terug naar de index

Lezen en schrijven op de Vrije school

verschenen in de schoolkrant Kerstmis 1999
auteur: Gerdina Matthiessen

Dat kinderen in onze kultuur moeten leren schrijven en lezen staat buiten kijf. Hun hele maatschappelijke, cognitieve en emotionele ontwikkeling hangt mede hiervan af. Het leren hiervan werpt een aantal belangrijke pedagogische vragen op. Schrijven en lezen zijn namelijk een der diepgrijpendste processen in de schoolse vorming van het kind. Het wordt hierdoor geleid uit de wereld van de direkte ervaring naar de wereld van de mededeling en betekenis.

Onze huidige schrifttekens berusten op afspraken die in de loop van de kultuurontwikkeling zijn gemaakt. In de vroegere kulturen, b.v. bij de Egyptenaren, hadden de hieërogliefen nog een direkte verbinding met de begrippen zelf. De mensen konden hierbij iets voelen. Het stond nog niet los van de dingen. Nu is dat heel anders. Onze schrifttekens zijn abstract. Je kunt er niets meer aan aflezen; laat staan er iets bij voelen.

De pedagogiek van de Vrije Scholen echter houdt bij alle leervakken rekening met de geestelijke, emotionele en fysieke ontwikkeling van het kind. Wanneer een leerling op abstracte wijze iets krijgt aangeboden wat op zichzelf al abstract is, dan kan het niets voelen. Zijn fantasie wordt niet aangesproken en de verbinding die het dan aangaat, laat het niet groeien, sluit niet aan bij de behoefte om de dingen vanuit het beeld te leren.

Verder onderscheiden zich de Vrije Scholen van reguliere scholen in de volgorde van het leren schrijven en lezen. Wij beginnen met het schrijven i.p.v. het lezen. Het lezen is een intellectuele bezigheid. Hierbij wordt voornamelijk het hoofd gebruikt. Bij het schrijven gebruikt het kind bovendien zijn wil, zijn kunstzinnigheid en zijn gevoel. Eer we echter met het schrijven beginnen begint de leerkracht al vanaf de 1e dag met de twee oervormen; de rechte en de kromme. Hiermee wordt aangesloten aan wat het kind al vanaf zijn geboorte beleefd, namelijk het oprichten- de rechte- de kromme -voor en achter, rechts en links, boven en onder, etc. Zodra het in de peutertijd een stift in de handen kreeg werden deze bewegingen op dynamische wijze op het papier gezet. In de kleutertijd werden deze lijnen dan de "dingen" van de wereld. De zon, het huis enz.

De bedoeling van het vormtekenen is nu een bewustmaking van de bewustmaking van de bewegingen en richtingen. Beheerst het kind dit enigszins dan wordt begonnen met het leren schrijven van letters. Voorheen werd al gezegd, dat het kind daarbij in zijn gevoel moet worden aangesproken. Bij dit gevoel hoort ook een stukje waarheid. Dat wil zeggen, het moet "kloppen". Hoe doet een leraar dat. Meestal gaat hij op zoek en probeert achter de kwaliteit van een letter te komen. Dit is noodzakelijk omdat hierdoor het waarheidsgevoel van een kind wordt aangesproken. Dan probeert hij zich daarvan een beeld te vormen en dit aan de kinderen door te geven.

Vorige week kwam een kind uit de 2e klas naar me toe. Hij vertelde dat hij de dag tevoren was verdwaald in de Schoorlse bossen. Het was een groot avontuur in zijn beleving en ook in de beleving van de klas. De kinderen werden er allemaal stil van. Meteen dacht ik, wanneer dit de 1e klas zou zijn zou ik dit thema oppakken en een verhaal vertellen van een kind dat ook in het bos was verdwaald, de weg niet meer kon vinden en dat het steeds donker en donkerder werd. Maar ... gelukkig zag het in de verte een huisje waarin een lichtje brandde. Daar ging het kind toen op af en het zag binnen in het huisje een kandelaar met een brandend kaarsje staan. Het kind nam de kandelaar mee en zo vond het gelukkig de weg naar huis terug. Dit verhaal laat je dan tekenen: het bos, het kind, het huisje en vooral de kandelaar. Je tekent als leraar dan mee, zodat de kandelaar ongeveer de vorm krijgt waaruit je de "lichtletter" dan ontwikkelt. De volgende dag is het kaarsje opgebrand en wordt alleen de kandelaar getekend, die je dan steeds kaler maakt totdat de letter L overblijft. Je biedt het kind het hele woord licht aan en haalt dan de letter L eruit om vervolgens met de kinderen samen op zoek te gaan naar L-woorden. Hiervan maak je de gedichtjes die de kinderen spreken, zingen. klappen, lopen etc. Ook worden de letters dan uit bijenwas gemaakt. Op deze manier worden alle medeklinkers aangeboden. Ieder kind kan met deze manier van aanpak uit de voeten.

terug naar de index