GELEENDE BRUTALITEIT

Onlangs gaf ik hier een partij uit het FIDE-wereldkampioenschap die gewonnen werd door een speler die lang een toren had achter gestaan. Zulke dingen zijn zelfs in het echte wereldkampioenschap gebeurd.

Botwinnik - Bronstein, 9e matchpartij, Moskou 1951
1.d4 e6 2.c4 f5 3.g3 Pf6 4.Lg2 Le7 5.Pc3 O-O 6.d5 Lb4 7.Ld2 e5 8.e3 d6 9.Pge2 a6 10.Dc2 De8 11.f3 b5 12.Db3 Lc5 13.cxb5 Ld7 14.Pa4 La7 15.b6 en omdat 15...Lxb6 16.Pxb6 cxb6 17.Dxb6 geen doen is, besloot Bronstein een hele toren te geven. 15...Lxa4 16.b7 Lxb3 17.bxa8D met aanval op beide lopers 17...Lb6 18.axb3 (zie diagram)
Nu staat Zwart een toren achter. Hij heeft vage compensatie (slecht staande witte dame, zwakke pionnen) - maar dat kan toch niet genoeg zijn? 18...Db5 19.Pc3 Dxb3 20.Txa6 Pxa6 21.Dxa6 Pxd5 22.Da4 Dxa4 23.Pxa4 Lxe3 Na al die haast om te vereenvoudigen staat Zwart nauwelijks nog slechter. Na 24.Lf1 Ta8 25.b3 Lxd2+ 26.Kxd2 Kf8 27.Ld3 g6 28.Tc1 Tb8 29.Pc3 Pb4 30.Le2 Ta8 31.Pa4 c6 32.Tc4 Tb8 33.Ld1 Ke7 34.Pb2 d5 35.Th4 h5 36.g4 hxg4 37.fxg4 f4 38.g5 Tf8 39.Th7+ Kd6 40.Tg7 e4 41.Txg6+ Ke5 werd terecht remise gegeven.

Karpov - Kasparov, 3e matchpartij, New York 1990
1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 Lg7 4.e4 d6 5.Pf3 O-O 6.Le2 e5 7.Le3 De7 8.dxe5 dxe5 9.Pd5 Dd8 Dat was lang als een fout gezien. 10.Lc5 Pxe4 (10...Te8 11.Le7!) 11.Le7 Na 11.Lxf8 Lxf8 staat Zwart behoorlijk; nu wordt zijn dame gedeplaceerd. 11...Dd7 12.Lxf8 Kxf8 13.Dc2 Pc5 14.Td1 Pc6 Brutaal en geniaal. 15.O-O Pe6 16.Pb6 axb6 17.Txd7 Lxd7 (zie diagram)
Niet te geloven - met twee stukken tegen een dame om het wereldkampioenschap. Maar Zwart heeft mooie velden voor zijn stukken, en Karpov speelt bangig verder. Na 18.Dd2 Le8 19.b3 e4 20.Pe1 f5 21.Ld1 Pe5 22.Pc2 Txa2 23.Dd5 Ke7 24.Pb4 c6 25.Dxe6+ Kxe6 26.Pxa2 stond Zwart al beter, maar het werd remise.

Wat Kasparov niet wist, was dat zijn idee al drie jaar eerder in de Nederlandse clubcompetitie was weerlegd. Niemand had aanmerkingen gehad op Karpovs 13.Dc2, maar de eenvoudige meester Peter Scheeren had tegen Baljon veel sterker 13.Dd3 gespeeld. Na 13...Pd6 14.Da3! waren de penningen van het paard en van pion a7 erg lastig voor Zwart, en na 14...Pc6 15.Td1 (Dreigt Pxc7 of Pb6) 15...Pd4 16.Pxd4 exd4 17.O-O c6 18.Pb6 axb6 19.Dxa8 won Wit makkelijk.
    Later in die match tegen Karpov ontweek Kasparov die variant, misschien omdat hij ondertussen 13.Dd3 zelf ook had ontdekt. Maar een jaar later, in een simultaan, leende een jonge Fransman zijn eigen brutaliteit tégen hem.

Kasparov - Etchegaray, simultaan Andorra, 1991
13.Dd3 Kasparov verbetert Karpov, maar Etchegaray verbetert Baljon. 13...f5 14.Da3+ Kg8 15.Td1 Pc6 16.Pb6 cxb6 17.Txd7 Lxd7 en Kasparov moest toegeven dat ook in deze vorm zijn dame-offer voldoende was: 18.O-O Lf8 19.Dd3 Le6 20.a3 a5 21.De3 Lc5 22.Dc1 Le7 23.De3 met remise.

Toch heeft dat offer het niet overleefd. Weer een jaar later (in Groningen 1992) liet Sakaev tegen dezelfde Etchegaray zien hoe Wit het moet doen: 16.O-O Lf8 17.b4 Dg7 18.Db2 g5 19.b5 g4 20.bxc6 gxf3 21.Lxf3 bxc6 22.Lxe4 fxe4 23.Pe3 en Zwarts stelling was een ruďne. Zo verdween Kasparovs dame-offer uit de praktijk - het is speelbaar, maar als Wit het weigert, staat hij gewonnen.

© Tim Krabbé, 2004








 

Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina
Hoofdpagina schaken
Hoofdpagina algemene site