Golven, golven...en nog eens golven.

door Jacob Venker

SABAWAVE

Brekende Caribische deining ter hoogte van Well's Bay, Saba (N.A.).         Foto: Jacob Venker

Meestal let je er niet zo op. Want wanneer je uit bad stapt kijk je eigenlijk zelden naar de golven die je daarmee hebt veroorzaakt. Maar dat zou je nu eigenlijk tóch eens moeten doen. Heel even maar, hoogop een paar seconden. Dat is lang genoeg om te zien hoe het water nog even flink te keer kan gaan. Een enkel keertje zelfs zo hevig dat het over de rand slaat. Maar hoe kan dat, want je mag toch verwachten dat het water dan stiller in plaats van wilder wordt; de golven steeds minder hoog zullen worden.

Wanneer je er uit stapt komt het water even heel heftig in beweging en stroomt het in een fractie van een seconde naar de plek waar jij zat. Opeens is de rust hevig verstoord. En zo ontstaat er midden in het bad, aanvankelijk een cirkelvormige golf die even later overgaat in een grillig en complex spel van tig andere golven. Ze weerkaatsen tegen de badranden, buigen af en het wordt vanaf dat moment allemaal heel diffuus onnavolgbaar. Het klotst, butst en botst. ...Botst...? Nee, niet echt, want zo'n golfberg beweegt zich in rap tempo en wormt zich dwars door een andere golf vanuit een tegengestelde richting. Maar op het moment dat ze zich vermengen worden alle waterdeeltjes (de moleculen) van beide golven heel even boven op elkaar geduwd. Of soms haalt een grotere golf een kleinere in. En zo worden twee golfbergen op elkaar gezet en ontstaat uit twee lagere golven een hogere. Dit schouwspel voltrekt zich in een oogwenk. En zie, wanneer dit aan je badrand gebeurt schiet het water er soms wel eens net even overheen en kun je daarna gaan dweilen.

Anders dan in jouw badkuip zijn GETIJDENGOLVEN in de wereldzeëen super lang: wel honderden kilometers. Van oorsprong zijn ze slechts een tot twee meter hoog. Het begint allemaal in de Stille Zuidzee, rondom Antarctica. Daar wordt door de aantrekkingskracht van maan, zon en aarde het zeewater een beetje opgetild. Vooral de maan speelt hierin een grote rol. Vervolgens krijgen die golven de vrije loop, al rollende in hun zich voortplantende beweging, ongehinderd door land en continenten. Dan rollen ze verder in noordelijke richtingen en maken een lange reis. Eer ze dan onze Noorzee bereiken is het alweer twee dagen later; twee dagen om helemaal van de zuidpool onze Noordzee te bereiken. Een deel van die golven wringt zich Het Kanaal in tussen Engeland en het Franse Bretagne. Een ander deel rolt ongehinderd verder naar boven, buigt 'rechts' af om Engeland en Schotland heen en draait vervolgens de Noorzee binnen. Vrijwel tegelijkertijd wanneer vanuit het Kanaal een golfberg het Nauw van Calais bereikt, doet een andere golfberg dat vanuit de Noorzee. Ter hoogte van Calais komen ze elkaar tegen en stuwt het op dat moment vanuit beide richtingen. En zo ontstaat daar een flink verschil in het waterniveau: tussen hoog en laag water, vaak wel zo'n tien meter. Vervolgens zal de golfberg uit de Noordzee weer terug willen rollen, maar buigt hij in oostelijke richting af en vervolgt dan zijn route verder langs de Belgische, Zeeuwse en Hollandse kusten, zo ongeveer tot Petten. Dan buigt hij weer naar het midden van de Noorzee af om daar vervolgens helemaal uit te rollen. Vanaf Petten tot en met Texel komt uit de noordelijke Noordzee bovendien nog een andere getijgolf naar binnen. En zie: Zou het op dat moment in Den Helder hoog water (HW) zijn, dan is het dat daar nog eens, maar dan drie uur later ( Bekijk nu hieronder ook een overdreven weergave van getijgolven op een kaartje van het Kanaal en de Noordzee ).

Golf.gif (71904 bytes)

In feite verschillen de gedragingen van de golven in onze badkuip dus niet echt met die van het getij in de wereldzeëen. Zeker niet met die van de Noordzee en met die in het Kanaal ten zuiden van Engeland. Want juist daar stuwt en weerkaatst het water heel erg,  tegen de nogal nabij gelegen kusten. Vooral door die stuwing (bijvoorbeeld bij Calais en Dover, maar ook al in Bretagne), kan het verloop van het waterniveau, in zes uur tijd, tot wel meer dan tien meter belopen. In Saint Malo (Bretagne) bijvoorbeeld, wordt dit verschil zelfs benut om er electriciteit mee op te wekken. Wanneer we de Westerschelde opvaren zien we dat het verschil ter hoogte van West-Kapelle slechts een dikke twee, maar iets verderop, naar binnen toe ter hoogte van Vlissingen, al vier meter is en loopt dit bij Antwerpen op tot wel ruim vijf meter of soms iets meer.  

3dgolf.tif (525079 bytes)

Afbeelding hierboven: Het hoog water trekt van zuid naar noord langs de Zeeuwse en Hollandse kusten. ( sterk overdreven weergave )

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Iets over TSUNAMI'S

Veel gestelde vraag is of  een tsunami voor de Nederlandse kust kan optreden. Het antwoord hierop is JA.

Een  t s u n a m i  is een lange vloedgolf . De lengte ervan varieert van enkele tientallen tot enkele honderden kilometers. Zo'n soort golf wordt niet opgewekt door  getij of storm, maar door plotselinge verstoringen van de watermassa van zee of oceaan. Aardbevingen of landverschuivingen zijn de bekendste oorzaken. Maar de kans dat zo'n tsunami in ons Noordzeegebied optreedt is overigens wel buitengewoon klein, d.w.z. eens in de tienduizend jaar .

Een tsunami die buiten dit gebied is opgewekt kan zeker de Noordzee binnenrollen. Maar doordat de Noordzee relatief ondiep is zal door bodemwrijving de hoogte van zo'n Atlantische tsunami wel sterk afnemen en blijft er bij ons nauwelijks meer dan een meter verhoging van over. Verhoudingsgewijs is het risico van een tsunami hier klein vergeleken met die van een stormvloed.

Een tsunami kun je zien aankomen, want het ontstaan van zeebevingen zal vrijwel altijd worden geregistreerd en gelokaliseerd (onder meer door het KNMI ) . Wanneer een tsunami ter hoogte van Schotland de noordelijke Noordzee zou binnenlopen, gaat deze het eerst langs de Engelse kust ( zie kaartje  hierboven) . Eenmaal ter hoogte van Schotland duurt het dan nog zeker tien uur alvorens hij zal uitrollen langs onze stranden. Indien hij onze Noordzee vanuit het zuiden via het Kanaal en de Franse kust zou binnendringen, weet men ook in dat geval reeds 10 uur eerder dat zo'n golf in aantocht is.   Meer informatie over de monitoring en ontwikkelingen van de Nederlandse wateren vonden we in het blad TRENDSINWATER. Nr 15 (Jubileum uitgave) van april 2005 besteedt aandacht aan het verschijnsel tsunami. Uitgever:  Het RIKZ en RIZA van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. 

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Stroming.

Wanneer je door dit verhaal geboeid raakt en besluit om toch nog even langer naar je badkuip te blijven staren, bemerk je dat het water uiteindelijk vrij kalm wordt. Wat overblijft is een rustig heen en weer gaande beweging van de hele watermassa. De kleinere golven en rimpelingen zijn dan weliswaar verdwenen en het water blijft nog een tijdje als het ware heen en weer wiegen. Maar let nu even op.   Steek nu je hand toch nog eens even in dat water en laat hem dan maar even slap hangen. Geef er geen weerstand aan. Nu zul je merken dat je hand door de golf heen en weer wordt bewogen. Van links naar rechts, enzovoorts, heen en weer. Een heel klein eindje maar. Maar toch nét voldoende om te merken dat die heen en weer gaande beweging van de golf toch stroming veroorzaakt. Het moment dat je hand op het punt staat weer in de tegengestelde richting te gaan bewegen noemen we kentering. Op dat moment (het dode punt) is er in die fractie van een seconde heel even geen beweging in het water en is het even stil.

Roller

Iets markanter wordt de ervaring wanneer je vanaf het strand een eindje de zee in loopt en dan even wacht wanneer  je er tot je middel aantoe in staat. Wanneer de op jou afrollende golven groot genoeg zijn zul je merken dat je aanvankelijk heel even de zee in getrokken wordt, maar vervolgens ook weer even in de richting van het strand wordt terug gezet. Die heen en weer gaande beweging is het gevolg van de stroming die door het rollen van de golven wordt veroorzaakt.

Wat hier nu in het klein gebeurt is in zekere zin ook in het groot waarneembaar met getijstromen. Zo noemen we de stroming in een golfdal (die jou heel even in de richting van de zee trekt) de EBSTROOM en de VLOEDSTROOM die met de golftop meegaat (die jou weer even richting het strand beweegt).

Link: Website actuele surfcondities, golfhoogte etc.

Afbeelding hieronder: Vanaf het Zandvoortste strand: Reddingboot van de KNRM in actie.

Branding

Afbeeldingen hieronder: 'Kentering van de stroming'. Het scherm van een GPS monitor van het MS 'Argus' van Rijkswaterstaat toont een plot van de ligging van schip 'B' dat uit richting 'A'   in 'de Wielingen' vijf mijl uit de kust van Cadzand voor anker ging op positie 'C'. Als gevolg van de getijstroom richt het schip zich, al draaiend om zijn anker, met zijn achtersteven eerst naar positie 1, vervolgens naar positie 2  en tenslotte naar 3. Het hele gebeuren voltrekt zich in ongeveer 3 uur tijd. De onderste foto werd gemaakt op het moment dat de achtersteven naar positie 3 was gericht.

Fotot daaronder: Een blik over het water :   We kijken hier in oostelijke richting. Wazig in de verte ligt de kust van Zeeuws-Vlaanderen terwijl een kustvaarder in zuidelijke richting opstoomt.

Gps.jpg (69751 bytes)

De precieze ligging van ons warnemingspunt op  'B' ,  wordt aangewezen middels een rode pijl op het stukje zeekaart hieronder. Onderaan op die kaart vind je de kust van Zeeuws-Vlaanderen (Bron kaart: Hydrografische Dienst der Koninklijke Marine, Den Haag)

KAART

 

De termen eb en vloed zeggen in feite alleen maar iets over de stroming, echter nog maar heel weinig over het feit of het hoog of laag water wordt. M.a.w.: wanneer het zeeniveau rijst  zeggen we "Het wordt hoog water". Maar valt   het dan zeggen we "Het wordt laag water".  De vloedstroom komt altijd op gang nadat het laag water (LW) is geweest en de ebstroom na hoog water (HW). Maar op sommige plekken moet je behoorlijk lang wachten eer  het zover is. Voor de kust ter hoogte van Zandvoort en Scheveningen bijvoorbeeld, komt de ebstroom pas vier uur na hoog water (HW) op gang  en gaat deze dán pas in een zuidwestelijke richting stromen. Die stroming houdt dan ruim zes uur lang aan tot twee uur voor hoog water.  Ondanks het feit dat het water alweer twee uur aan het rijzen is komt dan pas de  vloedstroom op gang, want laag water (LW) is het bij Zandvoort vier uur voordat het hoog water (HW) is.

Voorbeeld grafiek: Op het grafiekje hieronder zien we dat ter hoogte van West-Terschelling het verloop echter wel vrij mooi en gelijkmatig verdeeld kan zijn. Vanaf hoog water (HW) duurt het daar gemiddeld 6 uur en 18 minuten alvorens het laag water (LW) is geworden en gaat  het water darna weer 6 uur en 7 minuten rijzen alvorens het opnieuw hoog water (HW) zal zijn. Een complete cyclus van HW tot HW duurt immers gemiddeld 12 uur en 25 minuten.

Afbeelding hieronder: De getijkromme van West-Terschelling  ( Bron: RIKZ / Rijkswaterstaat )

Tercur.gif (74007 bytes)

DOOD- en SPRINGTIJ zijn weer totaal andere begrippen. Dit verschijnsel doet zich, om de twee weken, altijd voor wanneer het 48 uur na nieuwe en volle maan is; wanneer zon, maan en aarde even in een lijn staan. Het water rijst dan tot een hoger, en valt dan ook weer tot een lager niveau.

Aan onze kusten heerst het regime van het DUBBELDAAGS TIJ. Dat houdt in dat het, om-en-om, tweemaal per etmaal hoog en laag water is. Dat dit fenomeen zich tweemaal per etmaal voordoet is het gevolg van het feit dat het zwaartepunt van aarde en maan niet op het aardoppervlak maar ongeveer 7000 kilometer daaronder is gelegen. D.w.z. dat wanneer de zee aan de ene kant van de aarde rijst, doet zij dat eveneens aan de andere kant, er loodrecht tegenover. Vanuit het middelpunt wordt het water als het ware een beetje naar buiten geslingerd. ...Nou ja, "geslingerd"  is wel een érg groot woord. Maar het effect is toch wel goed merkbaar. Want aan weerskanten van de aarde bevindt zich daardoor tegelijkertijd een hoogwaterberg. Daarom duurt een getijcyclus  niet 24 uur en 50 minuten, maar 12 uur en 25 minuten, althans alleen op die locaties waar het 'dubbeldaags tij' heerst en dat is bijvoorbeeld langs onze Noordzeekusten, maar ook langs de Franse een Engelse Kanaal- en Oceaankust.

een Getijklok (75804 bytes)

Een Getijklok  maakt het levendig en aanschouwelijk. Meer hierover lees je tevens in het tijdschrift KijK.

Kering1.jpg (35466 bytes)

....Wat er van ons land zou overblijven zonder waterkeringen, zonder interesse en betrokkenheid van ons burgers, aldus zonder het bestaan van Rijkswaterstaat en de waterschappen. ( Donkerblauw: ondergelopen )

Literatuur:

Tricker, R.A.R, (1964): "Bores, Brakers, Waves and Wakes", Am.Elseviers Publ.Comp, N.Y.,USA.  

Burgers, E., Hisgen, R., (1996): "Het Getij en Wij", RIKZ / Rijkswaterstaat, Sdu, Den Haag.  RIKZ / Rijkswaterstaat: (jaarlijks) GETIJTAFELS voor Nederland, Sdu, Den Haag.

Verschenen in   2005: "Risico's in bedijkte termen"

Floor, C.: "Weersinvloeden op waterstanden langs de kust' ( Internet publicatie)

"Risico's in bedijkte termen" (Auteur: RIVM, Bilthoven. Oderzoeks rapportage ) De waterkeringen die ons land beschermen tegen overstroming vanuit de zee of de rivieren zijn nog nooit zo sterk geweest: de kans op overstroming van delen van het land, en daarmee het risico van individueel overlijden, is sinds de watersnoodramp van 1953 sterk verminderd. Toch is Nederland de afgelopen jaren aanmerkelijk kwetsbaarder geworden voor het gevaar van overstromingen.  In deze publicatie lees je er alles over.  Uitgave   RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu ) Postbus 1,  3720 BE Bilthoven.

link: Ons zeewater gemeten door Rijkswaterstaat
link: Rijkswaterstaat

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Tekst, foto's, animaties: Jacob Venker

Contact: jacobvenker@hotmail.com