Themamiddag over aanvullende behandelwijzen in de psychiatrie.

 

Verslag door José Hoekstra

 

Het steunpunt GGZ uit Utrecht besloot deze themamiddag te organiseren omdat steeds meer mensen ontevreden zijn over de pillen en pratenmethode die gangbaar is in de GGZ, en daarom op zoek gaan naar alternatieve benaderingen. De drie meest gezochte benaderingen op dit moment worden deze middag gepresenteerd: de antroposofie, het werken met familieopstellingen, en het boeddhisme.

 

De antroposofie

Cees de Rijk is SPV-er in de Arta-Lievegoedkliniek, een antroposofische instelling. Om te beginnen houdt hij een inleiding over de verschillende antroposofische instellingen die er in Nederland zijn. Daarna gaat hij door op wat de Lievegoedkliniek onderscheidt. De antroposofie wil een meer holistische kijk ontwikkelen. Toch zijn alle medewerkers in ieder geval ook regulier opgeleid, in die zin zijn ze gewoon een instelling van de reguliere psychiatrie, maar met een “pluspakket”.

Interieur en voeding zijn anders dan elders, er is veel zorg aan besteed.

In de behandeling kun je het volgende zoal tegenkomen:

Fysiotherapie door een therapeut met ook een antroposofische opleiding. Baden met aanvullende substanties, inwrijvingen met olieën. Kunstzinnige therapie door een therapeut met ook een antroposofische opleiding – er wordt veel met natuurlijke materialen gewerkt. Waarnemingsoefeningen waarbij bijvoorbeeld een simpel voorwerp uit de natuur wordt genomen. Euritmie, bewegingsoefeningen volgens de antroposofische leer.

Er worden zowel reguliere als antroposofische medicijnen gebruikt.

 

Wat is vooral antroposofisch? Wat heeft een mens te leren in zijn leven.

-         ritme is een belangrijk element

-         werken met stamboom en biografie

-         wie was je identificatiefiguur en hoe sta je er tegenover

-         wat is de rode draad in je leven

-         kijken naar je 7-jaarsperioden en naar je temperament

 

Familieopstellingen

Vivine van der Velden en Petra Peek vertellen over het werken met familieopstellingen. Deze vorm is ontworpen door Bert Hellinger, die voorheen priester was, naar Afrika ging en daar de diepere dynamiek van families ontdekte. Later studeerde hij allerlei vormen van therapie en ontwierp het werken met familieopstellingen, een systemische vorm van werken waarin de hele familie van een persoon wordt betrokken.

 

In een familiesysteem gelden drie regels wil de liefde vrijelijk kunnen stromen:

-         er moet een balans zijn van geven en nemen, waarbij het normaal is dat ouders geven, en kinderen nemen

-         iedereen heeft recht op een plek

-         er is rangorde, d.w.z. eerstgeborenen eerst etc. Vaak nemen kinderen de rol van de ouders over.

Verstrikkingen moeten losgemaakt worden.

 

Het werkt zo: je stelt iemand op als jezelf en mensen uit de groep als je familieleden. Deze mensen gaan zich automatisch net zo voelen als je familieleden, ook al weten ze niets van hen.

Vooral degenen die ontbreken of niet gezien zijn hebben veel invloed op het familiesysteem.

 

Vivine van der Velden werkt ook met psychiatrisch patiënten en werkt met hen ook met het maken van een genogram, een soort stamboom op papier, waardoor er ook dingen duidelijk kunnen worden. Het maken van een genogram geeft rust en helderheid en is niet zo belastend als het maken van een opstelling. Het kan ook bij een opstelling worden gebruikt.

 

Het boeddhisme

Herman Kief is psychiater en Zen-boeddhist. Hij vertelt uitgebreid over allerlei methoden en technieken die hij gebruikt in zijn praktijk. Van huis uit is hij atheist maar hij kwam al vroeg met het zenboeddhisme in aanraking. Hij merkte dat je zen-meditatie prima therapeutisch kunt gebruiken. Wat hij daarmee doet lijkt enigszins op cognitieve therapie.

 

Technieken:

Een groepssessie bestaat uit 8 mensen die 2 uur samenzijn. Er wordt een lied gereciteerd in het Japans. Dan is er een zitperiode van 25 minuten. Hierna een loopmeditatie met je aandacht op je voeten. Vervolgens een tweede zitmeditatie, tijdens welke iedereen een kort persoonlijk gesprek heeft van een paar minuten, waarbij vaak al verbluffend veel naar boven komt. Het eindigt met een theeceremonie, wat een oefening in aandacht is.

 

Positieve affirmaties tijdens de meditatie: bijvoorbeeld “ik ben OK” of “ik mag er zijn” herhalen als een mantra in je meditatie.

 

De aanpak van de paradox. Kief kwam tot de volgende redenering: een symptoom is een paradox, want de betrokkene ontkent datgene wat hij tegelijkertijd doet. Een koan, de japanse zegswijze uit de zentraditie (bijvoorbeeld: wat is het geluid van één hand die klapt) is ook een paradox. Dus, concludeerde Kief, is een symptoom een koan. Zo kun je jezelf afvragen: “waarom drink ik”

 

Met deze laatste twee middelen begon hij te werken als therapeut.

 

De naikan-techniek: je stelt je in verbinding met een belangrijke persoon voor je en kijkt:

-         wat heeft hij voor mij betekend

-         wat heb ik voor hem gedaan

-         hoe heb ik hem leed berokkend

Gelijdelijk aan ga je je anders opstellen

 

Voor ik-zwakken heeft Kief een techniek uit Libië en Syrië, dus niet uit de Zentraditie: stel je een kring van licht voor om je heen.

 

Kief besluit met: Elke therapie begint met aanvaarden dat je hebt wat je hebt.

 

De eerste twee lezingen van deze themamiddag lieten nog wat vragen open bij de deelnemers. Zo was de eerste lezing wat praktisch van aard en bleven er vragen over ten aanzien van de antroposofische visie en werkwijze. Bij de familieopstellingen werd nauwelijks ingegaan op het werken met psychiatrische problematiek. Maar als geheel was de middag zeer geslaagd, informatief en met de mogelijkheid nog gezellig na te praten. Een initiatief dat zeker een vervolg mag hebben!