Evolutie 30

Vorige

Stop

Volgende

Ichthyostega
Pope: Het raadsel van het leven (1986)

Kwastvin en poot
Pope: Het raadsel van het leven (1986)

Op Groenland worden de oudste resten van landdieren gevonden. Hierboven is een reconstructie getekend van de Ichthyostega. Het dier lijkt nog erg veel op een vis, maar het heeft wel al poten. Waarschijnlijk leefde het een groot deel van de tijd in het water en ging het zo nu en dan het land op.
Aangenomen wordt dat de landdieren afstammen van een kwastvinnige vis of een longvis, in ieder geval van een vis met botstructuur in de vinnen. Anders hadden de poten zich niet kunnen ontwikkelen.
Waarom gingen die vissen het land op? Een mogelijk antwoord is het volgende: die vissen gingen het land op om hun eitjes op een veilige plek, b.v. in een meertje, te kunnen afzetten. In het open water loerden talloze rovers op de eitjes die gelegd werden. Sommige kwastvinnige vissen hadden de neiging het land op te kruipen, wat ze konden doordat ze stevige vinnen met botstructuur hadden. Bovendien konden ze een poos buiten het water blijven doordat ze een goed-doorbloede keelhuid hadden waarmee ze zuurstof uit de lucht konden opnemen. Longvissen hadden zelfs al longen (en ook nog kieuwen). Ze legden hun eitjes in poelen en plassen op het land en gingen daarna weer terug het water in. Deze strategie was succesvol omdat er op het land nog geen roofdieren waren. Lees hiernaast verder.

Meer weten?
Tetrapoden ten voeten uit     

De bottenstructuur van een vin van een kwastvinnige vis en die van een gewerveld landdier komen sterk overeen, zoals in bovenstaande tekening te zien is. Spaakbeen, ellepijp en opperarmbeen zijn ook in de kwastvin te herkennen. Alleen komt het aantal 'vinstralen' niet overeen met het aantal vingers (tenen) van een landdier. Dat aantal is blijkbaar op zeker moment op vijf per poot blijven staan.
De oudste landdieren waren amfibieën: ze brachten een groot deel van hun leven in het water door en legden hun eitjes ook in het water. Natuurlijke selectie zal er voor gezorgd hebben dat de kwastvinnen steeds efficiënter werden voor het voortbewegen over land en zo hebben zich poten ontwikkeld. Ook de longen zijn steeds verder geperfectioneerd.
Uit het bovenstaande blijkt dat macro-evolutie (het ontstaan van poten) niet principieel verschilt van micro-evolutie. De kwastvinnen zijn geleidelijk omgevormd tot poten.
Heel recent is een nieuwe tussenvorm tussen de vissen en de landdieren ontdekt in Canada, op 150 km van de Noordpool: het dier heet Tiktaalik. Klik op onderstaande link voor het verhaal hierbij.

Meer weten?
Van vin naar poten
Tiktaalik

Evolutie 30

Vorige

Stop

Volgende