terug naar de index

Vriendschap in de kleuterschool

verschenenen in de schoolkrant Pasen 1996
auteur: Ellie Bus

Relaties tussen kinderen in de kleuterleeftijd zijn meestal duidelijk zichtbaar. Het kind legt zijn zielegesteldheid zondermeer bloot, vooral in een omgeving waar het zich veilig en geborgen voelt. Hoe maken kinderen kontakt, hoe raken ze bevriend? Dikwijls is er al vanaf het eerste moment een blijk van herkenning, misschien vanuit het voorgeboortelijke of van vorige levens. Vriendschappen veranderen tijdens de levensloop. Bij kleine kinderen gaat het om samen delen en -spelen, bij pubers meer om het gesprek en loyaliteit, en bij volwassenen biedt het beschutting, intimiteit en steun in zware tijden. Maar door alle tijden heen gaat 't om wezenlijk kontakt.

Vriendschap bij kleuters kan nog sterk wisselen, maar ook al heel trouw zijn, is heftiger, goed of niet goed, zoals het hoort bij de kleuter en is gericht op samen eten, spelen enz. 's Morgens in de klas kunnen de vrienden of vriendinnen elkaar met vreugde begroeten. Ze gaan van louter plezier rondjes rennen of vertellen elkaar nieuwe dingen. Ze schuiven dicht tegen elkaar aan in de kring. Daar zitten ze dan te stralen. En schuift er iemand tussen, dan zijn ze inverdrietig. In het spel vullen ze elkaar aan, en juist in die fantasie komen verrassende en komische vondsten naar voren. Al associërend verrijken ze elkaar en zo ontstaat een intieme cirkel, waar je als volwassene vertederd naar kunt kijken en innerlijk weet je dat deze kinderen op dit moment echt bij elkaar horen, en zou je willen dat het altijd zo blijft. Zo is het natuurlijk niet. Naarmate kinderen ouder worden, verandert vriendschap, er komen kinderen bij, soms is er ruzie en soms is het gewoon voorbij.

Er zijn ook vriendschappen, herkenningen, die juist kwaliteiten versterken, die elkaar juist al spelend en associerend tot de ondeugendste zaken stimuleren. Spelen met water wordt een natte bende, blokken en tenten bouwen ontaardt in een te dolle boel. Kortom, het is spel waarbij kinderen hun grenzen en vorm verliezen. Als volwassene moet men ingrijpen en ook als de kinderen thuis spelen altijd een oogje in het zeil houden. Structuur aangeven waar dit nodig mocht zijn, want juist een warme, milde, maar gestructureerde omgeving geeft de meeste kans op sociaal getalenteerde kinderen. Bij de "ondeugende" vrienden merk je wel dat ze elkaar liefdevol kunnen bevestigen. Dat geeft de kinderen vertrouwen en zekerheid.

Ook zie ik de benauwende vriendschappen, waarbinnen de een afhankelijk is van de ander en steeds achter zijn vriendje aanloopt zonder zelf tot initiatieven te komen. Dit valt vooral op als de "spelpartner" ziek is en hij of zij ronddoolt en dan maar gaat tekenen. Dit is vooral zichtbaar bij de jongere verlegen kleuter. Als ze wat ouder zijn hebben ze meerdere vriendjes, waaruit ze kunnen kiezen, ze zijn ook wat flexibeler en stabieler geworden. Het is fascinerend om te zien hoe de sociale vermogens van kinderen zich in de loop van de tijd ontwikkelen.

Vriendschappen tussen jongens en meisjes zijn heel gewoon. Ook daar speelt de aanvulling een grote rol. Sommige meisjes vinden juist het ondeugende van jongens aantrekkelijk en jongens kunnen zich aangetrokken voelen tot koken en met de poppen spelen. En als er vanuit de opvoeding op sexeverschillen weinig aandacht is gericht, werkt dat door in de school. In de kring waar we elkaar ontmoeten, waar rust heerst en warme gezelligheid, leren kinderen respekt voor elkaar te hebben. Ook door verhalen en de jaarfeestensfeer worden respekt en aandacht naar voren gehaald als elementen die de vriendschapsrelaties ondersteunen; er ontstaat gemeenschapszin.

Maar nu lijkt het net of er op de kleuterschool nooit wordt gevochten of gepest. Ooit had ik in de klas twee meisjes van 6. Soms dikke vriendinnen, soms aartsvijanden. Op een dag vlogen ze elkaar zo lelijk in de haren dat ze bijna niet te scheiden waren. Nadat ze hadden losgelaten, kropen ze alle twee, beledigd en verdrietig, in verschillende hoeken. Ik heb ze niet alleen gelaten, maar het wel afgewacht. Na een tijdje kwam er een tevoorschijn en die heb ik bij me genomen, de ander kwam toen ook, nog wel met een mokkend koppie. "Zullen we weer vrienden worden?", vroeg de een zacht met hangend hoofd. "Ja goed", zei de ander en nog nasnikkend en met gehavende gezichten liepen ze hand in hand naar buiten.

Een goede kracht wordt daar aangewend, om een konflikt op te lossen. Heel knap. Als volwassene ben je er slechts als hoeder, op de achtergrond, maar wel met bewondering en ontroering

.Ook pesten is kinderen niet vreemd. Soms gebeurt dat onderhuids, dikwijls door kinderen die zelf erg kwetsbaar zijn of zelf gepest worden. Het is niet alijd te zien of te horen. Soms kan iemand tegen een ander heel zachtjes zeggen:"Jij stinkt". Ik vraag de kinderen om bij me te komen als dit gebeurt. Ook vertel ik verhaaltjes met een context waarin dit probleem voor kinderen goed voelbaar is, en hun hart wordt geraakt. Beelden spreken dan een duidelijke taal. Kinderen vormen elkaar en hoe kinderen dat doen vertelt iets over die kinderen, maar ook iets over hoe volwassenen met elkaar (bij voorbeeld in het huishouden) en met hun vrienden omgaan. Vriendschap hebben we nodig om het leven te delen.

terug naar de index