BALTHAZAR DE MOUCHERON

 

Uitgezonden naar Timor  door de VOC kamer Hoorn 

 hij was Ondercoopman en heeft in die periode 3 testamenten gedicteerd , waarvan dit er een van is.

 

In den Name des heeren Amen.

Ik Balthazar de Moucheron ondercoopman in dienst van de Comp en opperhoofd alhier,make bij dese bekent,dat ik overdagt hebbende onseekerheyd van mijn verder leeven,met rijpe deliberatie hebbe goed gevonden van mijne goederen,die ik door godes genade besitten en sal komen natelaten bij forma van uyterste wille te disponeren,gelijk doe bij desen dog alvoorens revocere of herroepen en make te niete alle voorgaande testamenten codicillen ofte andere actens van uyterste wille welke bevorens bij mij nogte gemaakt ende gepasseert zijn als niet willende dat zig imand daar mede buyten dese int minste zal mogen behelpen ende intredende tot voorgenomene nieuwe dispositie;so beveele ik alvorens mijne onsterfelijke Ziele inde genadige en barmhartige handen mijns Scheppers en zaligmaker ende mijn dode lichaam een eerlijke begravinge.Zwijdens so verklaare ik bij dese te legateren aan den armen deser plaats een somma van thien Rijxdaalders van 48: Sware stuyvers ider.

Vervolgens legatere make en bespreke ik aan mijn huyshoudster genaamt Loesje van ter Manen; voor de genote diensten in mijn huyshouden door haar gedaan,een somma van driehondert Ryxdl in contante gelden van 48 Sware stuyvers ieder;mitsgaders alle haar klederen tot haar lijf behorende;so als zij dat bevorens gedragen heeft en bij mijn overlijden nog bij haar sal mogen hebben; voorders alle sodanige meubelen welke in haar slaapkamer tot haar nodig gebruyk zijn behorende;item soo veel tafel goed,porcelyn so van schotels pierings,commen,mitsgaders combuys gereedschap als se na redelijkheyd tot een ordentelyke huyshouding zal benodigt hebben;zwijders alle myne provisien en levensmiddelen so van rys,pady,jagon en verdere eetbare waren mitsgaders alle mijne schaapen verkens,en hoenders soo als deselve bij mijn overlijden nog zullen bevonden werden int leven te zijn.Egene nij gesondert,ook vier stux mijner lijfsygenen of slaven die ik bij desen mede aan haar kome te legateren en te schenken omme na mijn overlijden bij haar als lyfsvrouwe in volle eygendom beseten te werden met name,Mia van Dauw,Dampie van Zavo met haar kintje genaamd susanne,Lia van Zumba,vrouwe slaven,en lenden van Zavo,mans slaaf,endat met dese mening,so er voor mijn afwesen een of meer van voorz.slaven mogte komen te sterven of te weg zijn zij uyt mijn andere slaven het ontbrekende getal naar haar welgevallen van mijn andere slaven sal mogen supleren en in plaatse neemen en in vollen eygendom behorende tot haar leyfeygenen alvooders legatere make en besprekelijk ik bij dese aan boven ged.. mijn huyshoudster haar soontje genaamt Hendrik van Coupangh seker stukjen erf mij toebehoorende met de daar om getrocke steene paggen en verdere opstal;en timmermagie soo alst selve nu is of bij mijn overlijden salwerden bevonden staande en gelegen even buyten dese fortresse tegenover 'sComp:s thyun, voortz paggen met de daar instaande woningen sal niet mogen belast beswaart of veralieerd werden maar sal moeten blijven in een volkomen eygendom,en sodanig alsthans bij mij beseten werd aangaande mijn huyshoudster haar soontje hier vooren gemeld,dog zal bij de moeder wel bewoond off verhuurt mogen werden soo als zij best zal oordelen te behooren en t'volle vrugt gebruik daar van genieten tot meer melte haar soontje zijn mondige jaren of zwel tot trouwens toe sal gekomen zijn ,item legatere make en bespreeke ik nog aan voorsz: haar soontje twee mijner leyfeigenen of mans slaven met name Coridon van Zimba en Mauw van van Zavo ,de eerste ond omtrent 10 a 11 jaare en tweede ond omtrent 7 a 8 jaare,en zwel speciaal onder dese conditie so een van beyden slaven voor mijn overlijden gname te sterven ofte weg te geraken meer mte soontje nijt mijn andere slaven naar rato sal moeten genieten en in volle ygendom blijven besitten.

Eyndelijk legatere make en bespreke ik bij deesen aant soontje van den mixtier burger Cornelis Willemszn. alhier woonagtig alwaar ik over den doop hebbe gestaan en in name Hendrik Willemszn. tot een pille gifte en gedagtenisse een somma van vijftig Ryxd. contant dien ik wil en begeere dat na mijn oflijden aandeselfs onders nijt mijn nalatenschap sal nijt gekeerd werden.

Ende als nu tredende tergenerale dispositie so verklaare stelle en nimineere ik tot mijne algeheele en universele erfgenaam of erfgenamen mijn kind ofte kinderen dien ik staande het huwelijk bij mijn huysvrouw inname.HELENA DU MOLYN hebbe geprocureerd en thans so niet beter weet;of zijn woonagtig in Holland en dat ieder in een Egale porcy of so als dat anders int na 't regt van versterf regt bij plaatsvullinge soude moeten geschieden en dat na aftrek van de hier voren angehaalde legaten in alle mijne na te latene goederen soo roerende als onroerende goud zilver gemunt en ongemunt slaven en slavinnen actien crediten van wat benaminge ofte gevonden werden na mijn oflijden bij haar als vrij sijgen goed,sonder contradictie van jmand ter wereld sal genoten en beseten werden.

Eyndelijk verklare ik tot executeur over dese mijne uyterste wille of testament te stellen en te emaneren den E: curator adlites aan dese plaatse omme naar mijn oflijden in mijn boedel en nalatenschap te treden mijn dode lichaam na mijn gnalityt dog sonder onnodige pragt en costen een fatsoenlijke begraffenisse aan te doen;mijne uytstaande crediten te innnen en voorts mijne goederen na aftrek van t' gelateerde na de bekende orde vande E:COMP bij vendutie teverkoopen en te besorgen ddat het procido daarvan op mijn Zoldy reecq werd goed gedaan.Soo als de manieren daar van bekend zijn.

Dog over mijne bij de E: Comp. te goed hebbende gagie verklaare ik te instineeren en tot executeurs te stellen d' Edele groot agtb. Heeren bewindhebberen ter kamer HOORN vanwaar ik in dez jaare 1716 ben uytgevaaren verzoekende haar Edele groot agtb. zig gunstelyk indesen gelieven te laten vinden; alle welke voorn staat betuyge ik te weesen mijne testament laatste en uyterste wille;welke mening en begeerte ik wille en de begere dat alle het selvige naar mijn afsterven op gevolgt en naar gekomen sal werden,t zy als testament codicil gifte uyt sake des doods,ofte eenige andere uyterste wille sulx t' een ent ander best sal kunnen bestaan schoon eenige solemiteiten naar regten geregnireerd door mij niet overdagt of te hier inne niet mogten wesen g'insereerd inplonerende ten die eynde de hulpe en 't benificium van alle heeren Regten en Regteren ende om dese mijne uyterste wille kragtiger te maken soo hebbe ik dit met mijn eygen hand gesn:

en ondertekent C: onderstond Timor int casteel Concordia.