terug naar de index

Het Sint Jansfeest

verschenenen in de schoolkrant St. Jan 1996
auteur: Marianne Commandeur
Geraadpleegde literatuur: Emil Bock: De jaarfeesten Marieke Anschutz: Omgaan met de jaarfeesten H. Sweers: Jaarfeesten B. Barz: Jaarfeesten met kinderen A. Boogert: In de stroom van het jaar N.N.: Jonas 1987-1984

Na Hemelvaart en Pinksteren hebben we nog een feest om te vieren voordat de feestloze periode aanbreekt tot aan Michaël op 29 september. Dat feest is hoogzomer, 24 juni, de geboortedag van Johannes de Doper. We vieren dan het Sint Jansfeest. Er is een open plek in het bos, een grote achtertuin bij de school of een ruimte aangewezen door de gemeente, waar in het midden hout hoog opgestapeld ligt. Er omheen staan in een wijde kring allerlei spellen opgesteld, die geschikt zijn om buiten in de open lucht te spelen. De geuren van versgebakken broodjes en andere lekkere etenswaren komen je tegemoet.

Zo ongeveer ziet de plaats eruit waar op de avond van 24 juni een feest gevierd gaat worden. Soms nodigt een grote bloemenboog je uit om binnen te komen en een plaatsje te zoeken rondom de houtstapel. Muziek gaat klinken van een accordeon of violen en gitaren of fluiten en van vele stemmen die de Sint Jansliederen zingen. Nadat iedere aanwezige gegeten en gedronken heeft en heeft deelgenomen aan het circuit van spelletjes komt het grote moment waarop iedereen wachtte. De houtstapel wordt aangestoken en het volksdansen en zingen om het vuur kan beginnen. Als het vuurtje lekker knappert, kunnen alle aanwezigen in het gras gaan zitten om te luisteren naar het verhaal. Daarna volgt nog het hoogtepunt van het feest: het springen over het vuur door de oudste kinderen. Ze hebben jaren gewacht op dit moment en nu is het zover. Onder groot applaus springen ze twee aan twee over de vlammen en het smeulende vuur.

In voor-christelijke tijden vierde men zomerfeesten op de dag van de zomerzonnewende, 21 juni. Men vierde dat de dag langer geworden was dan de nacht. De aarde heeft zich overgegeven aan de kosmos en de mensenziel gaat mee. De feesten die gevierd werden, waren buiten in de openlucht, liefst nog boven op een berg, als teken dat men zich volledig aan de natuurkrachten van de kosmos overgaf. In de oude Keltische culturen probeerden de druïdepriesters tijdens deze zomerzonnewende-feesten iets van de wijsheid van de goden in zich op te nemen. Een wezenlijk kenmerk van deze tijd is het licht en de warmte, die van de zon uitgaan. De aardsengel die zich met deze periode verbonden heeft is Uriël.

UR' is het Hebreeuwse woord voor licht. De warmte zal de komende maanden nog toenemen maar het uiterlijke licht neemt af. We gaan een tijd tegemoet waarin het weer op verinnerlijking aankomt. En daarop duidt Johannes de Doper, de boeteprediker aan de oever van de Jordaan. Hij doopt de mensen met het water van de Jordaan en wijst de mensen erop dat er een nieuwe wereldtijd is aangebroken. Het innerlijk van de mens wordt niet meer van buitenaf gevormd. We worden opgeroepen "in te keren", om in ons eigen innerlijk een nieuwe aanzet te vinden voor het leven. Dat is waarop Johannes de Doper wijst: "Komt tot inkeer, want het Rijk der Hemelen is nabij", en "Baant de weg voor de Heer".

De wijzende vinger van Johannes zien we het duidelijkst op het schilderij van het Isenheimer-altaar, wat in Colmar is ten tentoongesteld. "Hij moet groeien, ik moet afnemen", zijn de woorden van Johannes. Daarbij wijst hij naar het komende kerstfeest, een half jaar later, de geboorte van het Kind, het Christuslicht. In de zomerwarmte en in de roes van het feestvieren wordt men meegetrokken in de slaaptoestand en dreigt men te verzinken in een toestand van niet waakzaam zijn. De hele natuur helpt mee, maar wij zijn meer dan alleen natuurmensen. Het Sint Jansfeest is het feest van de ommekeer, we worden opgeroepen om vooruit te denken: "Verandert uw gezindheid". In het afstand nemen van het alledaagse tijdens de zomervakantie, die volgt op het Sint Jansfeest, kunnen we met de kinderen wandelingen maken en iets van de eerbied en dankbaarheid voelen voor de gaven van de natuur. Veldbloemen en strobloemen kunnen gedroogd en in de kersttijd gebruikt worden. Dan heb je een tastbare verwijzing van het Sint Jansfeest naar Kerstmis toe.

terug naar de index