AMALGAAMVULLINGEN IN TANDEN EN KIEZEN | |
Blootstelling aan kwik uit "zilveren" vulmateriaal voor tanden en kiezen:HoofdpaginaSteeds meer feiten die het traditionele tandheelkundige paradigma twijfelachtig maken.Summers AO, Mercury exposure from silver tooth fillings:
emerging
evidence questions a traditional dental paradigm,
FRITZ L. LORSCHEIDER, MURRAY J. VIMY AND ANNE O. SUMMERS Department of Medical Physiology and Department of
Medicine, Faculty
of Medicine, University of Calgary, Alberta, T2N 4N1, Canada.
Korte samenvatting:
Lorscheider,F.L., Vimy,M.J., Summers,A.O. Mercury exposure from "silver" tooth fillings: emerging evidence questions a traditional dental paradigm. FASEB J. 9, 504-508 (1995) Sleutelwoorden: mercury toxicity & dental amalgam, amalgaam, tandheelkunde, kwik, kwikvergiftiging, M. Altzheimer, ziekte van Altzheimer, immuunsysteem, giftigheid van kwik, GSH, thymine, uracil, cytosine, guanine, adenine, polymerisatiecyclus van tubuline. HISTORISCH OVERZICHT VAN KWIKGEBRUIK IN DE TANDARTSENPRAKTIJK 1200 jaar geleden werd in China een 'zilver pasta', die kwik bevatte, gebruikt om slechte tanden te vullen. In de Middeleeuwen observeerden alchemisten in China en Europa dat die mysterieuze zilverkleurige vloeistof, die gewonnen werd uit bergrood (=vermiljoen), vluchtig was en snel verdween als een damp wanneer het maar matig werd verhit. Alchemisten waren gefascineerd door het feit dat bij 'kamertemperatuur' kwik andere metalen in poedervorm zoals zilver, tin en koper deed 'oplossen'. Vroeg in de 19e eeuw werd het gebruik van zilver/kwikmengsels populair in Engeland en Frankrijk en kort daarna in 1830 werd het in Noord Amerika geïntroduceerd. Sommige toenmalige tandartsen uitten hun bezorgdheid dat het kwik/zilver mengsel uit ging zetten als het in de tand was aangebracht, waardoor vaak de tand uit elkaar barstte of de vulling naar boven uitstulpte en een goede sluiting van de kaak onmogelijk werd. Andere tandartsen waren be zorgd over kwikvergiftiging, omdat het toen al wijd en zijd bekend was dat blootstelling aan kwik de oorzaak was van veel duidelijk zichtbare bijwerkingen inclusief dementie en verlies van coördinatie van de spieren. Als gevolg van deze bezorgdheid heeft de American Society of Dental Surgeons en verscheidene aangesloten regionale tandartsenorganisaties een resolutie aangenomen dat leden een verklaring moeten ondertekenen waarin staat dat zij geen amalgaam zullen gebruiken. Als gevolg hiervan zijn enkele leden uit de tandartsenorganisatie gestoten van wege kwakzalverij door het gebruik van amalgaam. Maar de voorstanders van het amalgaam overheersten na korte tijd waardoor het aantal leden van de American Society of Dental Surgeons dramatisch verminderde en in 1856 werd deze organisatie opgeheven. Daarvoor in de plaats verrees de American Dental Association, opgericht in 1859, gebaseerd op het pleidooi voor amalgaam als een veilig en wenselijk vulmateriaal. Kort daarna werd tin toegevoegd aan het kwik/zilvermengsel om de expansie van het tot dan toegepaste amalgaam te verminderen.1 2 3 Er waren dwingende economische redenen om amalgaam gebruik te bevorderen als vervanging van de andere toenmaals gebruikelijke vulmaterialen zoals cement, lood, goud- en tinfolie. De introduktie van amalgaam betekende dat tandheelkundige hulp binnen de financiele armslag kwam van een veel grotere sector van de bevolking, en omdat amalgaam eenvoudig van samenstelling was en gemakkelijk was te gebruiken konden tandartsen eenvoudig worden getraind de verwachte enorme aanwas van patiënten te behandelen. In 1895 is de amalgaamlegering verder verbeterd om de expansie
en contractie
tijdens het uitharden te verminderen. De basisformula is sindsdien
dezelfde
gebleven.2 3. Wetenschappelijke bezorgdheid over de veiligheid van
amalgaam
ontstond in de twintiger jaren van deze eeuw in Duitsland, maar
verdween
uiteindelijk zonder een duidelijk oordeel over het wel of niet
toepassen
van amalgaam.
In het licht van de bewijsvoering vanuit medisch onder zoek
dat voornamelijk
is opgebouwd in de laatste tien jaar is het doel van dit overzicht het
bekijken van het traditionele tandheelkundige paradigma dat blijft
beweren
dat amalgaam een biologisch veilig en aan alle eisen voldoend
vulmateriaal
is.
BLOOTSTELLING AAN KWIK AFKOMSTIG UIT AMALGAAM VULMATERIAAL Sedert het begin van de 80 er jaren van deze eeuw hebben verscheidene laboratoria aangetoond dat kwikdamp continu uit amalgaam tandvullingen vrij komt, en dat de hoeveelheid kwikdamp in de mondholte enorm toeneemt onmiddellijk na het kauwen 7 8 9 of na het tandenpoetsen.10 De hoeveelheid kwikdamp in de lucht van de mondholte houdt rechtstreeks verband met het aantal occlusale amalgaamvlakken in de kiezen. Continu kauwen gedurende 10-30 minuten resulteert in een ononderbroken verhoging van het kwikdampniveau dat pas 90 minuten na de kauwsessie daalt tot de uitgangswaarde.11 De kwikspiegel in het bloed vertoont ook een positieve correlatie met het aantal en het totale oppervlak van de amalgaam vullingen.12 Uit een enkelvoudige amalgaamvulling met een gemiddeld oppervlak van 0,4 cm2 is berekend dat per dag 15 microgram kwik vrijkomt: voornamelijk veroorzaakt door mechanische slijtage en verdamping, maar ook doordat kwik oplost in het speeksel.13 Recent gemaakte elektronenmicroscopische beelden en elektrochemische proeven hebben de bewijzen geleverd dat kwik uit het amalgaam corrodeert en in het speeksel terecht komt als vrije ionen.14 Dit betekent dat bij een persoon met acht occlusale amalgaam vullingen 11 een totale hoeveelheid van 120 microgram kwik per dag vrijkomt in de mond holte en een deel van deze hoeveelheid wordt ingeademd en ingeslikt. Deze schattingen zijn overeenkomstig een recent rapport dat
aantoont
dat mensen met een gemiddeld aantal amalgaamvullingen ongeveer 60
microgram
kwik per dag uitscheiden in hun ontlasting,15 waarvan een deel bestaat
uit micropartikels amalgaam. Verscheidene laboratoria hebben bewezen
dat
de gemiddelde opname van kwik varieert van 1,2 tot 27 microgram per
dag,16
met bij sommige mensen een piek van 100 microgram per dag. Tegenwoordig
is de aangenomen gemiddelde hoeveelheid 10 microgram per dag
(variërend
van 3 tot 17 microgram) dat wordt geabsorbeerd.17 Een gemiddelde opname
die in een recent rapport wordt bevestigd (12 microgram per dag).16 Bij
wijze van contrast wordt geschat dat de kwikopname uit vis en andere
zeedieren
2,3 microgram per dag is en die uit ander voedsel, de lucht en het
water
ongeveer 0,3 microgram.17 De veronderstelling is ontstaan dat
tandheelkundig
amalgaam de grootste bron 17 van kwikbelasting is voor de bevolking.18
OPNAME VAN KWIK UIT AMALGAAM IN BINDWEEFSEL. De mate waarin lichaamsweefsels kwik kunnen opnemen na blootstelling is gedemonstreerd in een verscheidenheid aan mens- en dierproeven. Studies van menselijke weefsels na autopsie geven aan dat mensen met oudere amalgaamvullingen een significant hogere kwikconcentratie hebben in de hersenen en nieren dan mensen zonder amalgaamrestauraties.20 Toen schapen amalgaamvullingen in de kiezen geplaatst kregen met een radioaktieve component, bleek 4 weken later op een totale lichaamsscan dat kwik zich ophoopte op diverse plaatsen in het schapelichaam inclusief in het mondslijmvlies, kaakbot, longen en maagdarmkanaal, met als belangrijkste concentratie plaatsen de nier en de lever.21 Een dergelijke lichaamsscan werd herhaald bij een aap, (die wat betreft tanden, dieet, voedselregime en kauw patroon dichter bij de mens staat) waarop duidelijk hoge concentraties kwik uit amalgaam aantoonbaar waren in de nier, de darmwand en andere weefsels. De hersen\liquor kwik verhouding was drievoudig verhoogd 4 weken nadat de amalgaamvullingen waren aangebracht.22 De nier van de primaat gaat na het aanbrengen van amalgaamvullin gen minstens een jaar door met accumuleren van kwik.23 Herhaalde observaties bij volwassen schapen 21 24 bewijzen dat
na het
aanbrengen van amalgaamvullingen de kwikspiegel in het bloed relatief
laag
blijft terwijl de spiegels van de omliggende weefsels vele malen hoger
zijn dan die in het bloed. Dit suggereert dat weefsels net zo snel kwik
op blijven nemen als de initiële bloedwaarden. Dit fenomeen zou
een
verklaring kunnen zijn waar om bij de mens de controle van de
bloedspiegel
zo'n slechte graadmeter is voor de lichaamsbelasting met kwik, welke
het
gevolg is van blootstelling aan lage doses amalgaamkwik.
HET CELMETABOLISME VAN KWIK
Belangrijkste metabole trajekten : Figuur 1 illustreert het belangrijkste metabolisme voor de drie variaties van kwik. De belangrijkste Hg0 bron is de kwikdamp uit amalgaamvullingen terwijl organisch kwik (Hg+) voornamelijk afkomstig is uit vis en andere zeegerechten. Anorganisch kwik (Hg2+) komt uit het overige voedsel, uit het drinkwater en uit de lucht. Ongeveer 80% van het geinhaleerde kwik (uit amalgaamvullingen) wordt door de long geabsorbeerd en intracellulair gecon verteerd tot Hg2+ door oxydatie onder invloed van catalase. In contrast met andere vormen van kwik is de sterke vetoplosbaarheid van Hg0 er de oorzaak van dat het gemakkelijk de celmembraan passeert inclusief de bloed-hersenbarriëre. Echter, het is in de nier waar uiteindelijk het kwik zich ophoopt gedurende de compartimentale redistributie na blootstelling aan Hg0. Een deel van het Hg0 is in het speeksel opgelost en ingeslikt en wordt door peroxidase-oxydatie geconverteerd naar Hg2+. Het grootste deel wordt als zodanig via de faeces uitgescheiden. Ander Hg2+ dat via het voedsel binnenkomt wordt ook in de faeces geëlimineerd terwijl een substantieel deel intra-cellulair wordt geabsorbeerd als methyl-Hg+. Zowel intracellulair Hg2+ en Hg+ zijn uiteindelijk covalent gebonden aan gereduceerd glutathion (GSH = gamma-glutamyl-cysteinyl-glycine) en aan de aan cystene gebonden eiwitgroepen. Hg2+ is het toxische produkt dat verantwoordelijk is voor de negatieve effekten van ge ïnhaleerd Hg0. De verschillende weefsels van het lichaam hebben uiteenlopende
halfwaarde
tijden voor de retentie van Hg+ en Hg2+: varirend van dagen tot
jaren.15
17 26 27 28 Nadat kwik uit het weefsel is vrijgemaakt is fecale
excretie
de belangrijkste route van eliminatie uit het lichaam. Fecale
uitscheiding
van kwik correleert significant met het aantal amalgaamvullingen. De
mate
van Hg excretie in faeces is 20 maal hoger dan de corresponderende
excretieverhouding
in de urine. De hoeveelheid fecale excretie van kwik bij mensen met
amalgaam
vullingen kan wel het honderdvoudige bedragen in vergelijking met
mensen
zonder zulke vullingen.15 Hoewel de fecale excretie van amalgaam
overheerst
is er een duidelijke correlatie met de excretie via de urine.
Belang van glutathion en andere sulfhydryl componenten De belangrijkste sulfhydryl component met een laag soortelijk gewicht bij zoogdieren is GSH (gereduceerd glutathion=gamma-glutamyl-cysteinyl-glycine) dat ongeveer in een concentratie van 5 mMol per liter in cellen, serum en gal aanwezig is.29 Andere sulfhydrylgroepen die een laag molecuulgewicht hebben, bevatten cysteïne, biotine, vet zuur en coënzym A. De belangrijkste aangrijpingspunten in eiwitten die passerende metalen, inclusief Hg binden zijn de sulfhydryl-groep van cysteïne en de imino-nitro-geen-groep van histidine. De stikstofatomen (N) op de aromatische ring van de nucleotidebasen vormen met kwik (Hg) complexen: reaktiever met thymine en uracil dan met cytosine, guanine en adenine.30 Terwijl Hg0 uit het amalgaam vetoplosbaar is en vrij de celmembraan kan passeren, is methylkwik en geïoniseerd kwik uit voedsel en andere bronnen, zoals water en lucht, geladen en moet daarom gebonden zijn aan ionen of aan zwavelverbindingen met een laag moleculair gewicht ten einde vrij de celmembraan te kunnen passeren. De belangrijkste cellulaire reactie die de toxiciteit van kwik versterkt is oxydatie van Hg0 met behulp van het enzym catalase.31 Dit oxydatieproces vindt plaats in ieder weefsel van het lichaam en in het bloed. Als het eenmaal in de cel verwerkt wordt door catalase zal het Hg2+ reageren met een grote verscheidenheid aan verbindingen in de celkern; het meest voorkomende produkt van deze reakties is GSH. De sulfhydryl groepen van proteïnen zijn de tweede in de volgorde van stoffen die zich gemakkelijk binden met Hg2+, en die met de imino-stikstofverbinding histidine en de nucleotidebasen substantieel minder reaktief zijn. Ondanks het surplus aan GSH, binden veel proteïnen zeer effektief de uit het voedsel afkomstige passerende metalen zoals zink, nikkel en koper. De exacte chemische basis voor de hoge affiniteit van deze metalloproteïnen is niet begrepen; veel van de normaal goed gedefinieerde leden van deze groep, inclusief belangrijke regulatie-eiwitten, gebruiken cysteïnes en histidines als verbindingen met hun respectievelijke metaalcofactoren.32 Deze proteïnen kunnen dus metalen binden, inclusief Hg gebonden aan GSH. Eenmaal gebonden aan GSH kan Hg de cel verlaten om in het
serum of lymfevocht
te circuleren waarna het zich kan afzetten in andere organen of
weefsels.
GS-Hg-SG wordt geëlimineerd via de nier of via de gal om terecht
te
komen in het darmlumen waarna het uitgescheiden wordt in de faeces.
Experimenten met schapen 21 24 en met apen 22 wijzen uit dat
99% van
het kwik via de faeces wordt uitgescheiden. Bij personen met 30
amalgaamvullingen
is de gemiddelde kwik uitscheiding 60 microgram per dag via de faeces
(95%
van de maximaal uit te scheiden hoeveelheid kwik) in tegenstelling tot
de 3 microgram per 24 uur die via de urine wordt uitgescheiden.15 De
halfwaardetijd
van een éénmalige dosis Hg2+ of methyl-Hg+ varieert van
maanden
tot jaren. Halfwaardetijden kunnen verschillen na chronische
kwikblootstelling
als het gevolg van een aangepaste cellulaire functie (bijvoorbeeld in
de
nier vermindert de omzet van kwik met het stijgen van de leeftijd van
het
individu en de duur van de kwikbelasting). 17 26
EFFEKTEN VAN DENTAAL KWIK OP HET FUNCTIONEREN VAN CELLEN EN ORGANEN. De duidelijke klinische effekten die voortkomen uit toxische
blootstelling
aan de drie soorten Hg zijn uitvoerig beschreven.26 28 Verscheidene
experimenten
met mensen en dieren in de afgelopen jaren hebben de aandacht gevestigd
op subtielere pathofysiologische effekten van het amalgaam- kwik op het
functioneren van een grote verscheidenheid van orgaansystemen of
celtypes,
inclusief het immuunsysteem, renale systeem, orale en intestinale
bacteriën,
reproductieve systeem alsmede het centrale zenuwstelsel.
Immuun systeem. Bij ratten is aangetoond dat geïoniseerd Hg als antigeen
kan werken
en autoimmuunreakties induceert.33 34 In een zeer recent rapport werden
in gelatine ingekapselde stukjes amalgaam intraperitoneaal
geïmplanteerd
bij een gekweekte muizenstam die genetisch vatbaar is voor
Hg-geïnduceerde
immuunpathologie. Binnen 10 weken tot 6 maanden vertoonden de dieren
hyperimmunoglobulinaemie,
serum-auto-antilichamen gericht tegen kerneiwitten en systemische
deposities
van immuuncomplexen. Gelijksoortige veranderingen werden waargenomen
als
alleen tandheelkundige legeringen zonder kwik werden
geïmplanteerd.
Deze immuunverschuiving werd toegeschreven aan de zilverfractie van de
legering. De conclusie van deze studie was dat zowel kwik als zilver
uit
het tandheelkundige amalgaam chronisch het immuunsysteem van de muis
kan
stimuleren met als gevolg een inductie van systemische
autoimmuniteit.35
15 Verder onderzoek naar de moleculaire effekten van amalgaammetalen op
het menselijke immuunsysteem is dringend noodzakelijk.
Renale systeem Omdat van de mens 20, de aap 22 23 en van het schaap 21 de
nier significant
hogere Hg concentraties bevat na blootstelling aan tandheelkundig
amalgaam,
hebben meerdere onderzoeken zich geconcentreerd op de betekenis van
deze
concentraties voor het functioneren van de nier. Schapen met
amalgaamvullingen
vertonen een verlaagde glomerulaire filtratie gradiënt voor
inuline,
een verhoogde excretie van natrium en een toename van albumine in de
urine.36
Een verhoogde excretie van natrium is ook waargenomen bij apen die op
dezelfde
wijze zijn behandeld met amalgaam vullingen (ongepubliceerde data).
Omdat
Hg2+ primair in de proximale tubulus in de nier van de rat 37 en van
het
konijn 38 accumuleert en het amalgaamkwik ook in de proximale tubulus
van
de apenier wordt geconcentreerd, (waar de grootste fractie van het
natrium
normaal wordt 23 teruggeresorbeerd) betekent toename van de
natriumexcretie
na het aanbrengen van amalgaamvullingen bij schapen 36 vermindering van
de selektieve tubulaire terugresorptie capaciteit voor natrium. De
hoeveelheid
albumine, uitgescheiden door de nier, stijgt 1 jaar na het verwijderen
van de amalgaamvullingen bij mensen,12 terwijl de hoeveelheid albumine
in de urine daalt bij schapen nadat amalgaamvullingen waren
aangebracht.
36 Het is onzeker of de verschillen bij deze voor beelden van
albuminexcretie
eenreduktie van de renale bloedvoorziening onder invloed van het Hg
reflekteert
als gevolg van het aanwezig zijn van amalgaamvullingen.
Orale en intestinale bacteriën Het is bewezen dat enkele menselijke darmbacteriën
plasmiden bezitten
die resistentie bewerkstelligen tegen zowel Hg als tegen antibiotica.39
In een subgroep van de bevolking bestaande uit 356 personen die recent
niet behandeld zijn met antibiotica, was bij die personen met veel
kwikresistente
bacteriën in de darmflora een neiging tot resistentie bij dezelfde
bacteriën wat betreft een groot spectrum aan antibiotica. Een
parallel
onderzoek bij apen demonstreerde een duidelijke toename van de fractie
Hg- resistente bacteriën in de flora van de darm en die van de
mondholte
spoedig na het aanbrengen van tandheelkundige amalgaamvullingen; een
toename
die voortduurde tot de vullingen waren verwijderd. Het grootste deel
van
deze Hg-resistente bacteriën was ook resistent voor
één
of meer vaak toegepaste antibiotica.
Reproduktieve systeem De relatie van beroepsmatige blootstelling aan Hg en
vruchtbaarheid
bij vrouwelijke tandartsassistenten is recent onderzocht, omdat het
bekend
is dat bij knaagdieren langdurige blootstelling aan Hg2+ de
reproductieve
cyclus verandert. Epidemiologische screening van 7000
tandartsassistentes
wijst uit dat binnen een relevante subgroep van 418 vrouwen die
achtereenvolgens
werden geïnterviewd, de vruchtbaarheid tot 63% was gereduceerd
vergeleken
met vrouwen die niet beroepsmatig waren blootgesteld aan Hg0. De
studie,
die aan kritiek onderhevig is omdat alle data berusten op subjektieve
waarnemingen,
concludeert dat tandartsassistentes die meer dan 30 amalgaamvullingen
per
week prepareren en die ook nog een slechte Hg hygiëne er op na
houden
een verlaagde vruchtbaarheid riskeren.41
Centraal zenuwstelsel In 1983 rezen vermoedens binnen de medische wetenschap dat neurodegeneratieve ziekten misschien wel verband houden met het tandheelkundige amalgaam, maar er waren toen geen experimenten die deze vermoedens konden bevestigen.42 Echter, het is nu bewezen dat opname en accumulatie van amalgaamkwik plaatsvindt in het hersenweefsel van zowel apen als van de mens.22 27 Studies die hebben aangetoond dat Hg selektief wordt geconcentreerd in bepaalde menselijke hersengebieden die te maken hebben met de geheugenfunctie (de thalamus, corpus amygdaloideum en de hippocampus), suggereren dat kwik waarschijnlijk (door mechanismen die nog niet verklaard zijn) te maken heeft met de etiologie van de ziekte van Altzheimer.43 44 Abnormale vorming van microtubuli zijn geassocieerd met een defect in de polymerisatiecyclus van tubuline,45 dat de dichtheid van de neurofibrillaire verstrengelingen doet toenemen. Een analoog effekt kan worden geïnduceerd in de hersenen van ratten die met kwikchloride worden behandeld,46 47 hetgeen suggereert dat er een connectie bestaat tussen de bloot stelling aan anorganisch kwik en de ziekte van Altzheimer. HgCl2 remt ook duidelijk in vivo de ADP (Adenosi ne Di Phosphate) ribosomale opbouw van 2 celskeletproteïnen, tubuline en actine, en verandert op deze wijze de specifieke neurochemische reakties die betrokken zijn bij het handhaven van de neuronale hersenopbouw.48 Het is bekend dat Hg+ reageert met tubuline en dat die reactie resulteert in de destructie van microtubuli en die microtubuli zijn juist nodig om de struktuur van de uitlopers van de zenuwcellen te handhaven.49 In recent regulier onderzoek werden ratten gedurende 14 dagen
4 uur
per dag blootgesteld aan Hg0. De kwikdampconcentratie werd gehandhaafd
op 300 microgram Hg per mþ lucht, een concentratie die meetbaar
is
in de monden van sommige mensen met grote hoeveelheden
amalgaamvullingen.
De gemiddelde kwikconcentratrie in de hersenen nam significant toe met
de tijd waarin de Hg0 expositie plaatsvond.
Een ander recent onderzoek demonstreert subklinische
neuropsychologische
en motorische effekten bij een beroepsmatige blootstelling aan Hg0
gedurende
1 jaar in een subpopulatie van tandartsen met een hoge
Hg-urinespiegel.51
Een uitgebreider rapport evalueert een vergelijkende controle bij
tandtechnici,
tandartsen en niet tandheelkundig personeel: na toediening van een
regulier
chelerend middel (DMPS=Dimercaptopropaansulfonzuur) was de urinespiegel
voor Hg 16 maal verhoogd bij de tandtechnici en 6 maal verhoogd bij de
tandartsen in vergelijking met de controlepersonen. De basale urine-
spiegel
voor porfyrinen gemeten voor de DMPS behandeling werden vergeleken met
de Hg-spiegels na de DMPS provocatie. De Hg-spiegels in de urine werden
ook negatief geassocieerd met verscheidene neurologische gedrags
veranderingen
bij mensen die blootstaan aan kwik, inclusief het bij hen aangetaste
concentratievermogen
en de motorperceptie. Het gebruik van DMPS om de nierbelasting met kwik
vast te stellen is bekend.52
CONCLUSIES Het (collectieve) resultaat van zeer veel onderzoeken in de
afgelopen
tien jaar heeft aangetoond dat de voortdurende afgifte van Hg0 uit
amalgaamvullingen
de belangrijkste bijdrage levert aan de belasting van het lichaam met
kwik.
De experimentele bewijsvoering geeft aan dat amalgaamkwik de potentie
heeft
tot cel en orgaanpathofysiologie.
Een tandheelkundige autoriteit beweert dat er tegenwoordig materialen zijn die een afdoend alternatief vormen voor de kwikvullingen.4 Gebaseerd op recente immunologische onderzoeken, 35 elektrochemische corrosie experimenten 14 en studies van metabole processen bij de mens 15 blijkt dat het gebruik van zilver in amalgaam net zo discutabel is als het gebruik van kwik en deze onder zoeken geven aan dat het vullen van tanden met de recente kwikvrije, zilver bevattende amalgaamvullingen zeer riskant is.53 Het lijkt erop dat nu de tijd is gekomen voor de tandheelkunde
om met
composiet (polymeren en keramiek) alternatieven te gebruiken 4 en de
metalen
alchemie die aan de professie is geschonken in een minder
verlichttijdperk
af te danken. Hoewel op dit moment de experimentele bewijsvoering bij
de
mens incompleet is, is het toch zo dat recent medisch onderzoek sterk
de
ongefundeerde opinies tegenspreekt die worden geuit door diverse
organisaties
van tandheelkundigen en handelsfirma's die verzekeren dat amalgaam
veilig
is voor tandheelkundig personeel en hun patiënten zonder ook maar
enig hard bewijs te leveren, inclusief dierproeven, cellulaire en
moleculaire
proefnemingen om hun beweringen te onder steunen.54
De auteurs danken the Wallace Genetic Foundation, the International Academy of Oral Medicine and Toxicology, the University of Georgia Research Foundation, en the National Institutes of Health, wier onder steuning uit het onderzoek naar een groot aantal citaten bestond, dat deze review mogelijk heeft gemaakt. Vertaling: Hans.
de Jonge
REFERENTIES
VAN DIT DOCUMENT
|