VERARMD URANIUM VEEL SCHADELIJKER DAN NAVO WIL TOEGEVEN

Feiten en meningen omtrent het Balkan-syndroom

dr. J.W. Copius Peereboom
milieukundige/toxicoloog

In de afgelopen maanden is in de pers uitvoerig bericht over het 'Balkan-syndroom' en de mogelijke oorzaken. Soms is die informatie afkomstig van de NAVO en komen de echte oorzaken van dat syndroom vaak niet voldoende uit de verf. Er worden ook tendentieuze argumenten aangevoerd die zogenaamd de onschadelijkheid van de Amerikaanse uranium-munitie zouden aantonen. De originele Amerikaanse militaire documenten geven echter betere informatie.
Bij verscheidene andere vergiftigingssyndromen bleek achteraf de waarheid vaak ook verdoezeld. Hierover volgen enkele gegevens.
 

Tijdens de oorlog in Vietnam werd de schadelijkheid van het beruchte Agent Orange - waarin dioxineresten aanwezig waren - ook jarenlang ontkend. Deze gifstof werd op grote schaal toegepast als ontbladeringsmiddel tijdens deze oorlog. De vraag was toen welke soldaten en piloten in sterke mate waren blootgesteld (geweest) aan deze giftige dioxine. Aanvankelijk waren deze gegevens militair geheim.

Pas nadat deze gegevens jaren later werden vrijgegeven, kon een groep epidemiologen voor elke soldaat een 'mate van blootstelling' inschatten. Na uitgebreide studie bleken inderdaad toch bij vele veteranen ernstige gezondheidseffecten te zijn opgetreden, als ze tenminste een substantiële belasting met dioxine hadden opgelopen. Effecten inzake de gezondheid van hun nageslacht (reproductieschade) bleken significant meer voor te komen.

Een ongeveer analoge situatie deed zich voor na de ramp in de Bijlmermeer, waarbij eveneens honderden bewoners gezondheidsklachten gingen vertonen. Deze effecten zijn waarschijnlijk (mede) veroorzaakt door vergiftiging met verarmd uranium, afkomstig van de stabilisatoren van het verongelukte vliegtuig. Mogelijk hebben ook andere gifstoffen die tijdens de brand in situ waren gevormd, bijgedragen aan de optredende gezondheidseffecten. Eén van die gifstoffen zal dioxine zijn geweest, mede omdat in zo'n vliegtuig grote hoeveelheden polystyreen en polyvinyl kunststof - maar ook andere kunststoffen - aanwezig waren, bijvoorbeeld in stoelen en verpakkingsmateriaal. Bij verbranding van zulke materialen kunnen dioxinen en soortgelijke stoffen worden gevormd, vooral in de nablusfase toen de temperatuur dichtbij/in de bodem was gezakt tot circa 300° C. Officieel kunnen daar diverse polychloordibenzodioxinen (PCDD's) en polychloordibenzofuranen (PCDF's) aanwezig zijn geweest. De aanwezigheid van dioxinen op en vlak onder de bodem werd nog bevestigd door het bureau DHV, dat voor de Bijlmercommissie een milieuchemische contra-expertise had verricht.

Dat zulke effecten van vergiftiging door toxische stoffen mogelijk en waarschijnlijk waren, werd door officiële deskundigen meestal ontkend of sterk gebagatelliseerd. Na vele jaren wachten worden slachtoffers nu pas uitvoerig medisch onderzocht in Amsterdamse ziekenhuizen. Het is echter de vraag of bovengenoemde vergiften en/of vergiftigingen na zoveel jaren thans nog adequaat kunnen worden aangetoond.
 

Gezondheidseffecten na uitzending naar Cambodja

Recentelijk zijn er studies verschenen omtrent de gezondheidseffecten die zijn opgetreden tijdens de uitzending van 2.600 Nederlandse militairen naar Cambodja in 1992-1993. Ten minste 27 uitgezonden militairen bleken na vier jaar diensttijd aan langdurende gezondheidseffecten te lijden: het zogenaamde veteranensyndroom. Vooral intense moeheid, concentratieproblemen en slapeloosheid kwamen veel voor.
 
Officiële medische deskundigen waren veelal van mening dat de klachten na zo'n vredesmissie tot post-traumatische stress waren te herleiden, hetzelfde standpunt dat ook ten aanzien van de slachtoffers van de Bijlmerramp werd ingenomen.

Na veel strijd werden de militairen met veteranenziekte uitgebreid onderzocht in het St. Radboudziekenhuis te Nijmegen. Velen dachten dat post-traumatische stress de oorzaak was. De Nijmeegse hoogleraar Van der Meer moest er na veel onderzoek in een dagbladcommentaar op wijzen dat zulks niet altijd het geval was geweest. Zeker niet bij 17% van de militairen die ernstige lichamelijke klachten, zoals concentratieproblemen, spierpijnen en vergeetachtigheid, bleven houden.

 
FIGUUR 1:  Structuurformules en toxiciteit van veelvoorkomende dioxinen.

Sommige aandoeningen van de veteranen vertoonden enige overeenkomst met het chronisch vermoeidheidssyndroom CVS of ME [ref. 1], maar diverse bio-indicatoren wezen toch op duidelijke verschillen. Kenmerkend was een persisterende infectie en uit immunologisch onderzoek bleken verschillende effecten op T-cellen en NK-cellen. Tezamen werden dergelijke effecten aangeduid als het veteranen-syndroom.
Mogelijk duiden dergelijke symptomen op vergiftiging door schadelijke gifstoffen, bepaalde insecticiden/verdelgingsmiddelen of door beschermingsmiddelen tegen de werking van zenuwgassen. Bij het onderzoek van de Cambodja-veteranen in het St. Radboud-ziekenhuis werden het gebruik van het antimalariamiddel Lariam en het overvaccineren als mogelijke oorzaak aangewezen.
Later is dit Cambodja-onderzoek samengevat in de dissertatie van Soetekouw [ref. 1].
 
De Amerikaanse A-10 Thunderbolts hebben Servische tanks en pantserwagens bestookt met 30 mm granaten, waarin een pin van verarmd uranium aanwezig is. Die pin verdampt ten dele na inslag en veroorzaakt een fijne wolk van kleine, zeer giftige uranium(oxide)-deeltjes.


Operation Desert Storm

Ook na de Golfoorlog, ook wel bekend als 'Operation Desert Storm', ontstond er grote onrust onder vele soldaten over hun vaak verslechterde gezondheid. Concentratiestoornissen, chronische vermoeidheid, auto-immuunziekten en andere aandoeningen, duidend op vergiftigingen, bleken veel voor te komen. Tevens werden geheugenverlies, gewrichtspijnen en onduidelijke pijnen in spieren genoemd. Ook hier vertonen de verschijnselen of kwalen enigermate gelijkenis met symptomen die door het chronisch vermoeiheidssyndroom worden veroorzaakt [ref. 2].

Vooral de talrijke vaccinaties - waarin zich een kwikhoudend middel zou hebben bevonden - en de pyridostigminebromide-pillen als beschermingsmiddel tegen blootstelling aan zenuwgassen zouden (mede) de oorzaak van dergelijke gezondheidsklachten kunnen zijn. Onduidelijk blijft welke gifstoffen in de verstrekte vaccins aanwezig waren (in ons land schijnt vooral het giftige en van carcinogeniteit verdachte formaldehyde in vaccins te worden toegepast). Volgens andere publicaties in het buitenland zou zelfs een kwikhoudend middel als thimerosal zijn gebruikt [ref. 3].

Nog steeds worden vele veteranen door de officiële instanties niet erkend als oorlogsslachtoffers, terwijl zij door een slechte gezondheid niet meer aan het arbeidsproces kunnen deelnemen. Deze situatie heeft overeenkomsten met die van Vietnam-veteranen die in aanraking waren gekomen met het verdelgingsmiddel en supergif Agent Orange, waarin substantiële gehaltes aan kankerverwekkende dioxine aanwezig waren.


Gezondheidseffecten op de Balkan

 
Bij de NAVO-soldaten in Bosnië en Kosovo hebben zich soortgelijke gezondheidseffecten gemanifesteerd. Het SP-parlementslid Harry van Bommel heeft als eerste alarm geslagen. In april 1999 stelde hij al vragen aan de minister over mogelijke gezondheidsrisico's, veroorzaakt door het gebruik van munitie waarin verarmd uranium was verwerkt. 
De minister stelde bagatelliserend Van Bommel ten onrechte gerust: er zou niets aan de hand zijn. Toch kon eenieder weten dat zo'n antwoord onjuist was. De Amerikaanse A-10 Thunderbolts hadden immers Servische tanks en pantserwagens bestookt met 30 mm granaten, waarin een pin van verarmd uranium aanwezig is. Die pin verdampt ten dele na inslag en veroorzaakt een fijne wolk van kleine, zeer giftige uranium(oxide)-deeltjes.  
Amerikaanse A-10 Thunderbolts maakten gebruik van 30 mm granaten met een pin van verarmd uranium om Servische tanks en pantserwagens te bestoken. Archieffoto
Defensie probeerde met alle middelen de zaak te bagatelliseren en beweerde op 29 juni 1999 nog dat slechts een driehonderdtal 30 mm granaten zouden zijn afgevuurd. Ook dat bleek spoedig onjuist, want op 3 december van dat jaar was al sprake van een veel groter aantal en op 7 februari 2000 deelde de secretaris-generaal van de NAVO, Javier Solana, mede dat inderdaad niet minder dan 31.000 patronen uraniumhoudende PGU-14 waren afgeschoten. Ook bleken in Kosovo veel meer projectielen en munitie te zijn afgevuurd dan eerder was opgegeven. In totaal zou er totaal ruim 9 ton verarmd uranium(oxide) zijn vrijgekomen. Daarbij mag niet worden vergeten dat ook verscheidene bruggen over rivieren als de Donau met dergelijke granaten zijn bestookt. Over de vervuiling van de Donau bestaan nog geen wetenschappelijke gegevens.

Het vrijgekomen verarmd uranium geeft weliswaar weinig directe radioactieve straling af, maar veroorzaakt bij inslag een wolk van verdampt uranium. Dat kan terechtkomen op de bodem en soms in het water, maar kan ook bij omstanders op de plek van inslag in de longen worden opgenomen. De kleinste uranium(oxide)-deeltjes die het verst in de longen penetreren, namelijk in de bronchi en de bronchioli, zijn het schadelijkst. Ze blijven daar jarenlang zitten en stralen met zachte alfa-straling. In het algemeen blijkt ook blootstelling aan lage doses van gifstoffen die tientallen jaren voortduurt nadelige gezondheidseffecten te kunnen veroorzaken. Men noemt een dergelijke blootstelling wel 'lage doses-lange duur vergiftiging'. In dit geval kan dat leiden tot een verhoogd risico op kanker, kennelijk speciaal op leukemie.

Volgens de Servische ecoloog Dejan Dimov zou zulke munitie met verarmd uranium ook zijn gebruikt bij het bombarderen van doelen in de Servische hoofdstad Belgrado. "Alle Serviërs zijn potentiële patiënten van oncologen", was zijn cynische conclusie.
Toch bleven vele politicologische beroepscommentatoren in ons land, zoals Rob van Wijk van het Nederlands instituut voor internationale betrekkingen Clingendael - beweren dat vooral bij de lagere rangen gezondheidsklachten zouden voorkomen. Sommige medici bleven betogen dat de hoeveelheid straling door het gebruikte verarmd uranium zeer laag is en er dus geen gevaar voor de gezondheid zou bestaan. Dat is correct, maar niet de hele waarheid. Men heeft vaak vergeten dat bij elke inslag van zo'n granaat met verarmd uranium een wolk van verdampt, zeer giftig verarmd uranium(oxide) ontstaat.  
In het gebied rond Prizzen werd tijdens de oorlog veel ammunitie met verarmd uranium afgevuurd, dus ook op de plek waar eerst de Nederlandse en later Duitse KFOR-soldaten werden gelegerd. Inspecteurs van de VN konden op acht van de elf onderzochte punten van inslag van projectielen met verarmd uranium in Kosovo nog een lage radioactiviteit meten, zulks tegen de verwachtingen van de NAVO.
Speciaal in Kosovo is juist veel munitie met verarmd uranium afgevuurd. Bovendien bleken de aldaar gevestigde Servische artsen te zijn gevlucht en de Albanese artsen, die twaalf jaar in een wetenschappelijk isolement hadden verkeerd, konden maar weinig hulp bieden aan de bevolking.
 
Volgens de Amerikaanse militaire literatuur was men daar toch al enigermate op de hoogte van de giftigheid van uranium(oxiden). 
Een citaat uit die militaire rapporten: "Evenals natuurlijk voorkomend uranium heeft verarmd uranium zowel radiologische als toxicologische gezondheidseffecten. Verarmd uranium veroorzaakt gezondheidseffecten indien het in de mens terechtkomt" [ref. 4].

De radiologische effecten zijn bij externe blootstelling vrij gering te noemen. De omvang van de toxicologische effecten van intern verarmd uranium is afhankelijk van de opgenomen hoeveelheid.

 
Tijdens de Golfoorlog kregen soldaten (hier op de foto met generaal Schwartzkopf) talrijke vaccinaties en pyridostigminebromide-pillen als bescherming tegen blootstelling aan zenuwgassen. Dit zou deels de oorzaak kunnen zijn van de bij veel soldaten verslechterde gezondheid na de oorlog. Archieffoto

Verarmd uranium kan in het lichaam worden opgenomen door inademing van partikels en door 'injectie' van scherven bij oorlogshandelingen: "Combat scenarios can lead to depleted uranium risks" [ref. 1]. "Omdat de radioactiviteit van verarmd uranium gering is kan de chemische toxiciteit daarvan de oorzaak zijn van gezondheidseffecten" [ref. 5]. Voorts: "Soldaten die met onderhoud bezig zijn, kunnen met verarmd uranium besmette deeltjes inhaleren" [ref. 5]. "Sommige effecten van de radiologische en chemische toxiciteit van verarmd uranium in V.S.-wapensystemen zijn nog niet volledig ontrafeld" [ref. 5].

Met name het thuisfront van de Italiaanse soldaten reageerde verbijsterd op het achterhouden van gegevens door de NAVO, omdat onder hun 15.000 soldaten er 20 dodelijke leukemie-slachtoffers te betreuren waren. Het ging hierbij speciaal om soldaten die een onderzoek moesten doen naar de bewoonbaarheid van getroffen huizen. Kennelijk was daar toch sprake van besmetting met giftige uranium(oxiden). Premier Amato was ontstemd: "Onze solidariteit met het bondgenootschap betekent niet dat we accepteren dat er wordt gezwegen". Volgens een Italiaanse piloot had een Amerikaanse (opper)bevelhebber echter al in augustus 1995 verklaard dat er munitie en projectielen met verarmd uranium werden gebruikt. Volgens hem zou de Italiaanse militaire top wel degelijk op de hoogte zijn geweest.

In het gebied rond Prizzen werd tijdens de oorlog veel ammunitie met verarmd uranium afgevuurd, dus ook op de plek waar eerst de Nederlandse en later Duitse KFOR-soldaten werden gelegerd. Inspecteurs van de VN konden op acht van de elf onderzochte punten van inslag van projectielen met verarmd uranium in Kosovo nog een lage radioactiviteit meten, zulks tegen de verwachtingen van de NAVO in. Het Balkan-syndroom gaat daardoor steeds meer lijken op het Desert-War-syndroom.

Bij herhaling is in de pers nog betoogd dat verarmd uranium niet schadelijk zou werken. Als motivatie hiervoor werd wel opgegeven dat Amerikaanse soldaten tijdens de Golfoorlog door onverwacht vuur van andere delen van de eigen gezamenlijke krijgsmacht scherven van munitie met verarmd uranium in het lichaam hadden gekregen, zonder dat dit tot extra gezondheidseffecten bleek te leiden. Wel wordt erkend dat "anderen een uraniumbesmetting opliepen door het inademen van het uraniumstof dat in en om de Bradley's hing na de treffers" [ref. 5].

Dat daardoor vergiftiging door verbrand uranium(oxide) kan optreden, wordt nog steeds niet algemeen onderkend. Recentelijk (maart 2001) heeft de EG-deskundige Prof. Ian McAuling er weer eens op gewezen dat verarmd uranium geen straling afgeeft. Hij bezondigt zich daarmee aan dezelfde fout die ook 'experts' tijdens de Bijlmerramp hebben gemaakt: het wegwuiven van stralingsgevaar en het voorbijgaan aan chemische giftigheid. Uranium is ongeveer even giftig als lood, dat toch niet te boek staat als een onschadelijke stof.

In het standaard leerboek van de universitaire toxicologen Casarett en Doull, 'Toxicology' (1980!; 974 pagina's) wordt al over de giftigheid van uranium het volgende gesteld: "Natuurlijk uranium - 238 U plus kleine hoeveelheden 235 U en 234 U - is intensief bestudeerd vanwege het belang als startpunt voor de uranium-cyclus voor kerncentrales. In oplosbare vorm is het nefrotoxisch (schadelijk voor de nieren), hetgeen aan de chemische toxiciteit kan worden toegeschreven. Inhalatie/blootstelling aan een onoplosbare vorm (5 mg U voor 5 dagen per week, gedurende 5 jaar) met een follow-up van 6,5 jaar resulteert in belangrijke biologische effecten op de longen. Bij apen ontstond een duidelijke fibrose en bij Beagle-honden epitheelproliferatie, metaplasie en longkankerweefsel".

Net als bij de Bijlmeraffaire wordt hier weer te vaak het woord gegeven aan medici en stralingsdeskundigen en niet aan deskundigen betreffende de effecten van bijzondere gifstoffen op de gezondheid.
 

Referenties

1. Soetekouw P: 'Symptomatic Cambodia veterans: somatic aspects'; dissertatie Katholieke Universiteit Nijmegen, 2001.

2. Copius Peereboom JW: 'Gezondheidproblemen rond militaire operaties en milieu-incidenten'; De Orthomol. Koerier 70:37-40, 1998.

3. Shattock P: 'Autisme'; Wat artsen je niet vertellen 3(3), 2001.

4. Army Environmental Policy Institute, 1994. www.aepi.army.mil/library.

5. Army Environmental Policy Institue: 'Chapter 6: Health use associated with US Army use of  DU'.

Uitgeverij Orthos Media bv
Antwerpsestraat 1a
2587 AE Den Haag
Telefoon 070-3585673
Fax 070-3587504
Copyright © 2001 Orthos Media bv