In Irak en Kosovo zijn mensen met radioactief uranium beschoten. Dat mag niet, want na militair gebruik kunnen non-combattanten ermee in aanraking komen en daar schade van ondervinden. Dat is niet zomaar collaterale schade, maar onvermijdelijk. Uranium is non-discriminatoir.
In kogels zit geen goud want dat is te zacht. Lood werd tot voor kort gebruikt, maar het is zacht, het smelt bij een relatief lage temperatuur en het is ecologisch niet verantwoord. Hoe hard uranium in feite is, is moeilijk te zeggen, want in een granaat zit een legering met nog wat titanium. Bovendien verandert de hardheid bij oplopende temperatuur etc. Vast staat echter dat uranium harder is dan (legeringen van) goud. Wolfraam is de kampioen, maar het is duurder dan uranium, vooral duurder dan depleted uranium (DU), de uraniumvorm waarover dit verhaal gaat.
Een verdere bijzonderheid is dat uranium kan branden. Bij het passeren van een pantser wordt de uraniummassa door wrijvingswarmte zeer heet. Aan de andere kant van het pantser verschijnt witheet uranium. Het vliegt dan in brand en steekt alles aan wat in een tank kan branden. Alles en iedereen in de ruimte achter het doorboorde pantser wordt gecremeerd (goud, lood en wolfraam kunnen niet branden). Militairen zien in deze brandbaarheid een voordeel. Een gemene bijwerking van deze munitie is, dat het verbrande uranium vrij kan komen als zeer fijn stof. Omstanders ademen dat stof in en de kans bestaat dat ze daarvan gezondheidsschade ondervinden. Naast de toxische werking als zwaar metaal (denk aan lood) is uranium radio-actief. Dat was niet zo bedoeld door de wapenfabrikant, maar het is wel de werkelijkheid. Die radioactiviteit is vooral voor de Duitse IPPNW een reden om te protesteren tegen het gebruik van dit wapen. De NVMP protesteert ook.
Het op één na lichtste isotoop, 235U, is nodig voor een kernenergiecentrale, voor een atoombom of voor een onderzoeksreactor. In een verrijkingsfabriek, zoals die van URENCO in Almelo, worden de isotopen van uranium van elkaar gescheiden.
Het is niet mogelijk 100% van het zeldzame splijtbare isotoop te verkrijgen. Wel meer dan 90%. Een mengsel met 90% splijtbaar uranium heet Hoog Verrijkt Uranium, HEU, goed voor een atoombom en sommige wetenschappelijke onderzoeksreactoren, zoals de Hoge Flux Reactoren in Petten en Delft. Een kernenergiecentrale als in Borssele gebruikt uranium met 3,2% splijtbaar isotoop en dat heet Laag Verrijkt Uranium, LEU.
Verarmd uranium is dus het afvalproduct van de verrijkingsfabriek. Het mengsel heet op zijn Engels Depleted Uranium, DU, en bevat nog steeds ruim 0,2% splijtbaar uranium. Jammer voor de verrijkers, maar beter is onbetaalbaar. De radioactiviteit van DU is per gram aanzienlijk minder dan natuurlijk uranium doordat de radioactieve rakker 234U samen met 235U in de ultracentrifuge is afgezonderd en met de splijtstof is meegegaan. Tegenover 1 kilo verrijkt uranium van 3,2% staat ongeveer 6 kg DU. Met dit DU is momenteel verder niets te beginnen. Vroeger wilde men het in plutonium omzetten voor de opwekking van kernenergie (met snelle kweekreactoren), maar dat werd te duur. Dus blijft men zitten met DU, een afvalproduct, waar je dan tenminste nog kogels van kunt maken.
En dat is nog niet eens alles. Ook de militairen hebben uranium verrijkt. De twintigduizend atoombommen in de VS bevatten voor een deel ook uranium, deels HEU. Tegenover 1 kilo HEU staan honderden kilo’s DU. Alles bij elkaar een zeer grote hoeveelheid afval. En gratis, een reden om DU te gebruiken als munitie in plaats van wolfraam, of voor de pantserplaten van de Abrams M1A1, of in plaats van lood voor bescherming tegen sterke ioniserende straling, of voor de kiel van een dure zeilboot, of als tegenwicht in de balans van de roeren in een verkeersvliegtuig, denk aan de Bijlmer. In de golfoorlog is waarschijnlijk 800 ton DU verschoten, een grote hoeveelheid, maar minder dan 1 promille van het totale aanbod aan DU. De munitie ligt nu her en der verspreid op de verre slagvelden. Het overgrote deel is niet verbrand en ligt als grove stukken op de grond. Het stof van verbrand uranium is inmiddels wel neergedaald. Beide geven zorg.
Kortom, het kan niet en het is wel erg principieel dit per se te willen doen. Als terugbrengen in de aardkorst niet op een natuurlijke manier kan, waar laten we DU dan? Opslaan? Een kunstmatige DU-mijn voor de toekomst? Wie er iets nuttigs mee weet te doen zonder bijwerkingen is welkom.
Het in de Bijlmer neergestorte El Al vrachtvliegtuig had 280 kilo DU in de balansen zitten. Omdat uranium kan branden (en DU dus ook; DU is chemisch immers precies hetzelfde als U) zat er mogelijk DU in de rook van het brandende toestel. Bewijs ontbreekt, maar het RIVM rekende uit dat maximaal 0,5 kg DU vrijkwam als uraniumoxidedeeltjes die zo klein waren dat ze, na inademing, bij de omwonenden diep in de longen konden doordringen. Dat zou op zijn ongunstigst 4,5 microgram kunnen zijn met een extra kans op kanker van 1 geval per 100 miljoen mensen. Of dat verwaarloosbaar is, is een vraag die niet door de overheid moet worden beantwoord en ook niet door haar adviseur, het RIVM. Ieder voor zich dient dat uit te maken, op grond van zorgvuldig verkregen informatie.
Het merendeel van het ingeademde uraniumstof komt niet ver in de luchtwegen maar plakt op het roltapijt ervan (trilhaarepitheel). Na ophoesten en inslikken komt het in de darm. Bij ratten en konijnen is de opname van oplosbare uraniumzouten in de darm 0,06% (Tracy et al., Health Physics 62:65 (1992)). Van onoplosbaar uranium, zoals opgehoest uraniumoxide, wordt veel minder in de darm op-genomen.
En kijk naar dit voorbeeld: een Oostenrijkse arts had het gewaagd een stuk DU mee te nemen uit Irak. Hij had het gevonden op de grond. Er lagen duizenden van dat soort stukken overal verspreid. 99% is namelijk niet verbrand. Hij had het opgeraapt om het te laten onderzoeken op radioactiviteit. Toen het inderdaad radio-actief bleek te zijn nam de douane het DU in beslag. De arts kreeg een boete wegens het illegaal importeren van radioactief materiaal.
Er is een fijnmazig net van stralingshygiënische regels en DU-kogels schieten daar zeer grote gaten in. DU op het slagveld is in het licht van wat gebeurt in een ziekenhuis of in een laboratorium een gotspe. Na de militaire actie is het slagveld tot in lengte van dagen een besmet terrein.
Advies:
1. Verbeter de voorlichting. Verhalen dat het reuze meevalt zijn bij gedupeerden olie op het vuur.
2. Hou op met wijzen op de radioactiviteit van uranium zonder acht te slaan op de intensiteit daarvan. Het leidt af van de echte gevaren. Maar wijs op inconsequent gebruik van stralenhygiënische regelgeving. Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat dan ook een ander niet.
3. Verbied toekomstige beschietingen met DU. Breek de munitie af en berg het DU grondig op.
Naam dichtheid hardheid smeltpunt
gram/cm3 graden Celsius
Uranium 19,1 hard 1132
Goud 19,3 zacht 1064
Wolfraam 19,3 zeer hard 3410
Lood 11,3 zeer zacht 327