De verjaardag in de kleuterklasverschenenen in de schoolkrant Kerstmis 1995auteur: Ellie Bus |
Natuurlijk weten kleuters ondertussen dat ze uit de buik van hun moeder komen. Ze gaan er niet meer dromend aan voorbij, zoals mensen van mijn generatie. Vele kinderen zijn zelfs aanwezig bij de geboorte van hun broertje of zusje. Het is de vraag of het goed is om het jonge kind bij zo'n indrukwekkend intiem gebeuren te betrekken, hem ervoor te wekken, maar daar wil ik het nu niet over hebben. Het gaat om de andere kant van het geboren worden: het incarneren, het indalen van een nieuw geestelijk wezen (licht) hier op aarde. Dat vraagt een andere manier van wekken en vertellen. Het kerstfeest en de sfeer daaromheen lenen zich uitstekend voor een artikel over de verjaardag, want juist kleuters identificeren zich sterk met dat kleine kindje, dat vanuit de hemel op aarde wordt gebracht door de engel. Maar hoe gaat dat, zo'n verjaardag in de kleuterklas? De jarige Job, al dagen van te voren zenuwachtig, wordt hartelijk onthaald door vele andere kinderen. Iedereen vecht voor een plekje naast hem of haar in de versierde grote stoel van juffie. De jarige staat de hele dag in het middelpunt van de belangstelling. De klas is versierd en op de verjaar-dagstafel staan de elementen van het goede aardeleven: stenen, planten, dieren en mensen: de koning en koningin op weg. Als iedereen zit, wordt de klas verduisterd en de ceremonie kan beginnen. We gaan terug naar het grote moment van voor de geboorte, het moment dat het kind of zijn geestes-zielewezen besluit om naar de aarde te komen of er weer terug te keren. Hij wil de geestelijke wereld verlaten. Nu is die hele onderneming in liederen en versjes vervat en hier beginnen we mee: Engeltjes in een
lange rij De grote engel, de beschermengel brengt de kleine engel naar de hemel-poort. Maar eerst wordt er nog afscheid genomen van de andere engelen: Vergeet ons niet,
vergeet ons niet Bij de poort aangekomen vraagt de grote engel welke sleutel de kleine wil om te openen: sleuteltjes van zilver
Maar achter de hemelpoort is het duister en er waait een frisse wind. In de hemel is het warm en licht. De meeste engeltjes schrikken daarvan en willen liever terug en verstoppen zich in de mantel van de grote engel. Hij zegt dan ook tegen de kleine, dat hij altijd bij hem blijft, ook nu, bij het wegbrengen en dat hij hem zal beschermen tegen de kou. Dat wekt vertrouwen en met z'n tweeën stappen ze in het hemelschip en zetten koers naar de aarde. "Kijk eens naar de sterren, die wijzen ons de weg", zegt de grote engel. Sommige kleintjes hebben haast, dan houdt de engel hen terug. Anderen durven niet zo goed en moeten gestimuleerd worden. Zo wordt de hele aardereis aangepast aan het karakter van het kind. En de reis gaat langs de zon in de zonneburcht. Die geeft het engeltje warmte mee, en de sterrekinderen leveren het waardevolle vreugdegevoel en plezier. En dan zien de reizigers de aarde. "Waar wil je heen?", vraagt de engel. "Wil je naar de bergen? Of het woud? De woestijn of naar de zee?" Ja, bijna alle kinderen willen naar de zee! En natuurlijk naar iemand die goed voor hen zorgt en lief is. De kleine engel is moe van de reis en valt in slaap. En dan ... wordt
in het ochtendgloren Tegelijkertijd wordt de geboortekaars ontstoken. Een nieuw lichtje is op de aarde neergestreken. Kijk wat ligt daar
in het wiegje Mama neemt je uit
je bedje Iedereen komt even
kijken De kaarsjes worden aangestoken terwijl er een versje klinkt: In zo'n eerste levensjaar Als je ‚‚n bent leer
je lopen Als je twee bent
leer je praten En met drie jaar
vraag je steeds: Als je vier bent
Als je vijf bent
kun je bouwen En met je zesde mag
je werken Vandaag ben je dus
jarig Alle kaarsjes branden nu, en de jarige voelt, dat het net als toen bij de geboorte van harte welkom is, en dat het, hoe moeilijk het leven soms ook is, iets bijzonders in zich draagt: een eigenlicht, meegenomen uit de geestelijke wereld. |