Brief van een vrouw uit Texas die zich schaamt

Woensdag 02 april 2003 - Eerst even mijn excuses dat ik niet beter
contact heb gehouden, ondanks alle goede bedoelingen! Het leven gaat hier zijn
gangetje. Heel anders dus dan bij de mensen wier leven deze week door
Amerika op zijn kop is gezet, of zelfs beëindigd.

We merken dat de lente begonnen is in Midden-Texas als we langs het
kalme blauwe water van Austin's Lake Travis lopen, onder een hemel zonder
wolken (of bommen), of wanneer we de bloemen in volle bloei zien staan.

Pauls golfhole met gras eromheen, om te oefenen met putten, schiet al
aardig op. De fruitbomen doen het goed en de jonge poesjes worden elke
dag leuker om te zien. Paul heeft veel gereisd voor zijn werk en ik voor de
lol. We zijn allebei bezig met hardlopen. Ik mag meedoen aan het
Nationaal Kampioenschap, op de 25 kilometer in Grand Rapids, Michigan. Het gaat
hier dus allemaal goed en ik hoop dat jullie het ook goed maken.

Maar ik wil er op deze lentedag voor gaan zitten om iets uit te leggen.
Ik sta niet achter wat mijn land de afgelopen week gedaan heeft. Het gaat
me aan het hart en het maakt me beschaamd. Het gaat er niet om dat ik niet
achter onze troepen sta. Ik wil niet dat zij - of anderen - sterven in
het gevecht. Maar ik wil ook niet dat zij anderen doodmaken en mooie
gebouwen, steden en platteland kapotmaken. En dat is wat er gebeurt in een oorlog.

Als wij kanonnen, bommen, raketten en tanks inzetten, dan gaan er mensen
dood, worden gebouwen verwoest, branden steden, worden hele stukken land
verwoest. Dat is oorlog. En ik sta er niet achter.

Eerst dit: ik begrijp dat de president een veeleisende positie bekleedt.
Zijn job vereist talloze moeilijke beslissingen, elke dag. Ik weet heel
goed dat ik niet bekend ben met de vele nuances en politieke
overwegingen die achter elke beslissing schuilgaan. Er zijn veel achtergronden die ik
niet ken en nooit zal kennen. Mijn kennis is, zoals die van de meesten
van ons, beperkt tot wat ik lees, zie en hoor van de media. Maar gebaseerd
op wat ik wel weet, schaam ik me - voor het eerst in mijn leven -
Amerikaans staatsburger te zijn.

Ik heb allerlei stadia van patriottisme doorlopen in mijn leven. Als
klein meisje bedacht ik een superheld, die ik Eagle noemde, die had gezworen
de Verenigde Staten en het vrijheidsideaal te beschermen en te verdedigen.
Toen ik op de middelbare school zat ben ik page geweest in het Huis van
Afgevaardigden en het wonen in de hoofdstad Washington bracht me diepe
trots en respect bij voor onze regering 'van het volk, door het volk en
voor het volk'. Hoewel nationale trots kan omslaan in arrogantie, kan ik
me herinneren dat ik een brok in mijn keel kreeg toen ik de eerste keer bij
de NASA was, de eerste keer dat ik de Liberty Bell in Philadelphia zag en
de eerste keer dat ik in de cirkel onder de koepel van het Capitool stond.
Zoals zo ontzettend velen was ik diepbedroefd door de tragische
gebeurtenissen van 11 september, toen onschuldige mensen stierven
terwijl ze met hun dagelijkse besognes bezig waren, en ook toen de bemanning van

het ruimteveer Columbia stierf, terwijl ze met hun buitengewone werk als
pioniers bezig waren. Die gebeurtenissen bevestigden mijn
vaderlandslievende gevoel en nationale trots. Maar wat er deze week
gebeurd is, heeft die trots ondermijnd. Ik heb de bumpersticker Proud to be
American, die ik pal na de aanval op de Twin Towers op mijn auto had
geplakt, eraf gehaald. Ik ben nu niet trots, ik schaam me.

Ik schaam me en ik ben verdrietig als ik me realiseer dat mensen overal
ter wereld (terecht, als je de gebeurtenissen van afgelopen week ziet) alle
Amerikanen beschouwen als oorlogszuchtig en maar al te graag bereid om
te veroveren en te verwoesten.

Ik schaam me dat onze president besloot tot de aanval, ondanks de
duidelijke stellingname van de Verenigde Naties tegen het gebruik van
geweld in Irak. Misschien heeft de manier waarop hij aan de macht kwam
zijn respect voor het verkiezingsproces kapotgemaakt, of het nou om het
Amerikaanse volk gaat of om de VN dag in, dag uit - satellietbeelden
laten zien van succesvol kapotgebombardeerde gebouwen, bunkers en bruggen,
maar met uitgestreken gezichten volhouden dat ze niet kunnen bevestigen of
ontkennen dat er burgerdoelen zijn getroffen door afgezwaaide raketten
en of er kinderen zijn gedood in huizen of op de markt.

Ik schaam me als ik Amerikaanse militaire leiders zie die zich
verkneukelen over de shock and awe campagne, terwijl ze het hebben over de
raketaanval die de mooie gebouwen van Bagdad in puin legde. De aanval van 11
september, was dat misschien ook shock and awe? Waarom is de niet-gesanctioneerde
aanval van Amerika anders dan die van de terroristen van Bin Laden?

Ik schaam me als ik de tv-commentatoren klaagzangen hoor aanheffen,
alsof eigen slachtoffers in een oorlog verrassend zijn. Ik schaam me als ik
het uitschakelen van een Amerikaanse tank in een Iraakse stad een hinderlaag
hoor noemen, waamee impliciet beweerd wordt dat het slecht en verkeerd
zou zijn dat de Irakezen iets doen tegen invasietroepen, de gevechtseenheden

van een natie waarvan de leider zonder verontschuldiging de Verenigde
Naties trotseerde door die troepen te zenden.
Ik schaam me voor de manier waarop Amerikaanse televisiestations met
kennelijk plezier keer op keer beelden uitzenden van Iraakse troepen die
zich overgeven, alsof die Irakezen vlak voor de Amerikaanse aanval
terreurdaden hadden gepleegd. Macht is niet hetzelfde als recht.

Ik schaam me dat diezelfde Amerikaanse televisiestations daarna vroom in
de pas gingen lopen en beelden achterhielden toen onze militaire leiders
Irak veroordeelden voor het uitzenden van beelden van krijgsgevangenen. Een
duidelijk geval van selectieve verontwaardiging.

Ik schaam me dat mede-Amerikanen french fries (frietjes) 'freedom' fries
noemen, in een kinderachtige poging Frankrijk te beledigen, dat een
dapper standpunt heeft ingenomen. Ik schaam me dat Amerika niet de juiste weg
heeft gekozen, net als de Fransen. Grote macht brengt grote
verantwoordelijkheid met zich mee. Ik geloof dat Amerika is weggelopen
voor zijn verantwoordelijkheid en te kort is geschoten tegenover ons allen,
voor wie het ooit een bewonderenswaardig baken was van vrijheid, democratie
en alles wat goed en rechtvaardig is. Ik schaam me dat we niet dapper
genoeg zijn om het goede voorbeeld te geven, het voortouw nemen bij het
aansturen op een vredige oplossing van internationale geschillen. En ik schaam me
nog meer dat Amerikanen minachtend hebben gedaan over Frankrijk, dat dit
allemaal wél gedaan heeft.

Ik schaam me dat onze president de Russen de mantel uitgeveegd heeft,
omdat die Irak apparatuur verkocht hebben die de geleidingssystemen van onze
bommen verstoort. Hebben we voor het gemak maar even vergeten welk land
begonnen is om zowel Irak als Iran te bewapenen?

Laat er geen misverstand over bestaan, ik geloof dat Saddam een
kwaadaardige en draconische heerser is, maar ik kan niet inzien waarom
de situatie in Irak slechter is dan wat we aan gruwelijkheden hebben gezien
tussen de Hutu's en de Tutsi's in Rwanda en Burundi. Waarom
rechtvaardigde hun martelgang geen ingrijpen en die van het Iraakse volk wel?

Ik schaam me als ik bedenk dat het verschil tussen die twee situaties de huidskleur
van de mensen of de aanwezigheid van olie zou kunnen zijn. Ik schaam me dat
de president van Amerika over de streep zou kunnen zijn getrokken door
verbondenheid met the business, zoals ze de olie-industrie hier in Texas noemen.

Ik schaam me als degenen die zich tegen de oorlog uitspreken veroordeeld
worden. Ik schaam me dat Amerikaanse militaire leiders er trots op leken
te zijn dat ze de Iraakse tv uit de lucht hadden gehaald. De familie Bush
zit overal tussen. Zij hebben de connecties, ze hebben van oudsher banden
met de eigenaars van de grootste Amerikaanse tv-netwerken. Degenen die dat
allemaal niet hebben, weten aan welke kant hun boterham gesmeerd wordt;
ze begrijpen dat nu kritisch zijn ze later een hoop geld kan gaan kosten.
(Het boek van Molly Irvin, Shrub, legt dat tot in detail veel beter uit dan
ik zou kunnen - alles gaat net zo geolied als in welke dictatuur dan ook).
Een van de Dixie Chicks, die de fout maakte in het publiek kritiek te uiten
op de president, kwam er al gauw achter hoe snel en zeker de consequenties
daarvan zijn. Haar banvloek mag dan niet officieel van staatswege zijn
(op dergelijke banvloeken krijgt het Iraakse regime kritiek), maar is daarom
nog niet minder gesanctioneerd, ingrijpend of effectief.

Ik schaam me elke keer als onze president 'God bless America' zegt. Ik
schaam me iedere keer als iemand Gods naam aanroept om steun voor een
oorlog te verkrijgen. Ik schaam me dat we met onze zegeningen op het
gebied van rijkdom en macht wapperen, als een soort vergunning om onze manier
van doen op te leggen tot in de uithoeken van de aarde, alleen maar omdat we
dat kunnen. Mijn gebed is dat God iedere levende ziel zal zegenen die
wordt getroffen en gekweld door de ongelukkige toestand die Amerika nu heeft
veroorzaakt en dat God Amerika mag vergeven voor wat het doet. Ik bid
ook voor overdenking en vrede in de harten van onze soldaten. Zij wisten
misschien niet precies waarvoor ze tekenden toen ze in het leger gingen.

Maar wij hebben geen dienstplicht - ze zijn daar allemaal vrijwillig -
en 'ik volgde alleen bevelen op' is een verdediging die we allemaal al eens
eerder gehoord hebben. Iedereen die Robin Williams heeft zien lesgeven
in de film Dead Poets Society (de oefening in marcheren met handgeklap op
het schoolplein) begrijpt hoe makkelijk het is in een groepsmentaliteit
terecht te komen. Iedereen die ooit de gezamenlijke kleding van een sportteam
heeft gedragen of in een koor heeft gezongen, kan getuigen over de trots en
veiligheid die je bekruipt als je met velen bent. Dat is prima bij een
voorstelling of een sportwedstrijd, maar wanner het over leven en dood
gaat, dan hoop ik dat er meer dan een wedstrijdmentaliteit achter zit.

Ondanks oorlogsgeweld in het verleden in en door sommige landen (Israël,
Duitsland, Noord-Ierland, Rusland, Japan, en vele andere naties zijn
ooit bekritiseerd voor bloedvergieten binnen of buiten hun eigen grenzen, in
opdracht van hun leiders) heeft, voor zover ik weet, geen van deze
leiders de euvele moed gehad om anderen te veroordelen omdat die niet achter het
trotseren en schenden van besluiten van de Verenigde Naties stonden en
ze hebben er ook niet een paar internationale regels uitgepikt om die te
verdedigen, terwijl ze andere regels schonden. Ik ben in verlegenheid
gebracht en beschaamd door de hypocrisie van wat onze president doet.
Hoewel de geschiedenis mild zou kunnen oordelen als het Iraakse volk
bevrijd is van een wrede heerser en gelukkig verder zou leven, neem ik
wat Amerika doet niet licht op.

Maar realiseer je, hoe de Verenigde Staten ook in het buitenland
overkomen, dat niet alle Amerikanen oorlogszuchtige mensen zijn, aanvalslustige
fanatici belust op een slachtpartij. We staan niet allemaal achter onze
president en we steunen niet allemaal deze oorlog. Onder mijn vrienden,
op kantoor, in mijn gymclub, in mijn kerk, in mijn buurt, overal waar ik
kom ontmoet ik gelijkgestemden.

Ik schrijf dit niet om drukte te maken of om debat uit te lokken, maar -
heel eenvoudig - om te benadrukken dat, of de VS de opstelling van jouw
land in deze kwestie nou veroordelen of toejuichen, dat geen enkele
invloed heeft op mijn persoonlijke respect en affectie voor jou, net zoals ik
vurig hoop dat wat onze president doet niet van invloed is op jouw gevoelens
voor mij.

Ik ben niet trots op mijn land of op wat het doet.
Het spijt me en ik schaam me diep. Lori Stich Zimmerman,
Austin, Texas

BN/DeStem | 03-04

Analyse Cees van Zweeden
Stichting Visie