Back to Main page Depleted Uranium Hazard                                                                       STICHTING VISIE
 
 
 
 
EL AL VLIEGRAMP BIJLMERMEER 4 OKTOBER 1992

WETENSCHAPPELIJKE ONDERBOUWING URANIUMBESMETTING 
IN AMSTERDAM ZUIDOOST en andere lokaties

     klik op de foto voor uitleg

Powered by counter.bloke.com

* Literatuurlijst (67 referenties)
* Onderzoektechnische supplement 

            J.H. de Jonge 
            A. Schmidt - Apol 

            STICHTING VISIE

            Tel/fax 00 31 20 6189124
            e-mail stgvisie@xs4all.nl
            postgiro 1611436 Amsterdam
            http://www.xs4all.nl/~stgvisie/VISIE/index1.html

1e uitgave: 15 september 1998
Papieren versie: 25 gulden op bovenstaand gironummer


Eerste Nederlandse literatuurstudie over 'verarmd' 
Uraniumdeeltjes en de stralingsgevolgen na inhaleren en/of ingestie.

--------------------------------------------------------------------------------
Health and Environmental Consequences of Depleted Uranium Use in the U.S. Army:
Technical Report incl. Summary REPORT TO CONGRESS, A team of experts, direc-
ted by Stephen P. Shelton, Army Environmental Policy Institute (AEPI), Georgia Institute
of Technology, Atlanta, Georgia 30318-5768 pg 17,86-87,107,A11, 1994:
"The radioactive properties of Depleted Uranium have the greatest potential for health
impacts when Depleted Uranium is internalized. Depleted uranium can be internalized
through inhalation or ingestion."

--------------------------------------------------------------------------------

I. INLEIDING

[De tekst is populair geschreven twv. toegankelijkheid voor niet-medici].

Aangezien over de lading van het El Al Vliegtuig geen eenduidigheid bestaat, beperken de
schrijvers zich in deze beknopte literatuurstudie tot URANIUM.    

Aangezien het uranium zoals die in de constructie van de El Al Boeing wordt toegepast
nooit in die geconcentreerde vorm in de natuur voorkomt hebben wij gemeend de term
'verarmd uranium' te moeten vervangen door 'geconcentreerd uranium' Een inadembaar
partikeltje ter grootte van een menselijke lichaamscel, 7 micrometer diameter, bevat maar
liefst 18 000 miljard atomen uranium-238. Dit aantal atomen in 1 deeltje kan alleen door
de mens worden gemaakt.

Aangezien in de Amerikaanse documentatie de 'Rem' nog als eenheid voor atoomstraling
wordt gebruikt, hebben wij die niet vervangen door de nieuwe, 
in Europa reeds gangbare eenheid, 'Sievert'. 

Aangezien de bijlagen van dit rapport voor een deel bestaan uit originele documenten zijn de
bijlagen in de e-mail versie nog niet aanwezig. Altijd kan het originele rapport worden
besteld door betaling van 25 gulden op giro 1611436 van Stichting Visie Amsterdam.


I.1  Radiologisch ongeval

Op een mooie, heldere zondagavond even over half zeven stort het grootste civiele
vliegtuig ter wereld, een Boeing 747 van El Al, na het verlies van twee motoren neer op
Amsterdam. Een inferno met temperaturen tot 2000 graden Celsius is het gevolg, aldus
het logboek van de commandant van de brandweer1. Wat de brandweer niet weet, is dat
daar sprake is van een radiologische ramp, vanwege grote hoeveelheden uranium in de
constructie van het brandende vliegtuig.2 

Hiervoor gelden speciale brandweervoorschriften voor blussen met schuim en het dragen
van beschermende kleding en persluchtmaskers.3.61 Weliswaar sinds 1984 al bekend bij
de Rijksluchtvaartdienst3 [FAA, BIJLAGE A], maar tot op vandaag zijn de brandweer-
corpsen in Nederland niet van deze voorschriften op de hoogte gesteld.4 De mysterieuze
mannen in witte pakken' droegen volgens getuigen wel beschermende kleding en maskers.



Uraniumbesmetting            - 2 -


I.2  Uraniumpluim

In de literatuur van het Amerikaanse ministerie van Defensie wordt bij 'verarmd'*
uraniumbranden speciale aandacht besteed aan besmetting door uraniumdeeltjes tot een
afstand van zeker 40 kilometer5 van de rampplek, in de richting van de wind. Binnen
viereneenhalve kilometer6 zijn zeer strenge voorschriften van kracht7; maar ook in de
steeds wijder wordende pluim van uraniumdeeltjes is tot tientallen kilometers en verder het
risico van inademing aanzienlijk,5.8 ook bij opwaaien (resuspensie).9  Vanwege de
halfwaardetijd van 4,5 miljard jaar gaat het bij uraniumbesmetting van de bodem om een
blijvend risico voor gewassen en drinkwater.
      
      * Noot: 'Verarmd' is hierboven tussen aanhalingstekens geplaatst, om er de
aandacht op te vestigen dat bij inademen of ingestie van 'verarmd' uraniumdeeltjes de
contact-straling op het omliggende weefsel van gemiddeld 170 Rem per jaar deze partikels
Uraniumoxyde levensgevaarlijk maakt
.19
  klik op de foto voor uitleg

I.3  Ervaringen Golfoorlog

Vanwege het hoge soortelijk gewicht van het geconcentreerd uranium, anderhalf keer zo
zwaar als lood, is dit goedkope, hoog-energetisch stralende afval van de nucleaire
industrie gebruikt als tegenwicht in de constructie en balans in staart en vleugelrolroeren
van vliegtuigen.2

Het hoge soortelijk gewicht en de pyrofore eigenschap geven uranium op het terrein van
oorlogsvoering een hoog inslag- en penetratievermogen met name als antitankmunitie.
Zo'n projectiel van uranium is een kinetic energy penetrator' van de eerste orde. 
In zuid Irak, waar tijdens de Golfoorlog65 in 1991 voor het eerst op grote schaal met
uraniummunitie is geschoten, ligt naar officiele schatting nog zeker 350.000 kilo,
grotendeels verpulverd uranium verspreid.10 De gevolgen daarvan manifesteren zich
inmiddels onder de civiele bevolking. De eerste slachtoffers zijn kinderen die ondervoed
zijn en spelen met uraniumprojectielen uit het 30 mm geschut van de amerikaanse en
engelse gevechtsvliegtuigen.11 Kinderen hebben immers minder afweer.64.65

Deze verarmd' uraniumprojectielen geven aan het oppervlak een straling af van 270
milliRem per uur.7.22 In Nederland is de norm voor publieke blootstelling aan kunstmati-
ge radiologische straling in de wet vastgelegd op eenmaal de achtergrondstraling, te weten
170 milliRem per jaar.12

Bij de burgerbevolking uit het oorlogsgebied in Zuid-Irak zijn onder meer significante
verhogingen geconstateerd van:11.13
* bloedkanker (bijvoorbeeld acute myeloide leukemie)
* longkanker
* borstkanker
* slokdarm, maag- en darmkanker
* nierziekten
* lymfklierkanker: (non-) Hodgkin lymfoom
* baarmoederkanker
* genetische en groeidefecten embryo
* kanker van de nieren, blaas, ureter
* kanker van de geslachtsklieren
* huidkanker en andere huidaandoendingen
* gewrichtsaandoeningen zoals reumatische artritis                                            - 3 -
II.  KENNIS OVER URANIUM

II.1  Kwaliteit wetenschappelijk onderzoek

Wetenschappers en universiteiten weten hoe moeilijk het is om geld te krijgen voor
ongebonden, objectief wetenschappelijk onderzoek. Belangenverstrengeling en subjectieve
be‹nvloeding door derden beperken zich niet tot projecten met al dan niet verborgen
industriele sponsoring.14 Helaas moet men tegenwoordig elk onderzoeksproject van de
overheid minstens zo kritisch doorlichten. 
Soms gaat een industrie zo ver dat zij onder een wetenschappelijk klinkende naam  een
geheel nieuw instituut in het leven roept en de belangenverstrengeling geheim houdt.
 

II.2  Uranium mijnbouw

De meeste kennis over uranium is opgebouwd rondom de eerste stadia in de winning van
uraniumerts. In die beginfase heeft men nog te maken met natuurlijk uranium, dat
opgesloten zit in mineralen.15 

In het stadium van de final product recovery', vindt de daadwerkelijke concentratie van
uranium plaats en verkrijgt men metallisch uranium. Dit is de meest gezondheidsbedrei-
gende fase in de uraniummijnbouw. Zeer strenge veiligheidsmaatregelen zijn in deze
afdelingen van toepassing om te voorkomen dat partikels van het metallisch uranium
worden ingeademd, ingeslikt en om huidcontact te voorkomen.16 
 

II.3  Medische kennis.

De meeste medische normering  over uranium is gebaseerd op de eerste, relatively low
risk' fasen van de mijnbouw. Deze maximaal toelaatbare doses' gelden in de industrie
voor de inademingslucht en het drinkwater met het oog op het risico van kanker [Internati-
onal Commission for Radiological Protection ICRP 77]. Over lokale arbeiders vermeldt de
Canadese Atomic Energy Control Board dat 20 jaar na besmetting nog vroegtijdige sterfte
door kanker plaatsvond.17

De risico's in de verwerking tot metallisch uranium zijn zo groot,16 dat zich alle aandacht
richt op preventie tegen besmetting en maatregelen ter voorkoming van  calamitei-
ten.3.7.18 Maar neerstorten van een vliegtuig met verarmd metallisch uranium in de
constructie kan men niet voorkomen, zoals de crash met de El Al Boeing 747 heeft
bewezen. [Voor de hoeveelheid uranium zie II.6]
 

Uraniumbesmetting            - 4 -
 

II.4  ICRP 77 en gezondheid

De hoog-energetische interne straling uit ingeademde partikels metallisch uranium en hun
vervalprodukten wordt door de ICRP buiten beschouwing gelaten!12 De alfa- en beta-con-
tactstraling, verwekken in de omliggende lichaamscellen mutaties en kanker. Maar in de
berekening voor de toelaatbare stralingsdosis doet men of de straling uit deze lokale
stralingshaarden (hotspots') gelijkmatig is verdeeld over het gehele lichaam.19.20 
(Zotternij, als van een lokale brandwond die niet wordt behandeld omdat de rest van het
lichaam niet beschadigd is, en alsof de wondpijn, verdeeld' over het gehele lichaam, van
geen betekenis is).
 

II.5  U.S. Army over uraniumbranden 

Het mocht dan zo zijn dat de amerikaanse en engelse piloten zelf geen gevaar liepen voor
besmetting door de uraniumprojectielen, waarmee zij vijandelijke tanks uitschakelden,
maar dat gold niet voor de oprukkende grondtroepen van het geallieerde leger in de
Golfoorlog.5.21 Zij kwamen wel in aanraking met de gigantische uitstoot kankerverwek-
kende partikels die elk zelfontbrandend uraniumprojectiel bij een voltreffer produceer-
de.22.23 [BIJLAGE B]

Voor het Department of the Army was dat naar later bleek geen verrassing.61 Rapporten
van amerikaanse defensielaboratoria rapporteren over fieldtests', waarbij uranium vanaf
500 graden Celsius verbrandt en verpulvert tot fijne partikels. En vooral vanaf 770 graden
Celsius sneller, naarmate de temperatuur hoger is. Er is aandacht voor de spreiding van
deze partikels,22.23 hun hoge contact- straling en de reele kans op longkanker bij
inademen, slokdarm-, maag- en darmkanker bij inslikken.24
 

II.6  Geconcentreerd uranium in vliegtuigcontructies

In de constructies van diverse types vliegtuigen en helikopters voor zowel burgerluchtvaart
als militair is jarenlang het goedkope, maar zware, geconcentreerd uranium, afvalproduct
van de nucleaire industrie, als balans- en/of contragewichten verwerkt. De Hercules die
met militairen aan boord in Eindhoven crashte en in brand vloog, is er een van. En ook
de El Al Boeing 747 Jumbojet. 

"Volgens opgave van de vliegtuigfabrikant was 390 kg uranium in het vliegtuig aanwezig.
Daarvan is 163 kg (112 + 48 + 3) geconcentreerd uranium teruggevonden." [Provinciale
Staten van Noord-Holland,  22 april 1998]. 
Officieel ontbreekt er dus 227 kilogram; zojuist verlaagd tot152 kilogram.

P. Loewenstein, Vice-president en Technisch Directeur van Nuclear Metals Inc (Starmet, tegenwoordig)., fabrikant en leverancier van geconcentreerd uranium balans- en contragewichten 
aan Boeing verklaart over de Jumbojets van v¢¢r 1981: "In elke Boeing 747 wordt 1500 kg. aan
uranium contra- en balansgewichten gebruikt."2 Volgens die opgave ontbreekt er 1337 ( ! ) kilogram 
verarmd metallisch uranium.
 

Uraniumbesmetting            - 5 -
 

II.7.  Zelfs één enkel alfa-deeltje

De nucleaire industrie heeft zeer bagatelliserend gedaan over de Alfa-straling van
Uranium238 en de dochternucleiden Thorium234, Protactinium234 en Uranium234. In
toenemende mate is echter wetenschappelijk bewijs beschikbaar gekomen dat alfa-straling
buitengewoon carcinogeen is. Zelfs één enkel alfa-deeltje (Heliumatoom zonder
electronen) heeft een hoge potentie tot kanker door mutatie van de nabijgelegen getroffen 
cellen.25
 

III.  URANIUM-OXYDEN
 

III.1  Fysisch:

Metallisch uranium dat verbrandt, gaat over in uraniumoxyde, met veelal een partikel-
grootte kleiner dan 10 micron (1/100 millimeter)22.[vgl. ééncellige algen of fijngemalen
meel]. Daarvan kunnen de grotere deeltjes vele jaren na inademing in de longen verblij-
ven15.22.26.27 met als radiologisch gevolg longkanker.6.16.17.26 De kleinere deeltjes
die in de lymfeklieren kunnen worden opgenomen, kunnen daar leiden tot (Non-Hodgkin)
lymfomen.11
 

III.2  Chemisch:

Doordat uranium in het lichaam analoge chemische eigenschappen vertoont als calcium,
wordt het op dezelfde wijze opgenomen in botweefsel en in de nieren. Van daaruit
bestraalt het de beenmergcellen met risico van leukemie en osteosarcoom.28.29.30 Ook
leidt uranium bij opname in de Sertolicellen59 tot mutatie van de genen en doordat
uranium de placenta passeert tot beschadiging van de ongeboren vrucht in de eerste drie
maanden (teratogeen effect).11.31
Bovendien nierbeschadiging.15

III.3  Radiologisch:

Verbranding van 1 kilogram Uranium238 resulteert in een astronomisch aantal oxydeparti-
kels met een gemiddelde diameter van 2,5 micron, die lange tijd in de lucht kunnen
zweven door de kleine afmetingen [Wet van Stokes]5.32. In de U.S. documentatie wordt
melding gemaakt van een dracht van 40 kilometer in de windrichting.32 Door statische
koppeling aan rookdeeltjes kan de dracht nog aanzienlijk meer zijn.5.33

De Amerikaanse kernfysicus Leonard A. Dietz berekent dat een enkel geconcentreerd
uraniumoxyde-deeltje van 2,5 micron in diameter in longweefsel een plaatselijke stralings-
dosis produceert van 170 Rem per jaar.19 Omdat het een hoogenergetische alfa-straling
betreft van 4,15 en 4,20 mega-electronVolts, wordt op die plek het weefsel gebombar-
deerd door alfadeeltjes bestaande uit Heliumatomen zonder electronen, die met een
snelheid van 15000 km per seconde het DNA van de cel treffen en door de alfa-, beta- en
gamma-straling uit de reeds onder II.7 genoemde dochternucleiden.19
 

Uraniumbesmetting            - 6 -
 

Zoals gezegd miskennen de ICRP-normeringen de impact van deze straling uit  microsco-
pisch kleine hotspots'.  Zij richten zich alleen op de totale lichaamsdosis en zwijgen over
de alfa-emissies die het long-, bot- en nier-weefsel bombarderen met hoogenergetische
deeltjes van meer dan 4 miljoen electronVolts.19.34
 

IV.  OVERHEID EN DESKUNDIGHEID t.a.v. URANIUMPARTIKELS

Het is pijnlijk te moeten constateren, dat de adviezen waar de overheid zich op baseert,
ondanks overvloedig beschikbare literatuur, tekort schieten aangaande de hier relevante
problematiek: 

Prof. dr. F., A. de Wolff, hoofd Vakgroep Toxicologie aan de Leidse universiteit en lid
van de Gezondheidsraad blijkt niet op de hoogte te zijn van de fysische en radiotoxische
eigenschappen van verbrand metallisch uranium. Niettemin heeft hij de Minister van
Volksgezondheid niet geadviseerd om onderzoek te doen naar de gezondheidsklachten van
hulpverleners bij de Bijlmerramp. Zijn uitspraken  "Geconcentreerd uraniumdeeltjes
stralen niet" en "Urine-onderzoek levert bewijs uranium" zijn ruimschoots weerlegd in de
wetenschappelijke literatuur, vermeld in BIJLAGE C van deze studie.

Dr. A.S. Keverling Buisman, stralingsdeskundige bij het Energie-onderzoek Centrum
Nederland in Petten, leek in 1993 niet op de hoogte van het feit dat uranium al snel kan
oxyderen bij 500 graden Celsius.41 Zijn advies aan de autoriteiten en Bijlmermeerbewo-
ners was dat er geen onderzoek nodig was, aangezien het uranium "bij temperaturen van
een kerosinebrand niet verbrand kon zijn".35.*

            * Tijdens het spoeddebat in de Tweede Kamer op 2 april 1998 beriep
Minister Jorritsma zich opnieuw op deze uitspraak, ofschoon K.Buism. dit standpunt al
lang verlaten had. Inmiddels gaf zij wel het ECN opdracht om onderzoek te doen naar de
mogelijke verstuiving van het niet-teruggevonden geconcentreerd uranium'.

In zijn 'Handboek Radionucliden' vermeldt Keverling Buisman de stralings-energieën van
Uranium-238 en haar vervalprodukten. Hij is dus wel op de hoogte van de hoge plaatselij-
ke radiotoxiciteit van inadembare partikels uraniummetaal.36

Het Rijksinstituut van Volksgezondheid en Milieu RIVM rapporteert op 10 april 1998 aan
de Onderzoeksgroep medische klachten Bijlmerramp van het Academisch Centrum
Amsterdam AMC: "Verarmd uranium is laag-radiotoxisch".
Vervolgens verbindt het RIVM daaraan o.m. de aanbeveling: 
"Het onderzoeken van longschade wordt niet zinvol geacht, omdat de kans op optreden
ervan verwaarloosbaar is."37

De RIVM-conclusie blijkt onhoudbaar omdat niet alleen de partikels buiten beschouwing
zijn gelaten, maar ook de stralingsenergie‰n. Becquerelmetingen alleen volstaan niet in de
beschrijving van besmetting door uranium.17.19.25
Minister van Volksgezondheid neemt op 16 april in haar brief aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal de RIVM-aanbevelingen klakkeloos 
over.[BIJLAGE D]

Uraniumbesmetting            - 7 -
 

B&W Gemeente Amsterdam, GG&GD, 8 april 1997: "de risico's van verarmd uranium
zijn vooral chemisch van aard; radiologische effecten van verarmd uranium zijn minder
ernstig dan die van natuurlijk uranium dat in bodem, water, lucht en voeding aanwezig
is".
Gezien de medische literatuur over uranium is dit een klinkklare onwaarheid.
 
 

V.  MEDISCH ONDERZOEK
 

V.1  Mystificaties schadelijke stoffen

Na jaren van mystificaties zijn er nog steeds geen betrouwbare en controleerbare gegevens
beschikbaar omtrent de materialen en lading, die in de vuurzee van het El Al vliegtuig en
de flatgebouwen zijn vrijgekomen. Zijn er over de lading geen betrouwbare gegevens
beschikbaar dan zullen medisch onderzoekers zich wellicht, net als de Stichting Visie,
moeten wenden tot BIOSPECTRON AB in 
Zweden om terwille van hun diagnoses en individuele patientenbehandeling klaarheid te
krijgen over de onbekende chemische stoffen en metaaloxyden met mogelijke schadelijke
effecten voor de gezondheid van hulpverleners (Brandweer, Vrijwillige Brandweer,
Politie, Geneeskundige Diensten, militairen, bewakingspersoneel, particulieren) verslagge-
vers en bevolking.
 

V.2  Radiologische eigenschappen van Uranium

V.2.1. De aanwezigheid van geconcentreerd uranium in de gecrashte El Al Boeing 747 is
inmiddels een vast gegeven.37 Eveneens, dat vanwege de pyrofore eigenschap circa 227
tot 1337 kilogram vermist uranium grotendeels verbrand kan zijn tot inadembare deeltjes
die kleiner zijn dan 10 micron.7.38 Hierover is bekend dat deze geconcentreerd uranium-
oxyde partikels bij inwendig weefselcontact hoog-energetische stralingsbronnen zijn met
alfa- en beta-emissies van circa 
4,2 miljoen electronVolts.19 Bovendien met gamma-straling van 850.000 electronVolts
(Compton effect). [Voor een goed begrip: Röntgen-stralingsenergie ligt onder 30.000
electronVolts ter voorkoming van het Compton effect].39

V.2.2. Inmiddels is bekend dat geconcentreerd uraniumoxyde partikels jaren in de longen
verblijven15 en daar verder oxyderen Hierdoor worden tientallen jaren lang geladen
moleculen (ionen) afgescheiden, die een sterke neiging hebben tot het aangaan van
chemische verbindingen. Deze zijn in urine en faeces meetbaar met massaspectrometrie.42
 

V.2.3. Aangezien een zuivere definiering ontbreekt omtrent de oplosbaarheid en onoplos-
baarheid van uranium, spreken wij bij deposities van partikels in de longen van onoplos-
bare' deposities en bij uranium in het botweefsel van oplosbare' deposities.

V.2.4. Opgenomen geconcentreerd uranium wordt in het lichaam verdeeld over alle
compartimenten (bloed, extra- en intracellulaire vloeistof, lymfe)42 en vanwege de
chemische overeenkomst met calcium in nieren, lymfe en botweefsel ingebouwd.29

Uraniumbesmetting            - 8 -
 

 V.2.5. Health Physics' van maart 1998 bevestigt dat uranium zich net als andere zware
metalen in het lichaam gedraagt als een gewone bouwstof. Daarbij verdringt recente
inname oudere deposities .42 [De oorspronkelijke opvatting dat vierwaardig uranium
voornamelijk het traject volgt van lever en faeces en zeswaardig uranium via urine18
wordt inmiddels gezien als een simplificatie van de werkelijkheid.42]

V.2.6.  Over patienten in de Bijlmermeer is o.a. melding gemaakt van chronische
darmproblemen. Soortgelijke klachten zijn veelvuldig gevonden bij veteranen 
uit de Golfoorlog.53

V.2.7. Uitscheiding. Dietz beschrijft het traject dat ingeademde uranium-partikels in het
lichaam afleggen. Deze richten niet alleen plaatselijk schade aan in de longen, maar door
verdere oxydatie raken moleculen los, die vervolgens worden opgenomen in de bloedbaan,
in de lymfe en in de botmatrix vanwaaruit de stamcellen van het bloed worden bestraald.
Een enkelvoudige mutatie van een beenmergcel kan dan acute myeloide leucemie
veroorzaken. Uit het metabolisme van uranium volgt dat er ook altijd enige afscheiding
zal plaatsvinden via urine en ontlasting. Dit laatste vooral door lever en gal.28.49 Met
gevoelige meetinstrumenten zoals de massaspectrometer kan dit uranium worden gemeten
en worden bepaald of het gaat om geconcentreerd uranium.
 Vanzelfsprekend daarbij ook sporen natuurlijk uranium die in het dagelijks voedsel
kunnen voorkomen. Dit is dus meetbaar en door isotopenscheiding kan men vaststellen of
het alleen om natuurlijk uranium gaat, dan wel gedeeltelijk om het verarmd metallisch
uranium.
 

V.3  Toepasselijke methoden van onderzoek

V.3.1. Urine-onderzoek. Meting van Uranium, fosfatase, catalase en creatinine kla-
ring.43.44.45.46  Helaas is 5 jaar na expositie de kans op het aantonen van uranium
zonder gebruik van chelatoren gering*. Overigens spelen ook andere problemen een rol:

a. andere metalen zoals kwik en zilver uit amalgaamvullingen47 geven nierbeschadigingen
met dezelfde parameters;

b. grote variabiliteit vanwege sterk wisselende concentratie van de urine;42.48.49

c. gebruik van chelator introduceert een extra onbetrouwbaarheidsfactor bij de meting en
vereist specialistische ondersteuning;50

d. grote variabiliteit42.49 in de samenstelling van urine is tevens een handicap voor de
quantitatieve meting. Door creatininebepaling wordt dit opgeheven.

e. reabsorptie; omdat uranium zich in het lichaam analoog aan calcium28 gedraagt, keert
het net als calcium steeds weer terug in de bloedstroom.42

*) Noot: Conventioneel urine-onderzoek wordt tot 8 maanden na expositie veelal nog wel
als zinvol aangemerkt.28.29.42 Doordat de overheid de aanwezigheid van uranium in de
constructie van Boeings 747 verzweeg, kwam de eerste melding over verbrand uranium
pas een jaar na de calamiteit in de pers, op 12 oktober 1993. ECHTER: Met behulp van
Neutronen Activering is 8 jaar na de 2e Golfoorlog bij 16 Britse veteranen geconcentreerd
uranium in de urine aangetoond door dr. H. Sharma in Canada in 1998. Het wetenschap-
pelijke rapport met de cijfers is nog niet verschenen.

V.3.2. Bloedonderzoek. Zware metalen zijn door hun directe binding aan celprote‹nen
meestal niet aantoonbaar in bloed. Wel zijn sommige parameters van belang, zoals
alkalische en zure fosfatase, die een indicatie geven voor weefselbeschadiging.48
 

Uraniumbesmetting            - 9 -

V.3.3. Faeces-onderzoek.49.51 Massaspectrometrie biedt de mogelijkheid om niet alleen
metingen te doen met betrekking tot uranium maar tevens naar een breed scala van zware
metalen en schadelijke stoffen. In de medische literatuur zijn geen overwegende bezwaren
gevonden tegen deze vorm van meting en onderzoek.
In Nederland is met massaspectrometrisch faecesonderzoek tot nu toe geen enkele ervaring
opgedaan.
 

VI. FAECESMETINGEN OP 36 ELEMENTEN

VI.1  Terreinverkenning voor onderzoek

Alles overwegende kwam de Stichting Visie tot de conclusie dat faecesonderzoek met
behulp van massaspectrometrie de eerste optie was voor gedetailleerd onder- zoek naar
besmettingselementen in microscopisch kleine hoeveelheden.5.52.53 

Op aanbeveling van zowel AMC als de zorgverzekeraar ZAO Amsterdam werd begonnen
de mogelijkheden daartoe in Nederland te verkennen. Toen dit geen positief resultaat
opleverde, werd besloten tot een proeve van onderzoek bij BIOSPECTRON AB in
Zweden. Dit laboratorium heeft in 10 jaar tijds een uitgebreide ervaring opgebouwd in
deze tak van onderzoek.

Ter orientatie werden 15 faecesmonsters aangeboden van intensief bij de ramp betrokken
hulpverleners en minder intensief betrokken bewoners, alsmede 5 referenties. De metingen
vonden plaats op 36 elementen, waaronder uranium. 

In maart 1998 kwamen de zorgwekkende signalen uit dit verkennende massa-spectrome-
trisch faecesonderzoek in het nieuws over hoge doses uranium bij verscheidene slachtof-
fers van de Bijlmerramp.* Helaas heeft Nederland geen ervaring met dit type faecesonder-
zoek, waardoor verificatie in eigen land niet mogelijk was. Niettemin bestreed de Minister
van Volksgezondheid tijdens het spoeddebat in de Tweede Kamer op 2 april van dit jaar
de resultaten van dit gerenommeerde Zweedse laboratorium.

      * Noot: Doordat het Nederlands maar 1 woord kent voor onderzoek, ongeacht of
het een 'pilot' betreft of een groot bevolkingsonderzoek, biedt het woord onderzoek
gerede mogelijkheden zowel tot misverstand als kwaadwillige interpretatie. 
 
 
 

VI.2. Aanvullend onderzoek

Significante uitslagen kunnen een aanwijzing zijn voor de wenselijkheid van specifiek
gericht verder individueel onderzoek. Diverse uitslagen van de gedane metingen waren
voor de Stichting Visie aanleiding om in Nederland wegen te vinden voor verder,
specifiek gericht, individueel onderzoek. Tot op heden heeft dat geen positief resultaat
opgeleverd. Zonder specialistische verwijzing konden pati‰nten geen beroep doen op de in
Nederland beschikbare methoden zoals:

URINE-ONDERZOEK op enzymen en fosfaten, inclusief de creatinine klaring.15

BLOEDONDERZOEK teneinde orgaanbeschadigingen op te sporen.48.54
 

Uraniumbesmetting            - 10 -
 

BOTSCAN en biopten, gevolgd door isotopenscheiding is ook na 5 jaren nog een reele
optie.24

LONGWASSING,26.27.55.56.57.60.67 'broncheo alveolaire lavage' gevolgd door Licht-
en Electronen-Microscopisch onderzoek en isotopenscheiding; zelfs jaren na inademing
kunnen stofdeeltjes van (radioactieve) metalen nog worden getraceerd.67

COMPUTER AIDED TOMOGRAPHY (CAT SCAN) lokaliseert stralingsbronnen.58

WHOLE BODY COUNT,39 waarbij het hele lichaam wordt gemeten. Hierover bestaat
geen eenduidigheid.

RONTGENFLUORESCENTIE; nadeel dat de patient 1.5 Rem straling oploopt.58

MONITOREN VAN MONOCYTEN. De Canadese arts en milieutoxicoloog dr. Rosalie
Bertell noemt het monitoren van monocyten in bloedmonsters tijdens en na therapie,
omdat monocyten het gevoeligst zijn voor radioactieve straling en vergiftiging door zware
metalen.51.63.64
 

VII  MEDISCH VERVOLGTRAJECT

USA CHECKLIST. Van het Department of Veterans Affairs in Washington D.C. beschikt
de Stichting Visie over de medische checklist ter beoordeling van ongediagnosticeerde
ziekten die zijn opgetreden bij militairen na hun dienst in de Golfoorlog. [BIJLAGE
E].Een kopie van deze documenten heeft de Stichting medio april 1998 aan prof. Gersons
van het AMC-onderzoeksteam doen toekomen.

AMC. De inventarisatie van klachten, die momenteel plaatsvindt, moet blijkens het
voornemen van de Minister van Volksgezondheid per eind april 1999 resulteren in een
eindrapport. In de 'Inventarisatie Gevolgen Bijlmerramp' dd. 15 april jl. schrijft het
AMC: 

 "Het is de verwachting dat conclusies met betrekking tot enig causaal verband tussen de
klachten en de Bijlmerramp (inclusief toxicologische effecten) eerst op basis van een nader
vast te stellen vervolgonderzoek kunnen worden getrokken.". 

In haar brief van 16 april aan de Tweede Kamer zegt de minister het als volgt: "Aan de
hand van die rapportage [eind april 1999] zal worden bezien of verdere maatregelen, zoals
nader onderzoek naar aanleiding van een bepaald klachtenpatroon, nodig zijn." [BIJLAGE
D, blad 1]

Reeds op voorhand voegt de minister daaraan toe dat "acute longschade uitgesloten kan
worden", geeft zij "in-vivo metingen () weinig kans van slagen" en stelt: "Metingen aan
faeces zijn in beginsel niet zinvol". [BIJLAGE D, blad 2]
 

Uraniumbesmetting            - 11 -
 

De Stichting Visie betreurt het, dat de administratief-analytische inventarisatie  van
klachten plaatsvindt tegen de achtergrond van deze voorbarige, en voor de patienten
ontmoedigende, ministeriele uitspraken. Voorbarig, omdat de rapportage van het RIVM
dd.10 april volstrekt onvolledig is. Daarin wordt geen enkele aandacht besteed aan de
risico's van besmetting door uraniumdeeltjes. 

Op zowel medische als ethische gronden acht de Stichting Visie het ontoelaatbaar om
in-vivo onderzoek van ernstig zieke patienten en intensief medisch speurwerk nog langer
uit te stellen. Helaas zijn er al sterfgevallen te betreuren, zonder dat de beschikbare
middelen zijn aangewend om de oorzaak, die ogenschijnlijk nauw verbonden is met de
Bijlmerramp, op te sporen.

Op 2 juni 1998 heeft de stichting zich gericht tot de leden van beide Kamers der Sta-
ten-Generaal en dringend aandacht gevraagd voor het lot van de Bijlmerramp-patienten
met klachten waar huisartsen geen raad mee weten.
 

VIII.  PREVENTIEF EN EPIDEMIOLOGISCH ONDERZOEK

Nog steeds aanwezige concentraties van uranium o.m. in ventilatoren en ventilatiekanalen
van Bijlmer flatgebouwen kunnen duiden op intensieve verspreiding van geconcentreerd
uraniumpartikels. Om van schadelijke elementen uit de lading van het vliegtuig nog maar
te zwijgen. [Overigens moet ook asbest zijn vrijgekomen uit de vernielde flatgebouwen.
Het valt de bevolking op dat bij de afbraak van andere flatgebouwen, die momenteel in de
Bijlmer plaatsvindt, de werklieden wel maskers en beschermende kleding dragen!].

In verband met de sterke wind in zuidwestelijke richting moet de uraniumpluim zich
bewogen hebben over de nabijgelegen gebieden van de Bijlmermeer, Gein, Reigersbos en
Holendrecht (inclusief AMC). Voorts over Abcoude en andere woongebieden tientallen
kilometers vanaf de rampplek. Dit kan preventief en epidemiologisch onderzoek noodzake-
lijk maken op geconcentreerd uraniumbesmetting en daardoor veroorzaakte immuundefici-
ënties. De vier bio-markers die dr. Rosalie Bertell daarvoor aangeeft zijn:  monocytentel-
ling - sterfte van zuigelingen met een laag geboortegewicht - frequentie van asthma -
frequentie van eczeem.64
 

IX.  OMGEVINGSMETINGEN

Stichting Visie ook een begin gemaakt met onderzoek van
grond- en omgevingsmonsters. Over de meetresultaten van drie laboratoria m.b.t.
veegmonsters uit Hangar 8 op Schiphol, waar de vliegtuigrestanten waren opgeslagen,
bericht het aan deze studie gehechte Onderzoektechnisch Supplement.

Uraniumrestanten zijn afgevoerd naar COVRA, Borssele; vliegtuigwrakstukken en door
bluswater vervuilde grond naar verschillende bedrijven en bestemmingen, welke laatste
blijkens de beantwoording van Provinciale Staten Noord-Holland op 22 april 1998 deels
onbekend zijn. Een officieel onderzoek naar verbranding van vervuilde grond bij TGI in
Schiedam en de gevolgen voor de daarbij besmette werknemers is op instigatie van de
Stichting Visie begonnen door de Milieudienst Rotterdam en MBM Milieu te Gorcum. De
installatie in Schiedam is overigens na 28 november 1996 gesloten en geheel ontmanteld
(vanwege uraniumbesmetting?).
 

Uraniumbesmetting            - 12 -

Waar echter geen aandacht aan is besteed, zijn de residuen in en op omliggende flatgebou-
wen, ventilatiekanalen en dergelijke, woon- en winkel- en recreatie gebieden. Hierdoor
kan ook nu nog contaminatie van de bewoners met hoog energetisch stralende deeltjes
uranium optreden.

Metingen kunnen uitwijzen at een grootscheepse schoonmaakactie nodig is. 
De mensen die dat gaan opknappen dienen dan uiteraard speciale beschermende kleding en
persluchtmaskers te dragen. Bij het reinigen van ventilatie- en luchtkokers moet evacuatie
van de bewoners worden overwogen; herbesmetting van de woningen en hun bewoners
moet immers worden voorkomen.

                                        ******
 

In juni/juli 1998 werden kopieen van dit rapport ter commentaar en correctie opgestuurd
aan:

prof. dr. B.P.R. Gersons, hoofd Psychiatrie AMC - Amsterdam
prof. dr. T.J.F. Savelkoul, Calamiteitenhospitaal - Utrecht
prof. dr. F.A. de Wolff, Leids Universitair Medisch Centrum - Leiden
dr. A.H. van Gennip - hoofd laboratorium Genetisch Metabole Ziekten AMC
drs. J.J.W.H. Crasborn - hoofd Medische Adviesdienst ZAO - Amsterdam
dr. A.S. Keverling Buisman - Energie-onderzoek Centrum Nederland - Petten
dr. J.H. van Wijnen - hoofd Medische Geneeskunde GG&GD - Amsterdam
prof. dr. ir. J.J.M. de Goeij - TU radiochemie - Delft
dr. G. R. Davies, hoofd Massaspectrometrie, Aardwetenschappen, VU - Amsterdam
drs. R.M. Kurk, arts - Amsterdam
dr. V.A.M. Schreurs - Landbouw Universiteit - Wageningen
prof. dr. ir. D. Kromhout - RIVM - Bilthoven
prof. dr. Zweipfenning - hoofd toxicologie Gerechtelijk Laboratorium - Rijswijk
dr. C. van den Bogaard - hoofd inspectie Medische Milieuzaken VROM - Den Haag
ir. A.H. Bussemaker - hoofd Regionale Inspectie Volksgezondheid - Haarlem
Directie Nederlands Kanker Instituut, Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis - Amsterdam 
Nederlandse Vereniging voor Massaspectrometrie - Groningen
Stralingsbeschermingsdienst (SBD) van het Ministerie van Defensie in Maartensdijk.

Onze speciale dank gaat uit naar de SBD van het Ministerie van Defensie vanwege de
opbouwende kritiek.

SE&O 
 

S T I C H T I N G   V I S I E
Secretariaat: Da Costakade 158 - 1053 XC Amsterdam 
stgvisie@xs4all.nl
telefoon/fax 020-618 9124 
postgiro 1611436 
hoofdpagina "verarmd" uranium:   http://www.xs4all.nl/~stgvisie/VISIE/index1.html

US ARMY TRAINING VIDEO

   1500 kilo verarmd uranium in de vleugels en de staart van de EL-AL Boeing


naar bovenkant pagina


 
 

.