terug naar de index

lezing

verschenenen in de schoolkrant St. Jan 1998
auteur: Frederik Tak
Voorpublicatie uit het boek "Van Herfst Tot Zomer", dat in het voorjaar van 1999 bij uitgeverij Christofoor zal verschijnen.

Sint-Jan is het laatste jaarfeest van het schooljaar. Het is een blij feest, met bloemenkransen, zang en dans, met vuur en vrolijkheid. We genieten van zon en buitenlucht, in een welhaast zorgeloze stemming. Maar, is dat het? Is dat het hele Sint-Jansfeest, met z'n allen gezellig plezier maken rondom een vuur? Of is er ergens een diepte aanwezig, een onderstroom die we niet direct herkennen?

Laten we eens bekijken wat in het algemeen de jaarfeesten kenmerkt. Het ritme van de natuur, van de aarde, zou je in eerste instantie zeggen. Een ritme waarin wijzelf meebewegen. Zo ervaren we in de herfst en de winter een weg naar binnen. Letterlijk door ons steeds meer in ons huis terug te trekken, figuurlijk door in toegenomen concentratie ons op onze taken toe te leggen. Overeenkomstig bewegen we in de lente en de zomer meer naar buiten. Tegelijk met het groeien en bloeien van planten en struiken zoeken we meer de buitenlucht op, denken aan vakantie en ontspanning en laten onze doelen wellicht even wat vieren. De jaarfeesten nu vormen een soort ankerpunten in het jaar waarin het ritme van de natuur even scherp naar voren komt. Ze maken ons wakker voor wat op dat moment vanuit de natuur op ons toestroomt.

Er is echter meer aan de hand. Bij het bewust en doorleefd vieren van de jaarfeesten vindt er nog iets anders plaats. We beleven in onszelf dan juist iets wat recht tegenover de uiterlijke natuur staat. Zo laat het Michaels-feest ons inzien hoe we tijdens de afbraak in de uiterlijke natuur juist dan innerlijke motieven of idealen kunnen ontwikkelen. Het Kerstfeest op haar beurt brengt ons temidden van de diepste duisternis het geschenk van het grote licht. En het Paasfeest, dat het begin van de lente ofwel van het nieuwe leven markeert, laat ons stilstaan bij de kruisiging en de dood van Christus. Kennelijk is er steeds sprake van een tegenbeweging. Deze tegenbeweging is ook steeds innerlijk van aard, en precies tegengesteld aan het uiterlijke natuurbeleven. Dat is opmerkelijk. Een extra spannings-boog ontstaat hier. Het lijkt er op dat we onszelf innerlijk het sterkst beleven als we met een uiterlijke tegenpool geconfronteerd worden.

Hoe zit dat bij het Sint-Jansfeest? Het is midzomer, de zon staat op haar hoogtepunt aan de hemel. We geven ons over aan licht en warmte, aan strand en water, aan bossen en buitenlucht. We ervaren de ontspanning, het even niet zo nodig hoeven. Daarbij maakt zich vaak een zekere loomheid van ons meester. Zeker als de temperaturen boven de dertig graden komen, worden we enigszins dof in ons bewustzijn.

Sint-Jansdag (24 juni) is de dag van Johannes de Doper. Hij was het die Jezus tot Christus doopte in de Jordaan. Hij was het, met zijn grote gestalte dat zoveel licht en warmte in zich droeg, die zichzelf in dienst stelde van diezelfde Christus. In zijn eigen woorden:

"Hij moet groeien, ik moet afnemen".

Sint-Jansdag is de tegenpool van de Kerstnacht. Het uiterlijke licht en de uiterlijke zonnewarmte staan hier tegenover de geboorte van een nieuw innerlijk licht in de diepste duisternis. Johannes maakt zijn eigen persoon ondergeschikt aan dit nieuwe licht dat komen gaat. Alsof hij wil zeggen: laat het licht van mijn en onze uiterlijke zon afnemen, probeer de Christus-impuls (de innerlijke zon) te laten groeien.

Zo is het Sint-Jansfeest bij uitstek het feest van de tegenpolen. Het vormt het centrale thema daarin. De natuur treedt maximaal naar buiten. Het is verleidelijk voor ons daarin mee te gaan. Niet alleen door ons aan de zon zelf over te geven (op het strand bijv.), maar ook door een vergrote gerichtheid op onze aards gebonden ik (onze uiterlijke zon). Om onszelf niet te veel te verliezen, in zelf-genoegzaamheid, in oppervlakkigheid, is het essentieel juist in de Sint-Janstijd ons bewust te worden van ons eigen "innerlijk licht". Dat probeert Johannes de Doper ons aan te reiken.
"Hij moet groeien, ik moet afnemen".

Zoals dat ook in de natuur gebeurt: vanaf Kerstmis worden de dagen weer langer, schijnt de zon geleidelijk meer, vanaf Sint-Jansdag worden de dagen juist korter, schijnt de zon dus minder.

De periode rond het Sint-Jansfeest vormt de tijd van ommekeer. Zowel voor ons persoonlijk, als in de natuur. Het zijn niet onze persoonlijke successen in de uiterlijke wereld die ons verder brengen. Die doen er in feite niet toe. Uiteindelijk valt dat weg, neemt dat af, precies zoals het aantal uren uiterlijk zonlicht afneemt. Sint-Jan roept ons op ons naar binnen te keren, om het vuur en het zonlicht in onszelf te ervaren.

Zo kan de boodschap van het Sint-Jansfeest gezien worden. Geef juist in deze tijd van het je overgeven aan de buitenlucht, van erop uit .

Vrije gedachte
Al geruime tijd is er voelbaar dat deze wereld een ander bewustzijn nodig heeft. Meer in overeenstemming met de wetten van de natuur. Haar eer betonen door haar gulle gaven met volle teugen in ons op te nemen. Met respect voor haar begaanbaarheid, haar overvloed, haar ruigheid, haar ontoegankelijkheid, haar vrijgevigheid. Juist in de groeiperiode van lente kunnen we ons verbazen over de innerlijke kracht van planten den dieren om zich naar hun eigen plan te ontvouwen.

Zoals onze kinderen een inner-lijke ontwikkelingspotentie in zich dragen. Wij als ouders en opvoeders willen die wakker maken en mede vormen tot uitdrukkingen van een innerlijk vrij mens. Meer nog als voorheen wordt ingezien dat kinderen die ons gegeven worden, zielen zijn met sporen van een hogere wijsheid dan wij vaak vermoeden. Aan ons de moeilijke, maar dankbare taak om hen in liefde en respect te begeleiden.

Rudolf Steiner, die zelf door een bovenzinnelijk schouwen tot zijn inzichten is gekomen, is nog steeds voor o.a. de Vrije Scholen een belangrijke bron van inspiratie. De belangrijkste lering van hem, die nu ook onderschreven wordt door "nieuwe-tijds" inzichten, is dat wij allen een ziel in ons dragen die d.m.v. aardgebonden ervaringen tot meer lichtkracht kan komen. Met Sint Jan vieren we dit aspect van bewustwording. De oudste kinderen wagen de sprong over het vreugdevuur. Zij dragen nu hun verworven kennis en inzichten in zichzelf en de wereld verder, als zaad wat weer zal ontkiemen in de "hogere" school. Waar nog meer zelfstandigheid en eigen wil wordt aangesproken naast gevoel ontwikkelen voor de wereld om hen heen. trekken, vakantie vieren, het innerlijke leven een kans zich te ontwikkelen. Word je temidden van de zomerse ontspanning bewust van de tegenpool in jezelf. Vorm de uiterlijke zonneschijn, die ons loom en dof maakt, om tot een wakkere innerlijke warmte en liefde voor het leven.

terug naar de index