WEER THUIS
Enkele keren per jaar bezoekt hij haar nog. Meestal op
gezette tijden. Hemelvaart, Pasen, kerstmis, haar
verjaardag. Soms ook een enkele keer tussendoor, als
hij voelt dat hij moet. Zoals vandaag.
Zijn licht voorovergebogen hoofd danst wat op en neer,
als hij voortgeduwd wordt over de hobbelige
straatstenen, stoep op, stoep af, op weg naar haar toe.
Alsof hij zeggen wil: ”Harder. Ik wil snel bij haar
zijn.” Maar veel zegt hij niet meer, de laatste jaren.
Een eenvoudige zerk. Kaal en bemost. Een scheefgezakte,
grijze steen met zwarte inscriptie, onleesbaar geworden
door de wildgroei ervoor.
Ze brengt hem voor het graf tot stilstand, zoals
gebruikelijk netjes in het midden, zet de stoel op de
rem en trekt hem zijn handschoenen uit.
Hij richt zijn hoofd op en zucht. Een dikke ademwolk
stijgt op en wordt opgezogen door de vroege
voorjaarszon. Als zij met een klein mesje de
overtollige begroeiing wegsnijdt, verschijnt de tekst
weer. Rust zacht. Ella Verbeek. Negentien vijf, streep,
negentien zevenenzeventig. Hij pakt een bosje rozen van
zijn schoot en legt het voor zich neer, op de rand van
haar graf. Hij wrijft door zijn ogen en bekijkt zijn
natte handen. Dertien jaar nu. Hij voelt zich moe. Erg
moe.
‘Valt nog steeds niet mee hè, meneer Verbeek?’ Ze
komt bij hem staan en slaat haar arm om zijn schouder.
De tranen. Altijd maar weer die tranen. Ze knijpt hem
zacht in de schouder, zwijgt even en fluistert dan iets
in zijn oor dat hij niet verstaat. Zonder twijfel
goedbedoelde woorden, maar woorden helpen hem niet.
Wie weet hoe lang hij ook nú weer zo gestaan heeft, met
haar troostende arm om zijn zwakke schouder geslagen.
‘Zullen we weer eens teruggaan, meneer Verbeek? Zo
meteen wordt de thee gebracht.’ Met haar voet haalt ze
de stoel alvast van de rem. Hij schudt zijn hoofd en
wil haar hand pakken, maar zijn opgeheven arm blijft
halverwege steken. Hij is moe, zó moe...
‘Voelt u zich wel goed, meneer Verbeek?’
Zijn lichaam schokt, zijn hoofd valt naar voren. Zij
doet geschrokken een stap naar achteren. Hij sluit zijn
ogen.
Een deur gaat open. Ella laat hem binnen. Hij is weer
thuis.
Lêstafel
Leestafel
Reading-table
Werom / Terug / Back