terug naar de index

Het gebaar

verschenenen in de schoolkrant Pasen 1995
auteur: Ellie Bus

Ik ben al wekenlang van plan een artikel te schrijven over het gebaar, en dan toegespitst op de kleuterfase. Ik kan er nauwelijks toe komen, niet door gebrek aan tijd, maar doordat "het gebaar" zover van ons afstaat. Wat is eigenlijk "het gebaar" Bij het gebaar denk ik aan mijn handen, en kijk er eens naar terwijl ik schrijf. De laatste tijd let ik op mijn handelingen. Hoe draai ik de kraan open, hoe doe ik de afwas, hoe dek ik de tafel, hoe pomp ik mijn fiets op enz. Dan merk je opeens hoe weinig je daar echt mee bezig bent.

Al die handelingen zijn geautomatiseerd, met onze gedachte zijn we bij de dagelijkse zorgen en we gaan er aan voorbij. Bovendien zijn onze huidige handelingen totaal anders dan die uit vroegere tijden. Een knop omdraaien is totaal iets anders dan bv. een kaars lamp of vuur aansteken, de kraan opendraaien is iets anders als water putten, graan malen en koekjes bakken iets anders als een plastic zak open trekken enz. Onze totale dynamiek is daardoor veranderd en zijn we statische burgers geworden en de handelingen die we moeten doen zijn vergeleken met die van vroeger, eenvoudig, We draaien ons hand niet meer om voor een flinke was, en ik kan daar ook blij mee zijn, want we zijn niet meer alleen maar bezig met onze dagelijkse verzorging.

Maar het laat ook iets anders zien. Een zekere verarming t.a.v. onze omgeving. Wij worden a.h.w. verzorgd door autom-tiseringen die in de loop der jaren in ons leven zijn ingevoerd en die ons het leven een stuk gemakkelijker hebben gemaakt. Maar hoe geven wij nu een stuk zorg terug, die vroeger in die elementaire noodzakelijke handelingen van onze dagelijkse levensonderhoud vanzelfsprekend verweven zaten ? In elke ambacht zat naast de gewone handeling, de juiste aandacht tot een gebaar gesmeed. Heeft u ze nog weleens gezien, de smid, de botenbouwer, de metselaar, de schrijnwerker ? Daar kun je lang en geboeid naar kijken, meegaan in de beweging, in de ademhaling van de ambachtsman.

Op dit moment is er ook veel belangstelling voor de oude ambachten. Geen wonder dat er zoveel belangstelling is voor het schip de Batavia in Lelystad. Indrukwekkend en misschien wel bewondering en heimwee oproepend. Maar het gebaar vinden we niet alleen bij de ambachten, maar ook als ondersteuning van onze taal. De een is daar drukker in, de andere rustig. De een gebaard alleen als hij vrolijk is of indruk wil maken (de bekende middelvinger omhoog), de ander als hij zich niet zo fijn voelt. Het laat in ieder geval iets zien van ons gemoed. Daarnaast kan ons hele lichaam natuurlijk iets uitdrukken in zijn bewegingen b.v. zwierig lopen, huppelen van geluk, krom en zielig, of juist schopperig overal tegenaan.

We gaan nu terug naar het kleine kind, want hoe past het in dit geheel? De mens heeft na een eeuwenlange ontwikkeling zijn rechtopgaande gestalte verworven. Ook het kleine kind, als we daarmee een parallel trek-ken met de mensontwikkeling, komt vanuit het water aangeland en van liggen tot kruipen, staan tot lopen. De omgeving speelt hierbij natuurlijk een cruciale rol. Een enorme stap vooruit is het moment dat het de beschikking krijgt over zijn handen als "werkorganen." Hij is rechtop gaan lopen, heeft daardoor zijn "zit-natuur" overwonnen, zijn blikveld verandert en hij wordt door het handelen vaardig zijn eigen leven op te bouwen. Maar daar heeft hij ons bij nodig. Niet alleen heeft hij onze aandacht nodig voor hem, maar ook onze aandacht die in onze daden ligt. Het voorbeeld, de zorg die we geven aan onze omgeving, de zorg voor wat we doen. We kunnen bv iemand iets toegooien of aanreiken, we kunnen ons haasten, gauw, of eerder opstaan en alles rustig doen.

Iin de kleuterklas zijn we veel bezig met gebaren, en ik heb het als een van de moeilijkste zaken ervaren in dit beroep dat onder de knie te krij-gen. In de kleuterklas hebben we de kleine gebaren van de vinger-spelletjes, de grote gebaren van het ambachtsspel -timmerman,bakker,smid-
ondersteunt door liedjes en versjes en het hele grote gebaar, de omhulling van de klas, die tot uitdrukking komt in de veiligheid en geborgenheid binnen de groep en de aankleding van het lokaal. Daarbij hebben we nog eurithmy, waarbij we allemaal tot taalgebaar worden. Hierbij staat het gebaar op de voorgrond en moet de taal worden terug gehouden. In de aandacht voor datgene wat je doet, het aanreiken, het ontvangen, het weven, het borduren, het verzorgen van planten , omgeving etc. ligt een morele kracht verborgen. De eerbied. Dit is iets wat kinderen van nature niet met zich meekrijgen, maar alleen door nabootsing kunnen verwerven. Door ons handelen wat we doen en hoe, met welke aandacht en verantwoordelijkheid, dat nemen de kinderen waar en daardoor ontstaat de scheppende liefde.

terug naar de index