terug naar de index

Bewegen in de kleuterklas

verschenenen in de schoolkrant St. Jan 1998
auteur: Ellie Bus

Zoals u weet zijn jonge kinderen een en al beweging. Ze moeten hun lichamelijke mogelijkheden nog leren kennen en dat gaat in samenwerking met hun omgeving die hen naar buiten lokt. In de kleuterklas kennen we verschillende soorten van bewegen. Het vrije spel binnen en buiten bijvoorbeeld. Maar ik richt mij nu op het geleide spel met daarin de aandacht op de polariteit tussen de grote en kleine bewegingen.

's Morgens vroeg als de kinderen van thuis komen door verkeer en lawaai, gaan ze in de kring zitten en langzaam landen ze in de klas. Een grote hulp daarbij zijn de kleine bewegingen van handen en vingers. Het vraagt concentratie en "Fingerspitzengefuhl" om de vingertjes van de handjes op elkaar te krijgen. Ze doen heel erg hun best en ze zijn trots als b.v. 't bruggetje 'lukt'. Ze worden rustig en komen bij zichzelf. Met de ogen volgen ze hun eigen gebaren en bootsen juffie na. Juist samen met de versjes die de gebaren ondersteunen en andersom, ontstaat de kleine vingerdans. Van hoog naar laag, van links naar rechts, pingelend op de knietjes, tot fladderend als vlinders in de lucht. Juist dat hoge is voor kinderen zwaar en ik help ze door een stimulerend: ja, nog en nog hoger vliegt het vlindertje, tot bijna bij de zon... Het kind helpen de eigen zwaarte te overwinnen.

Na de kleine gebaren met de handen gaan we over op het grote werk. Stoelen en banken gaan achteruit, de schoenen worden verwisseld door eurithmieschoenen en de kring en rijendansen beginnen. Al heel lang ben ik bezig met de paardjes. Juist de stap - draf (knieën hoog) en de galop zijn zeer geliefd. Ook de huppel van de boerenjongens brengt hilariteit teweeg. Het hele lichaam doet mee. Er wordt goed doorgeademd en kinderen springen hoog en de galop en huppel, alsof ze even zweven. In de klas ontstaat een draaiende wervelwind die de krans in het midden van het lokaal in beweging zet. Daarna komen de wat rustiger kringactiviteiten en er wordt afgesloten met een rijspel, bij voorbeeld groen is gras.

Al deze vingerspelletjes en de grote spelen helpen kinderen uit hun slaap en ochtendzwaarte omhoog te komen en elkaar te vinden. En de polariteit in de beweging, de kleine van de hand- en vingerspelen en de grote van de huppel en galop maakt hen bewust van de fysiek- en motorische mogelijkheden.

terug naar de index