor een toekomstige MAP worden er twee gedrukt, waarna ik alsnog dezer maanden verder ga borduren-sturen-onderhuids-sudderen.


Met Ed heb ik eerder kennis gemaakt, toen ik bij Piet Clement een litho met tekst maakte; ik verwees er naar in een kersvers vorige week: Jan Cremer kende het woord beklijven niet. Piet Clement heeft zijn steendrukkerij opgegeven, bouwt ook niet langer aan het grafisch oeuvre dat hij de afgelopen decennia met een aantal van de beste Nederlandse beeldende kunstenaars heeft opgebouwd: digitalisering verovert de wereld; een ambachtelijk en artistiek hoogstaand beroep moet weer plaats maken voor de technologie. Rib speelt nog steeds op; ik houd een dagje bed, heb het Boekenbal morgen afgezegd - even mijn eigen evenwicht hervinden.
Teruglezen in de dag-en weekbladen. Altijd leuk je naam aan te treffen in krant of boek, le plaisir de se voir imprimé vermindert niet, al naar je ouder wordt. Integendeel: het feit dat je überhaupt genoemd wordt, in welk verband dan ook ('dat je nog meetelt') doet je goed, en dan doet de strekking - up of down - of welk waarom van de naamsvermelding dan ook, er niet meer toe. Of dat je in het t.v.programma Kopspijkers geparodiëerd wordt, nou - dat zoeken we toch even op? Ik ben het helemaal niet, Edith zegt: jij hebt altijd een jasje aan, en nooit zo'n slobbertrui.
Des te meer plezier ontleen je dan aan het feit dat je je naam aantreft in bezield verband, te weten in de Boekenbijlage van NRC Handelsblad van 4 maart jl (op Compact-formaat, gedeeld met het Cultureel Supplement, 24 pagina's tegen 16 pagina's om en om gedrukt, bravo vormgeving), gewijd aan het thema van de nationale Boekenweek: de Vaderlandse Geschiedenis.
De redactie van Boeken stelde voor een miniserie Het onmisbare boek aan zestien kenners de vraag 'welk werk ze zouden nemen als ze over 'hun' onderwerp uit de Nederlandse geschiedenis één boek moesten kiezen.'
En ongezond weer op! Over de jaren zestig schreef Piet de Rooy een lofzang op Het beste uit Hitweek 1965-1969 (uit 2003), samengesteld door Willem de Ridder & Frank Dam. Hij schrijft:
"Maar het beste in Hitweek was de filosofie, de manier waarop levensbeschouwing naar een zeker niveau werd getild. Neem het prachtstuk van Simon Vinkenoog van 7 januari 1966 over outsiders: 'Laten mijn lezers en ik duidelijk weten, waar wij aan toe zijn, stellen wij dus ineens en onweerlegbaar voorop: de strijd tussen de machten van de Duisternis en die van het Licht is nog niet ten einde gestreden! Wij zitten er nog middenin, als wij tenminste onze koppen niet in het zand steken.'"
"Nog steeds relevant, lijkt me," besluit Piet de Rooy zijn stukske: "Het is kortom een blad waarvan ik regelmatig in de lach schiet, dat me soms ook ontroert en waardoor ik al met al in een uitstekend humeur kom."
Bedankt. Nog lang niet uitgepraat, van je nooit niet, maar ik wil graag de mening delen van Maarten van Rossem, die in Het Parool noteert: "Het blijft droevig dat het machtigste land op aarde wordt bestuurd door lieden die de dag met bijbelstudie beginnen om vervolgens de godganse dag alle christelijke beginselen en principes van eenvoudig burgermansfatsoen aan hun laars te lappen."
(Over de Republikeinse President Bush, die in 2005 de Social Security aan de 'vrije' markt wil prijs geven, die door de Democratische President Roosevelt ten tijde van de Depressie in de jaren dertig van de vorige eeuw werd ingesteld).
En wat toch te denken? Moet dat dan? Ja, blijkbaar! van Arnon Grunberg, die in zijn wekelijkse email-uitwisseling met Arnold Heertje, ook in Het Parool, meestal verregaande voorbeelden van langs-elkaar-heen-praten schrijft:
" De oorlog tegen Irak was vanuit Amerikaans standpunt noodzakelijk. Van tijd tot tijd dient men (als men geen slaaf is) te bewijzen dat men een vijand kan verbrijzelen. Met democratie of Saddam had dat niets te maken."
Vijf regels eerder stond er: "Het bestaansrecht van Israël is niet het lijden van het joodse volk, maar het feit dat deze staat sterker is dan zijn buren. Mijn bestaansrecht is dat ik jou kan verbrijzelen. Dat ik dat niet doe, is omdat ik daar (nog) geen belang bij heb. Maar als ik meen dat mijn existentie in gevaar komt, of als ik tot de conclusie ben gekomen dat ik een voorbeeld moet stellen, zal ik niet aarzelen."
Mooie pen-pal heb je, Arnold. Een echte sabra, die correspondentievriend van je. Sjalom, eenieder: Simon Vinkenoog.


 

Zondag 6 maart 2005

'Dolgelukkig dat we weer thuis zijn!' Ik kan niet anders dan Edith's uitroep beamen; ondertussen wel het geluk elders - Antwerpen dus - ondergebracht, in gesprekken en ontmoetingen, tijdens drankjes en hapjes (Entrepôt de Congo, De Kat, De Zeven Schaken, De Engel, le petit Zinc) en tussen de boeken, foto's, affiches en mensen - uit diverse windstreken: Vlissingen, Leeuwarden, Maastricht, Gent, Brugge, Brussel - sommigen aangesneld omdat zij mijn radio-interviews hadden gehoord.
Vanochtend om 11 uur de Museumbabbel in het MuHKA bij de opening van Lawrence Ferlinghetti's works on paper, Coney Island of the Mind - ook de titel van zijn dichtbundel uit 1958, waarvan bijna een miljoen exemplaren verkocht zijn, wat ook het geval is met het lange gedicht HOWL uit 1956 van Allen Ginsberg, dat verscheen bij de mede door Ferlinghetti (24.3.1919) gestichte City Lights Books in San Francisco.
Een wereldwijd bekend adres aan de Columbus Avenue in San Francisco's bohemian North Beach-area: inspiratiebron voor wat René Franken met zijn kompanen aan de Wolstraat 2a teweegbracht: een zes weken durende Beat Bookstore; volop voorzien van boeken die men zelden of nooit in mainstream boekhandels zal aantreffen; niet bij de Fnac, De Standaard en ook in NL zeker niet bij Atheneum, Donner of Scheltema. Met liefde vergaard (antiquarisch, via Demian, Wolstraat 9), van nieuwe en lopende uitgaven voorzien door The American Book Center (Amsterdam, Kalverstraat 185, The Hague, Lange Poten 23 en Leuven, Diestsestraat 115) met boeken uit de fondsen van Vintage, New Directions, Black Sparrow Press, HarperCollins en Penguin USA.Van maandag t/m zaterdag 11-18 uur.



Ik schafte The Trials of Lenny Bruce, The Fall and Rise of an American Icon, Ronald K.L. Collins & David M. Skover, Sourcebooks, Inc. 2002 aan en keek vol bewondering naar het (te zwaar om mee op reis te nemen) luxe boek van Barry Miles: HIPPIE. Sterling Publishing, New York 2004, printed in Hongkong volgens de ISBN-pagina (1-4027-1442-4), printed in China volgens het stofomslag. 384 pp., €29.-
Met de opdracht To all the old freaks and hippies everywhere is het een kleurrijk geheel, met eigentijdse teksten, veel fotomateriaal, behelzende volgens de Contents de volgende jaren:
1965: From London to San Francisco and beyond, Hippie roots in poetry, fashion and music
1966: Psychedelia, LSD, the politics of ecstasy, Pink Floyd, the Dead, Vietnam, the Bus, Acid Tests
1967: Sergeant Pepper, The summer of Love, Monterey Pop, Lord Kitchener's Valet, Love & Haight, IT and Oz
1968: Anti-war protests, Paris, Street Fighting Man, Chicago, Black Panthers, Cream
1969: Berkeley Riots, the Weathermen, Woodstock, Altamont, Charles Manson, Timothy Leary, Communes
1970: The Age of Aquarius, Main Street Hippie, Earth Day, Trials in the UK and USA, Alice Cooper, Playpower
1971: Jimi, Janis and Jim gone forever, Heavy Metal; thundert, Nudity, the Legacy, Woodstock '94 & '89.
Ik zou zeggen: naar behoeven aan te vullen die jaren, ieder zijn eigen Life Study Love Story; ik ga even duchtig uitrusten, niet zonder een aangetroffen uitspraak van Jerry Rubin in dit opmerkelijke boek: 'What's going to happen when all those American GIs come home? "What do you mean, we're old enough to fight and die but not old enough to smoke?"
Ik houd mijn bezoekers van komende evenementen in dit verband op de hoogte; zelf hoop ik nog enkele malen naar Antwerpen te kunnen reizen, de signorenstad die voor mij op dit moment inderdaad een World Book Capital is!
Ken je eigentijdse geschiedenis; the beat goes on! See you later, alligator, Simon Vinkenoog.

 


Zaterdag 5 maart 2005


Andermans schoothond, René’s laptop. Even de weg vinden, tussen Leeuwenstraat, waar logeeradres boven Brocante, naar deze boekenhoek in de Wolstraat. Onbekend terrein, straatje in door, uit, om. Edith mooie kaart, ik mooi rondkijken tussen dag-en nachtschade. ~Overdag de voet die zo nu en dan rusten moet, en ‘s nachts de vraag hoe de rib het minst pijnigt.
Niets aan de hand, uurtje zitten tussen Boeken en echte Mensen, de grootste Genezing die er is, Heerlijke mensen leren kennen, niet alleen de portretten aan de muren, in de vitrine, op de boekomslagen – linkerwand American Book Center (Amsterdam, Den Haag, Leuven), rechterwand datgene, Al Dat Gene, wat René Franken de afgelopen jaren heeft verzameld. Het maakte het aantal handtekeningen te zetten, aanmerkelijk groter. Netjes in de rij; één voor één. Een begenadigd figuur had netjes in doorschijnend diamantpapier een dertigtal mijner werken, plus enkele tijdschriftbijdragen waarvan ik het bestaan vergeten was.
Zojuist een uurtje bij de haard gebabbeld over Hugo Claus, de jaren dat wij elkaar tussen 1950 en daarna zo niet dagelijks, dan toch wel zeer regelmatig zagen, notabene niet eens over ons tripje naar Positano, wel over het praatje voor studenten in Utrecht van Kees Buddingh’ over de Vijftigers, dat wij plotseling kwamen bijwonen, daar was ook Jan Elburg bij, en wij rookten in die jaren lange Schimmelpenninck sigaartjes.
Op naar het MuHKA, voor bezichtiging Ferlinghetti’s Works on paper, prachtig bijeengebracht in het boek ‘Life Studies ~Life Stories’.
American Book Center Amsterdam kondigt een interessante lezing i n Amsterdam aan, 24 maart a.s. , gastspreker Daniel E. Williams: ‘Living in a World Without Drug Prohibition’. Hij is de auteur van het boek ‘The Naked Truth About Drugs’.
“The United States led the world into drugs prohibition, and it is the United States that can lead us all out. Drugs are still believed to do harm, yet attitudes are shifting toward the belief our drug laws are more harmfull. The repeal of global drug prohibition will be the most significant law-and-order legislation of the 21st century.” Zo is het! Groeten uit de Sinjoren stad. Simon Vinkenoog.


Vrijdag 4 maart 2005

Aneurin, Welsh bard, 6th cent. A.D.

AU!
(Uit Het Leven Gegrepen, deel 1)

AU, ik mag niet te hard lachen.
AU, ik mag geen plotselinge bewegingen maken.
AU, ik moet het een beetje rustiger aandoen
AU, van ZumTodeBetrübtHimmelHochJauchzend
AU, door de pijngrens
AU, ik moet uitkijken waar ik loop: sneeuwwit, gladglanzend of modder
AU, zó gaat het dus: not with a bang /with a whimper
AU, ik mag wel weer eens uit mijn ogen kijken
AU, ik moet mijn dromen onthouden
AU, ik heb er nog lang geen genoeg van
AU, je moet er mee leren leven {grootste dooddoener ooit}
AU, je moet er maar niet meer aan denken
(de humanistische geestelijke verzorger, die wel eens langs kwam, in de zes weken vrijheidsberoving Utrecht 1965, bij het afscheid. Slechtste raad ooit.)
AU, Netwerk, AU Twee Vandaag, AU Journaal, AU Wereld, AU Tsunami,
AU Verdeelde Verengde Staten
AU, ongebakken deegsliert Europese Grondwet
AU, ongeletterden
AU, tijdgenoten!

Van Au naar Mwah il n'y a q'un pas...
(
Uit Het Leven Gegrepen, deel 2)

Opmerking van Ad Fransen & Peter Hoomans in een interview met Harry Mulisch, in het derde deel van de serie 'Schrijven voor gevorderden', HP/DE TIJD, 4 maart 2005, € 3.95, €4.20:
U bent al heel lang een publiek persoon, een bekende Nederlander.
Harry Mulisch: Precies, en het lastige is dan dat je vaak gevraagd wordt iets te zeggen over dingen waar je geen verstand van hebt. Rotzooi in de politiek en in de wereld, bijvoorbeeld. Maar daar wil ik het in dit gesprek dus niet over hebben
HP/DT: We hebben aan uw vriend Marcel van Dam gevraagd waarom u tegenwoordig zo afwerend reageert als het over maatschappij en politiek gaat. Over de islam. Volgens Van Dam bevalt het agressieve klimaat waarin de discussie plaatsvindt u niet
Harry Mulisch. Dat is ook zo. Ik heb twee ingrijpende veranderingen meegemaakt. De Tweede Wereldoorlog en de jaren zestig. Daar heb ik me stevig mee bemoeid. Nou vind ik het welletjes.
HP/DT: Misschien komt alle rampspoed op de oude dag wel extra hard aan?
Harry Mulisch: Hard? Mwah. Wel onverwacht. Kijk, in 1961.......


Uw chroniqueur, onderweg naar de Signorenstad, adviseert u verder te lezen in HP De Tijd van deze week, niet bij het oversteken, pas op voor de gladheid, ongeluk zit in een klein hoekje - kan ik weer eens empirisch, volmondig beamen. Drie getuigen, Sven, Erik Jan en Leonora.
Uw (aan de beterende hand) Simon Vinkenoog, met dank voor Edith's onvoorwaardelijke steun en dank ook aan de voorbeeldige Amsterdamse huisarts-klinieksamenwerking. Petje af, en oprechte dank. Weg met de alarmfases! Simon Vinkenoog.


 

Donderdag 3 maart 2005

Nicholas Flamel, Hermetist, d. 1418 A.D., b. 1330

 

Voor pijn moet alles wijken
een symfonie van pijn
een waterval van pijn
pijnscheuten vlammensteken

Voor pijn moet alles wijken
afspraken, reizen, plannen
- zelfs hoesten of bewegen,
ja, zelfs ademhalen:
voor pijn moet alles wijken.

Je brengt jezelf, je werk,
de wereld in ongelegenheid:
voor pijn eigenlijk geen tijd,
je lichaam en geest nog lang niet
voorbereid op het afscheid,
maar je voelt, je weet en ondergaat:
voor pijn moet alles wijken.

03.03.05 - 10u30
11u15 naar huisarts.

12u30 Röntgenfoto's Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Prinsengracht.

Rib gebroken, long niet lekgeprikt. Hoera. Voorgeschreven Diclofenacnatrium
(ontstekingsremmend, pijnstillend en koortsverlagend).

Eerder meegemaakt, zo'n val in het niets of de leegte; beschreven in het hoofdstuk Lang Licht in Stadsnatuur - dagboeknotities januari-juli 1986, in november 1986 in 1500 exemplaren bij uitgeverij Conserve verschenen. Pagina 101: '21 juni 1986. Speelt de duivel mee? Na mijn optreden in Paradiso, een benefietavond ten behoeve van de Hortus Botanicus stapte ik van het ene podium op het lager gelegen andere, vlak daarnaast - om op ooghoogte te geraken met het meisje dat me bloemen kwam aanbieden ('je was zó vlug van het podium af') - de eerste stap ging uitstekend, maar met het linkerbeen kwam ik in een dertig centimeter brede spleet terecht, waardoor ik allereerst tegen het hout in de leegte flikkerde, en vervolgens een opdonder onder mijn rechteroksel kreeg - nu drie dagen later, veel ach en wee weer, nog steeds manklopend en pijn bij elke lach, hoest of diepe ademhaling.'

Eerste tien dagen rustig aan; dokter Anneke Groot bevestigt diagnose radioloog: gebrok rib, niet gekneusd. Geen vreemde onverwachte bewegingen maken; spieren houden het bot bij elkaar. Rustig houden, 'je bent sneller vermoeid dan anders.' Dit keer dacht ik, dinsdag in Festina Lente, dat er een stoel stond bij het tafeltje waaraan de jury altijd zit tijdens de maandelijkse dichtersavonden.Wel, die stond er dus niet, waardoor ik op de grond terecht kwam en met mijn rug tegen de vensterbank smakte. Genoeg daarover; in elk geval gaan wij niet naar Rudolf's verjaardag vanavond (zeventig, in Ruigoord), helaas.
Wél zal ik morgen om vier uur, D.V., mijn opwachting maken in de dan te openen Beat Bookshop in de Wolstraat 2a in Antwerpen, waaraan René Franken (van antiquariaat Demian, Wolstraat 9), de laatste maanden zo hard gewerkt heeft. Zondagmorgen 11 uur een museumbabbel in het MUHKA, bij de opening van de tentoonstelling A Coney Island of the Mind, works on paper van Lawrence Ferlinghetti. Voor het overige programma, zie The Beat goes On!
Pijnlijke, edoch hartelijke groeten, Simon Vinkenoog.


 

Woensdag 2 maart 2005

Thomas More Johnson, American Neoplatonist, d. 1919 A.D., b. 30/3/1851

Nostalgie. Ik ken het woord, alsmede de betekenis (hoewel nooit de definitie ervan opgezocht), maar ik heb er verder niets mee te maken, kan er niets mee doen.
Een redactielid van het t.v.-programma B & W belt op, om me mee te delen dat sommigen dit jaar al het jaar van de Nostalgie noemen, en heb ik zin in een discussie daarover mee te doen?
Ik houd de boot af - hoef niet zo nodig met mijn snuitje op de buis - en verklaar met het woord weinig te kunnen aanrichten.
Niet dat het verleden niet met me optrekt, het hier en nu van mij is tenslotte al bijna 77 jaar oud/jong/springlevend (zij het van AU, na het zittengaan op een stoel die er niet was bij Festina Lente gisterenavond), ik kan dan ook veel verhalen over allerlei gebeurtenissen waarmee ik al dan niet te maken heb gehad in die zo bewust mogelijk meegemaakte bijna 3/4 eeuw geschiedenis, maar reden om NU nostalgisch te doen over TOEN: in de allereerste plaats omdat ik nooit zo gelukkig geweest ben als de jaren die ik - sinds 1987 - met mijn Edith Annalida Dorothée Ringnalda doorbreng.
En als me gevraagd wordt over de jaren vijftig te schrijven (het afgelopen weekeinde in Den Haag daaraan besteed) dan doe ik dat, merk ik, in de tegenwoordige tijd. Ik ben er weer even, in gedachten en herinneringen. Zonder nostalgie, weemoed, heimwee, Weltschmerz of mal du siècle; weg met de gemeenplaatsen, clichés en de hype van de dag.
O, wat zijn de herinneringen veeltallig en multi-interpretabel, subjectief of objectief: de 12 jaren voor de Tweede Oorlog, de vijf jaar durende bezetting, de periode daarna, de vlucht uit huis het huwelijk in, de eerste zoon uit 1947, het vertrek met Juc naar Parijs, de amoureuze en literaire verwikkelingen, de jaren Unesco - met werkbezoeken van twee maanden aan Montevideo en New Delhi, de terugkeer naar mijn geboortestad die nu onder een witte sneewlaag mooi ligt te zijn - het redacteurtje-spelen bij de Haagse Post, de boeken en vrienden, de happenings en reizen: het staat niet altijd geboekstaafd en er blijft altijd genoeg te vertellen over.
Sommige verhalen blijven nieuw, al hoor je ze honderd malen en kun je alle malen wenen; als ik op deze eigen plek over al mijn boeken, bundels, uitgaven, vrienden en familieleden hier tien regels commentaar zou moeten schrijven, zou ik nog weken bezig blijven, en dat doe ik dus niet.
Geen uithangbord voor de kleine ondernemer, die ik ben - en zeker geen handelaar in nostalgie. Maar dat het altijd even spannend was, dat ik altijd ergens mee te maken of te doen heb (gehad)) met de personages die als figurant en medespeler mijn Umwelt bepalen, mijn socio-sfeer, dat is zeker.
Er zijn meer Fenomenen dan Allen Ginsberg, Gregory Corso, William Burroughs, de al dan niet experimentele dichters, en de beeldende kunstenaars als Aat Veldhoen, Karel Appel of Jan Cremer die mijn pad kruisten, om er enkelen te noemen. Wat dat betreft, voel ik me bevoorrecht en hoef voor niemand te verhelen dat het toeval daarbij een grote rol heeft gespeeld. Un coup de dés jamais n'abolira le hasard. (Stéphane Mallarmé) Maar je moet daar voor openstaan en kunt het andere, eigen namen, geven. Het eerste gebod is uiteraard Liefde (lacht de Angst weg) en verder: je goede gesternte, met het peillood van de serendipiteit of een gratis abonnement voor het leven op synchroniciteiten, die in clusters komen. Op naar het einde, een altijd nieuw begin. Gegroet, belezen tijdgenoten: Simon Vinkenoog.


 

Dinsdag 1 maart 2005

David (C.), Patron Saint of Wales, 6th cent. A.D.
Moses, c. 1570 - 1450 B.C.

Als motto van de maand maart, op de Universal Festival Calendar, waaarvandaan ik de namen pluk, een uitspraak van Lao Tse, uit de Tao Te King:
"He who makes, unmakes; he who grasps, lets go. That is why the self-controlled man by Inner Life can make and by Inner Life can unmake, by Inner Life grasp and by Inner Life let go.'
Heerlijk, als innerlijk leven en uiterlijk leven samenvloeien: dit mee te maken in een gelukkig huwelijk is een zegen, waarvan je je voortdurend bewust bent. Count your blessings.
Terug in Amsterdam werk aan de winkel: het uittikken van heel wat kleine woordjes op kleine papiertjes. Dit een avondwandelingetje voordat wij ons naar Festina Lente begeven. Bij de post het winter 2005-nummer van Theosofie, een uitgave van de Geünieerde Loge van Theosofen met zowel een editoriaal De Ramp in Azië: God, Toeval of Karma? als een uitvoerig artikel De verborgen Oorzaken van Natuurrampen.
In Het Editoriaal: "Volgens de theosofie kan het lijden in de wereld, en dus ook deze ramp, niet worden verklaard door de aanname dat een almachtige God de schepper is van ons lot. De esoterische filosofie leert immers dat een persoonlijke God niet bestaat. Het probleem is reeds tweeëntwintig eeuwen geleden helder verwoord door de Griekse filosoof Epicurus: 'Of God wenst het kwaad uit deze wereld te verwijderen en kan dit niet, òf hij kan het maar wil het niet, òf kan het wel en wil het. Als hij het wil en niet kan is het onmacht, wat in tegenspraak is met de aard van God; als hij het kan en niet wil is het slechtheid en dat is niet minder in strijd met zijn aard; als hij het niet wil en niet kan is dit zowel slechtheid als onmacht; en als hij het kan en wil (alleen deze voorwaarden passen bij God), waar komt dan het kwaad dat in de wereld bestaat vandaan?'" (Aangehaald door Lactantius in zijn De Ira Dei (Over de Woede van God), hoofdstuk XIII.)
Ik zal ongetwijfeld verder lezen, ook het wetenschappelijk artikel met veel feiten vanaf het WWW, en via Judge, Blavatsky en het Corpus Hermeticum.
De Loge (met het motto: De ware Theosoof behoort tot geen geloof noch sekte en toch behoort hij tot alle) kondigt zondagmorgenbijeenkomsten aan van 11u tot 12.15 in 't Klokhuis aan de Celebesstraat 4, 2585 TJ Den Haag. Info Elzendreef 279, 2272 CM Voorburg, 070-3865712.
Het gaat om de volgende data: 6 en 20 maart, 3 en 17 april, l, 15 mei en 29 mei, alsmede 12 juni. Van harte welkom, toegang vrij, gelegenheid tot stellen van vragen en napraten bij een kopje koffie of thee. Over studiemiddagen info op adres voornoemd. Dit was uw (bijna dagelijkse) postduif, op vleugels van gezang: Simon Vinkenoog.


FEBRUARI 2005