terug naar de index

Tuinbouw op de bovenbouw

verschenenen in de schoolkrant Michaël 1996
auteur: Anneke Verheijden

Huib van Rooijen geeft het vak tuinbouw aan de Adriaan Roland Holstschool in Bergen, waar leerlingen van de Vrije School de achtste tot en met de twaalfde klas kunnen volgen. Met hem had ik een gesprek.

Hoe is hij in het Tuinbouw onderwijs op de Vrije bovenbouw terecht gekomen? Tuinbouw en werken met kinderen vormen een voortdurend terugkerend motief in zijn leven, vertelt Huib. Nadat hij eerst de landbouwschool doorlopen had, ging hij, daartoe aangespoord door zijn ouders, naar de kweekschool. Daarna werkte hij op als leerkracht op een school voor moeilijk lerende kinderen in Heiloo en een detailhandel-school in Amsterdam. Vooral op de MLK-school kwam hij in de eind-groepen in aanraking met praktisch werken met kinderen.

Toen hij als leerkracht op de Vrije lagere school aan de Sperwerstraat ging werken, kreeg hij eindelijk antwoord op allerlei vragen, waar hij mee was blijven rondlopen en waarop hij geen antwoord kon vinden in het reguliere onderwijs: Waarom vertel je verhalen? Waarom leer je kinderen lezen in de eerste klas? Waarom behandel je de breuken in de vierde? Daardoor voelde hij zich thuis op de Vrije School. Op de bovenbouw is hij terecht gekomen, toen hij met zijn zevende klas meeging naar de achtste.

De vraag waar ik mee rondloop: waarom krijgen de leerlingen van de laagste klassen van de bovenbouw tuinbouw-onderwijs, wil hij graag beantwoorden. "In de achtste klas", zegt hij, "zijn de leerlingen voor het eerst echt thuis op de aarde. Door te gaan werken met wat die aarde kan voortbrengen, leren ze de wereld als het ware te veroveren. Het geeft een heleboel voldoening en een gevoel van zekerheid als het gelukt is om bijvoorbeeld wortels zonder wortelvlieg te verbouwen. Of als je van bijenwas en bloemen in olie een zalf maakt, die echt blijkt te werken! Of als er zuurkool ontstaat als je kool en zout een tijdlang laat staan. En dat er wel een miljoen bloemen nodig zijn om een potje honing te maken. Er is verwondering over wat er allemaal mogelijk is, en eerbied voor de natuur die in elk jaargetijde wel wat te bieden heeft."

Huib wil de kinderen zo veel mogelijk verschillende werkzaamheden aan-bieden. Er wordt bijvoorbeeld ook thee gemaakt: kruiden plukken, drogen, kijken waar ze goed voor zijn. Ze maken kaarsen, ze snijden en verpakken groente, enz. De achtste klassers verkopen de produkten van de tuinbouwlessen van september tot december en van mei tot juli een keer in de week bij de kleuter-school in Bergen.

In de verschillende klassen pakt hij het vak tuinbouw anders aan. "In de zevende klas moet je met kinderen in de grond werken, dan kun je bijvoor-beeld een composthoop met ze aan-leggen. Maar in de achtste kun je heel goed allerlei verwerkingsprocessen aanpakken, boven de grond dus, en met geuren werken. Het gevoel dat leerlingen moeten krijgen is: wat kunnen wij veel!"

De negende klas krijgt gedurende vier weken 2 middagen per week tuinbouw. Deze leerlingen moeten vooral zichzelf tegenkomen: wat kan ik niet wat een ander wel kan? En hoe los je dat dan samen op? Hier moet de communicatie op gang komen. De leerlingen krijgen korte klusjes; ze moeten iets verzorgen, mooi maken. Een schuurtje schilderen met z'n tweeën bijvoorbeeld, of wilgen knotten, snoeien, een beschoeiing maken bij een walkant. In deze klas leren ze ook met machines om te gaan, zoals een tractor of een frees. Dit soort werktuigen dwingen je om vooruit te kijken. Negende klassers verzorgen ook de pinken: ze moeten hun vacht borstelen en de stal schoonmaken. Het is opval-lend hoe verschillend die dieren op de diverse kinderen reageren. Van sommige kinderen worden ze onrustig of speels, maar het komt ook voor dat ze ineens heel rustig worden als een bepaalde leerling de stal binnenkomt. In de negende klas vlechten de kinderen ook manden.

Sinds kort staat het vak tuinbouw ook op het rooster voor de tiende klas. Twee weken lang drie middagen per week werken ze op de Noorderhoeve. De leer-lingen van de tiende zetten groeikrachten om in bloeikrachten. Ze zijn ge‹nteres-seerd in gevoelens en zien in de wereld om hen heen, wat bij hen van binnen leeft. Met deze klas gaat Huib appelbomen enten. Als je een appelboom niet ent, krijg je geen eetbare vruchten. Door zelf in te grijpen in een natuurlijk proces en de natuur vervolgens weer zijn werk te laten doen, krijg je wel lekkere appels. Het gevoel dat de leerlingen dan krijgen is: als ik er niet was geweest, zouden er geen appels zijn.

Plannen voor de toekomst zijn er ook. Het zou heel mooi zijn als er schapen waren, waarvan de wol gesponnen en verder verwerkt zou kunnen worden tijdens de handwerklessen. VSM heeft een kas geschonken, die ook weer aller-lei mogelijkheden biedt. De kas staat nu nog gedemonteerd op het erf van de Noorderhoeve in Schoorl.

Verder heeft Huib samen met Hans Hornstra en Hans Pastoor een stichting in het leven geroepen: "De Klooster-tuin". Deze stichting heeft een tweeledig doel: zij wil het tuinbouwonderwijs en de biologisch-dynamische landbouw bevorderen. Zo verzorgt "de Klooster-tuin" bijvoorbeeld in herfst en voorjaar cursussen mandenvlechten. Daarnaast organiseert de stichting lezingen over de zaaikalender en over de relatie tussen sterren en plantengroei en probeert ze het probleem van de vakanties zoveel moge-lijk op te lossen, wanneer er geen les gegeven wordt, maar wanneer er wel van alles verzorgd moet worden

.De overheid heeft een tijdje terug voor milieu-educatie zestig miljoen gulden beschikbaar gesteld. Daarvan heeft de bovenbouw f 60.000,- ontvangen voor een project in deze sfeer. Van dit bedrag zijn er allerlei spullen gekocht, die nog ontbraken aan de schooltuin, zoals gereedschap en bijvoorbeeld de benodigdheden om zalf te maken.

Huib besluit ons gesprek met een wens: hij zou met de stichting "de Klooster-tuin" het tuinbouwonderwijs vanaf de vijfde klas lagere school grondig willen aanpakken. Een leerproces heeft eigenlijk langere tijd nodig dan de paar jaar die de kinderen op de bovenbouw gegund is. Rekenen leer je tenslotte ook niet in twee, drie jaar. "Het is van cruciaal belang voor kinderen om verbinding met de aarde te hebben. Dan hoef je niet te vluchten in van alles en nog wat."

terug naar de index