Abu Melle
journalistieke
producties
voor de lokale site driebergen.net
schrijft abumelle lokale columns
over lokale dingen
21/03/04
/column
door anthon keuchenius
Pigs in Space
Er is
een opmerkelijk initiatief gaande in de gemeente Driebergen, voorheen
Driebergen- Rijsenburg. Het gaat om een plan de antieke baconfabriek GeVaTo in
zijn oude glorie te herbouwen. De fabriek was tot eind vorige eeuw gehuisvest
in een monumentaal pand nabij het huidige NS-station. Met name de
karakteristieke hoeklisenen –waarvan de zuidzijden zelfs waren gebiljoend-
staan menigeen nog in het geheugen gegrift. Het pand stond decennialang op de
gemeentegrens geposteerd, als een oogverblindend baken in de Stichtse
Lustwarande.
De
huidige eigenaar van de grond –een investeringsmaatschappij- ziet geen heil
meer in het verhuren van de huidige kantoren. Met name de hoofdhuurder
–Staatsbosbeheer- schijnt met de nieuwe nota Ruimte zijn langste tijd gehad te
hebben. De investeringsmaatschappij wil daarom het oude GeVaTo laten herrijzen,
vanzelfsprekend gebruik makend van de allermodernste bouwmethoden. De façade en
de achterçade van de oude slachterij zullen echter minutieus worden
gereconstrueerd, opdat de neorenaissancistische stijl eindelijk weerkeert op
gemeentebodem. Via door de stichting Wakker Dier gesponsorde geurmachines in de
steunberen zal ook de kenmerkende, wat weeïge GeVaTogeur zijn herintrede in de
Lustwarande doen.
Om het
plan gefinancierd te krijgen moet de GeVaTo-replica plaats gaan bieden aan de
complete autoschool IVA. Niet alleen de lessen en parkeerplaatsen, ook de
studentenkamers en de bijbehorende hospita's zullen meeverhuizen naar het
nieuwe Kollosseum, zoals de oude varkenslachterij in de werkplannen al heet.
Via een privaat gefinancierde tunnelbak zullen de studenten direct toegang
krijgen op de A12, om voor altijd van het trage Driebergen verlost te zijn.
Afgelopen week zijn de studenten daartoe al met collectebussen langs de deuren
geweest.
Vanuit de burgerij is geestdriftig gereageerd op het ambitieuze plan. Een vermaard slagers- en erwtensoepgeslacht heeft verklaard dit varkentje graag te willen wassen. Diverse ex-burgemeesters en wethouders hebben volmondig hun steun uitgesproken. Met name ex-wethouder D. toonde zich wild enthousiast. Hij pleitte bij die gelegenheid voor restauratie van de slootgoten aan de Zeisterzijde van het project, die zoals bekend immer bloedrood gekleurd waren. De rode sloten zouden met enig symboliek de grens met Zeist moeten markeren, als ware het een dramatisch: tot hier en niet verder!
21/03/04
/column
door anthon keuchenius
Luw
Omdat ik
een avondblad lees, weet ik wie hem bezorgt. De bezorger is een fijne man, die elke
dag weer met een joviaal gebaar van de arm richting binnenskamers ons tuinpadje
afsjokt. Als ik het andere halfjaar buiten rondhang is daar de rituele
woordenwisseling. Alles goed. Ja, jou ook. Bedankt hè. Okee, doei hè. Het komt
voor dat ik de krant elders ontvang, op de plaats waar onze wegen elkaar
kruisen. Zomaar op straat, of bij vrienden, die vooraan zijn krantenwijk
zitten. Onlangs kreeg ik de krant nietsvermoedend onder de arm geschoven bij
een slijterij aan de Traaij. Daar wordt ik blij van, zo'n man, een goede fles,
de krant. Ik zie hem ook wel eens gestoken in een zwart scheidsrechterspak over
het gras sjokken. Dan straalt hij een zelfde vriendelijkheid uit, dan gepaard
met onverzettelijkheid. De naam is Salah, of eigenlijk Salah-ad-din, ofwel
slaaf van het geloof. What's in a name, denk ik dan. Neem nu de webmeester
dezes. Wat me brengt op de verkeersoverlast in de gemeente. Die ervaar ik niet
als zodanig sinds de Hoofdstraat braak ligt. Het lijkt me het ultieme bewijs
dat simpele, slimme maatregelen afdoende zijn om het dorp luw te krijgen. Maak
de helft van de straten doodlopend, de andere helft éénrichting. Rust zal ons
deel zijn. Over woorden nog iets; ooit toen ik hier in de gemeente begon met
stukjes schrijven, las ik in een gemeentelijke nota over het primaat voor
fietser en voetganger. Mooi woord primaat, hoewel wat verwarrend. Het kan in
dit geval geen voorrang zijn geweest, de fietser bleef immers gewoon
doorhobbelen over allengs schever zakkende tegeltjes. En de geschiedenis herhaalt
zich, opnieuw leggen ze fietstegeltjes op de nieuwe Hoofdstraat. Zullen ze toch
de aap bedoeld hebben. Wat je zegt ben je zelf.
25/01/04
/column
door anthon keuchenius
''Veuls te
duur'', mompelde de man met hoed en bretels en smeet het cellofaan suddervlees
terug in het schap. Nors beende hij naar de kassa en chipte zijn boodschappen.
Dat anderen dat met pinpas deden, dat er zelfs nog mensen met baar geld
bestonden, was enerzijds onbestaanbaar, anderzijds het lot. De mensheid was
traag van begrip. Slikken en wachten was daarom een tweede natuur voor hem
geworden. Aan de balie kocht hij nog snel een pakje shag van een inferieur
merk, want iets menselijks was hem toch niet vreemd. Zonder twijfel kwam die
journalistieke klaploper vandaag of morgen weer langs om een shagje te bietsen;
dan kostte dat tenminste niet teveel.
Met een
omweg fietste de man met hoed en bretels terug naar huis. Op de Bosstraat
diepte hij zijn digicam op vanonder de blikjes bier in de fietstas. Routineus
schoot hij het plaatje van de dag. Thuisgekomen veegde hij de mensen van het
plaatje, want mensen moesten daar niet op. Tijdens het opladen van de foto naar
driebergen.net schoof een persbericht de mailbox binnen. Iets over het
stationsgebied. En iets over de herindeling. DoMaDrie. Malido. WijDrieZei. Gek
werd je er van. Heen en weer praten konden ze als geen ander, verzuchtte hij,
maar intussen schoot het niet op. Terwijl je het in feite op een bierviltje kon
uittekenen. Er zat weinig anders op dan een nieuwe stelling op het forum te
plaatsen. Kreeg je toch wat beweging in de maatschappelijke gedachtemolen.
Zo nu en
dan trok de man met hoed en bretels aan wel meer touwtjes. Bellen met de een,
wat mailen met de ander. Veel hielp het niet. De meeste touwtjes zaten hopeloos
verstrikt in domheid, eigenbelang en ideologie. Als plaatselijk webmeester
bouwde hij nu al meer dan vijf jaar aan een imposant digitaal dorp, maar goed
beschouwd waren het paarlen voor de zwijnen. Verweesd rolde hij een shagje. Met
een paar korte pols- en vinger bewegingen surfde hij naar het pleintje van
Vadsø. Dik onder de sneeuw. Zelfs die prullenbakken waren er al onder
verdwenen. Dat licht van die lantaarnpalen op die sneeuw. Mooi man.
____________ñ____________
07/12/2003
/column
door anthon keuchenius
Het
stilste plekje van Nederland is te vinden in de gemeente Maarn, leerde ik
vorige week. Nu kom ik wel eens in Maarn, maar tref daar immer en louter
lawaaierige rails en asfaltbanen. Hoe ze dat kunstje hebben geklaard, mij is
het een raadsel. Daar kunnen wij Driebergenaren slechts ons petje voor af doen.
Om in de
toekomst ook eens opzien te baren en achting te oogsten moeten wij Driebergenaren, vind ik, een statement
maken door ook iets meests van Nederland te hebben. Heel vroeger, weet ik van
mijn oude vader, hadden we de
beste stationskoffie van Nederland. Daarna hadden we de meeste kerkelijke
hoofdkantoren, maar die zijn op wat obscure afsplitsingen na allen vertrokken.
Lange tijd hadden we de filemeldingen,
maar die zijn ook al weg. Wat we nog wel hebben is de meest weerbarstige
burgerij van het land met de meest weerbarstige burgerij. Maar dat is papieren
weerbarstigheid van een leger zeurderige gepensioneerde mannen, geen
heldhaftige onverzettelijkheid met druïden en reuzen zoals in kleine Bretonse
dorpjes.
Nu wil
het gelukkige geval dat zich juist op dit moment een fantastische gelegenheid
aandient, met de paal. De paal, dat is een hoge reclamepaal die langs de A12
moet verrijzen om onze gemeenschap met een bedrag van vijftigduizend euro op
jaarbasis te verrijken. De paal is bedacht door de afdeling geld van onze
gemeente. Die moest iets verzinnen omdat het gemeentebestuur de belastingen
niet meer durft te verhogen. Ditmaal hoeven de belastingen met welgeteld drie
hele euro's per inwoner, of tien euro per huishouden minder worden verhoogd. De
paal is inmiddels aangenomen door de gemeenteraad, dus weerbarstig worden over
het armoedige van zo'n idee, dat heeft geen zin.
Ik pleit
er daarom voor niet zomaar een lullige paal, maar de meest mooie paal van
Nederland neer te zetten. Schrijf een prijsvraag uit, zet de voltallige
burgerij er op, vraag Christo om een offerte, haal Gaudi terug op aarde, maakt
niet uit. Doe in 's hemelsnaam deze ene keer iets moois of groots, iets wat
boven de middelmaat uitsteekt. En alleen met mooie, originele en stijlvolle
reclame er op. Moet u eens zien wat dat gaat opleveren.
____________ñ____________
19/10/2003
/column
door anthon keuchenius
Adriaan Remmelding was moe, doodmoe.
Hij plofte op de bank en schopte zijn schoenen van zich af. Erg fris roken de
sokken daaronder niet, maar wat wil je. De hele dag vergaderen, vervolgens
fractieberaad en met een klef bolletje in de wangholte door naar de
gemeenteraadsvergadering. Vervolgens drieënhalfuur op een stoel zitten.
Aansluitend een paar flinke borrels. Niet echt slim, morgenochtend wachtte
immers de presentatie voor een grote klant. Maar alleen met wat verlichting
achter de kiezen was het gekwinkslag van die vervelende Van Oosten nog te
verduren. Terwijl die de halve vergadering al aan het woord was geweest met
zijn overbodige praatjes. Dat was kennelijk een automatisme van eens
belangrijke mannen, na hun pensioen.
Hij was gewaarschuwd, zeker. Daarom had
hij zich laag op de kieslijst laten zetten, drie jaar geleden. Puntje bij
paaltje kwam toch ineens de vraag. Gevleid stemde hij toe, het paste tenslotte
goed bij zijn statuur. Hij bezat een frisse visie en ook op het werk was hij
sturend bezig, de laatste jaren. Een people's manager noemden ze hem daar. Maar
de piepeltjes op het dorp waren anders gebekt dan op het werk. Frisse visies
werden niet op prijs gesteld. Alles wat je hier zei werd uit zijn verband
gerukt. Eerst in de krant en daarna in het kwadraat als roddel. Buren en
vrienden traden hem sinds hij 'bij de gemeente' zat heel anders tegemoet.
Toegegeven, hij had foutjes gemaakt.
Het viel ook niet mee om al die dossiers te beheersen. Maar sinds hij had
begrepen dat je elk stuk eerst omstandig moest prijzen en vervolgens
terugsturen vanwege de onvolledigheid, was het verder allemaal goed gegaan. Was
het balletje weer teruggekaatst naar de ambtenaren en de beslissing weer een
semester uitgesteld. Dat een gemeente besturen vanwege dit systeem voornamelijk
neerkwam op crisisbeheersing en het afhameren van hogere besluitvorming, en dat
er verder weinig gestuur van de grond kwam, dat was kennelijk het lokale
gebruik. En lokale gebruiken moest je koesteren, net zoals je zelfstandigheid
niet zomaar moest opgeven. Dan verdween tenslotte ook de menselijke maat. Lang
had hij niet begrepen wat dat was, die menselijke maat, maar gestaag was het
hem gaan dagen. De menselijke maat, dat was hijzelf, Adriaan Remmelding,
interim manager met als hobby gemeenteraadslid.
____________ñ____________
06/10/2003
/column
door anthon keuchenius
Over drie jaar mogen we zelf onze
burgemeester kiezen. Of dat nu de burgemeester van Driebergen of de hele
Heuvelrug is, voor de democraten onder ons zijn het ware hoogtijdagen, met al
die opiniekaarten en burgemeestersverkiezingen. Zelf zie ik het liever als
leven in de brouwerij, als verruimende horizonten. Want het benauwt me soms wel
hier, met al dat gezeur over inbreien en uitbreien.
Van iemand op straat hoorde ik dat
juist deze column haar enigszins benauwt. Viezig links hoekje, vond ze. Nu kan
ik me dat gevoel wel voorstellen. Enig conservatief gedachtegoed (ik noem
zomaar: serviceclub, schietvereniging, buurtcomité, seniorenconvent) zou dit
hoekje meer in balans kunnen brengen. De webmeester schijnt er al een paar
aangetrokken te hebben. Zelf ben ik trouwens allerminst links. Ook niet rechts.
Onafhankelijk denker, daar heb ik me even mooi omschreven.
-
(luid:):
Niet links, niet rechts, maar Heuvelrug vooruit! (afkeurend gemompel,
opiniekaarten worden rondgedeeld)
-
(onzeker):
Zegt u? Achteruit dan? Sta stil? Heuvelrug! Hoera!
Aan de slogan moet nog even gesleuteld,
maar bestuurskrachtig ben ik zeker. U moest me eens zien hier, thuis. Ik stuur ze
echt fantastisch aan. Hup, naar bed jullie! Geen gemaar, gewoon doen! Soms zie
ik in mijn spionnetje zelfs de buren stilletjes naar boven trekken. Veel visie
ook. Onderdeel van die visie is dat ik nu de aanloop begin naar de
burgemeestersverkiezingen. Eindelijk die Volvo in het vizier.
Als ik de tijdgeest goed aanvoel moet
ik die visie vervolgens onder de pet houden. Visie, dat begrijpt de kiezer
niet, dat is te ver weg. Vandaag, daar draait het om. Nu, subiet moet alles
opgelost, roept de winnaar der kandidaten. Belastingen en drempels omlaag,
stoeptegels recht, moskeeën ook, Maghrebi's terug, rotzooi opgeruimd, blauw op
straat, maar zonder bekeuren! Luisteren naar de burger, wordt mijn credo.
Luisteren naar de meeste burgers, want alleen zij tellen. Ik hoor graag van u,
meeste burger, wat de thema's zijn. Wel graag meteen de gewenste denkrichting
er bij.
____________ñ____________
29/06/2003
/column
door anthon keuchenius
Ambtenaar
Inge Klaassen stak haar prikkaart in de prikklok, liep naar de deur, tikte de
code in en stapte naar boven. Een kop koffie en een goedemorgen verder zat ze
achter haar bureau. Anderhalf jaar nu was ze beleidsmedewerker bij de gemeente.
Hoopvol was ze geweest, blij zelfs, toen ze de drukke, ruwe Randstad vaarwel
zei en voortaan de trein de andere kant op nam, naar groen en beschaafd
Driebergen.
Intussen
wist ze wel beter. Het was maar goed dat die stroom Driebergse forensen waar ze
elke ochtend tegenin liep niet wist wie ze was. Uiterlijk keurige mensen;
fietsje, regenjas, koffertje, krantje. Maar 's avonds bij het
inspraakhalfuurtje veranderden die gedweeë burgers in halve hooligans. Dan viel
alle beschaving van ze af en volgde litanie op beschuldiging op belediging,
meestal zonder de stukken te hebben gelezen, zoveel onzin braken ze er uit.
Nooit zonder eerst het gratis kopje koffie te hebben gedronken, trouwens.
Laatst
had een meneer geroepen dat het gemeentebestuur 'nazimethoden' hanteerde. Onzin
natuurlijk, ze kende haar burgemeester en wethouders goed: hartstikke lieve mensen.
Ze had zich er wel over verbaasd dat dagen later ineens een persbericht
verscheen waarin datzelfde bestuur zich van de uitspraken 'distantieerde'. Nog
een week verder deden ze zelfs aangifte tegen de meneer. Terwijl de meneer
ergens wel recht had op zijn emotie, vond ze. Ze stonden immers op het punt
zijn landgoed te onteigenen.
Intussen stroomden de kolommen van het plaatselijke krantje vol met nog veel meer grote woorden. Tegen de meneer uiteraard, want Driebergen zat vol helden. Vrijwel tegelijkertijd ging het plaatselijk waarden-en-normen-debat van start, over zwerfvuil en onbeleefde jongeren die niet opzij gaan. Toen duwde een gebeurtenis van nog veel groter omvang alles opzij: de sporthal ging in vlammen op. Een 'verschrikkelijke ramp', las Inge de volgende ochtend. Ze vroeg zich af wat er moest gebeuren om de wereld tenonder te doen gaan. Dat kon niet veel zijn, hier in Driebergen.
____________ñ____________
1/06/2003
/column
door anthon keuchenius
Een zwoele zondagavond. De koperen
ploert mag naar recht boven
Guadalajara gedraaid staan, zijn geest waart nog hardnekkig rond op mijn
zolder. Verhit zet ik me achter het toetsenbord. Herindeling? Met die prachtige
folder die vrijdag de brievenbus in gleed, daarmee is alles en niets al gezegd.
Nota inbreidingslocatie? Niet in mijn achtertuin, al woon ik gaarne in de uwe.
Waterschapsverkiezingen? Wat schuift dat, zo'n postje, is mijn enige gedachte.
Neen, echt slecht hebben we het niet in
Driebergen. En om recht te doen aan deze lichte gedachte moet het hier maar
eens over iets heel triviaals gaan. Over een auto. Over de Peugeot.
De viernulvier mag gewis de mooiste auto
aller tijden genoemd worden. De elegante lijnen, het koele desjbort, de spitse
achterlichten en bovenal het onverwoestbare gestel. Half Noord-Afrika tuft nog dagelijks en
vrolijk heen en weer in een quat-quat.
Vervolgens kwam de viernulvijf, waar op
een onbegrijpelijke manier het gristendemocratischappèl van af droop. Overigens
blijken ook die viernulvijfjes het motorisch erg goed te blijven doen. Als
zoete broodjes vliegen ze ditmaal óver de Sahara, naar zwart Afrika, heb ik me
laten vertellen. Niet uit te roeien, net als het appèl zelve.
Daarna is Peugeot een tijdje weggeweest.
De laatste maanden zijn ze helemaal terug op het asfalt. Overal drienulzevens
en tweenulzessen, al kan ik me vergissen in de juiste benaming. Dat wil nog
niet zeggen dat ik mijn geliefd lokaal opinieblad op slinkse wijze volgeplakt
wil zien met Peugeots! De ene week poseert de onvermijdelijke Driebergse
accountant met alweer een golftrofee voor een Peugeot. De week daarop zie ik de
burgemeester van zusterstad Semily gebroederlijk met wat beruchte
Driebergenaren leunen op alweer een Peugeot. Afgelopen week sluipt zelfs een
halve advertorial de tekstkolommen binnen. Kan niet anders zijn dan een
zwaktebod, zo'n campagne. Voorlopig tuf ik lekker verder in mijn Renaultje.
11/05/2003
/column
door anthon keuchenius
Ach, hoe verheugd was ik vrijdagnacht niet
de Randstad achter me te laten. Het was een dag geweest vol zonde, hels verkeer en mondain
volk. Maar net als vroeger, toen ik nog dagelijks de grote stad in moest,
fietste ik met klarend gemoed van station naar huis. Een nachtegaal hier, een
hangjongere daar en ineens zag ik Hans Vugt gestoken in slaapzak en
Feyenoordsjaal gelegen op de Hartman voor de sigarenboer zitten te wachten op
de start van de kaartverkoop voor de grote bekerfinale. Thuiser kan je niet
komen.
Neen, wie naar Driebergen komt, doet dat
niet voor het wilde uitgaansleven. Wie in Driebergen woont, die verwacht geen
DJ Tiësto, of hoe de stijf gebarende man ook moge heten die ik vanavond op het
jeugdjournaal zag. Wie zich in Driebergen vestigt, die zoekt discotheek noch
buurtcafé. Vandaar ook dat de dingen er niet zijn, vermoed ik. Iets met
marktwerking zou dat te maken kunnen hebben. Mensen –raadsleden, couranten- die
een horecanota –het woord alleen al- aangrijpen om te pleiten voor buurtcafés
en discotheken, die mogen daarom opportunist heten. De ware Driebergenaar
blijft lekker thuis en neemt met wat vrienden de opwindend saaie dag door.
Wat mij wel op het volgende brengt.
Hierboven de column staan enkele ongevulde vakjes. Daar mag reclame in. Dat is
erg goedkoop. Er kijken meer dan honderdvijftig mensen per dag naar. Dat zijn
mensen in het bovenste segment. Het vakje kan opflikkeren en rollen en nog veel
meer dingen doen. Mocht u een plaatselijk ondernemer zijn met dag- of
weekaanbieding, grijp dan uw kans. U vestigt de aandacht op uw product. U zult
vele klanten trekken. Neemt de proef toch op de som. We zullen allen de
marktwerking een handje komen helpen.
Opdat de columnisten kunnen blijven.
ps: eerder pleitte ik onbedachtzaam als
ik ben voor het verkwanselen van het Rosarium, omdat er nooit iemand zou komen.
gisteren zag ik er voor het eerst iemand wandelen. leve het Rosarium
27/04/2003
/column
door anthon keuchenius
Reikhalzend heb ik
er naar uitgezien, maar afgelopen week bereikte me dan toch de nota
inbreidingslocaties. Vroeg begonnen, veel gewonnen! Aan de slag! Inbreiden dit
dorp! (Er zijn mensen, wethouders zelfs, die blijven het over inbreien hebben.
Heel gek was dat in dit geval niet. De wethouder was annex projectontwikkelaar
en die zien overal grote sokken met geld waarvan de gaten vanzelfsprekend
ogenblikkelijk moeten dichtgebreid, middels henzelf. Maar ach, zo ging het de
laatste maanden ook geregeld over de Melvill van Karnebeeklaan, naar de rappe
linksachter van FC Twente. Dus inhaken die huizen, zou ik zeggen, en borduur er
nog een klein speelplaatsje en een miniem groenplekje omheen terwille van de
beeldkwaliteit.)
Toch, al zitten er
een paar verrassingen in de nota (zoals de sloop van het Zuiderplantsoen), ik
zie op meer serieuze toon deze nota niet snel welslagen. Driebergen is
onverzettelijk als een Gallisch dorpje, nimmer zal je hier driehonderdvijftig
huizen tussen gepropt krijgen. Maar dan komt het: er staat een sanctie op die
burgermoed. Mocht het inderdaad niet lukken, dreigt de nota, dan komt de
Bosweide in zicht als bouwlocatie. De Bosweide? Ik heb zitten turen op de
kaart, nergens een bosweide gevonden. Morgen maar eens gaan rondfietsen. Moet
in de buurt van de Penis van het Seminarie zijn. U weet wel, bij dat gebouwencomplex
waarvan het gladde asfaltrondje voor skaters en skeelers een waar lusthof was,
totdat de afdeling wegbeheer het in haar opperste wijsheid besloot af te dekken
met hatelijke steenslag. De Penis is zichtbaar bij nacht, wanneer een strakke
bundel licht vanuit het viagrerende seminariepark het zerk inschiet, in een
ultieme poging de veroudering een halt toe te roepen. Die lichtstraal, dat is
een Driebergs statement, te hoog zelfs voor Ronald Naar. Neen, geen mens zo
viriel als een Driebergenaar.
Niks inbreiden dus,
uitbreiden moet het motto zijn. Die boeren, die kunnen we wel hebben.
6/04/2003
/column
door anthon keuchenius
-Meneer de hoofdredacteur!
-Edelachtbare!
-Waarom heeft u geen wederhoor toegepast?
-Edelachtbare, bij ons in Driebergen is bijna nooit iets te doen!
-Maar meneer de hoofdredacteur, wat heeft dat met
journalistieke ethiek te maken?
-Edelachtbare, anders heb ik de week daarop niets te schrijven!
-Meneer de hoofdredacteur, ik begrijp u niet. U weet toch dat
wanneer u de ene partij aan het woord laat, dat u de andere partij ook aan het
woord moet laten?
-Welnee, edelachtbare, zo doen we dat in Driebergen nooit.
-Maar meneer de hoofdredacteur, wat maakt dat in Driebergen de
journalistieke regels niet nagevolgd hoeven worden?
-Edelachtbare, dat zeg ik u toch: er gebeurt zelden iets in
Driebergen. Als dat dan onverhoopt tóch mocht gebeuren, dan houden we het
vlammetje graag levend. Daar houdt iedereen rekening mee, bij ons in Driebergen.
Daar smullen mijn lezers van, dat ze nooit precies weten hoe de vork in de
steel zit. Dat ze heen en weer worden gegooid tussen eerst de ene mening en de
week daarop de andere. Waar moeten ze het anders over hebben bij de gratis
koffie in Albert Heijn! Ze hebben zeeën van tijd, die mensen, en die tijd moet
gevuld. Ons golfbaantje is ook al zo kort.
-Maar meneer de hoofdredacteur….
-Edelachtbare, moet u eventjes wederhoren: als ik een afgewogen
artikel schrijf met hoor en wederhoor, dan sturen de Driebergenaren geen
opgewonden brieven in krakende spelling. En dan heb ik ook die derde week geen
kopij! Dan moeten we zelf nieuws gaan zoeken. En dàt zijn we niet gewend. Wij
van de Stichtse Courant weten alleen hoe we van méningen nieuws moeten maken.
Daar zijn we dan toevallig wel heel erg goed en onafhankelijk in. Zo
spraakmakend dat we nog steeds niet zijn opgegeten door de Wegeners en PCM'men
van deze wereld. Daar mag u ook wel eens aan denken, edelachtbare.
31/03/2003
/column
door anthon keuchenius
Gehakt zou de
gemeenteraad volgens ons lokale opinieblad gemaakt hebben van de
bezuinigingsvoorstellen van de wethouder van financiën. Die wil heidetuin,
rosarium en hertenkamp afstoten.
Ik vond die
voorstellen eigenlijk erg charmant. Dat hertenkamp, een roedel herten binnen
een hek, ik zie het nut er niet van in. Sloop die hekken en laat die herten
los. Het was toch al de bedoeling dat het damhert op termijn terugkeert in de
bossen van de Heuvelrug. Lijkt me een abc'tje. De heidetuin, een lullig stel perkjes
en paadjes en bruggetjes. Je kan er leuk doorheen crossen met je fietsje, maar
ik zie de waarde er niet echt van in. Niemand trouwens, want ik zie er nooit
iemand. Zet er een kudde schapen in. Die houden gras en bomen weg en heide
levend.
Het rosarium, ik kom
er al jarenlang vrijwel dagelijks langs. Ik kan eerlijk getuigen van de vele
honderden manuren arbeid die jaarlijks in dat rosarium zitten. Ik zweer het u:
elke andere keer staat daar het bekende gele wagentje met het gemeentewapen
trots op de flanken. Binnen de hekken staan de mannen van de buitendienst
lustig te schoffelen en te snoeien, het hek te repareren, nieuwe bankjes te
plaatsen of verse aarde aan te voeren. Het is niet te geloven hoeveel werk in
dat stomme rosarium gaat zitten.
Buiten die
buitendienst heb ik in al die jaren nooit, nimmer, niet één keer iemand rond
zien lopen en naar die rozen zien kijken. Het zal een monument zijn, en daar
moeten we zorgvuldig mee zijn. Maar in dit geval lijkt het me helder: afstoten
en verkwanselen die erfenis. Mochten de omwonenden daar bezwaar tegen maken,
reik hen over de rij volvo's en espace's op het tuinpad heen de hark, de spade
en het snoeimes. Of plaats middenin dat rosarium een reclamezuil waar de naam
van hun bedrijf dan op mag. Dat moet genoeg opbrengen.
10/03/2003
/column
door anthon keuchenius
Als stukjesschrijver sta je het liefst
langs de kant relativerend commentaar te geven. Dat is als stukjesschrijver
immers je roeping. Langs de kant staan was dit weekeinde niet moeilijk. Zo mocht
ik zijnde man niet elkaars traditionele feestkleding bewonderen op
internationale vrouwendag. Ik was nog niet toe aan de praiseavond om back
to basic god te zoeken, of aan een herbergdienst met Maria Magdalena. Bingo
en jazz konden mij gestolen worden en op het CDA-spreekuur kwam ik niet verder
dan drie ballonnen. Het enige evenement waarbij het waakvlammetje kort
opflikkerde was de komst van collega Adriaan van Dis. Bij nader inzien leek dat
gezien zijn plagiërende verleden niet oppertuun.
Toch moest ik dit weekend uit mijn rol aan de kantlijn stappen.
Onder zware druk had ik toegestemd in deelname aan een fundraising event, van
onze plaatselijke trots harmonie Aurora. Mijn taak bestond uit het jureren van
de muzikanten. Ik dacht nu mag ik zeggen van wat een geweldige performance en
jij bent het gewoon: de idol (backing vocals: oehoehoehoehoe). Maar het
jureren behelsde het tellen van naamkaartjes en de bijbehorende muzikanten. Dat
op zich was al verwarrend genoeg.
Nog veel verwarrender was de aanwezigheid
van al die mensen met verschillende petten. Zo zag ik een plaatselijk
topambtenaar zijn glaasjes achteroverslaan, maar zat hij daar nu als
subsidieverstrekker, als consument, als vader, als sponsor? Legio raadsleden en
ex-raadsleden en voorzitters schuifelden er rond, en allemaal hadden ze wel
drie mogelijke andere petten in de achterzak. Ik zag de directeur
welzijnsstichting en de onderdirecteur woningbouwvereniging en de kampioen
voorzitterschappen en het begon me te duizelen. Hoe zat ik daar eigenlijk zelf?
Derhalve wil ik hier graag pleiten voor nieuwe omgangsvormen. Ik
stel voor dat als we elkaar tegenkomen we vooraf melden welke pet we op hebben
en met welke strategie we elkaar aanspreken. Dan weet ik meteen welke pet ik
zef op moet doen.
03/03/2003
/column
door anthon keuchenius
Van minister Fwa moeten mannen meer doen in het huishouden. Mij
zal hij niet bedoeld hebben, gekluisterd aan het aanrecht als ik ben. Ik zou Fwa's
uitspraak graag iets breder trekken. Ik vind dat Driebergen te weinig
huismensen telt. Als ik terugkom van het brengen der kinderen heerst er
volledige rust in de straat. Alle mannen weg en hun vrouwen ook. Dat is zeker
goed voor het creatieve proces. Dan tik ik de volzinnen zo het scherm op.
Maar soms wil je ook wat aanspraak, of een glaasje sherry. Onze
moeders kennen dat gevoel wel. Bovendien, zonder maatschappelijke positie
verslonst een mens maar. Het haar hoeft niet meer goed, de kleren van gisteren
kunnen net zo goed nog een dagje aan. Geen collega of superieur die me op mijn
representativiteit beoordeelt. Zou ik -indachtig de ouderwetse huisvrouw- een
doekje om mijn hoofd knopen, dan ben ik bang dat zulks nauwelijks zou opvallen.
En als ik niet uitkijk is daar de grote ledigheid wanneer de kinderen het huis
uit gaan.
Dus ik dacht: moet weer eens wat gaan doen! Toen zag ik dat de TPG
mijn diensten (m/v) vraagt. Post rondbrengen! De postmensen brengen het
voorgesorteerd thuis. Ik mag vervolgens laag maar toch betaald een blokje om.
Buitendien kom ik precies te weten wat de buren en hun buren en hun overburen
doen en laten. Ik word het kenniscentrum van de buurt. Macht!
Anderzijds lijkt het me niet visionair de postbode te laten
verdwijnen. De weggesneerde veldwachters en conducteurs keren immers ook weer
terug. Bovendien, ik wil die zwaarbeladen fiets aan de kop van de straat zien
staan. Ik wil dat bruinrode pak fluitend langs de huizen zien lopen. De
postbode is een anker is het dagelijks leven van ons huismensen.
O TPG, keert terug op uw schreden. Verhoogt u desnoods de porto!
03/03/2003
/column
door anthon keuchenius
Uitgenodigd door een onverwacht krachtig
februarizonnetje fietste ik van de week over de onvolprezen Gooyerdijk. Wat
hebben die buitenlui het toch goed, weet ik nog dat ik dacht terwijl ik de
pedalen soepel ronddraaiend langs zonovergoten landerijen en buitenplaetsen
gleed. Brede oprijlanen, oranjerieën, hakhoutbosjes, fiere Arabieren op stal,
och, wat moet het heerlijck zijn als landheer geboren te worden. Of desnoods
als boer, al heet die tegenwoordig agrarisch ondernemer, ook al strooit hij nog
steeds koeienstront over gods akkers. In de grazige weiden tierde de rijk
geschakeerde fauna en ornitalia intussen welig: vluchten koperwieken en
kramsvogels, een duikende kievit, zwermen spreeuwen, vertraagde reigers, een
oude Renault 4, bendes staartmezen, een dikke buizerd aan het zerk en richting
einder nog een stel grazende reebouten. Jongens nog aan toe, glimlachte mijn kaak,
die verstrakte toen een IVA-student met Belgische nummerplaat me in volle vaart
de berm in drukte en de spetters mest me om de oren vlogen.
En toen zag ik ook die nijlganzen weer, en die turkse tortels en
daar floepte ineens een ijsvogeltje detonerend over de vaart. Wat moet dat, dacht ik, zo opzichtig
met die overdreven kleuren, dat schitterende blauw, dat felle oranje, in ons
bescheiden kleurenpalet. Past u zich aan, aan onze grauwe, maar subtiele wereld.
Laat uw kleurige veren vallen, kleed u bruin of zwart, of verdwijn anders, terug naar uw eigen
streken. Of blijft in uw kooitjes, zoals het de goede kanariepiet betaamt. En
ik dacht aan de fluorescerende halsbandparkieten met hun tropische geschreeuw,
die de parken van onze grote steden gestaag en onomkeerbaar transformeren tot
een wereld waarin geen mus zich meer thuis voelt. En ik dacht: Driebergen let
op uw saeck en de aansuigende werking. Laat het niet gebeuren. Weest hard en onduldbaar, trek die grens.
Behalve natuurlijk voor de schreiende gevallen.
17/02/2003
/column
door anthon keuchenius
Eerst het weer: Veertien miljard zou er bezuinigd moeten worden.
Ik geloof er niets van. Het is nu al zo lang zo ontzettend koud, dat moet in
aardgasbaten uit te drukken zijn. Ik ben die koude trouwens verschrikkelijk
zat. Het lukt me niet meer om op te warmen. Steeds dieper raak ik tot op het
bot verkleumd, steeds harder stroomt het snot uit de neus. Niets helpt. Geen
thermohemd, geen kuubje hout kloven, geen XXXXXXX. Niks.
Dan de politiek: Minister Remkes vraagt de burgemeesters om alert
te zijn op mogelijke commotie en onrust onder de inwoners van Nederland. Nou
Hein, meneer Bloemen, van mij mogen ze die bommen gaan gooien, want ik ben het
spuugzat. Elke keer weer over onafwendbaar, overtuigend, onbetrouwbaar. Telkens
die nuffige HoopScheffer in zijn Wibrapak. Keer op keer die deskundigen om zo'n
tafel zuchtend zien voorspellen. Maanden duurt het nu al, nog veel langer dan
die koude. Steeds dieper gaan de mensen gebukt onder het gezeur, dat moet u ook
zien, alert als u bent. Dus ik zeg u, zeg het Kamp en Remkes: gooi die bommen
en hou er over op.
Aan de andere kant: Ik zou mijn Irakese broeders graag redden. Het
zou te cynisch voor woorden zijn om de bakermat van de beschaving het
Armageddon in te jagen. Dat zou wel eens centrifugale gevolgen kunnen hebben,
net als de beschaving tot in de Lage Landen reikte. We moeten naar een
oplossing toe, slim zijn. De mannen die het mogen zeggen kan je onwrikbaar
noemen, of standvastig, feit is dat ze klem zitten. Vast in hun eigen
eergevoel, of in het Arabische equivalent. En wie klem zit moet een uitweg
krijgen. Een roemvolle aftocht kunnen blazen. Iedereen moet kunnen overwinnen. Thanks George, Tony, for your
determination. You 've saved the world. It's done. Well done. Seddém is
contained. Now let's get on with our lives, in a free world!
10/02/2003
/column
door anthon keuchenius
Mocht u zich wel eens over de Langbroekerdijk naar werk of
geliefde spoeden, dan zal de zich snel uitdijende kudde schapen in het weiland
waar ooit Kasteel Rijsenburg stond u ongetwijfeld al zijn opgevallen. De maan
is er nog niet uit of het nu woensdag of donderdag wordt, maar komende week
vindt namelijk het islamitisch offerfeest plaats. Heeft u zin in een schaap,
stap vandaag of morgen even uit en wijs het dier van uw voorkeur aan. Voor een
dikke honderdenvijftig eurootjes kunt u het schaap netjes geslacht op de
ochtend van het offerfeest komen afhalen.
Heel aangenaam is het meestal niet op de plaats van handeling. Wel
gezellig, met koffie en koek, maar ook erg vroeg en kil. Verder valt goed te
begrijpen dat het ritueel ook als slachtfeest te boek staat, zoveel bloed en
stank komt er aan te pas. Een feest in de zin van hossen en zuipen is het dan
ook niet, het gaat om het offer. God droeg Ibrahim op zijn zoon te slachten.
Ibrahim hief het mes, maar God riep tot hem: neem een schaap. Zo zie ja maar
weer. God is de slechtste nog niet. Reuze bekend verhaal overigens.
Wat ik –als doorgewinterd en hardnekkig multiculturalist- betreur
is de beslotenheid waarmee een en ander zich afspeelt. Goed, de Langbroekerdijk
wordt van heinde en verre overstroomd door mannen die hun schaap komen halen.
Maar verder onttrekt het geheel zich goeddeels aan het blanke oog. Meestal
staat kortbij de slachtplaats een groepje mannen met een collectebus voor de
moskeebouw. Als die bus nu eens vol komt en de rechter van dienst blijft goedgemutst,
dan komt er misschien een dag dat ik mag komen integreren door te genieten van
een schapenbout in oriëntaalse sferen. Wie weet komt er zelfs een dag –insha'allah-
dat de bout vergezeld gaat van glaasje wijn.
03/02/2003
/column
door anthon keuchenius
In de week dat de gemeenteraad van
Driebergen in haar eindeloze traagheid besloot voor de zekerheid nog een
onderzoekje aan de herindeling te wijden, las ik dat de veldwachter terugkeert op
de Heuvelrug. Goedkoop zijn ze niet, maar orde moet in onze bossen en weiden
inderdaad op zaken gesteld worden. Ik las verder dat provinciaal gedeputeerde
Kamp sprak over illegale vuilstort en afrekeningen in het criminele circuit. Ik
mag daar uit eigen waarneming aan toevoegen: wildfietsers, potloodventers en
Ridders zonder wapenvergunning. En voorts hoorde ik dat de gemeente Utrecht de
recreatiegebieden ten Oosten niet langer gaat subsidiëren. Dan kunnen de
veldwachters aan de lijst toevoegen: inwoners van de stad Utrecht.
Toch zit ik met een dilemma. In het
buitengebied zwaait niet de burger de scepter over normen en waarden, maar
landheren, boeren en buitenlui. Buitengebied betekent in de praktijk een stuk
minder aanharken en veel meer eigen weg. Daarvoor zijn ze immers buiten gaan
wonen, die lui, en gelijk hebben ze. Maar omdat dat buitengebied tegenwoordig
moeite heeft de broek op te houden, ontvangt het allerhande subsidies. Als
tegenprestatie moeten de eigen weggetjes open. Dat gebeurt met gezonde tegenzin
en dan eindigen de paadjes in een bramenstruik of sloot. Dat is wel eens
lastig. Aan de andere kant is het een garantie voor het wegblijven van
getrainingspakte recreanten.
Als ik dan denk aan veldwachters dan
weet ik het ineens niet meer. Die veldwachters gaan vast geen criminele
afrekenaars in de kraag grijpen, die gaan zorgen voor rust, reinheid en
regelmaat. Die gaan zorgen dat u op de paadjes blijft lopen. Ik weet niet of ik
dat wel leuk vind. Misschien verdwijnt zo het laatste stukje wild west
dat we nog hebben. Of toch niet, gaan onze nieuwe bromsnorren dat juist
behouden. Wie gaat het zeggen.
24/01/2003
/column
door anthon keuchenius
Hoeveel precies op barones Bobbie is
nog even ongewis, maar de partij voor de dieren kreeg uit Driebergen in totaal
zevenenvijftig stemmen. Zonder de enorme zuigkracht van de vermaledijde Wouter
Bos had dat gerust het dubbele geweest, begrijp ik van de analytici. Waarop ik
ineens en volstrekt onwillekeurig aan onze jeune premier en zijn Bianca
moet denken en hoe zij hun liefde zouden bedrijven. Betrokken en betrouwbaar
vermoed ik, en met lichte tegenzin. Maar een kindje moest, voor de partij.
Driebergen is gelukkig volledig
gekalmeerd na geruststellende woorden van de Driebergse opperhuisarts. De
continuïteit van de zorg is gegarandeerd! Aanleiding was het rep en roer over
een huisarts die in het voorjaar in 'opwindingstoestand' een patiënt ontuchtig
behandelde, begrijp ik. Sappige details daarover schijnen in het regionale
dagblad gestaan te hebben, maar wat zich precies heeft afgespeeld is mij
onbekend. Ik lees dat mensen zich in opwindingstoestand laten transfereren naar
Zeister huisartsen. Gelijk hebben ze, Driebergen is een nest van vuiligheid met
een zuigkracht waar Wouter nog een puntje aan kan zuigen. We hadden pastorale
werkers die nietsvermoedende campinggastjes onheus betasten, we hadden de
orthodoxen die kleine negertjes in een potje kookten, we hadden de Roma die
onze gemeenteraad collectief in hun hemd zette. Nu hebben we onze opgewonden
huisartsen. En dan bent u nog onkundig van de seksboerderijen langs de
Gooyerdijk, de leerfeesten bij het TearFund en de orgieën in onze
antroposofische zweethutten.
Het komt door dat bos en die dieren. Al
die natuur, die bijtjes en bloemetjes, daar moeten we van af, het brengt ons in
een voortdurende toestand van opwinding. Dat mag lekker lijken, het is
kortstondig en duivels geluk waar we niets mee opschieten. We zijn mensen, geen
beesten! Asfalteren die boel, honderdduizend auto's moeten we kwijt. Op naar de
gesplitste aansluiting, op naar de verhoogde ligging, op naar de randweg. We
want Transferium!
17/01/2003
/column
door anthon keuchenius
Als u
zich afvraagt waarom de planvorming in dit dorp de laatste tijd lijkt te
stokken, dan moet u de zojuist gelanceerde folder over de infrastructuur rond
spoor en snelweg eens ter hand nemen. Dat is een stevige groene folder met een
merkwaardig archaïsch lettertype. De boodschap luidt: O rijksoverheid, doe er
wat geld bij dan kunnen we de boel zo inrichten dat onze Lustwarande (ik zie
abusievelijk maar steevast een aaneengesloten rij bordelen en sekshuizen met
aantrekkelijke houten veranda's) behouden blijft en het verkeer wat vlotter
heen en weer loopt.
Die
boodschap neemt een aanzienlijk deel van ons ambtenarencorps en gemeentebudget
nu al bijna een lustrum in beslag. Dat is onvermijdelijk ten koste gegaan van
eenvoudiger te verwezenlijken plannetjes dichter bij huis, maar lijdzaam
toezien was ook geen optie. Mijn probleem is nu: om dat niet allemaal voor
niets geweest te laten zijn, wat moeten we nu dan stemmen?
Ik zie
ineens het trouwe oranje SGP-affiche hier om de hoek, maar die zijn tegen
bordelen. In de aanpalende villastraat staart rode Jan mij dagelijks aan (op
het tuinpad staat een oude kadet, dus dat klopt wel), maar die gaat
ongetwijfeld voor Oss. Verderop de ondeugende blik van die jonge mevrouw die
ook graag hogerop wil. Maar zorgt zij dat het goed komt?
Een
dorpsgenoot zou geschikt zijn, maar de laatste kandidaat heeft zich onlangs
overgegeven. Dichtbij komt ook Wouter, het oude buurjongetje van mijn Odijkse
neef, maar Wouter hockeyde en kon niet voetballen, dus die valt ook af. Dan
zijn er nog twee Zeistenaren, maar die zijn niet te vertrouwen want het zijn
Zeistenaren. Neen, er rest ons maar een mogelijkheid en dat is barones van
Tuyll van Serooskerken (Bobbie) uit Doorn, de veertiende kandidaat van de
Partij voor de Dieren.
Doorn,
barones, dieren, dat moet goed komen. Ik reken op u. Lijst vijftien. Ik ga u
tellen.
10/01/2003
/column
door anthon keuchenius
In de week dat schaatsminnend Driebergen moest uitwijken naar Doorn
omdat om onduidelijke redenen de Driebergse ijsbaan lange tijd gesloten bleef,
vielen mijn ogen op drie korte zinsneden uit een gemeentelijk schrijven: ''Vijf
objecten moeten aanvalsplannen maken. Geen capaciteit hiervoor. Voorstel om uit
te besteden.''
Dat klinkt dreigend, in deze tijden van
oorlog. Toch denk ik niet dat we ons zorgen hoeven maken. Volgens mij hebben we
de capaciteit voor een aanvalsplan gewoon in huis.
Ik stel me zo voor (voorstel) dat we
eerst het welbevinden van de inwendige mens garanderen door Vugt (oorlam) en
Marlet (snert) de catering te laten verzorgen, aangevuld door de Natuurwinkel
(sojabrok) voor het contingent antroposofen. Voor het moreel nemen we
vanzelfsprekend burgemeester Hein die -buik voorop- inspirerend speechend de troepen aanvoert. (De troepen, dat
is de buitendienst. Omhangen met bladblazers. En natuurlijk de surveillanten op
hun razende scootertjes.)
Voorts plaatsen we een cordon decoys rond het aangevallen
object. Zo belegt de gemeenteraad in allerijl een duale vergadering over de
gemeentelijke herindeling, om de aanvallers sluw in slaap te sussen. De
gebroeders De Jong leuren aan de overzijde met een extra editie! van hun Courant, vol ingezonden brieven van
burgers die nog veel bozer zijn dan de aanvallers, die daardoor verbaasd de
wapens laten vallen.
Vanuit de linkerflank doemen dan ineens de grondtroepen van Aurora
op, terwijl vanaf de spits van de Grote Kerk de pias van de VVD zijn grollen de
lucht in slingert en uit de bossen de mountainbikers van DTC als een cavalerie
Ben Hurs het strijdgewoel binnen denderen. Een voormalig raadslid met een groot
hart maar nog veel groter huis heft daarbij de strijdkreet 'keer het tij'! aan.
Overdonderd door zoveel tegenstand rest de aanvallers niets anders
dan zich mismoedig terug te trekken op de forumpagina van driebergen.net om
deel te nemen aan een vredige discussie over Heidetuinen.
We zijn gered!
03/01/2003
/column
door anthon keuchenius
Recessie
Toen ik zonet boerenkool ging snijden zag ik aan gene zijde van de
singel een paar Nijlganzen. Ze zagen mij ook en luid gakkend stegen zij op. De
akker waarop ze een perfect boogje verder neerstreken was vers geploegd. Dat
bevreugde me. Afgelopen najaar waren mijn kinderen daar nog weggejaagd door een
nurkse man die claimde dat het zijn land was. Een stukje braakland. Ze konden
daar onmogelijk kwaad doen, onderwijl ik lustig mijn perkjes wiedde. Aldus
betoogde ik maar nee, niks daarvan, zei die man, dit is van mij, ik wil het
gewoon niet hebben. Hij was jarenlang beheerder geweest van het Grote Bos en
daar hadden ze ook alles steeds maar kapot gemaakt. Vooral die buitenlanders.
Het landgoed dat hij nu beheert is in handen van een
vastgoedholding die daar om duistere redenen twee grote kantoorpanden heeft
mogen bouwen. Achterop het terrein is later met groot materieel en
indrukwekkende zandverhuizingen nog een uitgestrekte parkeerplaats aangelegd.
Maandenlang waren ze er mee bezig, begreep er niets van. Voor een
parkeerplaats!
De kantoorpanden staan nog steeds grotendeels leeg, waarschijnlijk
de reden voor het afblazen van de op het braakland geplande kantoortuin. De
pachter mag het land nog een seizoen inzaaien met gras. Kunnen ze er gewoon
weer spelen, heeft niemand last van.
Onze burgemeester sprak gisteren in zijn nieuwjaarstoespraak over
normen en waarden en toenemende onhebbelijkheden. Eigenlijk had hij het over
vandalen die bushokjes slopen, maar ik dacht meteen aan die man. De kinderen
spelen er niet meer zo graag sinds hij hen zo bars tegemoet trad. Vroeger waren
er ook van dat soort mannen, weet ik. Maar ik heb niet de indruk dat het er zo
hebberig en hekkerig aan toeging als vandaag de dag. Zulke mannen, daar ga je
dus bushokjes van slopen.
Wel is het prettig te weten dat een recessie ook zonnige kanten
heeft. Dat inzicht benoem ik tot leidraad voor 2003.
27/12/2002
/column
door anthon keuchenius
Neel
Ik mis node het stukje betrokkenheid, daarom hier een poging een
politicus van het jaar uit te roepen. Zelf verkeer ik in de veronderstelling
dat een politicus van het jaar een gewiekst persoon is die opponenten slim
tegen elkaar uitspeelt. Bij tijd en wijle moet ook een lastige medestander in
het machtsspel meegesleurd, want voor een politicus van het jaar bevindt de
ergste vijand zich uiteindelijk binnen de eigen gelederen. Een politicus van
het jaar is verder niet op de mond gevallen en ligt goed bij journalisten,
zodat je het gelaat van de politicus van het jaar geregeld in krant en op tv
ziet.
In Driebergen moeten we zulks niet na gaan doen, hemeltje nee.
Daarom kies ik liever de a-politicus van het jaar en dat is dit jaar Neeltje
Schravesande. Ze mag op het wat krappe Driebergse politieke toneeltje gerust
een verademing genoemd worden. Ter vergadering valt ze nimmer op gladde praat
of spitse opmerkingen te betrappen. Op slimme zowel als stomme vragen geeft ze
altijd serieuze antwoorden, al gaat dat wat hortend want gepaard met het zoeken
naar juiste woorden die dan op de goede plek in de zin moeten komen.
Buiten vergadertijd en ook het gemeentekantoor zie je haar ruim de
tijd nemen om met gewone mensen van gedachten te wisselen en werkelijk naar hen
te luisteren. Intussen sjort en duwt ze al een jaar of wat gestaag aan collega's,
ambtenaren en zure belastingbetalers om kunstgrasvelden, nieuwe scholen en
dingen voor jongeren voor elkaar te krijgen. Met enig succes is hier de
constatering, en dat mag in dit dorp een godswonder heten. Het valt zelfs niet
uit te sluiten dat ze het zwembad -ooit de trots van het dorp- weet te redden
van een schijnbaar wisse ondergang. Zet hem op Neel.
20/12/2002
/column
door anthon keuchenius
Bemoei
Waxinelichtjes kunnen ontploffen, vertelde de juf, daarom mogen ze
niet meer van de brandweer. Voorts kregen u en ik van gemeentewege 'tips voor
thuis': ''maak een vluchtplan en oefen dat samen met uw huisgenoten''.
Nu zijn we nogal kleinbehuisd dus dat was snel gedaan, tot leedwezen van de
kleine jongens. De grootste kleine jongen las de tips mee en nu moet ik ineens
brandmelders en een blusmiddel aanschaffen. Dan tip ik terug (laatste nieuws!):
zorg eerst maar eens dat een verbouwing van uw eigen gemeentehuis niet van de
oorspronkelijke 1 miljoen gulden via 2 miljoen gulden verder naar 3 miljoen
gulden uitdraait op 4 miljoen gulden. Eigenlijk heeft dat hier niets mee te
maken, het is gewoon lekker kankeren op de gemeente, want dat is toch niemand.
Auto's die zichzelf tot ontbranding brengen, televisies die
spontaan in de fik vliegen, kan allemaal. Toch heb ik auto noch televisie de
deur uit gedaan. Verder hoorde ik iemand suggereren dat mensen met een bepaalde
levensstijl een bepaalde belasting opgelegd moeten krijgen en hij bedoelde de
vetbelasting. Nog even en de normen en waardenpolitie staat middenin de
huiskamer te kijken wat u de samenleving kost. Alsof dat uit te rekenen valt.
Aan de andere kant is het onze eigen schuld. Ik zeg wel onze, maar bedoel eigenlijk u. Want u bent
het die de overheid de schuld geeft van alles wat er misgaat. Logisch dat die
overheid zich tot waxinelichtjes aan toe gaat indekken en de eigen
verantwoordelijkheid verder doet wegsmelten tot een bedenkelijk niveau. Daarom
lezers, bezint eer ge begint met lezen der les tegenover overheid, want alles
komt als een boemerang keihard terug.
ps. allerlaatste nieuws en kerstgedachte: ook uit ons dorp worden zogenaamde uitgeprocedeerden inmiddels op transport gezet naar zogeheten verwijdercentra. leuk passend dat ze daarmee beginnen zo rond de kerstdagen.
13/12/2002
/column
door anthon keuchenius
Stoffig
Op de forumpagina van het als lokaal nieuwsblad vermomde lokale
opinieblad las ik dat een lokale architect vindt dat Driebergen op een heilloze
weg is door woningen te willen bouwen op weilanden en bosjes buiten de kom.
Er is wat voor zo'n standpunt te zeggen. Zelf doe ik ook niets
liever dan struinen door uitgestrekte natuurgebieden, met hier een boerderij en
daar een kasteel.
Maar stellen dat de kracht en charme van zo'n gebied verdwijnt met
wat woningbouwplannen, dat is weinig besef van werkelijkheid tonen. Eeuwenlang
al vestigen mensen zich in wat eens woest en ledig was, en toch is het hier nog
steeds prachtig. Eeuwenlang al vechten de gevestigden tegen uitbreiding, toch
blijven nieuwkomers binnensluipen. Neem wat afstand en bezie die ontwikkeling
als autonoom: die moet je niet tegenhouden, maar in goede banen leiden. Stop
met het zaaien van behoudzuchtige angst en geef ruimte aan dynamiek.
Het standpunt van de architect ademt verder iets treurigs.
Misschien wat hard van stapel, maar door de wereldgeschiedenis heen loopt een
dikke rode draad: waar open samenlevingen floreren, daar kwijnen gesloten
samenlevingen langzaam weg. De landelijke stemming holt al hard die kant op,
naar zelfopsluiting binnen een stelsel ongedefinieerde waarden en normen. Dat
zie je terug in zo'n visie op Driebergen.
Laatst was ik bij een avond van een vereniging die hecht aan het
Vroeger en Nu tussen Heuvelrug en Wetering. Het publiek was stoffig en grijs en
het was er verschrikkelijk warm. De wethouder ruimte en groen hield langdurig
een nietszeggend praatje. Wat me is bijgebleven is de bosuil die zijn roep door
de intercom deed schallen en de opmerking dat van de honderdvijftig Nederlandse
ijsvogels er vier broeden binnen de Driebergse dorpskern. Tezamen met de
eekhoorns die in menig Driebergs tuintje dartelen lijkt me dat toch het bewijs
dat natuur en wonen heel goed samen kunnen gaan.
13/12/2002
/column
door anthon keuchenius
Hoorwiekloptdaarnu
Het slot was leuk, maar eerlijk gezegd ben ik blij dat hij nu
terug is naar Spanje, ik vond zijn verblijf dit jaar wat aan de lange kant. Dat
is een betrekkelijk oordeel, dit seizoen vind ik de dingen al snel teveel. Ik
heb het niet zo op het leven in wolken. Weken geleden al daalden ze op ons neer
om alles stil en somber te maken, van vertrekken willen ze niet weten.
Misschien dat onze oranje bladblaasmannen eens aangewend kunnen worden om ze
weg te blazen, hebben ze toch nut. O was ik maar stout, dan mocht ik mee naar
zon en zee.
Terug naar Sint en Driebergen, het viel me op dat we waarlijk in
het midden des lands wonen, ook cultureel gezien. De Driebergse Sint is een
goede, hij raakt de juiste toon en vertoont zich spaarzaam. Een kleine
dissonant was de slordige gemeentelijke Sint vorige week zaterdag, die bracht
het geloof danig in gevaar. En een Amsterdamse vriend vertelde me dat de Sint bij
hem beveiligd rondliep, met een spiedende kerel met oortje naast zich. Treurig
was ook het bezoek aan mijn broer in Purmerend, daar struikelden we werkelijk
over de Sinten. Niemand had nog belangstelling, gedegenereerd als hij was tot
een soort Kerstman in shoppingmall.
Geheel anders was het bij mijn zuster in Deventer, waar we
gestoken in pietepakjes op bezoek gingen. Oei, dat was riskant, vertelde
zuslief. Er stonden boetes op, want Deventer wil het mysterie levend houden.
Sint en Piet mogen zich daar pas op 5 december vertonen. Voor die tijd is de
suggestie van zijn bestaan genoeg voor de kinderen, hun fantasie doet de rest
wel. Zo is het maar net. Gisteren was de buurman even aan het timmeren in zijn
huis. Maar nee, het waren Pieten en urenlang speelden ze door.
29/11/2002
/column
door anthon keuchenius
Voorzichtig
Stel, je bent een egel en je woont in Driebergen. Dat is mooi
wonen, aan de rand van het nationaal park in oprichting de Heuvelrug. Mocht je
een jonge egel zijn, dan is daar het vooruitzicht op een prachtig ecoduct over
de A12 waarover je zonder kleerscheuren van landgoed Noordhout naar Mollenbos
(nog nooit een mol gezien) kan waggelen. Heb je goede benen, dan pak je ook de
robuuste ecopassage over de N225 nabij de Sterkenburgerlaan nog mee, om eens te
buurten bij de broeders uit het weidse Langbroekerweteringgebied. Zo wordt het.
Zo is het nog niet. Bovendien, je woont in het dorp en met je
korte pootjes haal je dat grote nationale park nooit. Je zal het moeten doen
met dorpse parkjes en achtertuinen. Die waren altijd ruim en voedselrijk, met
verborgen hoekjes en bladerhopen met de meest zalige insecten en met hoge
takkenbossen voor een lange winterslaap. Kwam je daar dan stilletjes -tenminste
dat probeerde je- uitgekropen in voorjaar en zomer, dan waren zoete woordjes je
deel en soms zelfs een bakje melk. Zo was het.
Zo is het niet meer. De klad zit een beetje in je biotoop, alsof
niemand je aanwezigheid meer op prijs stelt. Tuinen raken bestraat en de
tuinman ontbeert tegenwoordig elk respect. Vroeger harkte die slechts de
paadjes schoon, nu moet om onverklaarbare redenen de hele tuin bladvrij en
aardezwart. Je hele biotoop ligt vervolgens op de stoep te wachten tot een
grote wagen met een dikke slang alles op komt zuigen. En mocht je hopen op het
gemeentelijk groen, dan is een commandoteam bladblazers je deel. Gestoken in
oranje uniformen en voorzien van machinale rugzakken blazen die in een woeste
orkaan elk leven weg en dood. Maar wel schoon.
22/11/2002
/column
door anthon keuchenius
Hoera
Het is met het nodige chagrijn dat ik ben opgestaan, deze ochtend
na de algemene Driebergse beschouwingen. Twee minuten na twaalven mochten we
pas gaan gisteravond en daarmee won de ongekroonde koningin van Driebergen het
ambtenarenpouletje, zoals ze de dingen wel vaker bij het rechte eind heeft.
Eeuwige roem is haar deel, want ambtenaren mogen niet gokken. Hoe het twee
minuten na twaalven werd zal ik hieronder proberen uit te leggen.
Gemeenteraadsleden hebben allen hun eigen motivatie. Geldzucht zal
het niet zijn, de vierhonderd maandelijkse euro's kunnen onmogelijk opwegen
tegen de uren en avonden overwerk. Er zullen er bij zijn die zich geroepen
voelen tot het ambt, uit sociaal plichtsbesef of christelijk naastenliefde. Er zullen
er bij zijn die menen dat het aanzien verschaft, het zitting nemen in de
gemeenteraad. En er zullen er bij zijn die het een leuke hobby vinden, hoewel
ik me daar weinig bij kan voorstellen.
In ieder geval is de derde donderdag in november hún dag, want dan
mogen ze akkoord gaan met het beleid van de burgemeester en wethouders. Dat
doen zij niet zonder slag of stoot. Het begint 's middags met het voorlezen van
wollige teksten. Vervolgens wordt gedineerd in een restaurant, elke fractie aan
een eigen tafeltje. Daarna gaan ze terug vergaderen, in trage praatrondjes die
termijnen heten en van elkaar gescheiden worden door wandelgangen. Lopende de
avond draaien ze de duimschroeven flink aan, om na woorden van berouw van
burgemeester en wethouders de teugels te laten vieren. Altijd loopt de avond
met een sisser af. Op inhoud of visie kunnen de raadsleden zelden betrapt
worden. Het enige dat gisteravond binnengehaald werd is een hoge reclamezuil
zodat wij allemaal drie euro minder belasting hoeven te betalen. Hoera.
15/11/2002
/column
door anthon keuchenius
Overlast
Soms kan je ze beter niet meenemen, voegde de mevrouw me toe toen
ik mijn jongentjes met enig stemverheffen bij elkaar harkte. Terwijl het
allemaal zo goed was begonnen, met die vriendelijk glimlachende meneer van
Straatnieuws bij de ingang, die daar al maanden lijkt te wonen, terwijl ik toch
nooit iemand een krant zie kopen. Maar eenmaal binnen komen de verwijtende
blikken van dorpsgenoten, vanwege geparkeerde kindercaddies voor de schappen calcimel
en vitafit. Uit de weg, schreeuwen hun ogen, die kinderen hebben hier niets te
zoeken, zet ze voor de video in plaats van voor de teenieladies! Wij hebben dit
land opgebouwd en recht op een weelderig pensioen in een groengrijsdorp vol
seniorenplatforms die tegen elke vorm van vooruitgang zijn! In dezelfde
categorie –maar een paar generaties lager- kwam er laatst een voorwaardelijke uitnodiging voor een
bruiloftsfeest binnen: ''Erik en Marjan vieren hun huwelijk het liefst zonder
kinderen''.
Misschien is het wel een goed idee, bestaat er een video over
normen en waarden en omgangsvormen waar ik ze voor kan zetten, dat ze daar
kennis van kunnen nemen. In het publieke leven vol haastende monomanen kom je
die in elk geval steeds minder tegen. Een uitzondering moet ik maken voor de
mevrouw die zich vorige week over de kleinste jongen heen boog: ''Ik vind het
niet leuk als je tegen mijn benen botst.'' Hij kijkt nu wel uit. Ja, de maatschappij dat ben niet alleen
jij, maar u ook!
In die zin zou ik willen pleiten voor een algeheel
intolerantieverbod op de Traaij, waar iedereen dan mag komen. Het enige andere
verbod dat ik zou willen uitvaardigen is op het verspreiden van vette kipdampen
door poeliers, zo zwaar dat ik bij het passeren steevast onpasselijk wordt.
8/11/2002
/column
door anthon keuchenius
Lebensraum
Eigenlijk wilde ik deze week schrijven
over de ramadan en hoe het toch met onze eigen Driebergse moskee staat, maar
toen diende Henk Kamp zich ineens aan. Op de moskee kom ik graag terug op pakjesavond,
dan is de ramadan voorbij en mag ik mijn glaasje wijn weer. Bij ons is de
ramadan namelijk aanleiding geweest een maand sober te doen (behoudens
gelegenheden, want juist in de uitzondering toont zich de consequente mens).
Het is –analoog aan ramadan en andere vormen van vasten- om de
vanzelfsprekendheid van sommige dingen tijdelijk te doen wankelen. Het zal mijn
gereformeerde achtergrond wel zijn.
Maar daar kwam Henk Kamp. Kamp werd
afgelopen zomer minister van VROM en gaat sindsdien over de inrichting van
Nederland. Doorgaans heb ik niet zo veel op met zijn bitse voorkomen en
onvriendelijke ideeën. Maar wat hij ditmaal zei in de krant, dat beviel me. Het
ging over rode contouren, die bouwen in het buitengebied nagenoeg onmogelijk
maken. Kamp wil die rode contouren op de helling en meer ruimte op het
platteland om de eigen bevolkingsgroei te kunnen opvangen. Hij bedoelt
natuurlijk minder ruimte, want die wordt dan juist volgebouwd. Anyway, ik ben
het met Kamp eens. Neem nu Driebergen, daar wordt maar ingebreid en compact
gebouwd, we komen steeds meer op elkaars lip te wonen. Dat is nergens goed
voor, die open plekken tussen de huizen geven de noodzakelijke lebensraum,
die moeten gekoesterd. De ruimte ligt buiten de bebouwde kom, daar mag best een
weilandje of twee vanaf geknabbeld. En dan op een verstandige manier gaan
bouwen, dus groen, snel verwijderbaar en zonder al te veel ingrijpende
infrastructurele voorzieningen. Want over een halve eeuw is er geen
woningtekort, maar een overschot. En dan moeten die woningen weer weg. Dat is
pas visie.
1/11/2002
/column
door anthon keuchenius
Bloedeloze 0-0
Het was deze week kiezen tussen voetbal
of de ingelaste raadsvergadering. Van de webmeester moeten deze stukjes gaan over
Driebergen, dus werd het Nieuw-Salem (ofschoon ik Clarence Seedorf wel eens uit
de trein heb zien stappen op ons station).
Het ging over de opheffing van
Driebergen. Ik was er al een tijd niet geweest, in bestuurlijk Driebergen, maar
het was ouderwets gezellig. Nieuw was dat er nu een heuse griffier zat en de burgemeester noemde zichzelf Het
Presidium. Verder zag ik veel nieuwe gezichten.
Van veel welsprekendheid kan ik onze
raadsleden helaas niet betichten, of het moet de pias van de VVD zijn, die met
zijn losse flodders af en toe wat vuur in de discussie wist te blazen. Maar
verder sudderde het gesprek maar voort, en het tienkoppige publiek (en dan ben
ik nog royaal) dommelde langzaam in. De steekwoorden waren: zorgvuldig,
schwung, grenscorrecties, communis opinio, en –eerlijk waar- onderzoek naar de
wenselijkheden van herindeling. En iets over communicatie op metaniveau, met de
burger. Zo hollen de raadsleden al
zes jaar achter de feiten aan, van onderzoek naar onderzoek.
Volgens mij is die fusie al lang en
breed in gang gezet. Uit noodzaak –personeelsgebrek, gebrek aan expertise-
werkt Driebergen al heel veel samen met buurgemeenten. De provincie duwt
Driebergen langzaam het stadsgewest Utrecht in, Doorn en Maarn trekken
Driebergen van de andere kant aan het jasje. Dan zijn er nog al die
samenwerkingsverbanden die over de hoofden van de raadsleden heen beslissen.
Sturen is er voor ons bestuur niet meer bij. Triest, maar eigenlijk is het
enige besluit wat de gemeenteraad nog rest de opheffing van zichzelf en naar
welke kant dan wel. Anders gaat zelfs dat laatste besluit nog in rook op.
abumelle@xs4all.nl
Abu Melle Index